| |
| |
| |
Lidy van Marissing
Een nulmeting/ Een tijdmeting/ Een krachtmeting/
I. Een nulmeting *)
*) Houdt bij het ondergaan van deze test steeds voor ogen:
- | ik houd van mijn vader en moeder |
- | ik houd van mijn vrouw en kinderen |
- | ik ben een gezonde opgewekte jongen |
- | ik houd van boeken en muziek (klassiek) |
Eerste opgave:
B.
tegenover C. dominerend |
tegenover K. meegaand (stilletjes? ja) |
tegenover S. beslist |
tegenover Z. onzeker, vaag |
tegenover N. vrolijk, speels |
tegenover H. somber, zelfs zwartgallig |
tegenover T. bescheiden, bang, soms slaafs |
B.
voor de klas. op straat. in de (wacht) kamer. bij de bakker. op het postkantoor. in de badcel. in bed. voor de spiegel. in de tram. op op het plein.
Vraag: wie is B.?
Oplossing:
C. = echtgenote |
K. = moeder |
S. = kollega |
Z. = deurwaarder |
H. = minnares |
N. = jeugdvriend |
T. = chef |
Hij was glad en kleurloos. Zijn wangen waren twee platte vlakken die hij beurtelings naar hen toe zou wenden en waar zij met gespitste
| |
| |
lippen een zoen op zouden drukken. Zij namen hem in bezit, wreven hem fijn, trappelden op hem, rolden en wentelden zich over hem heen. Zij lieten hem ronddraaien en wezen hem - daar en daar en daar en daar - een verontrustend gezichtsbedrog, schijndeuren en ramen waar hij goed gelovig en wel heen liep, zich tegen stootte (‘Hahá, de sukkel!’)
Blijft de vraag: hoe staat B. tegenover zichzelf (B: B = ?)
Antwoord: ‘Ik ben mezelf. Met inbegrip van het woord walging. Een werkwoord. Zorg dat je dat “ben” kwijtraakt. Breek uit. Maak het dood. Scheur het ding aan stukken... Zeg nu eens iets intelligents!’
‘Wat denk je wel dat je betekent op die bank, nu het licht uit is. Haar vader? Haar portiek? Haar lange straat achter de spoorbaan? Je bent een trein. Het geluid van haar vader als-ie slaapt. Meeéér niet.’
‘Ik...’
op beslissende momenten in uw leven wél de juiste woorden weten - mensen overtuigen tijdens vergaderingen, verkoopgesprekken, sollicitaties - vrijmoedig spreken in onverwachte situaties, ook in groot gezelschap - het is geen gave maar een techniek die u kunt leren op onze mondelinge kursus - op elk terrein verbetert u uw eh positie wanneer u op het goede ogenblik glas eh glashelder uw gedachten kunt overbrengen -/
ze afmaken? dat zou betekenen dat ik ze afmaakte, mijn zinnen /
| |
| |
B:B = ?
R.:
Wie men is ontdekt men in wat men doet. De met de produktie verbonden aktiviteit gaat allereerst tastend vooruit, door pogingen en dwalingen die dan gekorrigeerd worden.
H.:
Een beweging die onophoudelijk naar zijn uitgangspunt terugkeert om het opnieuw te begrijpen.
R.:
Langzaamaan wordt deze handelwijze een techniek. Hij gaat van het produkt terug naar zichzelf en vervolgens van zichzelf naar zijn produkt. Het bewustzijn vormt zich zo in de praktijk, dus niet in teruggetrokken beschouwing.
H.:
Het gereduceerde en gedegradeerde wezen verzet zich taai tegen zijn omzetting in facade...
L.:
Moet je hém zien.
