Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1983 (nrs. 25-28)(1983)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] J. Bernlef Vier gedichten Uit het binnenland Even onmogelijk je wind te herinneren zonder vlag of boomblad als het donkere gat van je lichaam zonder namen te noemen De loopbaan van het lichaam is een andere dan van de bewoner (terwijl hij plannen maakt zint in 't verborgene een andere code op afbraak). Een kristal midden in een berg (een berg lijkt stil maar in het binnenste wordt gewerkt aan scheuren andere vlak- en drukverhoudingen in een tempo dat wij stilstand noemen). Of zoals je een meeuw nakijkt boven akkerland (onzichtbare termiek regelt zijn wiekslag het dalen en stijgen boven de roerloze koeieruggen). Tegen een achtergrond van tegengestelde bewegingen leer je rekenen en taal, dat de tijd een rivier is (en je ziet de zalm die zich slag voor slag naar boven slaat). Iedere nacht sluit het lichaam zich (als een bloem reageert het op duisternis door zich samen te ballen). Wat wij dromen noemen zijn de flitsende schaduwen van een systeem dat - als een stad bij nacht - van buiten façade is, van binnen één wemeling. [pagina 130] [p. 130] Korrespondenties Tussen de kieren van het droombegin worden de glimmers op de berkebast pupillen met knipperende wimpers omkranst Slapend kijk ik me het bos in de dwaaltuinen van het wortelstelsel de vochtige gangen van worm en mol Op de schaal van het ei verschijnen stippen: een tekening of partituur van binnenuit gedirigeerd Achter muren tegen buizen getikt: taal uit het hoofd te leren, de mond gesloten tegen liplezers beschermd Door de slaap uitgestoten word ik wakker aan de bosrand met zijn duizenden zwijgende takken Korrespondenties zonder afzender of geadresseerde pluizen van de paardebloem varen om mij heen. [pagina 131] [p. 131] Wolf I Het hele land een raderwerk van voorzieningen, voorschriften Maar nu ondergesneeuwd Een grasgroene brievenbus aan een paal Het dagblad in zijn wikkel De wielsporen van de postbode Het sneeuwt op de voorpagina Laatste wolf trekt in noordelijke richting waar de telefoondraden zwijgen en een volautomatische centrale voortbewogen door een kunstmatig aangelegde waterval zijn stroom naar alle onbewoonde huizen stuurt Laatste wolf in noordelijke richting waar buslijnen afbreken als dorre takken en het sneeuwt in een lege melkbus in het safraangele paardegebit Laatste wolf, hoor hem hijgen terwijl je de krant krakend openslaat en het raderwerk inkijkt Een recept voor spaghetti all' oglio Een safari naar Dakar Hoor! Het klinkt als tandwielen onder een deken een dof malen als van ondergrondse motoren [pagina 132] [p. 132] Een wolf gevolgd door een helicopter Alsof hij weet waar hij heengaat meldt de reporter hoog boven de boomgrens en verliest hem dan uit het oog. [pagina 133] [p. 133] II Nu niets meer over hem wordt vernomen zie ik hem komen: wolf aan - hollend tussen kale rotsen Het laatste huis, dan is hij alleen met de sneeuw en de stenen en staat plotseling stokstijf stil Even trillend alsof een herinnering door hem heentrekt aan lage schimmelende stallen Hij schudt zijn vacht, als teken vallen de woorden in de sneeuw Nu is hij onzichtbaar Alleen vervolgen sporen hun weg. [pagina 134] [p. 134] Winterwegen Niet alleen vossesporen, de achterwaarts wijzende patrijzenprenten in de sneeuw, maar ook de winterwegen, smalle looppaden tussen schuur en erf op geen kaart te vinden Ieder huis rust als een spin in 't midden van zijn eigen wegennet Een tijdelijke taal zoals het blaffen van een hond stemmen achter een bosrand Taal die niet begrepen hoeft te worden zoals een kinderkrabbel: teken van iets dat achter de rug is Wanneer de winterwegen smelten blijft het vermoeden van een landkaart onder onze voeten De eerste zwaluwen hoog in de lege lucht, zij kunnen hem lezen wellicht zij volgen andere wegen. Vorige Volgende