Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1989 (nrs. 45-48)
(1989)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| |||||||
‘Cahiers d'études’Belangrijke aantekening van 7 september 1924, in Longone. - CarloEmilioGadda: - ‘Dit schrift bestaat uit 98 (achtennegentig) gelinieerde bladzijden zoals deze, met elk 24 regels per kant, plus twee witte, oftewel niet gelinieerde, plus twee kartonnen bladzijden voor de kaft die naar de binnenkant van het boek allebei wit zijn en aan de buitenkant gekleurd en bedrukt met een gracieus dessin. Bovendien is er de eigenlijke omslag, gemaakt van een ruw linnen van onbekende vezel, met een rand van rood marokkijnleer. De ziel binnenin is waarschijnlijk van karton. De pagina's heb ik genummerd door het zelfde cijfer op allebei de zijden van een bladzijde te zetten, zodat elke bladzijde één nummer heeft: bij voorbeeld pagina 69, pagina 69 keerzijde. - Daarbij heb ik echter twee fouten gemaakt waardoor de keerzijde van pagina 53 nummer 54, en de keerzijde van pagina 61 nummer 62 heeft meegekregen. Zo komt het dat in plaats van 98 er 100 gelinieerde bladzijden lijken te zijn. Maar het zijn er achtennegentig, zoals gezegd. Met de twee witte bladzijden A en Z komt het totaal op 100. De witte zijde van de omslag achter in het schrift die ik - uit ‘dringende noodzaak’ - ook heb beschreven, zal ik Z-bis noemen. Longone al Segrino, 7 september 1924 CarloEmilioGadda 7-9-1924 | |||||||
[pagina 20]
| |||||||
CarloEmilioGadda.
| |||||||
Algemene werkplanning.(haastig). - De voorlopige titel kan zijn: Italiaanse vertelling uit de twintigste eeuw. Vanaf vandaag, 24 maart 1924, verzamel ik in dit schrift ideeën, materiaal, observaties, kritiek en probeersels die, ook in ruimere zin, betrekking hebben op het werk aan de roman. Bovenal, voor wat betreft de probeersels, dient vermeld te worden dat deze veranderd, opgenomen en weggelaten kunnen worden: vaak wordt de beste compositie bereikt al schrijvend op de tast, wanneer de auteur zich laat gaan. Maar daarna moet er systeem in aangebracht worden. - De hele inhoud van dit schrift is gesteld in een eerste en enige versie, te beginnen bij de twee voorafgaande pagina's; deze vormen dus de eerste | |||||||
[pagina 21]
| |||||||
aantekeningen, de eerste notities. Wanneer ik in dit schrift studies zal invoegen, dat wil zeggen stukken proza voor de roman, dan zullen ook deze hier in de eerste versie opgeschreven worden, voor de vuist weg. Om mijn werk uit technisch oogpunt makkelijker te maken zal ik het materiaal van dit schrift verdelen in ‘notities’ en ‘studies’. De notities hebben betrekking op de opzet van het werk, de studies zullen bestaan uit compositie-proeven die hetzij in de roman ingevoegd zullen worden, hetzij eruitgelaten of aangepast. De notities zal ik onderverdelen in Co (compositie) en Kr (kritiek), maar de nummering ervan zal dezelfde zijn voor allebei de soorten. Ik behoud me de mogelijkheid voor om ze zonodig nog verder onder te verdelen. - De studies zullen één eigen nummering krijgen. Het geheel van studies en notities zal heten: ‘Cahier d'études’, - CarloEmilioGadda 24 maart 1924. Milaan. | |||||||
Milaan, 24 maart 1924. - 16.00 uur
| |||||||
[pagina 22]
| |||||||
Uitkiezen uit het Italianisme: óf aspecten en dingen die een algemeen karakter hebben, eigen aan andere volken; óf aspecten en dingen die fundamenteel karakteristiek zijn en waarmee we ons op krachtige wijze kunnen onderscheiden. Twee: - Universaliteit in specie italiae. - Differentiëring species italiae. De Italiaanse uitstroming ondergaat het contact met andere volken en een andere omgeving: Zuid-Amerika, grote afstand, vreemd land, heimwee, vermenging, moeilijkheden, etnische versnippering door gebrek, nieuw leven. Species aeternitatis. De mensen. Dus: Internationaal contact: b. - In de eventuele hervatting van het Italiaanse bestaan en de terugkeer in Italië kan ik misschien introspectie, sublimatie en een terugkeer naar het innerlijk leggen: (als dat tenminste geen wanklank oplevert met de luchtige, vrije, Argentijnse kijk op het leven.) - Op het einde inkeer en(?)Ga naar voetnoota species aeternitatis. - Daarna zal ik verdergaan met de compositie. - | |||||||
Notitie Kr 2. - (24 maart 1924 - 16.30 uur)Algemene tonaliteit van het werk: dit is een belangrijke kwestie. De stijlen waarmee ik het meest vertrouwd ben zijn de (a) logischrationalistische, paretiaans, serieus, cerebraal - En de (b) humoristischironische, ogenschijnlijk serieus, dickens-panzini. Vrij goed de (c) humoristisch-serieuze manzoniaanse; waarbij het humoristische spel aan de gebeurtenissen zelf wordt overgelaten, niet aan de wijze van expressie: de expressie is serieus, menselijk: (zie mijn dagboeken, autobiografieën). Ik beschik ook nog over een vierde stijl (d), emfatisch, tragisch, ‘zeventiende-eeuws wonderbaarlijk’, symbolistisch, die misschien minder subtiel en van mindere waarde is, maar geschikter voor een directe impressie en nuttig om ‘le bourgeois’ te ‘épater’. Deze stijl d komt in de buurt van poëzie, interessant, maar vormt een groot contrast met de andere en ik geloof dat het moeilijk zou zijn hem te legeren of te versmelten. - Tenslotte kan ik nog een vijfde stijl (e) aan de lijst toevoegen die ik stomme stijl zal noemen, die fris is, kinderlijk, mythisch, homerisch, met sporen van symbolisme, met verbazing-onschuld-naïviteit. Het is de stijl van een kind dat de wereld bekijkt: (en dat al zou kunnen schrijven). - | |||||||
[pagina 23]
| |||||||
Welke aan te grijpen voor de gooi naar de roem? Ik vind het vervelend, ik heb het altijd vervelend gevonden om van iets af te zien dat in mijn vermogen lag. Dàt is mijn ziekte. Het is noodzakelijk om ze òf te versmelten (zeer moeilijk) òf er één uit te kiezen. Dat zal ik in een andere notitie bekijken. - 24.3.1924 - 16.30 uur. | |||||||