/ de man die er goed uitziet, die in smoking 's avonds laat zijn vrijgezellenwoning binnenkomt, de indirekte verlichting aandraait en zich een whisky-soda mikst - het zorgvuldig opgenomen sissen van het mineraalwater zegt wat de arrogante mond verzwijgt: dat hij veracht wat niet naar rook, leer en lotion ruikt -/
A.:
De eigenschappen van echte vriendelijkheid tot hysteriese woedeuitval worden bedienbaar tot ze tenslotte geheel opgaan in hun bij de situatie passende funktie. Door die regulering veranderen ze. Ze blijven nog slechts als de lege hulzen van opwellingen achter.
W.:
‘Terwijl alsdan de lichamelijke ontwikkeling nog steeds krachtig en snel blijft doorgaan, begint het te loopen, zijn zintuigelijke waarnemingen worden scherper en beter omlijnd, en het begint te leeren spreken. Het lichaam wordt slanker, zijn kracht en behendigheid nemen toe, zijn taal wordt meer volkomen. Het begint te zingen en bewust te leeren; de opname van voedsel wordt grooter, de polsslag langzamer. Daarop volgt de laatste, meest critische periode, waarin huisgezin en school moeten samenwerken om uit den knaap een man, uit het meisje een vrouw te doen groeien. Met het bereiken van den mannelijken leeftijd eindigt de groei van het lichaam - bij mannelijke individuen doorgaans op ongeveer 23 jarigen, bij vrouwelijke op ongeveer 20 jarigen leeftijd - en is de karaktervorming, althans in groote trekken, voltooid.’
A.:
Kwiek reageren, in refleks op de situatie, dus niet als uitdrukking van de persoonlijke gemoedstoestand, doet de persoon verstarren tot meetinstrument, beschikbaarbaar en afleesbaar voor
| |
| |
de centrale. Hoe onmiddellijker het zijn uitslag geeft, des te dieper is de overdracht doorgedrongen: in de prompt antwoordende weerstandloze refleksen is het subjekt geheel uitgedoofd.
S.:
Ze wisten dat B., als hij geplaatst werd voor belangrijke beslissingen, vooral als deze hem zelf betroffen, vaak een zenuwkrisis kreeg. Hij placht zich dan te wenden tot een zenuwarts, altans tot iemand met wie hij kon praten en in wie hij vertrouwen stelde, en meestal waren een paar gesprekken voldoende om hem zijn zelfvertrouwen terug te geven en de beslissing te laten nemen.
/ Heden vervoegde onze meteropnemer zich tevergeefs aan uw adres. Te uwen gerieve zullen wij u, volgens de ons ten dienste staande gegevens, over de verstreken periode een verbruik berekenen zoals hieronder is vermeld. Een geringe afwijking van de meterstand wordt automaties hersteld. Een geringe afwijking van de meterstand wordt automaties hersteld. Hoogachtend, de direktie./
S.:
...zegsman acht het zeer waarschijnlijk dat B. ook op 8 november zo'n zenuwkrisis heeft gehad en niet de beslissing heeft kunnen nemen die men (men?) van hem als burgemeester had mogen verwachten. Hij veronderstelt dat B. op 10 november in de bossen van Doorn ging wandelen, omdat hij intussen moest hebben ingezien een grove blunder te hebben begaan, maar niet bij machte was deze ongedaan te maken.
Resumerend:
a. | instrumenten die van de natuur bepaalde fragmenten willen losmaken, ze zijn vernietigend van aard, zoals de houweel, de hamer, de pijl. |
b. | instrumenten die ertoe dienen om de zo verkregen fragmenten te bewaren, om ze in hun isolering te beschermen (tegen wie?) en om aan de natuur onttrokken processen een bepaalde richting te geven, zoals het verven dat het ijzer belet te roesten. |
c. | instrumenten die vervolgens de fragmenten, die in hun isolering worden vastgehouden, vorm willen geven (zoals?) |
d. | alle resultaten van de aktiviteit tenslotte, voor zover zij tot de bevrediging van de behoeften bijdragen (ook hier moeten nog voorbeelden worden gevonden). |
R.:
Het kraken van een noot is reeds een analyse. De aktiviteit maakt een scheiding, isoleert en konsolideert. Zij doodt dus en vernielt. En toch wil zij de levende beweging bereiken, de voortgaande stroom. Dit kan zij alleen door onbeperkt haar pogin-
| |
| |
B:B = ?
