Randstad 1-3
(1961-1962)– [tijdschrift] Randstad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
Ethel Portnoy Kousbroek
| |
[pagina 30]
| |
Politiek en PsychoanalyseOslo, 1934. Reich arriveert in Noorwegen als vluchteling uit Duitsland. Zijn wetenschappelijke reputatie is zodanig dat hem dadelijk een functie wordt aangeboden in het Psychologisch Instituut van de Universiteit van Oslo. Zijn belangrijkste publikaties zijn al verschenen: Die Funktion des Orgasmus (1927), Charakteranalyse (1933), Die Massenpsychologie des Fascismus (1933). Uit deze titels blijkt voor welke onderwerpen Reich belangstelling had; de strekking van zijn werk tot die datum zou men kunnen samenvatten als een poging om de nieuw verworven inzichten en mogelijkheden van de psychoanalyse niet te beperken tot het genezen van individuele geesteszieken, maar bovendien toe te passen op de maatschappij in het algemeen, als grondprincipe voor sociale hervorming, als basis voor de geestelijke bevrijding van de mens, als beginsel voor het gezond maken van een pathologische samenleving. Deze instelling leidde Reich enerzijds naar een verdiepte studie van de seksuele functies, en anderzijds tot het lidmaatschap van de Communistische Partij. Het is moeilijk te zeggen in welke mate de partij oren had naar Reich's theorieën; de door Reich gestichte beweging voor seksuele politiek werd nimmer officieel in de partij opgenomen, en later zelfs verworpen. Arthur Koestier, die lid was van dezelfde cel, schrijft over Reich: ‘Van de andere leden van mijn cel herinner ik mij Dr. Wilhelm Reich, oprichter en directeur van Sex-Pol (Instituut voor Seksuele Politiek). Hij was een Freudiaans marxist; geïnspireerd door Malinowski had hij een boek gepubliceerd, Die Funktion des Orgasmus geheten, waarin hij de theorie ontwikkelde dat het gebrek aan seksuele bevrediging van het proletariaat schade deed aan haar politieke bewustwording; slechts door een onbelemmerde, vrije beleving van de seksuele drift kon de arbeidersklasse haar revolutionaire mogelijkheden en historische opdracht verwerkelijken; het hele idee was lang | |
[pagina 31]
| |
zo gek niet als het klinkt. Na het aan de macht komen van Hitler publiceerde Reich een briljante psychologische studie van de Nazi-mentaliteit, die echter door de partij verworpen werd. Reich brak met het communisme en is thans directeur van een instituut voor wetenschappelijk onderzoek in de vs’. In 1927 reeds had Reich gepoogd Freud te winnen voor wat hij de sociale taak van de psychoanalyse achtte. Hij verwierf slechts de verbittering van het Internationaal Congres voor Psycho-analyse, dat, na enkele levendige schermutselingen in de coulissen, Reich royeerde en pogingen om psycho-analyse te liëren met het marxisme, strijdig verklaarde met het beginsel van politieke afzijdigheid der wetenschap. Hoewel Reich niet geheel alleen stond - o.a. Otto Fenichel had Reich's zijde gekozen - werd Freud's houding, zoals Reich met spijt optekent, ‘negatief tegenover mij’. In het kader van de communistische en socialistische bewegingen in Duitsland en Oostenrijk, ging Reich voort te ijveren voor een ‘natuurwetenschappelijke, psychiatrisch georiënteerde sociologie’. Van 1928-'30 richtte hij in Wenen een aantal Centra voor Geestelijke Hygiëne op, die tot doel hadden de psychiatrie binnen het bereik van het volk te brengen; in 1931 volgde de publikatie van een tijdschrift: Zeitschrijt für Sexualwissenschaft, en van 1930-'33 onderwees hij in Berlijn en in verschillende over Duitsland verspreide Centra voor Geestelijke Hygiëne. Het feit, de relatie tussen seksualiteit en politiek tenminste in overweging genomen te hebben, mag de Duitse Communistische Partij als een verdienste aangerekend worden. Maar verworpen werd het idee tenslotte wel, en de officiële manifestatie daarvan kwam, toen de partij Reichs boek Massenpsychologie des Fascismus verwierp, waarmee een einde kwam aan Reich's romance met het communisme. In diezelfde periode verweten zijn vijanden in de Internationale Psychiatrische Unie hem, in dienst van Moskou te staan. Hitler komt aan de macht. Reich vlucht naar Oslo. Zo er la- | |
[pagina 32]
| |
ter paranoiale elementen in Reich's denken gaan optreden, dan is het goed, zich te herinneren in hoeverre hij op dit ogenblik concrete redenen had, zich vervolgd te voelen: politiek vluchteling voor het fascisme, gebrouilleerd met de Communistische Partij, geroyeerd en veroordeeld door de ipv, gezwegen nog van de enorme agressiviteit waarmee (nog steeds) grote groepen mensen iedere vorm van studie der seksualiteit bejegenen, nog eens vertienvoudigd waar het iemand betreft, die de vruchten van deze studie gemeengoed tracht te maken. In zijn Oslo-se periode hebben Reich's theorieën vaste vorm aangenomen; de ipv heeft zijn politieke ideeën verworpen, maar er is niemand die werkelijk zijn wetenschappelijke autoriteit betwist. Van Freud verschilt Reich's denkwijze nog slechts in zoverre, dat voor hem het kenmerk van een volwassen, evenwichtig, gezond individu niet is Freud's voor velerlei uitleg vatbaar begrip: het bereikt hebben van genitale seksualiteit, maar: het bereiken van complete, overstelpende, volledig bevredigende orgasmen. Dit wordt het punt van uitgang. Reich verdiept zijn studie van het orgasme; enerzijds bestudeert hij het feit dat vele individuen niet in staat zijn zich ontspannen over te geven aan het orgasme, maar krampachtig blijven en gespannen - ‘gepantserd’, zoals Reich het noemt. Hij ontwikkelt een therapie om dit verschijnsel te genezen: de vegetotherapie, waarover later meer. Anderzijds onderzoekt hij het orgasme zelf: wat is een orgasme? Reich behoort tot de school, die poogt alle verschijnselen te herleiden tot logische, fysische, aanwijsbare oorzaken: het 19e-eeuws materialisme. Reich gaat op zoek naar orgasme-stof. En hij vindt het. | |
De phlogiston-theorie in de seksuologie: orgoneHet orgasme, redeneerde Reich, is het meest essentieel levende levenskenmerk. Het is het doel en het middel, de alpha en | |
