Over de medewerkers
Theodor W. Adorno (1903-1969) hield zich behalve met filosofie en kultuursociologie, de vakken waarin hij doceerde aan de universiteit van Frankfurt, bezig met psychoanalyse, muziek en literatuur. Enkele belangrijke publikaties zijn: Dialektik der Aufklärung (1947), Philosophie der neuen Musik (1949), Minima Moralia (1951), Noten zur Literatur (3 din. 1958, 1961, 1965), Negative Dialektik (1966), Über Walter Benjamin (1970), Ästhetische Theorie (1970). Het Verzameld Werk wordt sinds 1970 in 20 delen bij Suhrkamp uitgegeven.
Hans W. Bakx, vertaalde werk van o.m. Racine, Lamettrie en Wittgenstein. Is als redakteur verbonden aan de Nederlandse Sigmund Freud-editie.
Samuel Beckett, geb. 1906 te Dublin. Vestigde zich in 1937 blijvend te Parijs. Schreef zowel in het engels als in het frans een groot aantal novellen, romans, toneelstukken en hoorspelen. In 1969 ontving hij de Nobelprijs voor Literatuur. Enkele recentere publikaties zijn Sans (1970), Mercier et Carnier (1970), Fizzles (1976), Ends and Odds (1977) en Company (1980).
H.C. ten Berge, geb. 1938. In 1981 publiceerde hij Nieuwe gedichten, in 1982 Matglas.
J. Bernlef, geb. 1937. Recente publikaties: Onder ijsbergen (1981) en Alles teruggevonden / niets bewaard (1982). In voorbereiding: Winterwegen.
halo Calvino, geb. 1923 op Cuba. Groeide op in Ligurië, Italië. Debuteerde in 1947 met de korte roman Il sentiero dei nidi di ragno (Het pad van de spinnenesten) en publiceerde sindsdien talrijke romans en verhalen. Een keuze uit zijn kritisch werk publiceerde hij in 1980 onder de titel Una pietra sopra (Zand erover). Een opstel over het vertellen verscheen in Raster IV, 1 (1970): Aantekeningen over het vertellen als combinatieproces. In nederlandse vertaling werden gepubliceerd: De onzichtbare steden, Als op een winternacht een reiziger en Het kasteel van de kruisende levenspaden. Binnenkort verschijnen de Kosmikomische verhalen.
Erika Dedinszky, geb. 1942 te Boedapest. Schrijft en vertaalt zowel in het hongaars als in het nederlands. Voor Hongarije stelde ze een bloemlezing van nederlands proza (1976) en een selektie uit de moderne nederlandse poëzie (1981) samen. Vertalingen in het nederlands: De toren van het zwijgen (bloemlezing, 1977), Ist ván Ürkény: Rozententoonstelling (1979) Sándor Csoóri: Cantata profana (1979), Miklós Veress: Muziekstukken (1981), Gyula Hernádi: De Vesting (1981), Menyhért Lakatos: Berookte beelden (1982). Vers Vuur,