/
je komt binnen, schudt de regen uit je
haren, trekt je jas uit-
je gaat zitten, kijkt vluchtig rond
(verstrooid? verlegen?), legt je handen
plat op het tafelblad -
je ziet je eigen handen naast de asbak
liggen, voelt je rug recht tegen de
stoelleuning, voelt hoe ze naar je toe-
komen -
je ziet hoe je met gebogen hoofd zit, hoe
je opkijkt en een pils bestelt (glimlachend?),
hoe je je haren naar achteren strijkt -
je ziet jezelf drinken, roken, je kijkt
recht voor je uit, met iets gebogen hoofd,
er ligt een witte hand naast de asbak -
/
| |
| |
| |
II. Een tijdmeting
1.- Draaien met de ogen is een basisbeweging die wordt uitgevoerd als de blik van het ene voorwerp naar het andere gaat. Bij industriele werkzaamheden is voor zo'n beweging 0,285 tmu berekend.
/ Het MTM-systeem gaat ervan uit dat handarbeid te ontleden valt in eenvoudige basisbewegingen zoals strekken, draaien, grijpen, bevestigen. De tijdeenheid waarmee deze kleine bewegingen worden gemeten, is een bepaalde fraktie van een uur. Deze eenheid heet TMU en is gelijk aan 1/100.000 uur. /
2.- De beenbeweging is een basisbeweging die wordt uitgevoerd als het been verschuift doordat de knie en/of de heup wordt bewogen. Deze verschuiving kan in staande of zittende houding plaats hebben. De aanduiding van deze been- of onderbeenbeweging is lm. De beweging wordt aan de wreef of aan de voetzool gemeten.
/ De vrouwen zitten met hun benen wijd voor de machine als voor een enorm paard en zetten met geluidloze bewegingen en in het ritme van de machine de apparaten in elkaar. Men ziet alleen hun hoofden en ogen die draaien in het tempo van de voorbijschuivende onderdelen. Van de machine naar de band, van de band naar de machine, alsof hun ellebogen en handen aan onzichtbare draden naar de machine worden getrokken./
3.- Lopen is een basisbeweging die wordt uitgevoerd als het er om gaat het lichaam door één of meer stappen voorwaarts of achterwaarts te bewegen. Lopen op een vlak terrein zonder hindernissen duurt 17,5 tmu per meter. Voor lopen op zand, tussen treinrails, op slecht terrein en onder tamelijk ongewone omstandigheden gebruikt men een standaardwaarde van 17,0 tmu per stap.
| |
| |
/ Bij de eerste test van de loopbeweging hebben de onderzoekers mensen van verschillende lengte, gezondheid en leeftijd, van verschillend ras, geslacht en temperament in een kring laten rondlopen. De verschillende manieren van lopen zijn gefilmd. Aan de hand van de verschillende beelden is een doorsnee berekend, een gemiddelde tijd die de ondernemers als norm hanteren./
4.- De mtm-standaard voor lopen wordt doorgaans voor kleine stappen gebruikt en dan met betrekking tot draaibewegingen, bijvoorbeeld rond de eigen werkplaats.
/‘Hij kon urenlang pratend lopen of heuvels beklimmen zonder de minste vermoeidheid te voelen. Maar ook dat vermogen gebruikte hij gewoonlijk slechts om in zijn werkkamer zijn gedachten te ordenen; van de deur tot het raam liep over het kleed een totaal versleten streep, als een voetpad in een weiland. ’/
5.- Deze en soortgelijke bewegingen worden tweeduizend tot vijfduizend maal per dag uitgevoerd. In ondernemerstaal heet dat: ‘De menselijke eigenschap om gewoonten te vormen moet worden ontwikkeld.’