[pagina 33]
| |
de omega - het is het leven zelf. Bij iedere levensvorm kan men waarnemen dat aangename prikkels het organisme doen uitzetten, stromingen doen plaatsvinden in het protoplasma (zoals bij de amoebe: vorming van pseudopoda), een stijging veroorzaken in de elektrische oppervlaktespanning, die tenslotte tot ontlading komt. Aldus Reich. Onaangename prikkels daarentegen doen het organisme samentrekken en krimpen (zoals een gestoorde amoebe zijn pseudopoda intrekt): de levenskracht trekt zich terug. Deze ‘levenskracht’, die zich ontlaadt door middel van het orgasme, wordt later door Reich ‘orgone’ gedoopt, orgasmekracht. Maar alvorens na te denken over een naam, begint Reich te zoeken naar een biologisch bewijs voor het bestaan ervan. Dank zij een zekere Dr. Liebeck, die naar Oslo is gekomen om onder Reich te studeren, krijgt hij de beschikking over een kostbare binoculaire Leitz-microscoop, met een maximale vergroting van 1500 X. Dit vertegenwoordigt, om even bij dit getal stil te staan, ongeveer de limiet waartoe een optische microscoop in staat is;Ga naar voetnoot1 het is weliswaar mogelijk lenzencombinaties te maken met een theoretische vergroting van het dubbele of meer, maar het golfkarakter van het licht stelt een grens aan het scheidingsvermogen, doordat de van één punt afkomstige stralen zich niet verenigen in een punt, maar in een rond vlekje. Het was met deze microscoop, dat Reich zijn revolutionaire ontdekking deed - en eerst recht slaags raakte met de wetenschappelijke wereld. Op die gedenkwaardige dag deed Reich vlees, aardappelen, groente, melk en eieren in een pan, kookte alles gedurende een half uur, maakte een preparaat en haastte zich naar zijn microscoop. In plaats van de suspensie van partikels vet, zetmeel, e.d. die hij verwachtte, zag hij ‘niets dan (ronde) blaasjes, van verschillende afmetingen weliswaar, maar toch kennelijk | |
[pagina 34]
| |
van dezelfde soort’. Deze blaasjes, buitendien, ‘vertoonden een blauwe of blauw-groene weerschijn’. Reich trok uit dit alles zijn conclusies. De blaasjes waren ‘bionen’ of levenspartikels, en de blauwe weerschijn verraadde de aanwezigheid van levensenergie. In de blaasjes meende hij beweging te kunnen waarnemen, en om het verschijnsel beter te kunnen bestuderen bestelde hij de krachtigste objectieven die Leitz kon leveren en combineerde die met de sterkste oculairs van zijn microscoop. Zodoende kon hij vergrotingen bereiken van 5000 X. Zijn vermoeden werd bevestigd: er was beweging in de blaasjes. Beweging, en dus leven. Reich liet de bionen-oplossing enige tijd staan in petri-schaaltjes, bekeek haar daarop opnieuw onder de microscoop, en wist dat hij op het spoor was van de oerwetten van de materie: daar waar voorheen alleen ‘bionen’ waren geweest waren nu protozoa. Biogenese! Er was leven ontstaan! Vanaf die datum heeft iedere onderzoeker, die onder Reich studeerde, deze proefneming moeten herhalen als basis van zijn opleiding. Niet-steriele omstandigheden zijn absoluut noodzakelijk voor het gelukken er van. ‘Steriele voorwaarden komen in de natuur ook niet voor’, is Reich's antwoord aan hen, die, zoals Dr. Hauschka van het laboratorium voor experimentele biologie van het Cancer Research Institute, getracht hebben de proefneming te herhalen, en meldden: ‘het is ons niet gelukt levenloze materie te veranderen in levende organismen onder de steriele condities in ons laboratorium’. Reich vergelijkt dit negatief resultaat met het op de snijtafel ontleden van een levend wezen om het leven te demonstreren, en houdt vol dat het niemand nog gelukt is protozoa te verkrijgen uit de dampkringslucht (want dit was uiteraard de verklaring die men tegenover zijn biogenese-theorie stelde) met inbegrip van hemzelf en zijn studenten, die het ‘jarenlang, honderden malen’ geprobeerd hebben, zonder enig resultaat. De theorie dat micro-organismen voorkomen als verontreinigingen in de lucht, analyseert hij als onderdeel van een reinheidsneurose, | |
[pagina 35]
| |
waarvan men eerst genezen moet worden om objectief te kunnen zijn. Het andere struikelblok, waarom de strijd ontbrandde, was de microscopie met vergrotingen boven de 1500 X. Reich trachtte duidelijk te maken, dat hij zijn conclusies niet ontleende aan een bij dergelijke vergrotingen waargenomen structuur, maar beweging. Het afwijzen van dit onderscheid noemt hij een ‘mechanistische zienswijze’. Hij stelt tegenover de ‘dode structuur’ de ‘levende beweging’, en voert aan dat het psychologische remmingen en censuur zijn, die de mechanisten blind maken voor ‘manifestaties van het leven’, en die er de oorzaak van zijn, dat zijn ontdekking niet eerder plaatsvond. In mei 1937 begon de grote campagne tegen de bionen-theorie; voordien had Reich min of meer ongestoord in Oslo kunnen werken. In korte tijd werd hij niet alleen in Noorwegen aangevallen, maar ook uit Zweden en Denemarken kwam hevige kritiek, en uit Duitsland. Een van de factoren, die meegewerkt moeten hebben om Reich er van te overtuigen dat hij gelijk had, was dat een deel van deze aanvallen minder zijn theorieën betrof, dan wel zijn Joodse afkomst. Een van zijn meest verbitterde tegenstanders, die alles in het werk stelde om Reich uit Noorwegen uitgewezen te krijgen, handelde vermoedelijk inderdaad op instructies uit Duitsland (en werd na de oorlog als collaborateur gefusilleerd). Onder de druk van deze veelvoudige agressiviteit werkte Reich verder aan zijn theorie, die langzamerhand vaste vorm begon aan te nemen: daar waar orgone-energie de kans heeft water te absorberen, vormt het bionen, die op hun beurt weer in staat zijn levende cellen te vormen. De orgone, kenbaar aan haar blauwe kleur, doordringt het gehele wereldruim, als een pulserende oceaan orgasmekracht. Een levend organisme is een opeenhoping van orgone van grotere concentratie dan de omringende oceaan, waar het organisme enerzijds haar orgone uit put, en anderzijds aan afstaat bij ieder orgasme, en zichzelf zodoende op peil houdt. Bij de dood houdt deze ‘stof- | |
