| |
| |
| |
Erik van Zuylen
Op bezoek bij Julio Cortázar
scenario naar een film van Erik van Zuylen
1
Een telefoongesprek, ontleend aan hoofdstuk Zoo van Rayuela: een hinkelspel.
Saúl staat in een telefooncel en belt Julio thuis op.
Tijdens het gesprek kijkt Saúl in de richting van een alleen voor hem zichtbare menigte die de cel belegert.
Intussen wordt er steeds furieuzer op de glazen deur gebonkt.
saúl
Buiten staat een oude vrouw die kwaadaardig naar me begint te kijken. Hoelang mag je in dit soort cellen praten?
| |
| |
julio
Zes minuten. Daarna gaan ze tegen het glas tikken. Staat alleen dat ouwe mens er?
saúl
Nee, zij dus, verder een loensende vrouw met een kind en een soort handelsreiziger. Het moet wel een handelsreiziger zijn want afgezien van een agenda waarin hij koortsachtig staat te bladeren, steken er drie potloodpunten uit zijn borstzakje.
julio
Dat kan ook een of andere ontvanger zijn.
saúl
Op dit moment komen er nog twee bij, een jongen van een jaar of veertien die in zijn neus peutert en een oude vrouw met een buitenissige hoed op haar hoofd, zoals je ze op een schilderij van Cranach ziet.
julio
Je begint je al beter te voelen.
saúl
Ja, dit celletje is niet gek. Jammer dat er zoveel mensen staan te wachten. Denk je dat we al zes minuten gepraat hebben?
julio
Geen sprake van. Amper drie en dat nog niet eens.
saúl
Dat mens heeft dus geen enkel recht om tegen het glas te tikken, hè?
julio
Allicht niet. Ze kan opvliegen. Jij hebt zes minuten om mij alle dromen te vertellen die je maar wilt.
saúl
Dit was de enige. Maar die droom is het ergste niet, het ergste is het zogenaamde ontwaken... Denk jij niet dat ik eigenlijk op dit moment droom?
| |
2
Tijdens het kopen van bonbons wordt de schrijver geïntroduceerd.
Het exterieur van een Parijse bonbonnerie. Passanten en voorbijrijdende auto's. Een brok dagelijks leven.
Saúl komt aanlopen en gaat de winkel binnen.
| |
| |
De bonbonwinkel. Een dame op leeftijd met opgestoken haar, een vlinderbril en een witte apothekersjas staat achter de toonbank. Ze krijgt instructies over de samenstelling van de doos bonbons die Saúl wenst aan te schaffen. Terwijl zij de selectie met een zilveren tang in een doos vlijt, wendt Saúl zich tot ons.
De tekst over Cortázar is van Yurkievich zelf, de aanwijzing in het draaiboek was om uit te leggen wie de persoon is voor wie de bonbons bestemd zijn ‘op de manier waarop je een oude vriend introduceert’.
mevrouw
Goed meneer. Er is chocolade...
saúl
Ze zien er lekker uit...
mevrouw
Ja. Dit is een specialiteit uit Lyon.
mevrouw
Pralinés, dat is een specialiteit uit Lyon.
Pralinés, gevuld met amandelcrème.
Hier heb ik een assortiment en dat zijn likeurbonbons.
mevrouw
Zal ik zo'n doos voor u opmaken?
saúl
Nee, ik maak liever een keus.
mevrouw
Zal ik ze in zo'n doos doen?
| |
| |
Hij wendt zich tot ons.
De literatuur van Cortázar is een duivels vermaak. Het is amusant, maar in feite gaat het om een middel om ons een brok hogere kennis of ethiek te laten slikken. Cortázar nodigt ons uit om de grenzen te overschrijden van de gewone realiteit, de starre vastgeroeste realiteit. Hij wijst ons een aantal deuren of doorgangen zodat we in de juiste positie komen om de grens te overschrijden, de sprong te wagen. De sprong die in laatste instantie metafysisch zal zijn, want Cortázar wil door middel van zijn werk andere dimensies van de mens openbaren. Dimensies die door de evolutie van de westerse kennis verdrongen zijn, of aan banden gelegd, of beknot.
Cortázar komt in zijn werk in opstand tegen het egocentrische totalitarisme, tegen de westerse kennis, tegen de evolutie van de homo sapiens.
Hij keert zich weer om naar de mevrouw achter de toonbank, wijst op enkele schalen.
Een beetje van dit, een beetje van dat. Een beetje van alles.
Hij wendt zich weer tot ons.
Het werk van Cortázar zet het westerse denken een hak. Zijn verhalen zijn ondeugend, het zijn lyrische stukjes speelgoed die hij gebruikt om het fantastische te vangen en in de realiteit te plaatsen. Cortázar voert ons naar een gebied waar de werkelijkheid haar vertrouwde zekerheid en stabiliteit verliest. Waar alles op losse schroeven komt te staan en veel verschillende waarden en betekenissen krijgt. Waar vreemde krachten op ons liggen te wachten. Waar ook de grootmoeders zich schuilhouden die de patronen weven waarin wij verwikkeld zijn, zonder dat we weten dat we in beweging gebracht worden door andere
| |
| |
machten, dat we meegevoerd worden door onbekende stromen. Dat datgene wat wij toeval noemen niets anders is dan zo'n onbekende kracht die is losgemaakt en in gang gezet. Niets anders dan een magnetisering. Een gestuurd tropisme.
De mevrouw achter de toonbank heeft de doos bijna gevuld. Saul wijst op een schaal maanvormige bonbons.
Wat ontbreekt er nog?
Wilt u er nog wat van die bijdoen?