Notitie Co - 3. - 25 maart 1924 - 12.00 uur -Eén van mijn oude denkbeelden (de twee vaderlanden) is de etnisch-historisch-economische ontoereikendheid van het Italiaanse milieu voor de ontwikkeling van bepaalde geesten en intelligenties die er te ver bovenuit stijgen. Mijn verdrinking in het moeras van de Brianza. Vurige verlangens van de adolescentie naar een beter leven. Serieus militarisme, etc. - Men kan zeggen dat het een voortzetting en een uitbreiding is van het morele concept van Manzoni: ‘de mensen en autoriteiten die hun plicht verzaken en de oorzaak zijn van het kwaad in de maatschappij die in beginsel goed is.’ Aldus A. Manzoni. Ik zeg, eraan toevoegend: ‘Niet alleen autoriteiten, maar ook het plebs en het gehele volk dat ontrouw wordt aan de innerlijke inspiraties van het leven, aan de intieme en heilige wetten, en geperverteerd raakt. Tragedie van de sterke geesten die verstrikt raken in dit moeras. Indien het groten zijn perverteren ze, met hun ondeugden, het volk (sociale reactie op de individuele activiteit); het volk doodt door zijn decadentie op zijn beurt de grote geesten (individuele reactie op de sociale perversie of ontoereikendheid. -’ Manzoni moreel-burgerlijk denkbeeld. Ik meer agnostisch-menselijk denkbeeld. In de roman zou ik dus de tragedie van een sterke persoonlijkheid willen voorstellen die geperverteerd raakt door de ontoereikendheid van zijn sociale milieu. - Dit is kenmerkend voor de maatschappelijke geschiedenis van Italië: (Foscolo slecht mee afgelopen, Scalvini zelfmoord, etc. Renaissance; Risorgimento; duizenden voorbeelden. Dante zelf) en niet minder kenmerkend dan de omgekeerde tragedie die ik Manzoniaans zal noemen: (maatschappelijk kwaad veroorzaakt door gebrek bij het individu) - De deserteur veroorzaakt de ondergang van het leger; het slechte leger dooft het enthousiasme van de goeden die erin strijden. Dit is ook mijn tragedie. | |||||||
[pagina 24]
| |||||||
Het type dat deze gedachte moet dragen mag echter niet op mij lijken, omdat ik ook mijn persoonlijke ingewikkelde eigenschappen heb die onafhankelijk zijn van mijn milieu. Het moet een goed rasecht type zijn. Misschien zal ik dit type naar de mislukking en de tragedie leiden - of tenminste naar een verborgen tragedie, gemaskeerd door een uiterlijke aanpassing. Ik zal het type A noemen. - Herinnering aan Eugénie Grandet van Balzac. - Als ik de roman in de naoorlogse periode wil laten beginnen komt het goed uit om A jong te houden (dus geen oud-strijder) of oud-strijder? - Misschien beter geen oud-strijder: vrijwilliger van het laatste ogenblik, met terugkeer onder de hoon van de echte oud-strijders: (Schimpscheuten van strijders). In elk geval is het beter van A een mannelijk type te maken, wilskrachtig, zeer intelligent - of misschien buitensporig wilskrachtig, een beetje crimineel, met een delict als sluitstuk? Nader te bekijken in verhouding met andere personages. - Kenmerkende feiten (differentiëring species Italiae) van de naoorlogse periode bekijken. Milan, 25 maart 1924 - 12.00 uur CEG | |||||||
Notitie Co 5-25 maart 1924 - 17.00 uur. -Naast type A zou men type B kunnen zetten; dit zou kunnen staan voor de individuele degeneratie (erfelijkheid, menselijk-logisch karakter van zijn slechtheid, geen begrip van slechtheid en verantwoordelijkheid) die, reagerend op het collectieve leven, de oorzaak is van slecht handelen: mislukking van de industriële activiteit wegens gebrek aan geest. B zou de zwakke kunnen worden, niet in staat om zijn positie in de strijd vast te houden, Pippanesk, terwijl A degene is die te ver boven zijn omgeving uitstijgt. Beiden onaangepast. - Men zou B kunnen tarreren met tarra van de oorlog, verwondingen, psychopathieën, droefheid, en zo door hem de oorlog herbeleven: (zie Co 1). Species aeternitatis in specie Italiae. - 1924 maart 25 - 19 uur ceg | |||||||
Notitie Co 6 - van de 26e maart 1924 - 11-13 uur.De jonge A. Grifonetto Lampugnani, Milanees, heeft in de oorlog een broer verloren: in zijn huis hangen portretten van ooms en grootvaders die op de Krim zijn gestorven: misschien heeft hij ander bloed in zijn aderen, Florentijns of buitenlands. Hij heeft niet gevochten in de oorlog want | |||||||
[pagina 25]
| |||||||
hij was nog een jongen. Hij is hyperwilskrachtig (Gatti, Rouge et Noir): studie, intellectuele omgeving, gemis van de vader, geen grote rijkdom. (Misschien iets invoegen van Le Rouge et Noir) (Misschien niet, omdat de epiloog aan een kopie van Rouge et Noir zou kunnen doen denken). | |||||||
Vervolg Notitie Co 6 - 15 uur - 26 maart 1924.Hij woont in een oud huis (Corso Sempione, abdij van Chiaravalle) - inspiratie vinden - leert enige halfslachtige notabeltjes kennen. Zijn idealismen - meisjes. Het Fascisme: mogelijkheid om het idealisme van Grif. erin te betrekken - troebele zielen van een paar vrienden - Wilskracht. Amoureuze rivaliteit (daarna handelsrivaliteit) tussen Carlo, knecht van een waard die lid wordt van de fascio, en de zoon van een andere waard (baas/personeelsleider) van een kroeg, Stefano, ouder dan hij, 25 jaar. N.B. De fascisten ‘zwarte jongens’ noemen, de troepen van de ‘zwarten’. De waard Ermenegildo, bij wie de fascistische Carlo knecht is, is geen fascist maar hij stookt Carlo op door hem op zeer handige wijze te prikkelen met zijn onfortuinlijke liefdes, zodat Carlo op zijn beurt de leden van de fascio opstookt om te besluiten tot een strafexpeditie tegen de subversieve kroegverenigingsruimte van Stefano. (Stefano zou ook kassiercaféhouder in de verenigingsruimte kunnen zijn.) De expeditie wordt geleid door Grifonetto Lampugnani, Carlo heeft hem het uiterlijk van Stefano goed beschreven, maar Carlo doet zelf niet mee. Stefano, ruw en gewelddadig, een waardige rivaal van Carlo, verdedigt zich op buitensporige wijze, als een wilde, en hij dwingt enkele bendeleden om hem te dodenGa naar voetnoota. Grifonetto, op zijn beurt aangevallen, verdedigt zich op vreselijke wijze, maar doodt niemand. Wanneer de kroeg annex verenigingsruimte verwoest is, trekken ze zich terug. - Grifonetto is herkend: hij is niet de schuldige maar voelt zich medeverantwoordelijk. Uit trots vlucht hij niet en wordt gearresteerd. - (Zie in de opwellingen, verzinsels, een aanwijzing voor de arrestatie van Grifonetto, memorandum). - Hij wil zijn kameraden noch noemen, noch verraden. Nobele bemiddelingspogingen van zijn familieleden, oproepen van zijn arme moeder: (N.B. Scène van de moeder van wie in de oorlog een zoon | |||||||
[pagina 26]
| |||||||
is gesneuveld, met een belangrijk politicus), ze bevrijden hem uit de gevangenis. Hij neemt de wijk naar Florence om de hevige smart te verlichten van zijn moeder die vreest voor een wraakactie van haar zoon. De moeder begeleidt hem. (‘El borghes, el scioor’) In Florence zou ik hem verliefd kunnen maken op Maria de la Garde.