[pagina 36]
| |
wisseling’ op, en de orgastische waarde van het organisme zinkt langzaam weg tot het de concentratie van de omringende oceaan bereikt heeft, waaruit de nieuwgeborene dan weer energie put, en da capo. Dat deze theorie aansluit bij oudere systemen (ether, fluïdum, etc.) valt buiten het bestek van dit artikel. | |
Organisme-energie op praktische grondslag: de orgone accumulatorReich's volgende stap was het zoeken naar een methode, om een tekort aan orgone te kunnen aanvullen. Hij wist reeds hoe het organisme zich van een surplus ontdoet: door middel van het orgasme. Reich had ontdekt - het is niet duidelijk hoe - dat ‘metalen orgone aantrekken, verzamelen en weer afstaan’, ongeveer zoals ijzer magnetische krachtlijnen bundelt. Deze nuttige eigenschap kreeg haar praktische toepassing in de vorm van een metalen kamertje of kast, waarin de patiënt plaatsneemt en gedurende kortere of langere tijd de door het metaal aangetrokken orgone op zich laat inwerken. Sedert 1949, het tijdstip waarop de metalen cellen in de V.S. op de markt verschenen, hebben duizenden mensen ontelbare uren in het halfduister van deze instrumenten doorgebracht. Volgens Reich's hypothese versterken de cel en haar menselijke inhoud wederkerig eikaars or(= orgone)potentiaal. De eerste accumulator, gefabriceerd in Noorwegen, was een eenvoudige stalen kast. Latere modellen bestonden uit vijf tot twintig lagen plaatijzer, van elkaar geïsoleerd door glaswol, dat de functie heeft eventuele vochtontwikkeling te absorberen. Aanvankelijk zat de patiënt op een gewone stoel, maar toen in de vs de serieproduktie begon, werden de cellen toegerust met een ingebouwde metalen bank, bedekt met celotex, en voorzien van een opening, teneinde het aanbrengen van de ‘schieter’ te vergemakkelijken. | |
[pagina 37]
| |
De schieter is een kleinere metalen doos, die men op de schoot kan houden, van waar een buigzame holle metalen geleider leidt naar een trechtervormig mondstuk, dat de patiënt in de hand houdt en richten kan op gedeelten van het lichaam die een extra dosis van node hebben. Het is aan te bevelen weinig of geen kleren te dragen in de accumulator, want die absorberen de or. Geen bezwaar is er tegen het meenemen van lees- of schrijfgerei, evenmin als brei- of borduurwerk. Het gebruik van de accumulator was beperkt tot patiënten onder medisch toezicht. Reich vond zonder moeite - zoals op ieder tijdstip in zijn carrière - artsen die bereid waren zijn therapie toe te passen. Velen hebben de cel geprezen om haar aanwijsbare uitwerking op allerlei stoornissen, waaronder zelfs kanker en tuberculose. De werking van het instrument heet soms schadelijk: een patiënt die, tegen medisch voorschrift in, haar buik gedurende te lange tijd behandelde met de ‘schieter’, werd door duizelingen overvallen en moest verscheidene dagen het bed houden; zij was niet in staat voedsel tot zich te nemen, abnormaal veel slapend. Dr. Wevrick in Montreal meldt het geval van een diabetespatiënt die, na de accumulator met groot succes gedurende een maand gebruikt te hebben, een ziekelijke behoefte voor het toestel ontwikkelde, vergelijkbaar met verslaafdheid aan zoetigheid. Reich zelf waarschuwde zijn medewerker Dr. Hoppe, die thans in Tel-Aviv praktiseert, tegen te groot enthousiasme met de 20-voud accumulator, daar een patiënt ‘op de door de accumulator veroorzaakte bio-energetische expansie zou kunnen reageren met een plotselinge contractie, te vergelijken met orgasme-vrees’. En Dr. Kenneth Bremer noemt het gebruik van de cel gevaarlijk voor lijders aan coronaire sclerose, verharding der hersenvaten, hersentumor, netelbrand en verhoogde bloeddruk. De temperatuur van de patiënt stijgt in de cel met 0,3 tot 1,5 graden C., en een constant temperatuurverschil van 0,3 tot 1,0 graden heerst tussen de atmosfeer binnen en buiten het instrument. Na 15 tot 30 minuten begint de patiënt de hem omhul- | |
[pagina 38]
| |
lende duisternis te zien als minder zwart of blauw grijs. Langzaam bewegende, mist-achtige formaties zijn waarneembaar. Na enige tijd verschijnen blauw-violette, irriterende lichtpunten en tenslotte, ‘wanneer het organisme de in de ruimte aanwezige energie voldoende geëxciteerd heeft’, doorkruisen ‘snelle, geel-witte, bliksemachtige schichten de cel in alle richtingen’. ‘De veelvuldig gemaakte opmerking, door de patiënt, dat hij het warm heeft, dat hij slaap krijgt in de accumulator, gevoegd bij mijn observaties van het roodworden der huid, het vernauwen van de pupil, het afnemen van de pols, zuchten en gapen, opgeblazenheid van de buik door de expansie van ingewandsgas, zijn alle indicaties van een vagotonische reactie’, schrijft Dr. Bremer, en hij zet verder uiteen hoe hij zieltogende huisdieren, en zelfs stervende planten tot wederopleving bracht in zijn orgone-accumulator. De toepassing van de orgone-cel kwam eerst werkelijk tot ontwikkeling in Amerika, waar Reich in 1939 op een non-quota visum, als professor, aankwam; opnieuw als vluchteling voor de nazi's. Van 1939-'41 doceerde hij aan de New School for Social Research in New York - waar hij hoogstwaarschijnlijk zijn eerste volgelingen maakte. In 1942 richtte hij het Orgone lnstitute op; in hetzelfde jaar werd 112 hectare land in de staat Maine aangekocht, ‘Orgonon’ gedoopt, en het grote avontuur was begonnen. Zoals te voorzien was, kreeg de mysterieuze ‘orgone-box’ weldra gratis publiciteit: het publiek ontging het fijnere onderscheid tussen orgone en orgasme. ‘De volle sterkte van het kostbaarste dat u bezit, uw seksuele energie, wordt er door vrijgemaakt’ zo heette het in Man's Magazine. Reich trachtte zich tegen zulke interpretaties zo goed en zo kwaad als het ging te verdedigen. Hij was sterk gekant tegen therapie zonder medisch toezicht. Elke accumulator werd afgestaan op ‘experimentele basis’, volgens contract, ondertekend door de ‘geneesheer-orgonoom’ bij wie de patiënt de aanvraag gedaan had, of | |