Hij wendt zich weer tot ons.
saúl
Het werk van Cortázar is het uitgangspunt voor een nieuw begin, of zoiets als de toegang tot het gebied dat Cortazar soms ‘de kibboets van het verlangen’ noemt, en waar we onze verloren totaliteit hervinden.
De mevrouw achter de toonbank heeft de doos ingepakt en van een lint voorzien. Saúl wendt zich tot haar.
Goed mevrouw, dat is alles.
mevrouw
Alstublieft meneer. Dat is 56 frank.
saúl
Dank u. 't Is erg zwaar. Hij zal er wel blij mee zijn!
mevrouw
U krijgt nog geld terug. Vier. Alstublieft meneer.
mevrouw
Te koud voor de tijd van het jaar.
mevrouw
Dag meneer, dank u wel.
| |
| |
| |
3
Instructies voor het bestijgen van een trap, ontleend aan de bundel De Mierenmoordenaar. Een korte instructiefilm, met commentaar. Beelden van een houten trap, waarbij Saúl de aangegeven handelingen demonstreert.
commentaarstem Er zal niemand zijn die niet eens heeft opgemerkt dat de vloer dikwijls op zo'n manier buigt dat een stuk met een rechte hoek stijgt ten opzichte van de vloer, en dat daarna het volgende stuk zich parallel plaatst met dat vlak, om weer ruimte te geven aan een ander loodrecht stuk, een gedragslijn die zich in spiraalvorm of in een gebroken lijn tot bijzonder variabele hoogten herhaalt.
Als men zich bukt en de linkerhand op een van de verticale stukken legt en de rechter op het ermee corresponderende horizontale, is men in het even durende bezit van een trede.
Elk dezer treden, zoals men ziet gevormd uit twee elementen, heeft zijn plaats iets meer naar boven en naar voren dan de voorafgaande, een beginsel dat zin geeft aan de trap;...
Om een trap op te klimmen begint men met dat deel van het lichaam dat zich rechts beneden bevindt op te trekken, een deel dat bijna altijd in leer of peau de suède gehuld is, en dat, uitzonderingen daar gelaten, precies op de trede past.
Als gezegd deel eenmaal op de eerste trede staat, een deel dat we om kort te zijn maar voet zullen noemen, trekt men het gelijkwaardige linkerdeel op...
Is men op deze wijze op de tweede trede aangeland, dan kan men volstaan met de bewegingen beurtelings te herhalen totdat men zich op de hoogste trede van de trap bevindt...
Saúl voert de aanwijzingen stipt uit en bevindt zich nu voor een massieve houten deur. Hij bonst erop en wendt zich tot ons.
saúl
Nu verlaat ik het territorium van de fama's en betreed het bevrijde gebied.
| |
| |
De deur gaat open. Cortázar staat in de deuropening. De twee mannen begroeten elkaar hartelijk.
julio
Hallo! Hoe gaat het ermee?
julio
Alles goed met je? Is dat voor mij? Dank je wel.
Julio, enige koppen groter dan Saúl, pakt de doos bonbons aan, voert Saúl mee naar binnen en sluit de deur.
| |
4
In het appartement legt Saúl zijn tas af en trekt zijn jas uit.
saúl
Hoe staat het leven?
julio
Het gaat. Wil je koffie? Net gezet en goed heet.
Hij gaat inschenken. Saúl begint zijn trui uit te trekken.
saúl
(door het wollen breiwerk heen) Eén klontje.
Hij legt de trui op de keukentafel.
saúl
Julio, denk je dat wij als Latijns-Amerikanen, die weten hoe en door wie onze volken onderdrukt en afgebeuld worden, onze beschouwende mentaliteit kunnen terugvinden? Kunnen we ons begeven in de staat van aandachtige onoplettendheid zoals een Oliveira, of ons laten meevoeren door de stuurmanskunst van de droom?
julio
Ja, wat mij betreft, ik hoef niets terug te vinden, omdat ik de gave niet verloren heb om de werkelijkheid binnen te gaan ten einde andere aspecten ervan te leren kennen. Wat betreft de mensen die nauw
| |
| |
betrokken zijn bij het historische proces en die politiek actief zijn, ik zie niet in waarom zo'n schijnbaar marginale houding in hun geval achterwege zou moeten blijven of hoe dan ook gevaarlijk zou zijn.
We hebben het vaker besproken. Volgens mij moet de meest actieve revolutionair voor hij gaat slapen, of als hij zich tijdens een verloren moment even ontspant, een man zijn die met open ogen droomt. Die zich laat meevoeren in een staat van verstrooidheid. Die andere gebieden van tijd en ruimte kan betreden.
Dat belet hem niet om zijn historische en verstandelijke taak weer te hervatten, integendeel, het zal hem inspireren bij zijn werk.
Dus laten we het niet hebben over het terugvinden van iets dat we eigenlijk nooit verloren hebben.
| |
5
Rondom de bouwput waar vroeger de Hallen stonden.
Een labyrinth van schuttingen. Een eldorado voor afficheplakkers. Een van hen betrappen we bij het werk.
Cortázar verklaart de tekens en codes van de stad.
| |
| |
julio
Als ik zo door de straten van Parijs loop en kijk naar wat er om me heen gebeurt...
Natuurlijk is die manier van kijken wel wat ingewikkeld... Zo zijn hier een heleboel affiches over elkaar heen geplakt. Meestal gaan de mensen eraan voorbij en zien alleen het laatst opgeplakte affiche. Bij mij is het zo dat zo'n schutting vol affiches altijd een bericht inhoudt, een soort anoniem gedicht, want iedereen heeft eraan gewerkt. Talloze afficheplakkers hebben steeds meer woorden en beelden eraan toegevoegd. Sommige vallen af en andere blijven. De kleuren beginnen zich samen te voegen en dan ontstaat er een echt schilderij, zoals daarboven, wat nog volmaakter zal worden naarmate het papier verder afscheurt, dan wordt het nog mooier.
