Randstad 13(1969)– [tijdschrift] Randstad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Joyce Mansour Drie gedichten Het harig uur Waarom ouder worden Het bronwater van de waanzin vloeit over je mooi gezicht Er zijn woorden die overvloeien Andere die zich oprichten Als een banvloek Vier witte paarden schieten uit een fles melk En galopperen rond je eenzame extase Je gemiste afspraak van de Place de l'Alma Je klamme voorhoofd schaatsterrein voor toneelspelers- vlammen Je neus je mond Je koude hart De onzekerheden van de droom leggen een hart in je gezicht Zoals een boom op de brug van de milde waanzin Het blauw verliest zich in het zwart van de ongeneeslijke ziekten Het wordt te vroeg dag om de dromer te bevredigen Het insekt beklimt weer de stramme muren Zoals morgen Het korset doordrongen van slaap En op zijn poten De robijnen modder van de Seine Waarom ouder worden Ook de geuren veranderen van naam Alleen de liefde in je mond heeft iets van de smaak van een stomp Wat is er toch op het punt waar de angel binnendringt [pagina 103] [p. 103] Wie doet mijn hart rijpen een mooie zweer in het graf Ik heb pijn in elke porie van mijn acetylene-hersenen Geschramde warmte van mijn kwetsbare kiem Waarom ouder worden ver van jou [pagina 104] [p. 104] Brons zoals de gevallen nacht Gisteren nog Kleurde het pastelroze mijn dromen Helemaal van u bewasemd De grote zwaardlelie Loeide op zijn sporen Twintig borstbeelden van dode vrouwen Met zware tongen En stilstaande adem Verdrukkend wildbraad van de dageraad Persten hun bleke lippen Op de schimmige nek van je naam Gisteren stond het fluweel in het groen Onder de bruggen De smaak van oude bomen Behekst mij De zee fluit over de vertrapte aarde Ik ben bang om alleen te zijn Ik zal schaamdelen met geheimen bouwen Overgeërfde nachtmerries Stoffige herfstbloemen Ik ben bang om alleen te zijn in je graf [pagina 105] [p. 105] De schaduw van mijn waanzin Als ik van een lichaam eet Als ik je oogleden scheur met mijn handen Als ik de hersenen eet van mijn overwonnen vijand Als ik in mijn schaamstreek een hinderlaag leg van ratten met kalken tanden Is het niet om mij te wreken Mijn rivier is onverlet Mijn smidse overbevolkt met blinde werklieden Was toen alleen een blaasbalg om je begeerte hoger te doen laaien Mijn dromen beefden alleen in de ogen van de krokodillen Liefde is de gesloten uitkomst van de hostie Aan de aarde ontrukt Besmeurd met modder en steeds Gebarend Mijn vijanden mijn vijand mijn geliefde gaat Feestend Dansen op het graf van mijn ingegraven buik Een loopplank van planken Palen van tronken Een woud een reuzenei Een boom Een mast met zeilen zwaar en lager Dan de einder van voren gezien als de maan zich niet meer weerhoudt Alles kantelt Een maand een eenvoudige maand scheidt mij van dit ander groen Mijn haat splitst zich in snikken in druppeltjes bloed En als ik oogkassen graaf in de zaadglobe van je vel Als ik mij wreek door de vogelvis te slikken Die nog maagd is in zijn schelp [pagina 106] [p. 106] Als ik mijn bed besmeur Als ik je naam schreeuw tussen mijn voor altijd door de vergetelheid verzegelde kaaksbeenderen Is het dat ik je sperma voel vloeien in mijn neusgaten nog gesteund door de lange nacht Waarna geen schildwacht waakt Zal ik wakker schrikken Te laat Ik heb je leven gedronken in dertig nachten razernij Niemand kan het kwaad ontbinden in zijn droom begaan Wat een tranen in mijn diepe nacht Vorige Volgende