Verdeling van de materie. Bekijken of het goed uitkomt om te beginnen met de verliefdheid van Maria, en Grifonetto die haar vertelt wat er gebeurd is - of eerder. - Maria's familie komt erachter dat zij met Grifonetto zou willen trouwen, maar er komt verzet omdat men weet dat hij wegens moord is veroordeeld. Religieus bewustzijn van Maria en haar familie. - In de tussentijd, aangezien Grif. 's moeder had gesmeekt om voor hem een baan buiten Milaan te vinden, stelt een fabrikant hem Zuid-Amerika voor. - Maria gaat naar Frankrijk en daarna naar Engeland - Grif. die zijn Mama moet helpen, accepteert de baan. - Amerika, het afscheid van mama, het hartverscheurende vertrek, etc. - (Bekijken of het nodig is om hier ook een zuster in te voegen Elena. -)
Misschien zou de buitensporige hartstochtelijkheid van de mama afgezwakt kunnen worden door een tante of een ander naar voren te halen. - N.B. De staking in de papierfabriek kan de aanleiding zijn voor een verhandeling (nog steeds in artistieke termen) over economie. -
Grifonetto's terugkeer in Italië. - Waar zijn de duistere stormen, etc.? Ogenschijnlijke kalmte van de zee. - De meetinstrumenten verschaffen onaangename indicaties. - De beschamende waarschijnlijkheden waar men niet voor uit kan komen. = (ten onder gaan, zugrunde gehen). Een oplossing voor de geschiedenis van Grifonetto vinden die ervoor zorgt dat zijn energie snel uitdooft. - Gaat hij naar Parijs (of Florence) om Maria op te zoeken? Hij gaat het huis binnen: ze hadden haar wijsgemaakt dat hij dood was (wederzijds misverstand) of dat hij niet van haar hield. Hij bezit haar. Hij wordt gegrepen door haar vader en de knechten. De vader bedreigt hem, | |||||||
[pagina 27]
| |||||||
en zegt dat hij zijn dochter nooit zal krijgen. - Doodt hij haar? Of had hij haar al gedood na het gesprek? Of wàs ze dood? Dit punt moet goed worden verduidelijkt zonder in het overdrevene of detective-achtige te vervallen. Eventueel de Trionfo della Morte van D'Annunzio of Stendhal in Rood en zwart bekijken. CEG. 26 maart 1924 - Einde 17.00 uur. | |||||||
Studie No 1. - Milaan, 27 maart 1924 - 18.00 uur ceg.Moord op Maria de la Garde. De orde van de Italiaanse tuin kalmeert met zijn beheerste stijl de draperieën van de weelderige gekte, en plaatst de diafane en oneindige sluiers van de weemoed en de avond in een bepaald kader. De perspectivische lanen liepen als kerkhofpaden naarGa naar voetnoota de donkere horizon van buksbomen en daarachter waren op de violette sluier van de nacht zeer glinsterende juwelen geborduurd. Nog eenmaal, nog eenmaal wilde Maria de adem drinken van de trillende avond die zich al over haar leven boog als een moeder, om haar op te vangen en te troosten. Maar wanneer degene die we liefhebben ons in de steek laat en vertrekt naar andere landen, welke troost kan ons dan zelfs een moeder bieden? Kan de arme moeder ons weer kinderen laten worden en ons onze spelletjes laten spelen, in de heldere morgen? Zij begrijpt waarover wij treuren, zij weet dat de oneindige scheiding ook de hare is, omdat het die van haar kinderen is. Juwelen van de nachtelijke stilte, de krekels kunnen ons niet langer troosten, de wind kan het niet meer, de verre zee kan het nietGa naar voetnootb. De hemellichamen aan de andere kant van de cypressen, tussen de cypressen, zijn koude tekens van het onbereikbare goed! Ons huis is de nacht of de donkere aarde. | |||||||
[pagina 28]
| |||||||
Nacht, onbeweeglijke nacht! Je punten van saffier en goud zijn misschien verre droefenissen.Ga naar voetnoota.
* * *
Grifonetto kwam bij de oude muur aan, met snelle tred over de deken van de weide. Met een kleine veerkrachtige sprong greep hij de uitstekende plaat die de muur aan de bovenkant beschermde en klom er bovenop. Ieder spoor, iedere schijn van gevaar was uit zijn ziel verdwenen. Hij voelde zich licht, krachtig, gelukkig, ver van de ingewikkelde en banaleGa naar voetnootb werkwijzen waarmee de mensen de opeenvolging van hun daden fabriceren en waarmee ze de futiele ketting van hun verstandelijkeGa naar voetnootc gewaarwordingen protocolleren. - De prooi die zoeter is dan duizend levens, zoeter dan de trots, dan het gevaar, die prooi aan wier voeten de kronen van koningen hem van papier schenen, de zwaarden van de aartsengelen leken hem zilverpapier, die prooi waarvoor men Raffaël en eenGa naar voetnootd pinacoteek met zittende Madonna's in brand zou steken en aan de eerste de beste de mobilisatieplannen verkopen, ja aan de eerste de beste, en broers en Moeder vergeten, ja de zeer blanke prooi was dichtbij. Die prooi was de zijne, niet van anderen. Genoeg, genoeg, o leven, vervormde schaduw van de waarheidGa naar voetnoote, leven, helse keel van de eeuwigheid. Afgelopen met de verbrijzelende leugens, afgelopen met het wrede gif van teleurgestelde hoopgevoelens. De dolk van een man zal je doorklieven, o leugen, en het groenige serum zal stinken als de maag van een krokodilGa naar voetnootf, het schittert als een bliksemschicht, het is recht als de wil die het omklemt. De tred was die van een wild dier, op de deken van de verafgelegen tuin. De stilte, fluwelen gordijnen, opende zich bij het voortgaan van de luipaard. 28 maart | |||||||
[pagina 29]
| |||||||
- Het schittert als een bliksemschicht, het is dun, het is recht. | |||||||
28 maart 1924. - Milaan, 10.00 uur. -
| |||||||
[pagina 30]
| |||||||
was en zeker keerden de priesters met de gebruikelijke ijver in zichzelf om te bidden, aangezien de zorgen van de dag en hun volhardingGa naar voetnoota in goede werken hen daarvan gedeeltelijk hadden afgeleid. In de gestrengheid van de nachtwake verdrogen de rode kiemen van de begeerte. Klinkende rivieren dropen omlaag langs ijskoude muren naar lentetuinen waar stallen zijn met warme runderen en waar de wortels van het koren werken, werken in het donkere van de aarde zodat ook morgen het volk der mensen zijn brood kan verorberen. In verlaten centrales kijkt slechts één persoon naar de onbeweeglijke wijzers van de instrumenten zonderGa naar voetnootb een enkele knop aan te raken, omdat de wisselstroomgeneratoren voortdurend hun gebruikelijke last ondergaan. En de turbines slepen de rotoren mee in de onoverwinnelijke omwenteling, zich automatisch de wet van een getal opleggend door middel van hun speciale organen en normale vermogensGa naar voetnootc. De stukken staal waren normaal vermoeid van de normale krachtaanwendingen.Ga naar voetnootd En treinen raasden door de vlaktes, zonder de huizen te storen waar 's nachts bijna iedereen gewoon is onderdak te zoeken en uit te rusten. Bij de moeder slapen hierGa naar voetnoote de warme, geurende kinderen, met halfopen mond. Opgroeiende meisjes drukken het hoofdkussen naar een kant zodat ze dichter bij de lamp komen te liggen die in de liefdesroman de geheime bruising van het overstromende bloed verlicht. En in de diepe bedden ontvangen zoete vrouwen hun man en ze bevredigen hem met iedere gave, opdat de vrijgevige kracht op een blije manier wordt beloond. In de diepe bedden! in de diepe bedden, waar de vergankelijke generaties van mensen vergaan en opnieuw gemaakt worden! in de diepe bedden is het licht van de losse haren dat de nacht nog niet kan dovenGa naar voetnootf: maar het goud is nutteloos misschien; nee, het goud is nuttig vanwege zijn overredingskracht, zoals de diadeem van een Byzantijnse hoer; het is nuttig, o mijn moeder natuur, het is nuttig, het is nuttig, het is nuttig! voor je per- | |||||||
[pagina 31]