Wat het me doet, dit soort dingen, wat het me altijd gedaan heeft sinds ik leerde om echt rond te slenteren en me geheel in de stad te verliezen: het zijn vooral tekens. Bovendien heeft dit wat ik noem anonieme gedicht, om het een naam te geven, dit gedicht heeft een betekenis, het heeft woorden en andere dingen die je voortdurend heen en weer verplaatsen in de tijd. Neem nou dat affiche: Dillinger.
De naam Dillinger voert mij terug naar het Buenos Aires van zo'n 30 of 35 jaar geleden. Toen schreven de kranten voortdurend over de echte Dillinger, niet over de acteur die nu zijn rol speelt. Die Dillinger was staatsvijand nummer één in de Verenigde Staten en werd overal gezocht.
Dit nu veroorzaakt een soort samenklontering.
Want terwijl ik mijn wandeling hier voortzet, leef ik nog een tijdlang in het verleden, 30 jaar terug.
Dat roept allerlei op aan herinneringen en gevoelens. En daar bovenop stapelen zich de indrukken die je intussen, al wandelend, opdoet. Zie je dat affiche? Michel Fugain et sa Compagnie.
Er staat een man op met een schilderij onder zijn arm. Het is een goed symbool voor mij, want dat is precies wat mij tijdens mijn wandelingen overkomt. Ik ga naar huis met een soort schilderij onder mijn arm. De opeenstapeling van tekens, geluiden, kleuren en signalen die de stad me geeft. De stad wordt voor mij als een enorme piano of een enorme viool als ik er door heen loop. Die neem ik dan mee naar huis en soms komt daar dan een gedicht uit voort of een hoofdstuk van een roman of een
| |
| |
verhaal dat zo ontstaat uit een affiche of uit een toevallige ontmoeting op straat of uit een woord dat je in een café opvangt.
De stad is veel meer dan huizen en mensen. De stad is een immense code die erom vraagt ontcijferd, vertaald en begrepen te worden.
Wel, zo ben ik m'n leven lang geweest en dit is mijn manier van leven in de stad.
Beelden van flarden affiches met door het toeval ontstane letter- en woordcombinaties. Vergane emaille borden: Défense d'afficher. Wapperende lapjes, touwtjes. Een geheimzinnig voorwerp op het asfalt.
| |
6
Terug in Cortázar's appartement.
Saúl zit aan de tafel. Julio zet een kop koffie voor hem neer.
saúl
Kouwe suiker.
Goed, laten we het hebben over de verstrooidheid.
Julio zit inmiddels tegenover Saúl aan tafel.
julio
Het is zeker dat bijna alles wat ik heb geschreven is ontstaan in een soort van trance-toestand, van in de wolken zijn, in een toestand van niet-attent zijn. Dat is zeker, maar ik vind niet dat je het resultaat van die staat van onoplettendheid banaal kunt noemen.
saúl
Het resultaat noem ik niet banaal. Ik beweer alleen dat je vist in de stroom van het banale.
julio
Jawel, maar het woord ‘banaal’ bevalt me niet. Ik weet namelijk uit eigen ervaring dat zodra de dingen die we banaal zouden kunnen
| |
| |
noemen zich in het centrum plaatsen van mijn toestand van niet-attent zijn, dat ze dan ophouden banaal te zijn. Ze krijgen een speciale betekenis die belangrijker voor mij is dan de meest gewichtige feiten van de dag. Dat gebeurt terwijl ik ze beleef en vooral terwijl ik ze beschrijf, zodat ik dat begrip van banaliteit teniet doe. Ik geloof dat er vooral in Rayuela een aantal episodes voorkomen die, als je ze op zichzelf beschouwt, los van de vorm waarin ik ze heb gegoten, uiterst banaal zijn. Een of ander miniem incident dat om redenen die ik niet verstandelijk kan toelichten zo'n kracht verkreeg dat het erin slaagde de omringende realiteit te domineren.
Wat betreft de veronderstelling dat die toestand van niet-attent zijn, van verstrooidheid tegenstrijdig lijkt met mijn wens om mee te werken aan de ideologische en politieke strijd in Latijns-Amerika, ik zie daar geen enkele tegenstrijdigheid in. Want het is duidelijk dat ik alleen maar in een toestand van niet-attent zijn verkeer als ik me bezig houd met bedenksels en fictie. Wanneer ik een zitting van het Russell-tribunaal bijwoon om getuigenissen aan te horen of een vonnis te formuleren, dan ben ik echt niet verstrooid of onoplettend. Dan ben ik zo rationeel als maar mogelijk is.
Intussen speelt Saúl verstrooid, onoplettend, niet-attent, gedachteloos met een suikerklontje, hij houdt het tussen duim en wijsvinger en laat het kantelen op de rand van de tafel. Dan valt het op de grond. Saúl kijkt omlaag.
| |
7
Een suikerklontje valt in een restaurant, ontleend aan hoofdstuk 1 van Rayuela: een hinkelspel.
commentaarstem
Van kinds af aan moet ik alles wat ik op de grond laat vallen - wat het ook is - onmiddellijk oprapen, zo niet dan zal er iets akeligs gebeuren, niet met mij, maar met iemand van wie ik houd en wiens naam begint met de eerste letter van het gevallen voorwerp...