[pagina 39]
| |
na schriftelijke aanvraag van de huisarts. Reich, of beter gezegd, de ‘Wilhelm Reich Foundation’, die in 1945 over slechts 50 accumulatoren beschikte, die elk $10,- per maand aan huur inbrachten, zag zich verschillende malen verplicht de produktie te verdubbelen teneinde aan de vraag te kunnen voldoen. In 1951 waren er, volgens de door de Foundation gepubliceerde jaarbalans, reeds 322 accumulatoren in gebruik. Op dat ogenblik bedroeg het globaal jaarlijks inkomen uit verhuur of verkoop van orgone-cellen $23.000, een omstandigheid die niet zou nalaten de nieuwsgierigheid van de American Medical Association te prikkelen. | |
VegetotherapieOndanks de metalen kamertjes en de daaraan ten grondslag liggende materialistische hypothese, was Reich te veel psychiater (hij had vele jaren in verschillende der grootste Weense psychiatrische klinieken gewerkt, onder Freud, Wagner-Jauregg en Paul Schilder) om voetstoots een therapie te laten vallen waarvan hij de mogelijkheden met eigen ogen vele malen gezien had. Hij ontwikkelde een psychotherapie waarvan de grondslagen in grote lijnen analytisch waren, met modificaties en toevoegingen van hemzelf. De eerste daarvan was dat: ‘...Analytische psychologie alleen aandacht besteed had aan wat kinderen verdringen, en de redenen voor deze verdringing. Gelet werd echter niet op de wijze waarop zij vechten tegen hun emotie... dit is echter van het hoogste belang... Iedere krampachtige spier bevat de geschiedenis en de sleutel tot de oorsprong van een verdringing.’ ‘Een gehele culturele en pedagogische filosofie identificeert tranen met weekheid, en moedigt integendeel een filosofie aan van hardheid en flink wezen, van zelf-controle en goed soldaat zijn en van onverschilligheid voor pijn van anderen of van zichzelf. De consequentie is dat miljoenen mensen het vermogen de vrije loop te laten aan de onschuldige en menselijke | |
[pagina 40]
| |
fysiologische uitdrukking van het feit zich wanhopig te voelen, niet toelaten of verloren hebben. En tegelijkertijd verbazen zij zich dat zij gedeprimeerd zijn, dat zij er niet in slagen zich af te helpen van ademhalingsmoeilijkheden en vele andere symptomen, die in direct verband staan met de fysiologie van verdrongen tranen.’ ‘Geen neurotisch individu die geen gespannen maag- en buikspieren vertoont, of in staat is in één keer diep en volledig uit te ademen; bij allen wordt een tonische contractie van het middenrif aangetroffen, hun uitademing is onvolledig en gaat met schokken. Het inhouden van de adem is een van de vroegste mechanismen voor het onderdrukken van genotsgevoel in maag en buik, een universele Yoga, door de ouders in hun kinderen aangekweekt.’ Deze contractie, de ‘stijfheid’ van iemand die niet op zijn gemak is, en het inhouden van de adem in situaties van angst of spanning, werd door Reich bij al zijn geestesziekepatiënten aangetroffen; het chronisch houden van de borst in de positie van het inademen, met inhibities tegen volledig uitademen, kenmerkte hij als een universeel symptoom dat psychische stoornissen begeleidde, en hij noemde deze toestand ‘pantsering’. De techniek der ‘vegetotherapie’ die Reich ontwikkelde, voegde het elimineren van deze spierpantsering toe aan de gebruikelijke psychotherapeutische methoden. Zijn theorie herinnert aan een zekere grafologische school, die uitgaat van de veronderstelling dat een handschriftverbetering gepaard zal gaan met een karakterverbetering. De vegetotherapist werd er op getraind de bewegingen in het gezicht, nek en schouders van zijn patiënt nauwkeurig te observeren, en op de ademhaling te letten. De patiënt werd attent gemaakt op de spanning in zijn spieren, en de therapist hielp indien nodig met massage. Als de patiënt zich eindelijk ontspande, zijn spieren vrij liet, en daarmee de neurotische spanning zelf, dreef de vergeten emotie die de motorische impuls | |
[pagina 41]
| |
veroorzaakt had naar de oppervlakte van het bewustzijn, kon tot klaarheid worden gebracht en besproken. Zodra deze schrede (die evenals in analytische therapie lang op zich kan laten wachten) aangebroken was, trad een warme, stimulerende ontspanning op in het lichaam, vaak begeleid door herinneringen betreffende het lichaamsdeel waarin de spanning opgelost was: ‘orgaangeheugen’. Zo wordt beschreven hoe Reich's medewerker Dr. Sobey een stotteraar behandelde door hem te dwingen te huilen: ‘Dr. Sobey wist hem er toe te bewegen zijn woede vocaal te uiten, en ook fysiek, door op de divan te stompen, maar de patiënt slaagde er niet in, in huilen uit te barsten. Tenslotte, na verscheidene maanden therapie, klaagde hij over een gevoel van spanning om zijn ogen... hij had het gevoel dat iets of iemand hem op de ogen zou slaan... Plotseling en zonder waarschuwing trok dr. Sobey de onderste oogleden omlaag, waarop de patiënt vrijuit en met woede begon te huilen. Op dit ogenblik had de patiënt zich een scène met zijn vader herinnerd, waarin deze, in razernij over het gedrag van zijn kind bij het eten, het bord havermout had opgenomen en met pap en al in zijn gezicht geduwd. Het kind begon dadelijk te huilen, waarop de woede van de vader verdubbelde. Ondanks de opdracht onmiddellijk stil te zijn huilde het kind door, waarop de vader er op los sloeg en het kind plotseling ophield met huilen...’ Men kon de ‘gepantserde’ mensen dus gemakkelijk herkennen, niet alleen aan hun stijve ledematen of houding, maar ook aan bv. een vastgevroren uitdrukking, een voortdurende onzekere lach, of iets dergelijks: kortom alles dat niet ontspannen en natuurlijk was, en niet paste bij de situatie van het ogenblik. Het hoofdkenmerk van deze ontspanning was de capaciteit, gemakkelijk en volledig een orgasme te ondergaan, en het doel van de vegetotherapie was het bereiken van deze capaciteit. | |
[pagina 42]
| |