| |||||||
verse spelletjes! Nee, hetGa naar voetnoota goud van de haren is leugenachtig, zoals de melk die je zult laten stremmen, zoals de begeerlijke borstGa naar voetnootb die een ketel met wormen blijkt te zijn, zoals iedere pijnlijke situatie, zoals iedere wonde hoe diep die ook moge zijn, zoals ieder verlangen en iedere wil en ieder ding! Wie zijn die vervelende engelen die me hun domme gebeden mompelenGa naar voetnootc? Wat willen ze, wat vragen ze, welke terugkeer, naar de onmogelijkheid? Ah! het zijn de kameraden! Ah het zijn de troepen met het zeer witte gezicht, met de weelderige haardos en gezang, ah! het zijn de uitgedoofdeGa naar voetnootd gelaten van de doden, het zijn de schildwachtenGa naar voetnoote van mijn volk, die de zee begroeten! Ik weet hoe deze zee heet, ik weet het, ik weet het, het is onze zee, morgen is het jullie zee, o Kameraden, en zij kent geen grenzen op de aarde, zij kent geen grenzen in het heelal, zij kent geen grenzen in de tijd! Vraagt het aan God! Deze beelden combineren met de geest van mannelijke wilskracht, etc. indien mogelijk, en met desertie uit de gelederen. 28 maart 1924 - Milaan, in huis 10-10½ uur ceg | |||||||
28.3.1924. 16 uur - Notitie Kr. 8. -Redelijk goed voorlopig de synthese van de gewaarwordingen ‘in imminentia criminis’ - goed thema: ‘niets onregelmatigs, etc. - geen enkele onrust, etc.’ Maar juist dit thema dient contrapuntisch geflankeerd te worden (logisch-wiskundig in de stijl, symbolisme en realisme in de middelen) door a) een lijst met ernstige, abnormale zaken, delicten, oplichterijen, hebzucht (koersen, bankiers, telegraaf) die voor zijn verlegde gevoeligheid echter normaal lijken. b) door werkelijk normale zaken (watervallen, rivieren, werk, kinderen, vegetatie.) Omdat het thema in beginsel het volgende is en omdat het in het grote leidmotief van het werk past: ‘Ook abnormale en vreselijke zaken zijn in te passen in de wet, ook al zijn ze ogenschijnlijk ex lege’. Door middel van de verlegging van gevoeligheid en bewustzijn van de wanhopige (of crimineel) wil ik op artistieke | |||||||
[pagina 32]
| |||||||
wijze deze filosofische waarheid uitdrukken. Zie de volgende notitie die betrekking heeft op het thema van het werk. 28 maart 1924 - 16 uur - Notitie Kr. 8 - Milaan, Via San Simpliciano 2, ceg. | |||||||
Notitie Co 9 of Kr 9 Notitie 9. Milaan, 28 maart 1924, 16.30 uur.(Zelfbewustzijn van het werk). Leidmotief. - In het halverwege afgebroken stukje studie uit het oude boek van Buenos Aires (het schrift dat ik gekregen heb van de goede Canova, fascist en hoofd-boekbinder bij Bernal) staat een paragraaf waarin gezegd wordt: ‘Het was niet mogelijk de wonderbaarlijke overeenstemming te breken van die naturen, die altijd en volledig gehoorzaamden aan hun wet, die zelfs leefden als uitvoerders en executeurs (tautologie), in zichzelf, van een wet die de uitdrukking van hun leven is.’ En het gaat nog veel verder, stilistisch slecht, maar goed als gedachte: ‘Waarom zijn ongelooflijke feiten nodig en waarom vormen zich zo verschillende geesten dat sommige beoordeeld kunnen worden door andere en dat ze in zichzelf niet de mogelijkheid tot een mening en een norm vinden?’ en verder: ‘Zolang er een mogelijkheid bestaat, zolang er een combinatie bestaat, zal het eeuwige haar willen openbaren in de bliksemende vormen van de handeling’. Ik moet over dit thema mediteren. Jammer dat er geen tijd is, dat alles gehaast moet gebeuren, bij lompe benadering, met het risico knotsen van fouten te maken! - Uiteindelijk wil ik beweren dat ook immorele of criminele handelingen binnen een universele wet te plaatsen zijn, en meer dan aan het erfelijkheidsdeterminisme (Lombroso, neurologie, experimentele psychologie, biologische studies) klamp ik me vast aan mijn idee van de mogelijkheid-combinatie. Welbeschouwd is het determinisme een - ongetwijfeld zeer nuttige - methodeverlenging die de combinatie verklaart van A met de causatieve elementen A1 A2 etc. en van deze of van ieder van deze met hun causatieve elementen, enzovoorts: steeds verder stijgend, steeds verder: maar het komt altijd bij een eindpunt aan. - | |||||||
[pagina 33]
| |||||||
Determinisme is het lezen van de curve van de anankè, niet de uitleg ervan. Ik zou interpreteren met een herziening van de norm (wet) waardoor het abnorme (ex lege) wordt verkregen dat door zijn aanwezigheid het bestaan van de norm mogelijk maakt (mijn idee van polariteit) en treedt met de norm in een toestand van evenwicht. - Immoraliteit bestaat voorzover moraliteit bestaat, en andersom, de misdaad voorzover het rechtvaardige bestaat, en deze reageren op elkaar. - Het is een denkbeeld dat nog zeer duister is. In de vulgaire opvatting: ‘Er is geen wet zonder uitzondering, iedere wet kent uitzonderingen.’ ‘Uitzonderingen bevestigen de regel.’ De combinatie, het combinatie-instinct is in het heelal. - Het evenwicht is de bewuste bevestiging van de combinatie, terwijl dat wat niet in evenwicht bestaat het oncombineerbare is, dus het onwerkelijke. Het is de fout. - Dus:
Maar, dit alles stelt feiten vast, maar verklaart ze niet. - Hoe dan ook, wanneer ik me tot de roman beperk kan ik dit als basis-idee aannemen: dat het anormale een mysterieuze (voorlopig) rechtvaardiging heeft, dat het ook deelt uitmaakt van het leven, en, indien de maatschappelijke noodzaak een bepaald sociaal type gecreëerd heeft, dat ook het nietsociale bij het leven hoort (juridische theorieGa naar voetnoota). - De uitbreiding van deze opvattingen niet alleen tot de hoofdpersonen van de roman maar ook tot de schepsels op de achtergrond, de tegengestelde termen, allemaal, zal ik zo barmhartig, rechtvaardigend noemen. Bij voorbeeld de emigranten: (Z. de slinkse vervoerder van deze lichamen waarvan er een paar een ziel zouden kunnen hebben) Goed voorbeeld van ironie-agnosticisme-medelijden. - In de roman vulgaire delinquenten opvoeren Parijs-Napels misère italianiteit ‘macaronì’??? - Misschien; om dit denkbeeld uit te breiden van een enkeling (Grifonetto) naar de menigte, van de dominante figuur naar de achtergrond. - Sluiting van de notitie over het leidmotief Co 9 of Kr 9 van de 28e maart 1924. - cec. - 16.47 uur. | |||||||
[pagina 34]
| |||||||
Toevoeging bij C 9.Eigenlijk bestaat de polariteit ook onder de volkeren, zoals ook het economische exlegisme: Napels armen omdat Yankees al rijk. Maar ook rekening houden met de rassenfactor! rassenfactor! mijn theorie over het leven van de rassen!! | |||||||
Notitie C 10 - Andere motieven kunnen zijn:
Zie mijn quasi-economische stuk in het oude schrift van Canova. - 28-3-1924 - 17 uur. - C 10 | |||||||
Co 11 - Milaan, 29 maart 1924. - 10.00 uur. -Beschrijven in de roman, steeds in het kader van de algemene tonaliteit, een scène van filantropie die slecht afloopt (filantropische dame die bestolen wordt door degenen die van haar weldaden geprofiteerd hebben, of iets subtielers.) Episode over de twintigjarige epilepticus Wulmann, bedelaar, zoon van een tenor, daarna misère, etc. - 28-3-1924 ceg. - Milaan. - | |||||||
30 maart 1924. - Co 12. -Als onmogelijkheid voor Maria de la Garde om te trouwen met de fascist Grifonetto, afgezien van de vijandigheid van haar vader tegenover de ‘macaroni’, zou ik het zo kunnen doen dat zij, uit gehoorzaamheid aan de godsdienstige en waardige gezindheid van haar familie, allang verloofd was. (Le rêve van Zola). - 30 maart 1924. - ceg. - | |||||||
