Musil in het geding brengt tegen een als norm gestelde realiteitszin. Daarmee krijgt de utopiese titel tevens een positieve uitleg. Utopie is voor Musil geen vlucht uit de werkelijkheid. De twijfel aan het alleenvertoningsrecht van de bestaande werkelijkheidsvorm komt juist voort uit de behoefte aan een intensivering van de werkelijkheidsbeleving door het beproeven van (onontdekte of verdrongen) mogelijkheden.
Musil noemt dit de utopie van het eksakte leven. Zijn verlofperiode wil hij gebruiken om, nu hij voor zijn kapaciteiten geen toepassingsmogelijkheden meer ziet in een wereld met ‘steeds dezelfde geschiedenis’, te gaan experimenteren met de moraal, zoals hij voorheen op wetenschappelijk gebied nieuwe mogelijkheden testte in telkens andere proefopstellingen. Wanneer Ulrich voor de Parallelaktion, waarvan hik tot z'n eigen verbazing sekretaris is geworden en die hem tot observatieobjekt dient, een ‘Generalsekretariat der Genauigkeit und Seele’ voorstelt, is dat volledig in de geest van zijn wens om fantasie en berekening met elkaar te verbinden.
‘Utopieën zijn zoiets als mogelijkheden’ - Ulrich zou evengoed als Meneer Teste een ‘demon van de mogelijkheid’ genoemd kunnen worden; net als Teste is hij doordrongen van het besef dat het denken altijd provisories is en gaat hij uit van de hypothese van een volstrekt onafhankelijk denken waaraan ook hij het recht ontleent om met de wereld om hem heen te experimenteren. Een ander woord hiervoor is de utopie van het essayisme.
De paradoksale en gewaagde verbinding van precisie en onbestemdheid welke in het experiment van de man zonder eigenschappen wordt nagestreefd, heeft, als gold het een alchemisties proces, een tweede utopie tevoorschijn doen komen, die van de zogeheten andere toestand (Tweede boek, beginnend met Ins Tausendjährige Reich). De liefde voor zijn zuster Agathe brengt Ulrich in aanraking met een andere toestand van ‘onmiddellijke zijnsbeleving’ (waarvan het hieronder vertaalde fragment uit het eerste boek - De vergeten, uitermate gewichtige affaire met de echtgenote van een majoor - een voorproefje is), de ontdekking van ‘een tweede, verborgen wereld, even werkelijk als de bestaande’.
Deze utopie van een onverdeelde zintuiglijkheid noemt Musil niet-ratioide. Daarmee duidde hij het denken aan waarvoor uitzonderingen belangrijker zijn dan de regel, dit in tegenstelling tot het ratioide waarvoor het regelmatige, vaste, statiese overweegt, het denken in vaststaande begrippen (hij had deze termen, die hij ook zelf afschuwelijk vond, nodig om de misleidende tegenstelling rationeel-emotioneel te kunnen vermijden - Musil heeft zijn opvatting over verschillende vormen van kennis helder samengevat in een opstel uit 1918: Skizze der Erkenntnis des Dichters; zie ook de vergelijking van de twee bomen in hoofdstuk 116 van het eerste boek van Der Mann ohne Eigenschaften). En deze utopiese verbinding van zintuiglijk-emotioneel weten en rationele kennis is een permanente drijfveer in Musils schrijven: hij probeer-