Het klontje, dat eerst rustig op de grond leek neer te komen, stuitert weg tussen sierlijke tafelpoten en benen van beiderlei kunne.
| |
| |
commentaarstem
...gewoonlijk blijven suikerklontjes liggen op de plek waar ze neerkomen overeenkomstig de eigenschappen van het parallellopipedum. Maar dit klontje gedroeg zich als een mottebal wat mijn angst nog vergrootte... Er kwam een kelner toelopen in de veronderstelling dat er iets kostbaars gevallen was, een Parker of een gebit, maar hij maakte enkel dat ik nog zenuwachtiger werd en zonder iets te zeggen op de grond dook en begon te zoeken tussen de schoenen van de mensen die vreselijk nieuwsgierig waren omdat ze (terecht) dachten dat het om iets belangrijks ging.
Saúl laat zich van zijn stoel zakken, hij bevindt zich niet meer in Cortázar's appartement, hij is in het restaurant en gaat het klontje achterna, de camera volgt hem op deze tocht door de onderwereld, het klontje is nergens te bekennen, Saúl verplaatst voorzichtig een elegant damesbeen om onder de hooggehakte schoen te kijken. Dan laat aan de andere kant van de tafel een ober zich zakken om zich bij hem te voegen.
commentaarstem
De kelner liet zich aan de andere kant van de tafel op de grond zakken en zo kropen we dan als twee viervoeters tussen de henneschoenen die uitzinnig begonnen te kakelen boven ons hoofd. De kelner zocht nog steeds naar de Parker of louis d'or en toen we eenmaal goed en wel in de intieme beslotenheid van het halfduister onder de tafel zaten, vroeg hij me waar het eigenlijk om ging en toen ik het hem vertelde zette hij een gezicht om met fixeer vast te leggen...
De kelner trekt dit gezicht en komt daarbij overeind, zodat hij ook nog zijn hoofd stoot.
| |
8
Het appartement.
Saúl en Julio drinken koffie.
saúl
Laten we spreken over het spel of spelen dat we spreken. Rayuela betekent hinkelspel.
Verder zeg je ergens dat je op zoek bent naar alles wat het normale gebeuren in beweging brengt en zich in een spel laat storten van onver-
| |
| |
wachte relaties. In Rayuela worden we meteen met het spel geconfronteerd, we kunnen het boek op allerlei manieren lezen, nietwaar? Eén manier is de normale volgorde: pagina 62, 63, 64... en een andere manier nodigt ons uit om van hoofdstuk 2 naar hoofdstuk 116 te springen. Waarom?
julio
Daar zijn, geloof ik, twee redenen voor.
Dat wil zeggen, er waren twee dingen die me bezig hielden in de tijd dat ik Rayuela schreef. Als fervent romanlezer kreeg ik een beetje genoeg van de lineaire roman, de roman die een verloop heeft dat typografisch wordt uitgedrukt van pagina 1 tot pagina 250, en die parallel daaraan van de lezer een psychologische houding verwacht die ook verloopt van pagina 1 tot pagina 250. Plotseling viel het me in dat als ik het boek op een fragmentarische manier schreef (ik begon in het midden, schreef toen een groot deel van het begin, daarna het laatste hoofdstuk en ging vervolgens weer terug) dat als ik als schrijver dit proces volgde, dat het boek dan ook die vorm kon hebben voor de lezer. Dat zou van de lezer een actieve betrokkenheid vereisen. Hij moet kiezen: of hij leest het op de lineaire manier en verliest een deel van het boek, of hij leest op de manier die ik hem voorstel en maakt kennis met een andere compositie van het boek.
En dit duidt op nog iets anders. Als ik het heb over twee boeken binnen eenzelfde boek leg ik een bijna metafysisch verband. De mensen leven over het algemeen in een lineaire realiteit die loopt van pagina 1 tot 250. Maar iedereen die daar voldoende gevoelig voor is weet dat de werkelijkheid niet zo rechtlijnig is. Er zijn minstens twee versies van de realiteit mogelijk. Dat probeerde ik op een wat primitieve en een wat naïeve manier in het boek aan te duiden. Op zoek te gaan naar een lezer die mijn medeplichtige zou worden, die direct betrokken zou zijn en hem de mogelijkheid te bieden langs verschillende wegende wereld van het boek te betreden.
saúl
Je kan Rayuela dus op twee manieren lezen. De eerste is de normale volgorde: vroeger, nu, later. De tweede is de genetische leeswijze, waarbij de lezer het ontstaan van de tekst reconstrueert. Maar er zijn een oneindig aantal manieren mogelijk...
| |
| |
julio
Ook bij vergissing! Ik heb gehoord van lezers die zich vergist hadden bij het volgen van de aanwijzingen en die een nieuwe richting zijn ingeslagen.
saúl
Je kan dus zo maar ergens beginnen en het van het toeval laten afhangen.
saúl
De factor toeval is overal in je werk aanwezig. Maar volgens mij is het een gestuurd toeval. Een opzettelijk toeval, zoals bij de surrealisten. Er is sprake van tropisme, van magnetisering. Welke rol speelt het toeval?
julio
De term ‘gestuurd toeval’ vind ik goed gekozen. Ik zou zeggen dat het in mijn geval, in die tijd toen ik nog maar pas in Parijs woonde, ging om een toeval dat door mijn verlangen werd opgeroepen. Ik verlangde ernaar om onder te duiken in die stad, binnen te treden in die wereld die me als magisch voorkwam, als iets buitengewoons. En naarmate ik gevoeliger werd voor dat wat de mensen coïncidentie of toeval of toevallige ontmoetingen noemen, veranderde er iets in mij. Ik zag tekens, aanwijzingen. En dat is in het boek terug te vinden, vooral in het eerste deel. Want de ontmoetingen tussen de personages zijn niet voorspelbaar, ze beantwoorden niet aan de waarschijnlijkheidsrekening, niet aan natuurkundige wetten. Zonder een afspraak te maken weten de personen dat ze elkaar op een gegeven moment zullen tegenkomen, op een bepaalde plaats die ook iets magisch, iets bijzonders heeft. Het begrip toeval is de gemeenschappelijke noemer van het gedeelte van Rayuela dat in Parijs speelt, omdat mijn eigen leven in diezelfde tijd geleid werd door een systeem van onbekende wetten die voor mij echter net zo tastbaar en merkbaar zijn als de natuurwetten of de redeneringen van de logica.