14 april 1924. Milaan. ceg. - Notitie Co 12. 14 uur. -Om de bedreigde Grifonetto te redden laat zijn moederGa naar voetnoota hem Amerika aanraden - (of zijn vrienden) - om ideële redenen, anders zou hij niet gaan vanwege zijn te grote trots. -
Het contrast tussen de lieflijkheid van Maria en Grifonetto benadruk- | |||||||
[pagina 35]
| |||||||
ken. - Moeder van Grifonetto sterft van schrik. -? Of afzwakken met een tante? - Maria - verplichting voor het nee tegen Grifon. Maria's moeder had haar op haar sterfbed laten beloven te zullen trouwen met de burggraaf, een goede jongen, soldaat in de oorlog, etc. - geletterd, van adel, arrogant, omdat zij dingen had goed te maken (?) - Of een erfenis van een gemeenschappelijke oom - oud redmiddel. Of Maria was gered door de vader van de burggraaf (dit is misschien de beste.) Het thema van de dankbaarheid uitwerken, etc. - haar broer was in de oorlog door de Burggraaf gered - nieuw. De beste oplossing van allemaal. Bovendien vriendschap in de kinderjaren nobel hart en eed gezworen aan haar moeder. - Maria had drie redenen om met de burggraaf te trouwen: 1) - Hun vriendschap in de kinderjaren, hun spelletjes: bestemming vanaf het begin, ‘verplichte’ liefde - (zie slordige studie in de ‘Vluchtige ideeën - opborrelingen’) - 2) Eed gezworen bij de dood van haar moeder en belofte gedaan aan haar verloofde. Zijn nobelheid van geest. 3) Hij had in de oorlog haar zwaargewonde broer gered. - Hem (burggraaf) schilderen als nobel type, maar niet buitengewoon mannelijk - er een echte heer van stand van maken - met kenmerken van degeneratie - die het fascisme makkelijk overvleugelt. Hij is een beetje een contrast van licht en donker met de wilskrachtige Grifonetto. - Een episode schrijven (gemeenteraad, verkeerd gelopen werk van liefdadigheid), waarin zijn voorname goeiigheid in botsing komt met de uitbuiterige mentaliteit van de vervelende bourgeois. - Zijn villa en hijzelf beschadigd door boeren die weldaden hebben ontvangen. Oorlogsepisode beschrijven waarin hij Maria's broer redt. - - Andere vrouwentypes zou ik kunnen uitkiezen uit het volk van dienaren, etc. - van Maria's familie. Bijvoorbeeld als ‘triomf van liefde’, ‘triomf van humaniteit’ etc. - met een sleep kinderen - ik zou een idylle kunnen beschrijven tussen Maria's broer (reeds noodzakelijk en goed van pas gekomen voor de verplichting van Maria ten opzichte van Burggraaf) en een boerin of in ieder geval een meisje uit het gewone volk. - Silvia, 2e vrouw. Hij moet het type C dragen, een menselijk, goedaardig type dat tegenspoed met kalmte en redelijkheid overwint, hij trouwt, heeft gevochten in de oorlog, werkt, is tevreden. etc. - De burggraaf kan een afgezwakt type B zijn: hem een karakter geven van weinig sexualiteit en sublieme menselijkheid: begrip. - | |||||||
[pagina 36]
| |||||||
Gerolamo Lehrer is het uitgesproken type B in Buenos Aires: hem een Hamlet-commentaar laten geven?: hij heeft een broer verloren in de oorlog - hij laat zich beetnemen door delinquenten.
* * *
Aldus zouden de 4 mannen gedefinieerd zijn. - Aantal dat meer dan voldoende is voor de hoofdpersonen: (Lehrer is geen hoofdpersoon - maar geeft filosofisch commentaar) - waaraan de secundaire personages toegevoegd moeten worden. - Lehrer zou ik kunnen laten trouwen met een vrouw uit B. Aires die een pension heeft, en hen vervolgens naar Italië laten komen en een café laten openen. - De vrouw, energiek, etc. - wordt vermoord en hij hangt de filosoof - dronkelap - etc. uit. Het zal niet moeilijk zijn een tweede misdaadepisode te verzinnen als ik het type van deze vrouw, die derhalve de 3e vrouw van de roman zal worden, goed zal beschrijven. - Laten we haar Luisa noemen, 3e vrouw van de roman.
Nota bene. - Tegen het eind van de roman een tweede misdaadepisode beschrijven (nogmaals kroeg of bar - misschien te vaak - maar dit motief van de vulgaire kroeg past goed in een ‘Italiaanse vertelling’). Zo interessant mogelijk met deze misdaadepisode. De uren maakten zich los van de toren van San Dionigi, etc. | |||||||
14 april 1924. - Milaan - ceg. 15 uur. -Filosofische notitie Co 54 (De 13 is overgeslagen). - Filosofische notitie. - Een filosofisch of pseudo-filosofisch thema dat ik in de roman zal moeten aanstippen en uitwerken, omdat het erg overeenstemt met mijn huidige geestesgesteldheid, zijn de officiële bulletins - waarover ik handig zal moeten schrijven. Onder ‘officiële bulletins’ dient men te verstaan de neiging om de dingen volgens een bepaalde conventie voor te stellen en niet in hun essentiële perceptie. Verklaarbare noodzaak - maar proberen om aan te komen bij het begrip - en daarom bij het begrip van het begrip, waarbij de officiële bulletins worden overgeslagen, belachelijk gemaakt (over het algemeen op ironisch-goedaardige wijze). Soms stekeligheid in de gemeenste en onredelijkste gevallen. | |||||||
[pagina 37]
| |||||||
14 april 1924. ceg. Notitie Co 15. -Historisch-filosofische notitie over de compositie: Illustreren als achtergrond etc. in deze psychopathische en Caravaggeske roman de ‘Italiaanse arbeid’ - de kracht, de wil van de besten die tegenover de ‘ongelooflijke feiten’ moet staan. - Italiaanse arbeid - Niet vernederen. 14 april 1924 ceg. - | |||||||
Milaan. - 14 april. - Notitie Co 15 bis ceg.Vervolg compositie: einde van het verhaal. - De willoze Gerolamo Lehrer: (uitgesproken B) trouwt (of woont alleen maar samen) met een in wezen goede en sensuele vrouw (eventueel een Duitse) energiek, wilskrachtig, wijs maar onverzadigbaar. Zij kan het uitgangspunt vormen voor een komische figuur (maar niet karikaturaal - ik zou me kunnen behelpen met een beetje Boccaccio - Donna Prassede, maar liever in de werkelijkheid zoeken: bij voorbeeld Donna Carmen). Zij sluit de ‘geliefde knaap’ van de bakker (dubbele betekenis van het woord knaap) in haar armen - omdat zij niet genoeg heeft aan haar filosofische en willoze echtgenoot. Haar gedrag leidt ertoe dat Gerolamo Lehrer ontslagen wordt terwijl Grifonetto moet vertrekken (of ontslagen wordt) wegens fascistische sympathieën. - Samen keren ze terug naar Europa. Zij had haar echtgenoot geholpen met een pension in Buenos Aires. - Nu helpt ze hem bij het openen of overnemen van een bijna tot de onderwereld behorend ‘café’ in een straat van het oude Milaan. - Met dit café kan zij in haar levensonderhoud voorzien terwijl haar idealistische echtgenoot een vakschool zou willen openen (contrast). - Gerolamo Lehrer geeft wiskundelessen, speelt schaak maar zou heel graag op een bankje van het park in de zon zitten. - Luisa verdient niet alleen geld met haar café maar zij zoekt er ook haar minnaars uit van wie er één (misschien ex-fascist, etc.) een manier bedenkt om haar te vermoorden. Ik moet de echtgenoot laten vertrekken die ze onder een voorwendsel verwijderen (eventueel onder het voorwendsel dat ze een baan voor hem gevonden hebben - maar een spiritueler motief bedenken - bij voorbeeld psychologische genezing - noodzaak van de buitenlucht, etc. - Het onderwerp met omzichtigheid aansnijden.) De echtgenoot, die zijn Xantippe beu is en zich op zijn studie wil concentreren - maar in werkelijkheid niets wil doen - neemt de raad gaarne aan. - Bijv. Aanloopjes voor dit onderwerp: | |||||||
[pagina 38]
| |||||||
voor het café: In de scheepshutten gebeurt het vaak dat men geluiden van de buren opvangt. De bankier X hoort een dialoog tussen man en vrouw. - Gekibbel over de besteding van het geld. - - Ander aanloopje (voor de buitenlucht voor G. Lehrer). - Maar wat bent u mager meneer Gerolamo! Wat is er gebeurd? Een tijdje op het platteland zou u goed doen, etc. -