Vanaf een bepaald stadium in het ‘losmaken’ van de ademhaling en de maagstreek, werden schokkende bewegingen in dit gebied waargenomen, gepaard gaande met een ‘kriebelig gevoel van warmte’. De patiënt werd bewust gemaakt van spanning in het gebied van schaambeen en in de anale kringspier, het terrein van zoveel angst en dwang bij het zindelijk maken (bij vele individuen gaan gevoelens van angst gepaard met een krampachtig sluiten van deze spier). Als deze spanningen opgelost waren, werd een ‘seksualisatie’ van de genitalia bereikt, waargenomen als een ‘tot leven komen’ van het gehele geslachtsmechanisme. Lichaamsbewegingen werden ontspannen en maakten een ‘zachtere’ indruk. Deze bewegingen veranderden tegen het einde van de therapie spontaan in coïtusbewegingen, waaraan de patiënt zich in het gunstigste geval geheel overgaf. Een behandeling strekte zich over vele honderden uren uit, evenals een ‘klassieke’ psycho-analyse, en ook diende de therapeut haar zelf ondergaan te hebben, teneinde te kunnen beoordelen wat de patiënt doormaakte en tevens om vast te kunnen stellen of de patiënt werkelijk reageerde of zich aanstelde. Oorspronkelijk was het noodzakelijk dat een door de Wilhelm Reich Foundation erkende orgonoom de doktersgraad bezat, maar het is niet uitgesloten dat ook onbevoegden hebben gepraktizeerd. Wat hiervan zij, verscheidene bevoegde artsen hebben hun carrière in de waagschaal gesteld voor Reich's theorie, en een aantal van deze doktoren is uit officiële medische functies ontslagen om diverse redenen, waaronder hoofdzakelijk de beschuldiging dat zij zich erotisch met hun patiënten inlieten. In het licht van de doelstellingen der vegetotherapie was dit wellicht niet ongegrond, en in ieder geval in lijnrechte tegenspraak met Freud's scrupuleuze waarschuwingen tegen persoonlijk contact tussen psychiater en patiënt. Men wordt ook herinnerd aan de eindeloze omzichtigheid waarmee de psycho-analyse (die aanvankelijk soortgelijke be- | |
[pagina 43]
| |
schuldigingen heeft moeten aanhoren) alles behandelt wat met de ‘overdracht’ in verband staat, wanneer men de opmerkingen leest, gemaakt door een arts die met Reich's methode experimenteerde: ‘Mijn ervaring met vele patiënten als medisch orgone-therapeut heeft mij gedemonstreerd dat de therapie zowel desintegrerende als integrerende uitwerking kan hebben.’ Voorts heeft de therapie ook nog een materialistisch uitgangspunt, die er de naam ‘vegeto’ aan gaf, die nog veel moeilijker te slikken is: Reich's zienswijze van de libido, niet als een psycho-dynamisch begrip, maar als tastbare ‘vegetatieve energie’. Hij vereenvoudigde de freudiaanse psychologie door de neurose voor te stellen als een stoornis in de stofwisseling van deze energie, die zich openbaarde via het vegetatieve (autonome) zenuwstelsel, en wel speciaal het parasympathische systeem. Indien deze energie niet tot ontlading kwam, werd zij in de spieren opgehoopt, en deed deze samentrekken. De behandeling met de orgone-cel sloot aan op deze theorie. Reich's publikaties bevatten grote hoeveelheden klinisch materiaal, case-histories als in psychoanalytische periodieken, die niet de indruk maken verfraaid te zijn. Een typerend voorbeeld van een gunstig verloop van de therapie is het geval van een manisch-depressieve patiënt, vrouwelijk, gehuwd, van middelbare leeftijd. Uit haar beschrijvingen van haar jeugd komt haar vader naar voren als iemand die niet alleen vijandig stond tegenover erotische onderwerpen, maar tegenover genot onder iedere vorm. Hij achtte de patiënt als kind te zorgeloos en opgewekt. Men leefde niet voor zijn plezier, en wanneer zij zich ‘te blij’ betoonde, reageerde hij met toorn en bestraffing. De therapie bestond er uit haar aan te moedigen zich te ontspannen, en vervolgens te huilen. Na een aantal behandelingen vroeg zij om een deken, waar zij onder kroop en behaaglijke geluiden begon te maken, alvorens in slaap te vallen. ‘Bij latere | |
[pagina 44]
| |
behandelingen’ schrijft de arts, ‘nestelde zij zich spontaan in mijn arm, kroop dicht tegen mij aan, en maakte zuig- en zuchtgeluiden tot zij in slaap viel.’ Het was moeilijk haar te bewegen tot het de vrije loop laten van woede-uitingen, en het bleek dat zij gedurende de eerste vijf weken van haar leven van nek tot teen werd ingebakerd. ‘Haar pelvis moest voorzichtig losgemaakt worden en in beweging gehouden, en zij moest geholpen en aangemoedigd worden daar ter plaatse meer opwinding en energie-ontlading toe te laten. Dit werd tenslotte bereikt door haar te verhinderen zich af te sluiten en spastisch te worden, door haar voortdurend te doen bewegen en te ontladen met clonismen (onwillekeurige schokken), dit proces voortdurend opnieuw op gang te brengen, met de hand indien nodig, en door haar de vrije loop te doen laten aan de angst en vrees in haar pelvis’. Na een groot aantal behandelingen verklaarde zij er in geslaagd te zijn met bevrediging te masturberen. Haar gehele lichaam kwam langzaam tot leven terug. Haar hoofdhaar werd donkerder, de kringen onder haar ogen verdwenen, haar ogen kregen glans en haar gezicht kreeg een gezondere kleur. Haar pols zakte tot 80 en was regelmatiger. ‘Men kon voelen dat er licht van haar begon uit te stralen; de ontsierende vetlaag op haar pelvis en benen begon te slinken, het spierweefsel werd zachter en soepeler, zij kreeg haar energie en zelfvertrouwen terug en verklaarde dat zij voor het eerst in haar leven seksuele bevrediging had gevonden in haar huwelijk’. Er zijn ook beschrijvingen van mislukkingen. Dr. Elsworth Baker beschrijft een patiënte die hem consulteerde met klachten over nervositeit, angstgevoelens, suizende oren, hartkloppingen, constipatie, vrees alleen gelaten te worden; zij was frigide sedert de geboorte van haar laatste baby, en haar moeilijkheden waren in diezelfde periode begonnen. Zij was roomskatholiek en maagd tot haar huwelijk. Zij lag stijf op de divan, de benen gekruist, met een gezicht vol achterdocht . ‘Zij klaagde er over dat zij niet gewend was met zo weinig | |