| |
9
Op een typische Parijse binnenplaats speelt een klein meisje een hinkelspel. Op de keien zijn met krijt vakken getekend, het meisje hinkelt van
| |
| |
| |
| |
vak naar vak, het geluid kaatst tegen de omringende huizen.
| |
10
In het appartement presenteert Julio de doos met bonbons die hij gekregen heeft. Saúl kiest een chocoladebonbon in de vorm van de maansikkel. Hij brengt de bonbon naar zijn mond, maar bijt er niet in. Hij kijkt strak naar Julio. Deze pakt eenzelfde bonbon uit de doos, brengt hem naar zijn mond, bijt er niet in en kijkt strak terug.
| |
11
De kamer van Delia, ontleend aan het verhaal Circe.
De acteurs, een man en een vrouw, spelen een tikkeltje overdreven, alsof het een stomme film betreft. Ze wisselen dan ook geen woord. Hun handeling wordt ondersteund door muziek en verklaard door het commentaar. Mario staat bij een piano, -‘De piano was gehuld in een gesluierd licht’ - hij heeft een glas in zijn hand. Delia staat tegenover hem, in haar hand heeft ze een schelpvormige bonbonschaal, waarop maansikkelvormige bonbons liggen. ‘Een beetje maanlicht viel al op de grond naast Delia; op het alpaca schoteltje had zij iets dat ook wel op een kleine maan leek.’
commentaarstem
Ze presenteerde hem de bonbons met een smekend gezicht, maar Mario begreep het verlangen dat uit haar stem naar hem opsteeg; nu wist hij het, met een helderheid, die niet van de maan kwam en zelfs niet van Delia. Hij
(zette het glas water op de piano - in de keuken had hij nog niet gedronken - en)
hield nu met twee vingers de bonbon vast, Delia naast hem op zijn oordeel wachtend, met een hijgende ademhaling of alles daarvan af hing;... Hij wilde erin bijten, liet zijn hand zakken en Delia zuchtte alsof ze zich een onuitsprekelijk genot voelde ontgaan.
(Met zijn vrije hand drukte hij even tegen de kanten van de bonbon, maar keek er niet naar; zijn ogen waren gericht op Delia en op haar krijtwitte gezicht, een afstotende Pierrot in schemerdonker. Zijn vingers gingen van elkaar en deelden de bonbon in tweeën.)
| |
| |
De maan viel recht op de wittige massa van de kakkerlak, het lichaam ontdaan van zijn schild, en rood eromheen, gemengd met pepermunt en marsepein, stukjes van poten en vleugels en het stof van het verbrijzelde pantser.
In de montage is dat deel van het commentaar dat tussen haakjes staat weggelaten omdat de acteurs de handeling spelen en hun timing niet altijd overeenkomt met de lengte van de zinnen. Anders dan in het verhaal kijkt de acteur wel naar de kakkerlak in de gebroken bonbon en speelt walging; we zien niet meer het moment dat Mario de stukken in het gezicht van Delia smijt, zij begint dan ook niet te snikken, het gezicht van de actrice breekt in een waanzinnige lach.
| |
12
In het appartement stopt Saúl een tweede bonbon in zijn mond, hij houdt van bonbons.
saúl
62 - bouwdoos, je meest raadselachtige, je meest verontrustende roman, komt voort uit een ontwerp dat je geschetst hebt in hoofdstuk 62 van Rayuela:
Hij leest voor uit Rayuela.
‘dus zou men naast het sociale gedragspatroon nog een ander soort wisselwerking kunnen vermoeden, als het ware een partij biljart die een aantal mensen speelt of die met hen gespeeld wordt, een drama zonder Oedipus, Rastignac of Phaedra, een onpersoonlijk drama omdat de spelers hun geweten en hun hartstochten er pas achteraf in betrokken zien.’
62 - bouwdoos is een poging om dit plan te realiseren. Maar wat is de bedoeling ervan?
julio
Allereerst moet ik vertellen waarom ik op het idee kwam dat boek te schrijven. De korte passage die je net voorlas is een soort embryo, de uitdrukking van een wens. Ik had er toen nog geen idee van dat ik ooit een boek zou schrijven waarin ik die kleine theorie, geopperd
| |
| |
door een personage uit Rayuela, in praktijk zou brengen.
Maar zoals ik Rayuela begon te schrijven omdat ik genoeg had van de lineaire roman, zo was een van de redenen waarom ik 62 - bouwdoos schreef dat de psychologische roman me verveelde. Het soort roman dat vooral in Frankrijk en in de Angelsaksische wereld wordt voortgebracht, en waarin de personages een sociaal gedragspatroon volgen, dat wil zeggen dat ze onderworpen zijn aan psychologische regels in hun gevoelens en passies, hun voorkeur en afkeer. Wel met een aantal ongewone elementen, maar over het algemeen is het gedrag van de personages in de psychologische roman gemakkelijk voorspelbaar. Dingen die voorspelbaar zijn vervelen me verschrikkelijk, ik prefereer het onvoorspelbare.