Ik moet trachten de gebeurtenissen tussen Gerolamo Lehrer en zijn vrouw in te voegen in het algemene dynamisch-spirituele spel. De personages moeten krachtig verbonden worden door de ‘dynamiek van de geest’ en niet door de dynamiek van geïsoleerde en episodische feiten. - Hiervoor zou het volgende verbindingsstuk kunnen dienen: Bezoek/verschijning van Lehrer aan Grifonetto omdat een broer van LehrerGa naar voetnoota een strijdmakker van Grifonetto's overleden broer was geweest, zijn oudste broer: Zie notitie Co 6 en Co 3 tegen het eind. -
Vandaar dat Lehrer, arm ingenieur die naar Amerika gaat om zijn positie te verbeteren, willoos, heen en weer geslingerd, op bezoek gaat bij Grifonetto die reeds beproefd is door het grote verdriet. - Hij zegt hem te zullen helpen als hij naar Amerika wil vertrekken, etc. - In Amerika is hij hem inderdaad tot hulp en de Xantippe Luisa begeert hem tevergeefs. - Maar zij is vriendelijk voor hem en ze zorgt er goed voor dat de knopen aan zijn wasgoed blijven zitten. Amoureuze rivaliteit tussen Luisa en Maria (Denkt hij nog steeds aan dat stomme mens? Die zal zijn carrière nog eens bederven. Niet aan vrouwen denken als ze zo flets en verlept zijn als die.) - - Dieven beroven en verwoesten het huis maar het geld vinden ze niet omdat het op de bank stond. En de arme Lehrer, wanneer alles uitverkocht is, begint te filosoferen en wiskunde te onderwijzen in een gemeenteschool: (Dit feit ironiseren. Het menselijk afval met zijn verborgen ondeugden van drinken en filosoferen gaat lesgeven aan een school - Hij zal de jeugd niet enthousiast weten te maken. - Probleem van de school. Ik kan hem ook filosofieleraar maken - twee jaar, etc.) - | |||||||
[pagina 39]
| |||||||
had en misschien had hij gedacht dat Grifonetto beter was dan de Burggraaf. - Wanneer Grifonetto weer in Italië verschijnt en probeert om Maria weer te zien heeft hij een heftige woordenwisseling met de burggraaf (?), hij mishandelt hem waarop hij uitgedaagd wordt (?) - Dodelijke voorstellen voor het duel (?). Het onderwerp is een beetje duf. Hoe dan ook, Grifonetto doodt Maria na een nacht van liefde en vervolgens doodt hij zichzelf, maar hij verwondt zich alleen (?). Het is beter dat hij compleet zelfmoord pleegt. Het verdriet van Maria's broer en Lehrer. Gaat de burggraaf deze keer zelf naar Amerika? Goed sentimenteel en melodisch thema als contrapunt. Le voyage. Grifonetto's reis naar de eeuwigheid. etc. - Staat in contrast met de pas ter wereld gekomen spruit van Maria's broer en Silvia - gezonde opgewekte vrouw - voortbrengster van leven. - Natuurlijk moeten Maria en Silvia verbonden worden door een bepaalde morele of sentimentele tegenstelling, bijvoorbeeld in die zin dat Maria als jong meisje voor een superieur wezen (ex lege) werd gehouden en Silvia voor een middelmatig wezen (in lege). Ik zou Silvia duidelijke kenmerken kunnen geven van lieflijke middelmatigheid (Italiaanse vrouw) met vruchtbare schoot. - Het is absoluut noodzakelijk dat de personages en hun geschiedenis gelegeerd worden in het spirituele dynamisme, niet door een spel van episodes en een assortiment handig neergezette zusters. - ceg Einde van notitie Co 16. Milaan 14 april 1924. ceg. - Milaan 14 april 1924 - 17 uur. | |||||||
Notitie Co 18 - 10 mei 1924 - MilaanIk moet Maria duidelijk ook iets wellustigs en door en door vrouwelijks verlenen, een verlangen van volkse energie dat contrasteert met de adellijke natuur van haar bloed. Misschien zou Grifonetto in plaats van op een Maria van adel etc. verliefd kunnen worden op een volkse Maria die deel uitmaakt van socialisten (men vervalt dan echter in de Buondelmonti en Amidei) met wie hij vanwege politieke meningsverschillen niet kan trouwen. En zodoende delict, | |||||||
[pagina 40]
| |||||||
en zodoende einde, etc. - Op die manier zou het weefsel van de roman gebondener, ‘logischer’ zijn. Maar ik moet waakzaam zijn tegen de ‘logica’. - Dit zou een beetje de ‘Terre inhumaine’ in herinnering brengen - het hartstochtelijke toneelstuk dat ik in B.A. gezien heb en waarin een Fransman en een Duitse niet met elkaar konden trouwen ook al waren ze verliefd. - Het is hoe dan ook een waar, mogelijk gegeven. - De roman zou hierdoor echter een te ‘volkse’ tint krijgen - helemaal volksgrijs - die afsteekt tegen mijn verlangen om een beetje volledige voorstelling van de maatschappij te geven. Dit zou enkele creatieve uitgangspunten elimineren. Het zou de redding van Maria's broer door de burggraaf elimineren, etc. Valt over te denken. - ceg, 10-5-1924 Milaan | |||||||
Notitie Co 19. - 14 mei 1924. - ceg. Milaan. -Dijk van de Gleno. Kan dienen voor een bepaalde toespeling. Species Italiae. (Italiaanse arbeid - Kwade trouw - Improvisatie - Economische schaarste etc.) Zie het knipsel uit de ‘Corriere della sera’ dat ik bewaar. - - Studie van Grifonetto's verliefdheid: haat: verwijzen naar mijn aantekeningen over concentratiekampcellen voor aanloopjes over haat tegen vermeende verraders, etc. - | |||||||
Notitie Co 20-24 mei 1924. - Milaan ceg.Misschien kan de episode over de verwoeste verenigingsruimte naar het eind verplaatst worden. Dan zou echter een op zichzelf middelmatig voorval tot beslissend argument voor een spirituele catastrofe verheven moeten worden. Bijft nog steeds de liefde van Maria die niet bereikt kan worden. - - Vanmorgen dacht ik het dichtwerk in drie delen te verdelen, het eerste De Norm (of het normale) - tweede het Abnorme (met de episode over de gevechten, etc.) derde Het Begrip of De blik over het leven (of De blik over het zijn) - misschien te pompeus voor een enkel onderwerp. - In het eerste deel zou ik ontkieming, lente, gevoel en schijn van het leven kunnen samenbrengen, met een latente voorbereiding van het kwaad dat dit goed reeds vergiftigt en vernietigt. In het tweede deel het leidmotief van het abnorme en van de monsterachtige en groteske combinatie van het leven, - in het derde deel de vermoeidheid-catastrofe en het begrip (actie en zelfbewustzijn als in Hamlet). - ceg. - 24 mei 1924. - | |||||||
[pagina 41]
| |||||||
Notitie Co. 21 - Juli 21 1924. Longone al Segrino.Als algemene binding en kader zou de historische (empirische) en theoretische diagnose van het Italiaanse kwaad kunnen fungeren, maar slechts in zoverre voldoende voor de dramatische schets, zonder de pretenties van sociologisch onderzoek. Afgezien van het reeds aangeduide interne kwaad (zie Notitie Co 3 - 25 maart) - moet er aan een Heraclitische ontwikkeling van de geschiedenis der volkeren worden gedacht (πολεμος). De volkeren vallen over elkaar heen, strijden en overwinnen, niet zozeer in wezenlijke oorlogen, als wel in economische en spirituele oorlogen in ruimere zin. Op dit moment ontmoet het Italiaanse ras op zijn weg het Angelsaksische ras. Contrast, ironisering, etc. - (Het heeft het Duitse al ontmoet en misschien zal het dit nogmaals tegenkomen). - De polariteitsidee van normaal-abnormaal past misschien binnen de relativistische opvatting en binnen het antieke stoïcisme. (Zie ook Zeller pag. 248: De centrale gedachte van de stoïsche theodicee dat juist de onvolmaaktheid van het detail de volmaaktheid van het universele tot doel heeft is model geworden voor alle latere soortgelijke pogingen, etc.) - Co 21 Longone 21 juli 1924. ceg. | |||||||
Notitie Co. 22 Longone, 21 juli 1924. 10 uur.Hoe dan ook, het beste is om een begin te maken met het neerkrabbelen van het verhaal.