[pagina 45]
| |
kleren aan voor een man te liggen. Ik deed haar opmerken dat ik arts was, en herinnerde haar aan haar vier bevallingen. Maar haar achterdocht bleef, hoewel zij beloofde mee te zullen werken. Ik oefende lichte druk op haar borst uit, en zij raakte onmiddellijk in de war, werd strijdvaardig en gaf te kennen dat zij een dergelijke behandeling niet accepteerde. Ik leunde achterover in mijn stoel, legde alles geduldig nog eens uit, en vroeg haar of zij de behandeling wenste af te breken... Ik slaagde er ten slotte in haar borst tamelijk los te maken, en kreeg haar zover dat zij zuchtgeluiden maakte, hoewel zij aanvankelijk tegenwierp dat het ‘te sexueel’ klonk. Ook haar positie op de divan was te erotisch... Ik trachtte nu haar angst te doen uiten door kreten te slaken, maar stuitte op een muur. Zij werd vijandig en kleinerend, en zei dat ze er niet over dacht zoiets te doen. Zij vroeg mij of ik wilde dat de mensen dachten dat zij gek was geworden... Ik begon haar te irriteren... tenslotte ontstak zij in woede en begon te slaan, harder en harder, tot ik werkelijk pijn had... Gedurende verschillende behandelingen sloeg zij me, draaide mijn arm om, stompte op de divan of beet in een handdoek. Zij gaf er de voorkeur aan mij te slaan... Na een groot aantal behandelingen was ik nog niets met haar nek en schouders opgeschoten, en met weinig hoop begon ik haar pelvis en dijen los te maken. Hier protesteerde zij bijna met razernij; zij hield haar dijen gesloten en zei dat ze dergelijke behandelingen niet accepteerde. Opnieuw uitleg, het doel van de therapie, dat zij de behandeling af kon breken als zij wilde. Opnieuw gaan we verder. Tot mijn grote verbazing week vanzelf alle weerstand uit haar nek en schouders zodra haar dijen zich ontspanden; haar ademhaling werd veel gemakkelijker. Ik deed haar met haar pelvis op de divan duwen en trachten de haat te voelen die daar zetelde en die de vrije loop te laten. Zij beschuldigde mij nu dat ik een ‘seksueel beest’ was, dat sex het enige was waaraan ik dacht en dat ik probeerde haar ook zo te maken. Na veel verwijten en aarzelingen gaf zij toe dat zij op de divan in seksuele opwinding geraakte...’ | |
[pagina 46]
| |
Na enige weken zonder noemenswaardig succes: ‘Ik legde haar orgasmevrees aan haar uit, en moedigde haar aan toe te geven tijdens de genitale omhelzing. Zij merkte dat zij, als het gevoel steeg, haar adem inhield en krampachtig werd. Ze was bang geluid te maken, dat zou waanzin zijn. Ik hield haar hoofd terug en moedigde haar aan zich aan haar lichaam over te geven. Zij worstelde een ogenblik als iemand die verdrinkt, maar tenslotte haalde zij diep adem en de reflex verscheen. Zij voelde zich dadelijk zeer ontspannen, de paniek verdween uit haar gezicht en zij was stralend en zacht. Ik ontspande en zuchtte een diepe zucht. De therapie had tot dusver 90 bitter bevochten uren geduurd. Deze toestand duurde twee dagen, gedurende welke zij zich vol leven voelde, gezond, vrij van angst en vervuld van vertrouwen. Plotseling echter kwam haar vorige toestand terug.’ Vanaf dat tijdstip was er geen enkele verbetering meer, en het tevoren bereikte werd zelfs niet meer benaderd. De situatie verergerde en eindigde met bittere scènes waarin de patiënt, vergezeld door haar echtgenoot, haar geld terug kwam eisen en Dr. Baker verweet dat zij vol vertrouwen, op advies van haar arts, naar hem was toegekomen in zijn kwaliteit als bekend psychiater, en dat hij in plaats van psychoanalyse met orgone-therapie op haar geëxperimenteerd had. Een verwijt dat, naar Dr. Baker zelf toegeeft, gerechtvaardigd was: ook volgens Reich's criteria was zij ongeschikt voor vegetotherapie en hij had dit moeten inzien. Zo er op de therapie een verdenking rust dat de patiënten door de therapeut erotisch gestimuleerd werden, dan lijkt die hier bovendien gerechtvaardigd, en Dr. Baker's gedetailleerde communicatie maakt de indruk mede geïnspireerd te zijn door een zeker schuldgevoel. De therapie, op zoek naar een eigen methodiek, slaat opmerkelijke wegen in, die soms aansluiten bij Groddeck, Freuds discipel en voorloper der psycho-somatiek: iemand met een vergrote epididymis (gedeelte van de testikel) wordt aanbevolen te masturberen en geneest; andere herinneringen aan ‘dia- | |
[pagina 47]
| |
netics’: een patiënt beleeft in een panische scène zijn besnijdenis. De afwezigheid van een vastomlijnde methode om ‘genitaliteit’ te bereiken leidt tot verrassende experimenten in het kader der vegetotherapie. Dr. James A. Willie, consulterend neuroloog en psychiater aan het universitair ziekenhuis van Oklahoma City, construeerde een levensgrote mannelijke ledepop, die hij in zijn behandelkamer plaatste. ‘Iedereen schrok ervan, ook ikzelf,’ schrijft hij. Ernstiger gestoorde patiënten schrokken overeenkomstig harder, en werden aangemoedigd hun woede op de pop te koelen. De meeste case-histories rapporteren verbetering; genezing is zeldzamer - een resultaat niet zeer verschillend van klassieke psychoanalyse. | |
Gevolgtrekkingen: de terreur der gepantserdenBij het ontwikkelen van de vegetotherapie stond Reich een ideaal voor ogen: de ongepantserde mens, waarover men zich door zijn verschillende publikaties een beeld kan vormen. De ongepantserden, die in deze wereld tot een minderheid schijnen te behoren, zijn herkenbaar aan hun vermogen tot totale concentratie, zowel op ‘werk, een conversatie, als een genitale omhelzing, en een gevoel van zekerheid betreffende wat men doet en wat men is. Vermogen en gevoel voor contact, met zichzelf zowel als anderen, in staat zijn tot het ontvangen van indrukken... Afwezigheid van angst als er geen gevaar is, de capaciteit zelfs in gevaarlijke situaties rationeel te handelen, de moed om zich in een gevaarlijke situatie te begeven als daar een redelijk motief voor is. Een diep en durend gevoel van welzijn en sterkte.’ Op fysiek terrein onderscheidt zo iemand zich in de eerste plaats doordat ‘hij geregelde (met een van individu tot individu variërende frequentie) orgasmen heeft, welke gepaard gaan met algeheel verlies van bewustzijn en onwillekeurige samentrekkingen van het gehele spierstelsel. Het lichaam heeft veerkracht, houdt zich recht overeind, beweegt zonder krampachtig- | |