Bovendien, en dat is de tweede reden, had die vreemde vertrouwdheid met het wisselvallige, met het toeval, met die wereld van uitzonderingen op de regel, me mijn leven lang al aangetoond dat niet alles psychologisch kan worden uitgelegd als de ontwikkeling van een hartstocht, een liefde, een haat, van een wraak of een jaloezie. Er is veel meer in het spel.
Langzamerhand begon ik te beseffen, deels door eigen ervaring, deels door wat anderen overkwam, dat er naast de psychologische oorzaken en gevolgen heel vaak andere krachten zijn die de personen beinvloeden.
saúl
Buiten de psychologie om.
julio
Die gaan buiten de psychologie om en zijn wel of niet toevallig, dat weet ik niet. Ik heb zelf vaak meegemaakt dat ik een beslissing nam die een resultaat A tot gevolg had: dat wat ik had voorzien; maar wat ik op dat moment niet kon weten was dat er bovendien nog een resultaat B uit voortkwam, waar ik me niet van bewust was en dat het lot van een derde persoon kon beïnvloeden, soms van iemand die me na stond. Dit soort wisselwerking buiten de wil van de personages om, buiten hun psychologische redenen, was min of meer de spelregel voor 62 - bouwdoos.
| |
| |
| |
13
Een terras in de open lucht, ontleend aan 62 - bouwdoos.
‘Ik herinnerde me een onbelangrijke scène die ik gezien had zonder er belang aan te hechten maar die later toen ik ze beter had leren kennen. Iets heel.’
Van de scène zien we niet meer dan de witte ronde tafel van geperforeerd metaal, de voorwerpen: witte kopjes, waarin zwarte koffie, het kannetje melk, de pot met suikerklontjes; van de personages niet meer dan hun handen, hun armen en een deel van hun bovenlichaam, maar niet hun gezichten.
Op een gegeven moment toen de koffie gebracht was en iemand de suikerpot doorgaf waar onze vingers ingingen en met suikerklonten weer uitkwamen, op dat moment had ik naar de suikerpot gekeken omdat ik op mijn beurt wachtte of zo...’
De scène, gezien door de ogen van de ik-figuur, voltrekt zich als een ballet voor handen, recht tegenover hem zitten Hélène en Juan die een klontje uit de suikerpot haalt, met zijn vingers.
‘...en in plaats van hem in zijn eigen kopje te doen gingen ze naar Hélène's kopje en lieten de klont er voorzichtig invallen en toen zag ik, en ik kende ze toen nog niet zo goed en daarom vergeet ik het niet...’
commentaarstem
...toen zag ik dat Hélène naar Juan keek, ...ze keek hem aan op een manier die niemand vreemd gevonden zou hebben als hij Juan's gebaar niet gezien had, maar ik wel, ik merkte dat het iets speciaals was, een weigering, een absolute afwijzing van dat gebaar van Juan,
(van die suikerklont die Juan in Hélène's koffie had gedaan)
en Juan merkte het want hij trok opeens zijn hand terug en nam zelf niet eens suiker, hij keek even naar Hélène en sloeg toen zijn ogen neer en het was alsof hij plotseling heel moe was of afwezig of zich bitter onderwierp aan een onrechtvaardig oordeel. En toen pas zei Hélène: ‘Dank je.’
| |
| |
| |
julio
Het is duidelijk dat de zogenoemde onbezielde voorwerpen, bezien vanuit het standpunt buiten de psychologie en de logica, op een bepaald moment deel kunnen uitmaken van datgene wat ik figuren of constellaties heb genoemd. Het oppakken van een voorwerp en het aan iemand geven is een logische handeling met een direct voorspelbaar gevolg. Maar wat gebeurt er als het gevolg anders is dan hetgeen te voorzien was?
Wat gebeurt er als de persoon die het voorwerp ontvangt, - zoals het geval is in 62 - bouwdoos - de noodzaak voelt of toevallig zin heeft om het voorwerp aan een derde persoon te geven die een verhouding heeft gehad met de eerste? En wanneer plotseling door de verwikkelingen die dit voorwerp schijnbaar ongewild teweegbrengt, de gedragingen veranderen en een serie reacties worden uitgelokt die werkelijk catastrofaal kunnen zijn? Het voorwerp in 62 - bouwdoos is - vanzelfsprekendde pop, de pop is het voorwerp dat echt wat je zou kunnen noemen een lading met zich meedraagt.
Daarmee doel ik niet op wat er in zijn binnenste is verstopt, ik doel uitsluitend op het feit dat die pop ook een personage is, in het boek.
| |
15
In een fotosequentie, ontleend aan de illustraties bij het artikel ‘La muñéca rota’ (De kapotte pop) uit de bundel Ultimo Round, zien we een snoezige pop met vlechten en een wijde feestjurk en sokjes en een broekje, die op de klanken van een opwindende tango koket van haar kleding wordt ontdaan. Vervolgens, terwijl de muziek opzwepend doorgaat, zijn we er getuige van dat de striptease een lugubere affaire is geworden, dat de ledematen en het hoofd van de romp zijn gescheiden, dat de romp is ingekerfd, dat de pruik van het hoofd is gerukt.
| |
16
In het appartement staat Saúl als een kleine inspecteur Colombo, met het stapeltje foto's in de hand, tegenover Julio.
saúl
Dit is het bewijs. Het bewijs van de misdaad.
| |
| |
| |
| |
| |
| |
saúl
Deze foto's bewijzen dat je ervan genoten hebt om een onschuldig popje te mishandelen.
julio
Nee, nee, nee, nee. Dit was zeker geen wraakoefening. Ik kan het je in een paar woorden uitleggen. Ik had een tekst geschreven als toelichting op 62 - bouwdoos. Die tekst heette ‘De kapotte pop’. In het boek valt de pop tenslotte op de grond in stukken. Toen bedacht ik samen met mijn vriend Silva die me erbij hielp dat we de tekst wel konden illustreren met foto's van een pop die steeds verder kapot wordt gemaakt.