/De behoefte aan grotere rationalisatie en organisatie, aan objektieve meting van het arbeidsvolume is steeds sterker geworden. Het was slechts in beperkte mate mogelijk ingewikkelde en gespecialiseerde arbeid te meten en voor stukwerk (tariefloon) geschikt te maken./
/‘Het meterstelsel is een rot systeem. Een straatmaker kan per dag zo'n tachtig meter halen. Voor iedere meter boven die tachtig krijg je een premie. Of je veel extra meters maakt hangt ook weer af van je handlanger, die moet de stenen aangeven. De een kan eigenlijk niet zonder de ander. Je bent altijd aangewezen op je maat. We beginnen om zeven uur 's morgens. Je moet er al tien minuten vóór zeven zijn. Tot half vijf ligt de straatmaker op z'n knieën.’/
6.- Het vraagstuk van de mentale belasting is in de eerste plaats een meetprobleem.
/Winkelmeisje: ‘Als je vlug en handig je werk doet wordt dat hoger gewaardeerd, ook in centen, dan wanneer je een eigen mening hebt.’
/‘Hoe snel kan ze beginnen?’ ‘Uit welk nest komt ze?’ ‘Ervaring is meegenomen.’ ‘Er is altijd nog een proeftijd.’
| |
| |
‘De praktijk leert wat iemand waard is.’ ‘Rook nooit in de winkel.’ ‘Ga niet om half zes naar de klok zitten kijken.’ ‘Spreek steeds met twee woorden.’ ‘De klant is koning.’ ‘Als de klant onze zaak binnenkomt loopt ze eigenlijk veel te snel. Ze moet dan als het ware een klap met een rubberen hamer hebben. Daarom zetten wij dicht bij de ingang de artikelen neer die ze dagelijks nodig heeft, zoals suiker en koffie. Ze wordt dan direkt al in haar vaart afgeremd.’
/Winkelmeisje: ‘...wanneer je een eigen mening hebt.’ Links van haar oog - bij de slaap - begint het te tikken, zacht en snel, onregelmatig. ‘Een adertje,’ denkt ze.
bewegen wij ons in dit deel aan de oppervlakte, op het officiële toneel van warenhuizen, banken, beurzen, geldzaken. De arbeider speelt hier niet mee. Hij bekommert zich ook in de werkelijkheid niet om die dingen die achter zijn rug voorvallen, nadat zijn huid allang gelooid is. In het gewoel en lawaai van de zakendoende menigte ontmoeten wij de arbeiders alléén in de schemerende ochtend als zij in troepen naar hun werkplaats stappen en in de schemerende avond wanneer zij in lange rijen door hun werkplaatsen weer worden uitgespuwd.
| |
| |
| |
III. Een krachtmeting
‘nog even de aarzeling, tussen wel en niet, schelp of breuk, en dan de hete snauw en het verminkte wegsluipen, de verspreiding, oplossing in vluchtvocht, de duisternis als flagrante dageraad, als alles uit de hand glipt’
(nou, nou, híj durft)
‘een volmaakte harde nacht, een kolf in de muil gedreven, astmaties hijgen en bonzen tegen een stinkende aarde aan, een mestgrond’
(kan het geluid wat zachter?)
‘de laatste weerstand, die de gezwollenheid van bepaalde lichaamsdelen, de uitgemergeldheid van andere, tot dan toe welwillend verborgen had, begaf het’
(herhaal dat eens, maar dan droger... já!)
‘de laatste weerstand begaf het’
het verdwijnen van de spanning der spieren is oorzaak van onder andere: dof half-gesloten ogen, slappe gerimpelde wangen, haperingen van het lichaam zoals een flauwe bevende spraak, langzame moeilijke ademhaling, eindelijk in gereutel overgaande, en een verlamming van de slokdarm zodat vloeibare stoffen met een borrelend geruis in de maag vallen en vaste spijzen blijven steken
| |
| |
terwijl de was droogt
Op de trottoirs waren gisteravond nog bloedsporen te zien. Talloze huizen hadden kogelgaten.