Het beste is om een eerste versie op te stellen, deze te laten rusten en haar vervolgens opnieuw onder de loep te nemen. In de tussentijd kunnen me andere intuïtieve elementen te binnen schieten, als muizen in een val. Van de andere kant heb ik er behoefte aan om mezelf te beproeven, om te zien wat ik kan doen, en wat ik ervoor terugkrijg, ook voor de gevolgen van de materiële en cerebrale vermoeidheid van componeren en schrijven. - Ik ben moe en het beetje filosofische studie en de dagelijkse beslommeringen benemen me de laatste restjes energie; afgezien van mijn zwarte bezorgdheid voor de toekomst. - Voor wat betreft de Mondadori-prijs, dat is voor dit jaar onmogelijk. - Laten we desalniettemin proberen te schrijven! - ceg. Co 22 | |||||||
[pagina 42]
| |||||||
Co 23 - Verdeling van de materie in de eerste opzet. -
| |||||||
[pagina 43]
| |||||||
Notitie Co 24. De toon moet tamelijk sereen en nobel zijn, mannelijk, niet zoals Panzini, een beetje zoals Tacitus; humor in de feiten; ordenend sarcasme. Kortom de stijlen (a) en (c) van notitie Kr 2 van de 24e maart 1924 zijn te prefereren. - Natuurlijk moet ik me overgeven aan mijn inspiratie en aan de gemoedstoestand van het moment, aangezien het hebben van een vastliggend programma voor mij verschrikkelijk is en reeds een ‘entrave’ inhoudt. - In mijn beste dagboeken en composities, in de meest logische, expressieve en scherpzinnige heb ik me steeds laten gaan. - Zo ook in de poëtische compositie. - Co 24. ceg. 21 juli 1924. 10-11 uur. - | |||||||
Italiaanse vertelling van onbekend auteur uit de twintigste eeuw.Co 25. - 26 juli 1924. - Longone. -Leidmotieven van de 1e Symfonie vaststellen. Abnorme. It. milieu. - Oud-strijders oorlog pseudo-helden en Grifonetto. - Gesprek tussen reizigers over de schuld van het individu. Rol Lehrer. -
Een idee, een idee komt niet te hulp terwijl de sissende apparaten van de handelingen de dingen in dingen omzetten en het werk vol stof is. Maar dan zijn de eerste trillende juwelen aan de hemel een voorteken van wat, wanneer wij zullen rusten, nog steeds zal waken. Het lijkt alsof een angst de hartslag van het leven meesleurt als in een duizelingwekkende afdaling: en wij bewegen ons naar waar iemand ons opwacht: opdat onze bestemming haar loop heeft en niemand haar zal belemmeren. Want daarna zullen we moetenGa naar voetnoota rusten. - De eerste gouden en saffieren punten die de avond aan de hemel borduurde, stralende magnolia's hadden ze kunnen weerspiegelen: maar de schaduwen tussen alle planten werden zwart. De veelheid van planten leek in zichzelf gekeerd voor het gebed, omdat de Voorzienigheid moest worden gedankt voor de voorbije dag. De hoge bomen, meer ondergedompeld in de nacht, dachten als eerste: vervolgens de heesters en de jonge bomen die nog de kameraden van de grassen zijn en er van dichtbij de warme geur van inademen, en de dikke grassen, en | |||||||
[pagina 44]
| |||||||
de struiken met gezwollen bloemen, en alle verstrengelde stengels van de boomachtige nakomelingschap namen de gedachten op die de grote bomen in het begin hadden voorgesteld. Het scheen niet mogelijk de wonderbaarlijke harmonie van die naturen te breken, die volledig en altijd gehoorzaamden aan hun wet, die leefden als uitvoerenden in zichzelf van één enkele wet, die hun enige leven is. Maar de wind kwam aanrennen, met stoten, uit de zwarte kelen van de bergen, waar in het diepste punt een klankGa naar voetnoota ligt. Terwijl de wind zijn baan bevrijdde in de richting van de open lucht, werd hij af en toe ingeademd met langzame ademhaling door de sparren, of door de beuken met hun verstrengelde wortels. Op die manier komt men over grote afstand alles van elkaar te weten en ook het verdriet. Enkele bladeren leken majolica-tegels van een vergeten Oosterse tuin en de lieflijke, ijdele sterren spiegelden zich erin, om zichzelf opnieuw te bewonderen. In de geur van enkele bloemkronen was een enigszins weemoedig en vreemd verlangen aanwezig, een aanvankelijk onopgemerkte verwarring die overging in een wreed en woest kwaad: en vervolgens zwakte dit kwaad iedere herinnering af en bracht de van te voren zo goed geordende wil opnieuw in verwarring. Het wiste uit wat we geleerd hadden: en zo bewegen we ons naar de toekomst zonder te wetenGa naar voetnootb hoe die zal zijn. De diafane Engelen, opaalkleurige vormingen van het maanlicht, verspreidden zich in het verleden gewoonlijk uit de toppen van de populieren met samengevouwen handen, om het avondgebed naar God te brengen; maar geen enkele moeizame ademtocht overviel hen nu nog om hen een boodschap toe te vertrouwen op het moment dat ze zich losmaakten van hun aardse verblijfplaatsGa naar voetnootc. Een trompet beval alle soldaten terug naar binnen te gaan, zich uit te kleden, te gaan slapenGa naar voetnootd, hiermee ieder woord of spel of laat karweiGa naar voetnoote onderbrekend; of een gesprek waaraan de nacht wellicht een verlenging had vergund. | |||||||
[pagina 45]
| |||||||
Die trompet, die het donker uiteenreet, zei dat het bevel der superieuren waar dan ook doordringt, en door allen werd zij begrepen maar niet allen luisterden ernaar. Enkelen talmden in de nacht wiens schaduwen niet toestaan dat wie buiten de wet staat herkend wordt. Andere personen waakten omdat men 's nachts niet altijd kan rusten; dan hoort men van veraf lawaai. De kubussen van de huizen en de villa's leken wit en helder als door een groteGa naar voetnoota lieflijkheid die op de serene aarde heerste. Uit de richting van de oostelijke heuvels zou zeker een fabelachtig schip arriveren, met zijn zeilen van wolken die het dek en de gangboorden overschaduwden. Een sirene gilde met tussenpozen, steeds verder weggaand over de straatweg. Van dichtbij: men zag dat de villa's een plat dak hadden, of een toren. Hoog, wit, vierkant, zoals een bolwerk dat alle gebieden rondom domineert. Maar het was een spelGa naar voetnootb van poëzie, en grote honden moesten oplettend de wacht houden bij de hekken of op andere gunstige locaties. In de tuinen stonden versieringen en stoelen waarop het lichaam zich zou kunnen neervleien en de geest op vreugdevolle wijze nieuwe moed vatten door zich tussen de schaduwen de tegenwoordige schoonheid van zulke waardevolle kunstwerken in te beelden. Welk een fijn gevoel, welk een zoete verbeelding brengt de bezitters van mysterieuze tuinen ertoe om hun sombere geur met levende dromen te bevolken! Een religieus geruis vergezelde de ademtochtenGa naar voetnootc van de nacht en een gedachte en vele andere zullen stellig opkomen in de geest van de bezitters. Zij ontvangen soms gasten die, na vele landen doorkruist te hebben, ook dit land willen leren kennen en willen drinken van deze warme en diepe adem. Op dat tijdstip waren de paarden vermoeid. De spoorweg, solide kunstwerk, doorkruisteGa naar voetnootd lijnrecht een vlakte en de rails blonken alsof ze verzilverd waren: daarna gingen ze door een mooie poort die aan de bovenkant wat berookt was de berg in. Er was geen enkele trein.Ga naar voetnoote Wachthuis 114 | |||||||