Het was geen wraakoefening, het was misschien in de grond van de zaak een exorcisme, een manier om me te verlossen van de obsessie die ik had voor de pop uit de roman. Maar het werd erger, want we kochten de pop en met zijn tweeën in huis voerden we die operatie uit die, zoals je op de foto's hebt kunnen zien, nogal afschuwelijk was, omdat de pop, naarmate we haar vernietigden, steeds menselijker werd, steeds meer in een vrouw veranderde, in een vrouw die verkracht en gemarteld wordt. Ik weet nog goed dat we, toen de fotoserie klaar was, ons erg rot voelden en meteen de stukken van de pop bijeenraapten en in een doos stopten.
julio
Het bewijs waarvan?
julio
Ja, maar ik ontken niet...
julio
Ik ontken mijn eigen sadisme niet! Maar het is iets anders of je het botviert op een levenloze pop, of dat je het botviert zoals een personage van de Markies de Sade dat doet of de politie in Argentinië.
Ik heb het idee dat we allemaal sadistische trekjes hebben en ik vind het schijnheilig en al te gemakkelijk om alleen beroepsfolteraars van
| |
| |
sadisme te beschuldigen, en politiemannen en dictatoriale legers. Nee, bij ons is er ook sadisme aanwezig. Het verschil zit hem alleen daarin dat wanneer je je bewust bent van je sadisme maar tegelijkertijd een moreel begrip hebt van waarden, kortom iemand bent die zijn naaste respecteert en niet zoals de fascisten wier politiek systeem gebaseerd is op minachting voor de ander... Natuurlijk, de fascist wordt gemakkelijk een folteraar, omdat hij zijn naaste minacht. Hij houdt alleen van die kleine minderheid waar hij deel van uitmaakt. De rest, dat is de massa, die mag je martelen, die mag je uitbuiten, die mag je gek maken. Wel, ik denk dat mensen zoals jij en ik niet op die lijn zitten en dat we ons sadisme...
julio
In de hand houden. Ik weet het voor mezelf. Ik zal nooit mijn sadisme in praktijk brengen. Op theoretisch gebied zou ik wel een sadist kunnen zijn, ik heb sadistische dromen, sadistische gedachten, ik ben gek op sadistische literatuur - ik heb bij voorbeeld alles van De Sade gelezen - maar om zelf een sadist te worden, nee, die stap zal ik nooit zetten. En niet uit schijnheiligheid, maar omdat alleen al het idee van iemand die lichamelijk lijdt me een absolute ontzetting en afkeer inboezemt. Ik zou niet kunnen martelen of toekijken bij het martelen. Dat past niet in mijn sadisme.
Saúl drukt zijn sigaret uit en gaat zitten. Hij wil een nieuwe sigaret opsteken, maar het Gauloisepakje is leeg. Hij verfrommelt het en haalt een nieuw pakje te voorschijn. Verdiept in zijn aantekeningen, zonder naar het pakje te kijken, maakt hij het open, werkt met een zachte klop een sigaret naar buiten en plaatst hem tussen de lippen. Hij strijkt een lucifer af en houdt het vlammetje bij de plek waar het eind van de sigaret hoort te zijn. Het is er niet. Uit het nieuwe pakje Gauloise is een peuk te voorschijn gekomen. Hij scheurt het pakje open. Het bevat alleen maar peuken. (Ontleend aan Boek van Manuel)
saúl
Fraude! Fraude van de sigarettenfabriek!
Daar heb je het gedonder! Het Cortázariaanse gedonder dat overal in doordringt!
| |
| |
Zelfs in mijn leven!
In het Boek van Manuel verandert de rol van de voorwerpen. Ze verliezen hun mysterie en worden instrumenten die bestemd zijn voor een bepaald doel. Ze dienen om de burgerlijke orde in de war te sturen. Kan je stellen dat in het Boek van Manuel de politieke houding de plaats heeft ingenomen van de poëtische houding?
julio
Nee, nee. Dat zou een onrechtvaardige gevolgtrekking zijn. Ik geef toe dat de voorwerpen op een andere manier worden bezien en behandeld. Dat heb je net meegemaakt en je weet waartoe het dient. Maar ik heb de indruk dat door het hele boek heen de poëzie zoals ik die zie of zoals die zich in mijn werk manifesteert, niet fundamenteel veranderd is.
Misschien heeft het boek een tekortkoming, maar ik geloof eerder dat het een positieve kwaliteit is.
Ik probeer er juist in aan te tonen dat een revolutionaire, een politieke houding zinloos wordt en louter proza in de ongunstige betekenis, als er niet tegelijkertijd een poëtische houding tegenover staat bij diegenen die zich bezig houden met een proces dat zo elementair, zo essentieel en zo menselijk is als het veranderen van het leven en van de wereld. Ik geloof dat de poëzie aanwezig blijft, maar van positie is veranderd. In mijn vorige boeken waren de voorwerpen vaak elementen met een poëtische lading, ofwel de dragers van krachten die poëtisch konden zijn. In het Boek van Manuel is dat duidelijk niet het geval. Maar de poëzie schuilt in de hele tendens van het boek, in veel gebeurtenissen en handelingen, zelfs in de lotsbestemming van de personages.
saúl
De poëzie zou dan tenslotte de geestelijke speleologie zijn die gericht is op de fundamentele verandering. Betekent het dat ze de beslissende rol speelt in de innerlijke revolutie?
julio
Beslissend is misschien een gevaarlijk woord. Ik denk dat de revolutie..
| |
| |
julio
Dat bevalt me beter. Voor mij is een revolutie niet mogelijk als degenen die haar ten uitvoer brengen niet die poëtische, ludieke, erotische elementen bezitten die absoluut onmisbare bestanddelen zijn van onze persoonlijkheid.