(de shock-toestand, de totale ontreddering die heerst na deze uitbarsting van geweld, wordt weergegeven door een shot van g. die met zijn hoofd tegen de tafel is gevallen, zijn gezicht in een bord bonenbrei / de brei druipt langs zijn gezicht / de shot wordt afgewisseld met een opname van een omgevallen kop koffie, waarvan de inhoud zich eveneens langzaam verspreidt over de tafel / aan het eind van de film geeft k. een indruk van de emotionele toestand waarin ze verkeert door zich als een vogelverschrikker te bewegen)
Plotseling wurgde zij hem. Ze had dadelijk zo krachtig gedrukt dat hij zelfs geen tijd had het als een grap op te vatten. Ze merkte dat er iets uit zijn neus droop. Hij rochelde. Tenslotte hoorde ze een geluid alsof er iets brak. Alsof er op een hobbelige weg plotseling een steen tegen de onderkant van de auto slaat. Alsof.
doden = veroorzaken (ophouden (levend zin))
vgl.
:ik doodde hem bijna
ik veroorzaakte bijna (hij (ophouden (levend zin)))
ik veroorzaakte (hij bijna ophouden (levend zin)))
d.w.z.
ik kon me nog net inhouden
of
:hij was bijna dood
‘weerstand begaf het, begaf het, begaf het,’
ik beveel |
- |
jij komt |
jij beveelt |
- |
hij komt |
hij beveelt |
- |
|
wij bevelen |
- |
jullie komen |
jullie bevelen |
- |
zij komen |
zij bevelen |
- |
ik kom |
‘Wat de staat zegt moet onverbiddelijk geschieden. Wij vinden het belichaamd in het militaristiese systeem. Het is één machine. En zegt de generaal: Schiet! - zo schieten allen, waarop dan ook: al is het op het hart van Jezus Christus.’
hij beveelt |
- |
|
hij beveelt |
- |
wij weigeren |
| |
| |
(herhaal hier het journaal, maar nu sneller... já!)
/ eind juni revolte van vrouwen te A. tegen honger - begin juli stakingen -'s avonds schiet de politie op het volk - soldaten weigeren - 3 juli: demonstraties verboden, marechaussee paraat - 4 juli: staking van één dag van 20.000 arbeiders - haven, bouwvak, munitie-werkplaatsen, scheepsbouw, metaal - ondanks verbod staking in de meeste grote bedrijven - 8 doden, 20 gewonden - aantal soldaten weigert te schieten - baanwachter houdt trein met konvooi soldaten tegen - ook beweging in andere steden: zeeliedenstaking te R. - broodrelletjes te F. - herhaalde demonstraties van gemeentewerklieden te H. - grote avondbetoging tegen de honger te G. (lege broodtrommel naar het huis van de burgemeester gedragen) - samenscholingen te K. voor levensmiddelenpakhuizen, door militairen in oorlogsuitrusting bewaakt -/
/ de overige wijken worden bewaakt door de burgerwacht - de stad is verdeeld in vakken - ieder lid vraagt zich af in welk vak zijn straat ligt - in dat vak hoort hij tuis - ieder vak heeft een kommandant - ieder vak heeft een alarmplaats op de lidmaatschapskaart aangegeven - de alarmplaats blijft geheim - het alarmsein is het luiden van de torenklokken - op de alarmplaats ontvangen de leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart de wapens, de munitie en het onderscheidingsteken - men verzamelt zich aldaar vaksgewijs in afdelingen die vervolgens ieder naar hun vak marcheren, waar zij nadere bevelen van hun vakkommandant ontvangen -/
‘weerstand be’
Hij kwam met een atletiese sprong naderbij en brak haar nek. Het geluid van een staaf in natte doeken die knakt. Een rilling ging door haar lichaam. Eén voet spartelde als een gestrikte vogel.
‘begaf het, begaf het, begaf het,’
zij bevelen |
- |
|
zij bevelen |
- |
ik (ont) kom |
|
|