[pagina 46]
| |||||||
was geheel gesloten. Een weg kruiste de spoorlijn. Met een goede boog overbrugde hij de door populieren bewaakte beek. Achter de spoorweg steeg een nauwkeurig, met grijze natuursteen gebouwde brug ook boven de weg uit. Hij lijkt geen borstwering te hebben. Het is een brug-kanaal. Er stroomt een zwijgzame, groene stroom doorheen, enkele druppels sijpelen langs de onderkant van het gewelf van de brug, vallen naar beneden en bevochtigen de weg. Wanneer de kinderen uit de dorpen zich amuseren met hun fietsen en daar bij de brug aankomen, remmen ze wat af om te voorkomen dat hun vriendjes onder de modderspetters (moddervlekken, modderspatten) komen te zitten. Een enkel meisje bij wie een koude druppel in haar nek valt slaakt een kleine kreet, en dan lachen ze en gaan allemaal samen weg. - 's Avonds passeren daar zonder vaart te minderen andere fietsers en voetgangers, terugkerend van hun werk, verschillend gekleed. Helaas bestaat er geen nationale kledij, met groen, zwart of oranje of bretels met bloemetjes of korsetten of veren, of iets anders: geen degen, geen hoed. Noch kettingen, noch halssnoeren versierd met arabesken. Sommigen dragen wijde broeken van bombazijn, als van ruw fluweel, strak bij de enkels, anderen korte broeken met kuitlappen of met nauwsluitende kniekousen en ze flitsen weg met gebogen hoofd op hun fiets alsof ze alleen maar dachten: jammer voor degene waar ik tegenaan rijd. De handen van de een zijn geel en eeltig aan de onderkant; de handen van de ander zijn roze op de palmen, alsof ze ontveld zijn door een zuur: van de kalk, van de steen. De ververs, van het chloor, en de leerlingvleeswarenverkopers, van het zout, hebben altijd klamme en gezwollen handen. Op bepaalde gezichten, tussen sommige baardharen is een spat mortel blijven zitten: een witte moedervlek. De smeden, de monteurs, de bestuurders dragen soms blauwe overalls met zwartachtige vlekken en hun gezicht is donkerder dan dat van de metselaars. Maar het is minder droog en het is duidelijk dat het na het wassen voller tevoorschijn zal komen. Zelden ontmoet men zwaarlijvige of mollige metselaars. Bij de adolescenten onder hen springt de lengte en de dikte van de onderarm en van de pols in vergelijking met de nog magereGa naar voetnoota tors in het oog. Een enkeling heeft alleen een trui aan: die is blauw of rood of grijs of gestreept. Bijna altijd ontbreekt een knoop aan de hals. De bretels blijken een beetje oud en bezweet en ze lijden aan complicaties ten gevolge van herstelwerkzaamheden met touwtjes en veters die met de overgebleven knopen nogal inge- | |||||||
[pagina 47]
| |||||||
wikkelde betrekkingen hebben. Maar anderen hebben brede, nieuwe, strakke elastieken bretels. De metselaars dragen grote schoenen met spijkers die koppen in de vorm van roosjes hebben, die op de stenen knarsen en waarvan ze er soms een achterlaten op hun weg, want ieder kan op zijn weg een enkel teken achterlaten en soms is men zich daarvan niet bewust: als de zool versleten is vervangt een stukje leer het stukje zool dat ontbreekt. De monteurs dragen wielrijdersschoentjes, licht en smal als baboesjes. Anderen zijn een beetje afgetrapt: het is duidelijk dat hun schoenen oorspronkelijk in de zondagse noodzaak van de provinciale dandy voorzagen maar aangezien op de feestdag de werkdagen volgen, hebben hun grote, stevig gespierde voeten in de gang naar het werk de oorspronkelijke elegantieGa naar voetnoota van het schoeisel zo vervormd. De hak is versleten en, bij de verbinding met de kleine teen, is de punt los geraakt van het bovenleer als door een hernia van de vlezige voet. Er komen vrouwen en meisjes voorbij: en voor een enkele draaien de mannen en jongens zich soms om of mompelen ze onder elkaar wat ze denken of verlangen, en ze lachen. De vrouwelijkheid manifesteert zich aan hen bijna uitsluitend door haar ruimtelijke symbolisme: en wordt geschilderd met boerse woorden. Soms werpt iemand een blik die door een meisje wordt opgevangen en dan koestert hij in zijn ziel een mengeling van smart en zoetheid: een automobiel nadert hem onverwachts en bedekt hem onder het stof, maar hij let er niet erg op. Sterke en nobele zielen tolereren ook stof; zeker wanneer ze een beetje verstrooid zijn. Iemand die met het voorwiel van zijn fiets een bepaald individu leek te zoeken om tegen aan te botsen, en die met de armen in het rond zwaaiend heen en weer fietste met hindering van het verkeer, is gestopt. Zijn rechtervoet rust op het pedaal en de andere steunt met de punt van zijn schoentje op de grond. Het is duidelijk waarom hij gestopt is en wie hij zocht. Hij sprak met een meisje en zij sprak zeker met hem: maar de lippen van beiden bewogen heel weinig, waarschijnlijk kwam de stem tussen de nauwelijks geopende tanden naar buiten en waarschijnlijk hoorde niemand hem. Wat kunnen de voorbijgangers zeggen? Niets, omdat ze niets horen. De meest goedhartigen onder hen doen alsof ze niets zien, anderen kijken even vluchtig. Zij was lang, recht: in haar enigszins nauwsluitende zwarte schort tekende haar florissante lichaam zich goed af. Met haar linkerarm hield ze een klein pak omhoog en de rechter liet ze langs haar zijde | |||||||
[pagina 48]
| |||||||
hangen, met gebogen hoofd. De avond en de violette schaduwen van de vallei bestrooiden haar gezicht daarentegen met een wonderbaarlijke witheid, bijna een ziekte. De velocipedist sloeg vervolgens, toen de menigte zich verwijderd had, zijn linkerarm om haar rug, bijna ter hoogte van de hals, en greep haar weelderige schouder, met een ruwe hand maar met zachtheid, zoals iemand die wil beschermen, zoals iemand die teder wil zijn en niet kan, omdat een groteGa naar voetnoota vermoeidheid zijn ledematen en misschien zijn ziel heeft getekendGa naar voetnootb. Zo liepen ze weg. De vuren in het westen deden denken aan wonderlijke aanlegplaatsen, en stroken van as met franjes van goud en saffraan rookten uit die vuurgloed en even later als men opnieuw de ogen opsloeg hadden ze een andere vorm en waren ze iets anders. De fiets werd een beetje meegesleept, het eerste stuk, meer gedragen dan geduwd en om de waarheid te zeggen enigszins vergeten. Een vijftienjarige kwam voorbij en veegde met de rug van zijn hand de waterige druppel weg die de koude avond verzamelde op zijn neus; hij keek met halfopen mond naar de jonge vrouw en de jonge man en stootte met zijn scheenbeen hard tegen de zwevendeGa naar voetnootc trapper. Dit schudde hem plotseling wakker, en veroorzaakte eveneens het tussenwerpsel: OdverdommeGa naar voetnootd, op manhaftige wijze gemoduleerdGa naar voetnoote. Daarna vervolgde hij zijn weg zonder om te draaien. |
|