We mogen niet vergeten dat niemand minder dan Lenin gezegd heeft dat de revolutionair moet blijven dromen. Hij moet er alleen voor zorgen dat hij zijn droom controleert en de werkelijkheid binnenvoert en hem ermee verbindt. En omgekeerd de werkelijkheid verbindt met de droom. Droom en poëzie zijn hier onderling verwisselbaar.
saúl
En als de revolutie de dichters in de ban zou doen?
julio
Dan zou ik er niets meer mee te maken willen hebben. Ik zou ongetwijfeld als een van de eersten in de ban worden gedaan en ik zou het betreuren te hebben meegewerkt aan een revolutie die zijn dichters in de ban doet. Want zo'n revolutie is tot mislukken gedoemd.
saúl
Goed, Julio, het zij zo. Laten we ons geloof bewaren en onze hoop doen groeien.
Hij staat op en loopt naar de keuken.
| |
17
In de keuken pakt Saúl zijn trui en begint hem aan te trekken. Nu overkomt hem wat beschreven staat in het verhaal Geef niemand de schuld’ uit de bundel Circe, een wanhopige worsteling met de trui, een vinger die in een mouw blijft haken, een lange zwarte nagel die door het wollen breiwerk steekt.
‘Met een ruk schiet hij uit de mouw van de pullover en kijkt naar zijn hand alsof het die van een ander is...’
De hand blijkt onveranderd. Nu steekt hij eerst zijn hoofd in de trui en raakt verstrikt in de fuik van een mouw. Tijdens zijn worsteling - hij lijkt op een bankrover met een nylonkous over zijn hoofd - maakt hij wonderlijke danspassen.
Gelukkig schiet op dat zelfde moment zijn rechterhand vrij, in de koude lucht, dat is tenminste één, de ander zit echter nog gevangen in de
| |
| |
| |
| |
mouw, misschien zat de recherhand dan toch in de hals van de trui, daar om knelt wat volgens hem het halsgat was zo tegen zijn gezicht en beneemt hem steeds meer de adem, met de hand ging het immers juist gemakkelijk.’
Tenslotte lijkt een hand de juiste weg te bewandelen en komt door de mouw naar buiten, maar die hand heeft een angstwekkende gedaanteverwisseling ondergaan. Saúl's hoofd vindt ook de correcte uitgang door de halsopening.
‘...hij zit op zijn knieën, het is heerlijk zo te zitten tot hij vol dankbaarheid langzaam zijn ogen, die nu geen last meer hebben van het blauwe slijm van de wol, een beetje opent, hij doet ze half open en ziet de vijf zwarte nagels hangen met de punt op zijn ogen gericht, trillend in de lucht voor ze op zijn ogen afspringen, hij kan nog net op tijd zijn oogleden neerslaan en zich achterover laten vallen terwijl hij zich met zijn linkerhand beschermt...’
De hand valt aan, pikkend als een roofvogel, Saúl trekt de trui beschermend weer over zijn hoofd en probeert, geheel verblind, van zijn eigen hand weg te vluchten. We zien hem een moment in de opening van het keukenraam hangen, terwijl de monsterlijke hand pikt als een waanzinnige. Dan vlucht hij ‘...ergens anders heen, naar een plaats waar eindelijk geen hand, geen pullover is, waar alleen lucht vol geraas hem omringt, vergezelt en streelt, twaalf verdiepingen lang.’
| |
18
De deur van het appartement gaat open. Saúl, met zijn jas aan en zijn schoudertas om, verschijnt in de deuropening. Hij keert zich naar Julio die in gedachten verzonken achterin de kamer bij het raam staat.
saúl
Julio! Waar denk je aan?
Julio schrikt op en komt op Saúl toelopen.
julio
Nergens aan.
Kom je gauw weer 's langs?
| |
| |
saúl
Tot de volgende keer.
julio
Tot gauw, het ga je goed!
Saúl gaat de trap af. Julio sluit de deur.
| |
19
Een straat langs de bouwput waar vroeger de Hallen stonden. Saúl loopt de straat af. Uit de tas op zijn rug hangt de griezelige hand met de lange zwarte nagels, nu als een levenloos requisiet.
de schrijver |
Julio Cortázar |
de bezoeker |
Saúl Yurkievich |
Delia |
Ine Veen |
Mario |
Hein Boele |
commentaarstem |
Hans Veerman |
|
|
camera |
Fred Mekenkamp |
geluid |
Aart Verheul |
montage |
Hans van Dongen |
stillfoto's |
Camilla van Zuylen |
produktie |
Iebeliene Jackson |
scenario en regie |
Erik van Zuylen |
gebruik is gemaakt van de volgende vertalingen:
Rayuela: een hinkelspel } |
Barber van de Pol |
Geef niemand de schuld } |
Barber van de Pol |
62-bouwdoos |
Mariolein Sabarte Belacortu |
Circe } |
J.A. van Praag |
De mierenmoordenaar } |
J.A. van Praag |
het gesprek |
Aline Glastra van Loon |
‘Op bezoek bij Julio Cortázar’ werd in 1978 geproduceerd door de NOS-televisie Culturele Programma's voor de rubriek Beeldspraak.
Foto's: Camilla van Zuylen.
|
|