Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1986 (nrs. 37-40)(1986)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Bert Schierbeek Ramen als het al begint begint het misschien zo: ik zit op een stoel uitzicht op zee en de tv Pilar knipt mijn haar (corta mi pelo) de Marx Brothers lichten iedereen een beentje Mary's too (toman el pelo) en dat op een eiland in zee zegt Pepe hij kent de kracht van de zee zegt hij: eigenlijk is de zee zelf niets niets zonder wind of zon uit zichzelf beweegt zij niet niet zonder wind niet zonder maan en zonder wind maar met zon is zij spiegelglad dan is zij er helemaal niet nee de zee zelf is niets even later zegt hij: en toch zonder die zee bestond dit eiland niet waren wij niet hier en Punta Prima niet en de Mola niet en Es Carnatge niet nee [pagina 90] [p. 90] wij zouden niet hier zijn dan vliegt Groucho Marx Romeinse keizer met dikke Havanna in een ronde vuilnisbak op wielen met twee paarden ervoor het Stadion van Ann Arbor binnen om de wedstrijd van de Wolverines tegen de Red Soeks te verstoren met zes ballen in zijn bak met die ballen winnen de Wolverines en zakken de rode sokken af en is het stadion een zee vol ovaties op dat moment is mijn haar geknipt veegt Pilar dat geknipte haar bij elkaar en zie ik: geen grijze daartussen dan stappen Pepe, zijn broer Antonio en ik in de auto en gaan naar het sterfhuis van Pep' Tuet marinero 82 jaar geworden vader van Celestino Paqual en Florentina heeft ons zeker tweehonderd keer overgevaren bij weer en wind 't is Zondag Zaterdag gestorven binnen 24 uur begraven veel bloemen en kransen nog een schip vol kransen en bloemen onderweg van Ibiza zij komen te laat je schudt de handen van de familie en je zegt zoals ze tegen jou zouden zeggen ‘lo siento mucho’ ik kondoleer u ‘Y muchos anos por Usted’ en nog vele jaren voor u [pagina 91] [p. 91] honderden mensen hij was geliefd en bleef tot het laatst toe fietsen ondertussen denk je toch nog even aan Groucho Marx zijn sigaar en Pep' Tuet en zijn sigaar recht voor zich uit op de fiets in weer en wind zoals hij ons over voer in weer en wind en ook zijn gezicht geheel gegroefd door weer en wind Pep' Tuet is niet meer niet om te treuren zegt men in de ogen van de overlevenden is een traan op afbetaling die traan die Pep' niet meer ziet en jij ook niet maar die hij kende en zou herkennen toch vliegen in mijn ogen nog steeds de Marx Brothers door vensters en deuren schoot op schoot af en altijd paraat hun onschuld te bewijzen door onschuld verhulling een malle pet een te grote sigaar een hoed als een bloemkool een afzakkende broek en net geen blote kont dat is genoeg o Hanuman denk ik dan [pagina 92] [p. 92] jij een beroemde apenkoning je kon vliegen en je was een verdacht en onbetrouwbaar persoon in de Ramayana jij Hanuman sprong van India naar Ceylon met één sprong je ging er met de Hymalyas vandoor smeet de wolken doormekaar en deed nog meer wonderlijke dingen maar en dat bovendien was je een grammaticus een taalgeleerde en daarover staat geschreven dat de koning der apen een meester was in het leren en begrijpen van de heilige ge- schriften en zich kon bewegen hoe en waarheen hij wou en dat zonder vleugels maar ook is bekend dat hij de negende was die de grammatica samenstelde aldus gebruikt als motto door Octavio Paz voor zijn boek: El mono gramático De grammaticale aap en het komt over je je denkt van niet maar toch de bevroren paleizen waarbinnen wij wonen en dat aan zee het beste zou zijn zei mijn vriend we beginnen opnieuw en schrijven ons met zacht roggebrood de eeuwigheid in geheel sunkist [pagina 93] [p. 93] te laat echter of misschien toch nog zei Giorgio Manganelli niet toen het hem gevraagd werd: ik geloof niet dat de literatuur geen enkel verband met de reali- teit houdt maar ik denk dat de realiteit een woord is dat de taal opscheept met een schuldgevoel het concept van de werkelijkheid is een bedreiging geen werkelijk concept het is een droom ondertussen sta ik met Antonio bij de put de put is omringd met hoog riet van wege het water zéér hoog en Antonio zegt nadenkend dit riet denk ik denk ik denkt er nooit aan ooit een hengel te worden Giorgio echter gaat verder de literatuur schept haar eigen werkelijkheid een droom van tegenspraak en eigenzinnigheid eigen betrekkingen betekenissen en samenhang het is een plek waar is die? ik weet het niet misschien nergens of wie weet [pagina 94] [p. 94] een bijzonder ongelukkig toeval zoals een eenzame vogel zich troost met zingen even later neem ik de telefoon aan ja met professor zo en zo en zeg tegen jan professor zo en zo jan neemt telefoon luistert rustig en zegt: dus nu zijn we zeker en legt telefoon op haak vraag ik waar ben je zeker van zegt hij dat ik nu zeker weet dat ik kanker heb en dat had ik nooit gedacht omdat ik altijd zo'n gezon- de jeuk in mijn rug had nee dit had ik nooit gedacht vroeg ik (hij was zelf arts) wat gezonde jeuk betekent zegt hij: misschien wel niks of nog erger maar nu weet ik tenminste 't zit in de lymfklieren dus overal niks aan te doen ik vraag wat ga je nu doen hij zegt: niks gewoon de behandeling is chemies [pagina 95] [p. 95] bestralen is onmogelijk 't zit overal en je ziet het: er is een schot gelost in de vrede een hond vol heimwee staat op in de hoorn van overvloed het wordt reeds herkenbaar zoals een scherpe wind de ondergaande zon klieft tot bloed en je vraagt wat ga je nu doen en hij zegt wat ik kan en je vraagt wat kun je en hij zegt wat ik kan en dat is de behandeling volgen tot aan het eind de dood ik ga naar buiten komt er een hond ziet mij tegen het zonlicht in en blaft en blaft komt zijn baas naar buiten Herr Hanten en roept: weil sie im licht stehen sieht er sie wie eine silhouette voor die ben je niet echt daar kan ie niet tegen ga weer naar binnen en zeg waarom ga je niet naar Lake Superior neem je niet de winter- trein van Saul-Saint Marie de bergen in de sneeuw het wit in of ga naar Delhi waar je werkte of Zwitserland waar je bekend bent of weet ik waarheen maar geef je niet over aan het einde hij zei daarop doorgefourneerd arts en in de discipline net zo ik doe zoals ik zeg dat ik het doe tot aan het einde zo deed hij en ik zat een jaar later aan zijn bed [pagina 96] [p. 96] en hij zei het is nog net uit te houden maar niet lang meer maar deze tijd had ik niet willen missen we hebben elkaar Jeannet en ik beter leren kennen en euthanasie en dit land of the USS of A kan niet want iedereen schijt in zijn broek van angst voor de wet dus ga ik zo zo ging hij en ik denk in de nog warme mond van dit slachtveld leg ik zijn laatste woord een zucht Vorige Volgende