[pagina 48]
| |
heid of schokken, de huid is warm, rozig van kleur, de spieren zijn in staat tot expansie en contractie zonder chronisch gespannen of slap te zijn’, en tenslotte is er ‘een wijd en mobiel orgoneveld rond het gehele organisme’. Op het laatste kenmerk na is dit een aanvaardbare definitie van evenwichtigheid, en nogal eenvoudig samen te vatten als: een gezonde geest in een gezond lichaam. Uitgaande van dit ideaal maakte Reich een aantal morele en sociale gevolgtrekkingen, die betrekkelijk los staan van de orgone-theorie, en teruggaan op Reich's uitgangspunt van de twintiger jaren, dat de psychoanalyse niet volstaan kon te trachten individuele geesteszieken te genezen, en tegelijkertijd neutraal te blijven tegenover de samenleving die deze geesteszieken voortbracht. Reich's wereldbeeld is direct, en aan ontologie besteedt hij weinig tijd: ‘de ongepantserde mens zoekt naar geen betekenis of opzet achter zijn bestaan, om de eenvoudige reden dat hij vrij en spontaan functioneert, zonder enigerlei “Gij zult”, maar betekenisvol en doelbewust’. De wereld vergelijkt hij met een kooi of val, waarbinnen de mens gevangen is zoals binnen zijn pantsering: ‘De levende wezens in de val ontwikkelen gecompliceerde technieken om het leven gaande te houden op een bedrukt en benauwd niveau, teneinde hun nakomelingschap aan het leven in de val aan te passen. Er is niet genoeg ruimte in de val voor verreikende gedachten of handelingen. Iedere beweging is aan alle kanten beperkt. Deze toestand heeft op den duur een kreupelmakende uitwerking op het leven zelf gehad. Het gevoel voor een vervuld, onbelemmerd leven is de wezens in de val vreemd geworden. Er is alleen een begraven verlangen naar geluk gebleven, een overgeleverde herinnering aan een gelukkig bestaan voordat de val dichtklapte. Maar verlangen en herinnering worden uit het praktische leven geweerd. Daardoor groeide een haat tegen het leven uit deze benauwenis.’ Wat zich afspeelt op individuele schaal heeft zijn weerklank | |
[pagina 49]
| |
op een collectief niveau; dat wat Reich noemt ‘the emotional plague’: de overdracht van pantsering van ouder op kind, die tot gevolg heeft dat grote massa's mensen allang tevreden zijn te doen wat hun gezegd wordt, als een sterke persoonlijkheid hun maar vertelt wat ze doen moeten. ‘De verdringing van destructieve impulsen veroorzaakt een behoefte tot lijden, en een neiging tot zelfvernedering, tot blinde gehoorzaamheid, infantiele afhankelijkheid en geestelijke en fysieke zelfmoord. Dit alles is een gevolg van een oorspronkelijk sociaal gewortelde vrees voor libidineuze bevrediging, die tenslotte psychisch en fysisch in het organisme verankerd raakt.’ De mensen zijn onder deze omstandigheden niet in staat de samenleving te veranderen. Plotselinge vrijheid zou geen ander gevolg hebben dan chaos en de stuurloze mensen hulpeloos doen zoeken naar autoriteit, onverschillig waar deze vandaan kwam. ‘Het is niet de pantsering zelf die het mensdier ervan weerhoudt de vrijheid, het geluk en de voorspoed waarnaar hij streeft te bereiken, maar het is deze dreigende chaos, deze algehele desoriëntatie van zijn wezen, sociaal en individueel, die achter een diepgaande ingreep in de samenleving dreigt; het is de paniek tegenover veranderingen in onze bestaanswijze.’ Ook al blijft Reich vaag over de organisatie of disorganisatie die hij beoogt (een soort spanningloze, zelf-regulerende anarchie, die hij ‘work-democracy’ noemt), hij heeft een duidelijker beeld van de manier om op de goede weg te raken. Het is te laat om van de gepantserde volwassenen een veranderde samenleving te vergen. Men dient jong te beginnen; Reich legt de nadruk op de stelling dat onderdrukking en verdringing van een liefdesleven voor kinderen en adolescenten de ‘bio-energie’ (lees: het emotioneel evenwicht) in alle lagen der samenleving beschadigen en hen onafwendbaar op emotioneel gebied tot slaven reduceren. Deze hervorming begint bij het embryo; pijnloze geboorte, warmte, affectie en borstvoeding. Lang voordat dit principe | |
[pagina 50]
| |
door de pediatrie aanvaard werd, maakte Reich de opmerking dat baby's zelf-regulerend zijn. Geen starre voedingtijd-schema's; masturbatie voor baby's dient toegelaten te worden in plaats van onderdrukt, evenals heteroseksueel spel voor jonge kinderen. ‘Onze mechanistisch-mystieke civilisatie is stervend omdat zij op gedetailleerde wijze de eindeloze variaties waarop de hand van een zuigeling een grijpbeweging maakt, verfilmd en in schema's ondergebracht heeft,Ga naar voetnoot1 maar blind bleef voor de bio-seksualiteit van het levende wezen: kind, en voor dit universele feit niets dan haat over heeft...’ Reich ziet, in het algemeen, het voorkómen van pantsering van het kind als de voornaamste taak der mentale hygiëne. Kinderen op deze wijze grootgebracht zouden vanzelf een eigen bestaanswijze vinden en een geschikte vorm voor de samenleving ontwikkelen. Adolescent liefdesleven, hevig en diepgevoeld in dit stadium van het leven, zou van ganser harte aangemoedigd moeten worden. Ieder individu heeft, in ieder stadium van zijn bestaan, in feite recht op een geslachtsleven overeenkomstig zijn of haar behoefte, zolang als deze niet in conflict komt met anderen. Dit betekent de noodzaak voor een behoorlijke huisvesting, die allen, en vooral adolescenten, de noodzakelijke afzondering kan verschaffen om seksuele liefde te beleven. Reich en zijn medewerkers maakten een studie van de conditie der teenagers op dit gebied, en publiceerden indrukwekkend materiaal, waaronder de behandeling van ongehuwde moeders voor de New-Yorkse rechtbanken voor minderjarigen, wier baby's ondergebracht werden in ziekenhuizen en langzaam apathisch werden, terwijl de moeders een jaar in een door nonnen beheerde inrichting doorbrachten. Onze samenleving, schrijft Reich, gaat zeer ver in haar veroordeling van iedere uitdrukking van liefde die niet in het gebruikelijke schema van huwelijk en familie past, zij is mee- | |
