Randstad 1-3
(1961-1962)– [tijdschrift] Randstad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 109]
| |
Allen Ginsberg
| |
[pagina 110]
| |
Ik heb hem een regel op de schrijfmachine zien beginnen. ‘I pump him full of -’
met wat? zegt hij tot zichzelf, want
hij heeft er geen flauw besef van
‘of lost’
verloren wat?
zijn vingers cirkelden magisch
over het toetsenbord, terwijl hij wacht op de een of andere incongruente inspiratie, die de bedoeling van de hele voorafgaande zin zal veranderen (hij weet van tevoren niet wat hij gaat zeggen) ‘Lost watches’ - verloren horloges, of gebakken schoenen, of radiatorsoep, of vliegende uilenkaas, of hoe de doden terug te brengen tot leven (wortelen gedompeld in Kangoeroe Gehuil, voor sommige lijken). Op deze manier maakte hij een reusachtig gedicht. Dus komt hij tot: ‘In ran the moonlight and grabbed the prunes’. Maar al deze dingen zijn gebouwd op later op de een of andere manier te verklaren ellipsen - de geest instinctief aangetrokken door beelden die van de tegenovergestelde kant van zichzelf komen, die naast elkaar geplaatst het bewustzijn voorstellen in al zijn irrationele (niet-van-te-voren-uit-te-rekenen) volledigheid. Kerouac heeft verschillende voorbeelden van wat je kunt beschouwen als abstract proza. In Visions of EnalGa naar voetnoot2 na een paar honderd pagina's schetsen en verhaal en het kopiëren van op de band opgenomen conversatie van zijn held en het dan imiteren in ideaal droom-conversatie proza, stort zijn geest uiteindelijk in tijdens de compositie van het boek gedurende hetwelk hij de ritmische zigzag-golven van zijn gedachten, lange en korte, heeft gevolgd, in al hun a-syntaxische vormen. En de volgende 40 of 50 pagina's duikt het boek in een organisch proza bebop gewauwel - dat soms klinkt als droom- | |
[pagina 111]
| |
Shakespeare - ik heb het in 8 jaar niet gelezen en herinner het mij alleen als de logische, moedige volgende stap in zijn proza-ontginningen - heeft geen enkele betekenis, dacht ik toen - dat nu mij van gedachten zou kunnen doen veranderen. Het zet het ritme van de gedachten voort, in buitengewoon lange prachtige zinnen, met een ritme op variabele basis, een eindeloos geluid. Het boek begint dan langzaam op gang te komen, komt uit de modder van echt proza te voorschijn, en gaat met hetzelfde eindeloze ritme door (terwijl het langzamerhand weer betekenis krijgt) in een vertellend, chronologisch verslag van een recente reis door Amerika. Er is een later voorbeeld van zijn 1955 of 1956 Old Angel MidnightGa naar voetnoot3, ik geloof van nu 50 pagina's die worden vervolgd -een soort Joyceaans-babbelende stroom, behalve het mengsel van Amerikaanse geluiden en stijlen, gebaseerd op het fundamentele spontane ritme dat Kerouac ontdekte,Ga naar voetnoot4 in zijn spraak, in zijn geest (de volgorde en onderbrekingen van gedachten bijna-letterlijk weergegeven) en in de spraak van andere vrienden - de opgewonden, uitleggerige cafétafelpraat van dronken bekenden. Is dit abstract? ‘Alle geluiden van het heelal die door het raam naar binnen komen’ tegelijk - die Kerouac hoort want hij zondert zich veel in stilte af. Daar proza op te bouwen kan mij nu abstract voorkomen - hoewel ik later, over 5 -20 jaar terug zou kunnen komen hierop en zien wat hij bedoelde met alle woordspelingen. Of ik vind het ritme dan stevig. Of zie dat het verwarde geleuter een echo van mijn eigen en uiteindelijk oneindige geest is. Maar ik weet dat hij (en Corso) gewoonlijk gelijk hebben en zinvol zijn; iets dat ik eerst mis, maar later te pakken krijg. Ik bedoel niet abstract tegenover zinvol te stellen - maar wat is abstract in poëzie? Zuiver geluid, misschien (Schwitters en Isou, enz. van wie ik, wetenschappelijk, niets weet) - hoewel | |
