Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1979 (nrs. 9-12)

[p. 43]

H.C. Artmann-Konrad Bayer-Gerhard Rühm •
Magische cavallerie •

het vullen versnijden
soldaat worden
het paard bestijgen
op het paard springen
in de echt treden
de huizen plunderen

koste wat het kost
zijn plicht doen
schoenen aantrekken
schoenen uittrekken
de paarden de hoefijzers afbreken
kleren verslijten
het bloed spuit uit de wonde
spijzen bereiden
bruiloft vieren
kleren uittrekken

rond kerstmis
een tafel met drie poten
een huivering doorvoer mij
de koude wordt minder
de wond hernieuwt zich
alles omkeren!

hij bloedt uit zijn neus
het hoofd afslaan
zijn nek breken
de melk is gestremd
hoe is het je te moede?

de tanden breken (van paarden)

een man een woord
het is laat in de nacht
wat baat het!
ik zit niet graag met mijn rug naar de paarden
zich te veel inlaten
de zee op
de wereld in gaan
tijden opslaan
vuur aanmaken
de ziel maakt zich los van het lichaam
het daagt
in verlegenheid zijn
een plotse kilte bevalt mij
van de ene hand in de andere
handgeld krijgen

[p. 44]

 

in het gezicht

 

kleingeld

 

fijne vijl

 

 

 

ik heb haast

 

hij kwam een biertje halen

 

 

 

zolang ik zal duren

 

dat zal niet lang duren

 

tien jaar oud zijn

 

 

 

mode zus mode zo

 

zulks hangt van zijn wil af

 

hij is heengegaan

 

 

 

de hoed af

 

de hand af

 

de wacht gaat op en neer

 

 

 

in het duister bij het licht

 

wat moet ik beginnen

 

het ambt ontzeggen

 

wonderschoon! verbluffend schoon

 

een hoefijzer onderslaan

 

 

 

de hoef afnemen

 

de eed afnemen

 

het getal der vijanden neemt af

 

 

 

vetter worden

 

het klaart op

 

de dag neemt toe neemt af

 

hij snoeft

 

het brood beginnen te eten

 

zich het leven benemen

 

wat gebeurt hier?

 

het paard snuift

 

 

 

ik ennuyeer mij

 

de deur splijt open

 

op de linkervoet hinken

 

zijn leven verbeuren

 

dat is van nul en gener waarde

 

dat is van waarde

 

 

 

buitenechtelijke kinderen

 

kruiselings bijeenbinden

 

de winter staat voor de deur

[p. 45]

 

weerstand bieden

 

het brood kneden

 

iemand haten

 

de benen spreiden

 

de keizer hulde betuigen

 

 

 

hij mag mij graag

 

ik heb mij met het vlees verzadigd

 

hals over kop

 

zich hees schreeuwen

 

verwant van vaderskant

 

van moederskant

 

moed putten

 

 

 

een fonkelende uniformjas

 

de boheemse taal leren

 

gaat allen in een kring staan

 

 

 

de ramen beginnen het koud te krijgen

 

weldra aanstonds

 

dagelijks jaarlijks

 

in tijden van oorlog

 

te rechter tijd

 

in zijn tijd

 

een tijd lang

 

aanstonds na de dood

 

 

 

met één slag

 

een molen met twee gangen

 

een waldhoorn op borgtocht vrijlaten

 

als gijzelaar dienen

 

de nazomer

 

 

 

het schemert

 

schade lijden

 

weg is weg

 

in rouw gaan

 

hand in hand gaan

 

 

 

veldslagen winnen

 

veldslagen verliezen

 

in de slag vallen

 

blind lawaai

 

door de poort naar buiten gaan

 

iets rondbazuinen

 

het zijne verlangen

 

helmbos dragen

 

hinken

 

tijd hebben

 

ver naast

 

het is geneigd te gaan regenen