• Change
• Ingeleid en vertaald door Jean Deman
Welke was de noodzaak die geleid heeft tot de oprichting van het Collectif Change?, dat is de vraag die hier als inleiding wordt gesteld. Het kollektief ontstaat in eerste aanzet voor een groot deel uit de groep Tel Quel, en tegelijkertijd tegen diezelfde groep. Het tijdschrift Tel Quel wordt in 1960 opgericht met als hoofdfiguur Philippe Sollers. Startblokken zijn: de ‘Nouveau Roman’ en het strukturalisme zoals het op dat ogenblik wordt gezien door Roland Barthes (‘L'activité structuraliste’). Onder hen die in de loop van de jaren het tijdschrift helpen opbouwen vinden we Jean Pierre Faye en Maurice Roche die beiden (samen met Jacques Roubaud, Jean-Claude Montel en Jean Paris) in 1968 de basis leggen voor het Collectif Change. Trouwens, ongeveer iedereen die later zal behoren tot het eerste kollektief heeft op één of ander ogenblik wel meegewerkt aan Tel Quel. In het decennium van zijn oprichting zal Tel Quel voor de nieuwe literatuur in Frankrijk blijken de belangrijkste groep te zijn wat betreft de praktijk van het schrijven en haar teorie. Waar dan, ligt de breuk tussen Tel Quel en Change - wanneer en waarom?
We schrijven eind 1967, begin 1968. De breuk is, dunkt me, drievoudig: op het vlak van de taalteorie, de schrijfpraktijk en de politiek. Drager ervan is in de eerste plaats Jean Pierre Faye omdat hij aan de ene kant nog behoort tot Tel Quel wanneer hij aan de andere kant reeds (verborgen) werkt aan de oprichting van het Collectif Change.
- Jean Pierre Faye: ‘Zij die in 1959 in Parijs spraken van het ‘strukturalisme’ in verband met de ‘Nouveau Ronman’ wisten ronduit niets af van de ware oorsprong van de strukturele taalkunde, dat wil zeggen van de rigorisiteit van de Praagse Linguïstiese Kring in zijn ‘Tesen van 1929’. Daardoor sneden zij de ‘strukturalistiese aktiviteit’ af van haar levende grondslagen, en van het teoretiese élan waarmee Roman Jakobson haar zou uitbouwen. Het betekende vooral dat ze opgesloten raakten in wat we haar verminkte of regressieve variant kunnen noemen: de klassifikatie, de taksonomie, de inventarisatie van het ‘corpus’. De doktrinairen uit het begin van de Nouveau Roman en van de strukturalistiese aktiviteit zullen zeer snel de gevangenen worden van de ‘klassifikators’ (de ‘wellust van de klassifikatie’) of de ‘katalogisators van het plezier’ - het plezier van de ‘Tekst’ inbegrepen.’ (Change 18, blz 7-8).
Het Collectif Change zal dan ook vanaf zijn eerste uitgaven de lijnen met het oorspronkelike strukturalisme weer opnemen, door de publikatie van teksten van de Russiese formalisten, de volledige herdruk van de ‘Tesen van 1929’, door aan te knopen bij Roman Jakobson (mouvement créateur du structuralisme). Vanuit Jakobson komt het kollektief tot zijn geniale nakomeling: Noam Chomsky, en de transformationele taalkunde. Daarbij komt het er niet langer op aan de gegevens aan de oppervlakte van de tekst in tabellen onder te brengen, maar wel: het kreatieve dieperliggende proces bloot te leggen dat de oppervlaktestrukturen van een tekst genereert.
- Jean Pierre Faye: ‘Nu is het fundamentele begrip minder de ‘struktuur’ dan wel de ‘kreativiteit’: de kreativiteit die de strukturen (beheerst door regels) verandert, en de kreativiteit die de regels zelf verandert.’ (Change 24, blz. 71).
-Jean Pierre Faye: ‘Naar aanleiding van een manuskript dat hij (Alain Robbe-Grillet) aan mij gevraagd had, zei hij: ‘ik zie de struktuur niet, ik zie enkel bewegende massa's.’ Het deed me heimelijk genoegen dat te horen, omdat ik wist dat hij zijn ‘strukturen’ wilde. Maar het is die beweging van de massa's, onder het verhaal, waar het voor mij op aankwam.’ (Change 24, blz. 84).
Het is begrijpelik dat de verschillende visies op het strukturalisme -de ene bewegend, de andere gestold - op gelijksoortige wijze hun weerslag vinden in de schrijfpraktijk. Nemen we de roman Battement (1962) van Jean Pierre Faye, en de boeken Drame (1965) en Nombres (1967) van Philippe Sollers. In Battement gaat het om een harteklop in de sintaksis van het verhaal: klopping van de eerste en de derde persoon, van de verleden en de tegenwoordige tijd. In de romans van Philippe Sollers wordt die harteklop geïmiteerd als een