[pagina 112]
| |
zij misschien ook zinvol zijn in hun samenhang. Artaud's ‘tara bullaìrara bullaìra para hutin...’ etc.Ga naar voetnoot5 in de samenhang gezien is een zuivere Kruisigingsgeschreeuw, volkomen duidelijk. Of het abstraheren van zekere elementen - ritme, zoals bij Kerouac; elliptische zinsbouw zoals bij Corso - en deze doorzettende tot logische conclusies (waar zij, zoals de cirkel die zichzelf ontmoet, ook het gezond verstand ontmoeten). Dit klinkt als zeer literaire klinkklare onzin. Om verder te gaan, geachte heer, het andere belangwekkende voorbeeld van recente abstracte compositie - zogenoemd -is W.S. Burroughs' Word.Ga naar voetnoot6 Dit bestaat uit een soort visuele vrij associërende abstracte opsomming van alle beelden, samengesmeed en overgaand van het een in het ander, die hij heeft gevormd in zijn werk van de voorafgaande 7 jaren (Word, Tangiers 1956-7, ongeveer 80 pagina's). Maar hij had zich dan ook gewend, door natuurlijke neiging en een groot aantal jaren verslaving aan opium-derivaten, aan beeldend denken (een feit) in plaats van in woorden, zodat dit een tot niets verbindende transcriptie in woorden was, van een opeenvolging van visuele beelden die fysiek voor zijn geestesoog verschenen. Dat tenminste is het begin van uitleg van zijn Methode. Iets vanzelfsprekends: als een dichter zich concentreert op iets specifieks - laten we zeggen, directe spontane gedachtenvlucht - is alles wat hij zegt merkbaar en zinvol zodra je weet wat hij uitvoert. Je zou dit abstract kunnen noemen omdat het wel eens niet helemaal duidelijk zou kunnen zijn voor iemand die niet weet, om mee te beginnen, wat hij probeert te doen. Zodra je het weet, is alles wat je te doen hebt te luisteren naar wat komt, als je belangstelt in de geest van de man, of in een algemene theorie van het huidige denken. Andere voorbeelden ken ik minder goed. Frank O'Hara & | |
[pagina 113]
| |
Kenneth Koch, vrienden die je ook kent, schreven enkele jaren geleden tegelijkertijd betekenisloze gedichten (O'Hara's geheten Second Avenue,Ga naar voetnoot7 Koch's When the Sun Tries To Go On - ongepubliceerd) om te zien wat er zou gaan gebeuren, misschien niet betekenisloos, alleen maar componerende, koppig pagina na pagina volschrijvende. Het resultaat, veronderstel ik, is dat zij leerden hoe te schrijven, zij leerden de grenzen van hun eigen verbeelding kennen, leerden hoe ver zij konden gaan (en meer, mooie regels te voorschijn brengen), leerden de vrijheid van compositie. Misschien, vanwege dit kritieke experiment, en de mooie regels in de gedichten, zijn dit hun grote, historische, absoluut-noodzakelijk-te-publiceren gedichten. O'Hara houdt, of zou moeten houden, van Second Avenue, hoewel hij het (niet?) zou kunnen afwijzen. Koch deed veel vreemde dingen. Ik hoorde een gedicht, dat naar ik begreep uitsluitend was samengesteld uit vaststaande (abstracte) elementen - elke regel moest, als ik me goed herinner, de naam van een stad bevatten, een alcohol-vrije drank, een dier, en misschien nog drie andere moeilijke categorieën, en het woord ‘bathtub’. Ik hoorde het hem lezen, het klonk als een abstracte fuga van Bach. Het einde vond ik de zin ‘mosquitoes squirting buttermilk’ in (was het?) Gewonde Knieën Badkuipen. Nou, dat is wel abstract. Maar ik ken het werk erg slecht - dit is wat ik me ervan herinner. En dit experimenteel terrein trok me in elk geval aan. De vrijheid van compositie en de betekenis die het uiteindelijk krijgt, wat je eerst ook mag denken, van de uiteindelijke openbaring van de irrationele nonsens van het Zijn. Etc. etc. Dit is alles waarvoor ik de tijd, het geduld heb om onmiddellijk op in te gaan en waarvan ik het meeste afweet (Kerouac, Corso, Burroughs)... Zoals voorheen, Allen Ginsberg |
|