[pagina 51]
| |
dogenloos en ontziet geen middelen om te verpletteren wat op dit terrein niet conform is. De afgrond tussen de behoeften van adolescenten en de wijze, waarop de samenleving deze behoeften behandelt, viel hem in het bijzonder op in de vs, waar hij vond dat de mensen gebombardeerd werden met seksuele stimuli, terwijl de daarmee aangewakkerde behoefte gemobiliseerd werd voor mercantiele doeleinden, zoals het kopen van materiële voorwerpen of status-symbolen. Een leraar van een New-Yorkse middelbare school, volgeling van Reich, gaf een ontmoedigend beeld van de leerlingen in zijn school, naar reichiaanse maatstaven: ‘Als seksuele behoefte al ooit ter sprake komt, is het in termen van hoe deze in banen te leiden, aan te passen, af te reageren - nooit hoe haar te vervullen’. Hij beschrijft drie soorten leraren in zijn school: de autoritaire, totaal gepantserde, star in wezen en verschijning; de cultuurproseliet, die de leerlingen helpt hun ‘dierlijke driften’ te overwinnen door sublimatie in de kunst; en de vooruitstrevende, die alle kwaad en ellende aan het economische systeem wijt, en zo in de politiek verdiept is dat de sociale en seksuele misère die zich onder zijn neus afspeelt, hem ontgaat. Reich schreef: ‘Het is mogelijk om uit de val te ontsnappen. Maar om uit een gevangenis te breken, is het nodig eerst toe te geven dat men er in zit. De gevangenis is de menselijke emotie- en karakterstructuur. Het heeft weinig zin om denksystemen over de aard van de val te ontwikkelen, als de enige manier om er uit te komen is de val te onderkennen en de deur te vinden. Al het andere is volslagen nutteloos: psalmen te zingen over het lijden in de val; gedichten te schrijven over de schoonheid van het leven buiten de val, gezien van binnen de val; een leven buiten de val te beloven na de dood; of een Übermensch bij elkaar te dromen, die zo anders zou zijn dan de mens in de val... De allereerste taak is, de uitweg uit de val te vinden.’ | |
[pagina 52]
| |
Gevolgtrekkingen (bis): pijnloze bevallingenDe ontwikkeling van een ongepantserde mensheid begon bij het embryo, en daar het foetus deel uitmaakt van het organisme van de moeder, was de eerste stap een voortdurende zorg en controle van de aanstaande moeder gedurende haar zwangerschap. De gevoelens van de moeder jegens het ongeboren kind werden geanalyseerd, daar deze een rol konden spelen bij de ontwikkeling van het foetus en de bevalling. Reich vestigde de aandacht op de noodzaak dat de toekomstige moeder niet bang en onder de indruk zou raken van de ziekenhuisatmosfeer, en de vrees voor de bevalling werd door hem in verband gebracht met orgasmevrees - een onderbewuste angst, uiteen te scheuren. Frisse lucht en lichaamsbeweging hielpen mee de parturiënte zich volledig te ontspannen vóór de bevalling, maar de hoofdzaak hierbij was uiteraard een totale afwezigheid van pantsering, die een pijnloze bevalling waarborgde. De geboorte behoorde een aangename belevenis te zijn, ‘de borst rijst en daalt regelmatig, de pelvis naar voren in een beweging die herinnert aan seksuele overgave, gedempte zuchten komen uit de half geopende mond. De huid is rose en de ogen staan helder.’ Bevallingen onder deze omstandigheden schijnen onder Reich's toezicht plaats gehad te hebben, en herinneren aan de later ontwikkelde en thans tamelijk verbreide technieken voor pijnloze bevalling, op de verschillende orgonotische en vegetotherapeutische behandelingen na. Deze bestonden uit verblijf in de accumulator, ‘losmaken’ van eventuele gepantserde spieren, voldoende orgasmen; zonder deze laatste ‘trekt de pelvis zich samen door de opgehoopte energie, en de uterus vernauwt zich’. De coïtus werd aangemoedigd tot aan het eind van de zwangerschap. | |
[pagina 53]
| |
Gevolgtrekkingen (ter): een orgonotisch centrum voor zuigelingenonderzoekReich gaf eveneens expliciet advies over de behandeling van zuigelingen vanaf de eerste minuut van hun leven; hij verdedigde de opvatting dat de baby fysiek contact met het lichaam van de moeder nodig had, en was gekant tegen het onderbrengen van de zuigelingen in een aparte nursery in de eerste weken. Hij was van oordeel dat met het baden van de nieuw-geborene gewacht kon worden tot de moeder dit zelf kon doen, daar zij gevoeliger en beter zou reageren op schrik of angst van het kind. Religieuze praktijken als de besnijdenis dienden alleen beoordeeld te worden van het standpunt of het de kinderen goed of kwaad deed, en niet of het ‘goede oude gewoonten’ waren, en hij was om die redenen geen voorstander van besnijdenis, evenmin als van het toedienen van een klap op het zitvlak van de pasgeboren baby, of het druppelen van zilvernitraat in de ogen. Het zogen beschrijft hij als een ‘intense orgonotische belevenis’, die door zowel moeder als kind erotisch ervaren werd. Een begin werd gemaakt met het stichten van een soort kliniek, waarin een poging gedaan zou worden zuigelingen en kleine kinderen op deze grondslag groot te brengen. De ouders zouden streng geselecteerd worden op afwezigheid van pantsering, verdrongen hostiliteit of andere ongewenste neurotische verschijnselen. Er was uiteraard geen enkele discriminatie tegen ongehuwde moeders, maar wel werden volwassenen die enigerlei bezwaar hadden tegen genitale en seksuele contacten tussen kleine kinderen geweerd. Het is niet duidelijk of deze kliniek ooit op enige schaal gefunctioneerd heeft. Reich begon in deze periode meer en meer onevenwichtig te worden, zich te verliezen in ontelbare obsessieve activiteiten, terwijl hij tevens een deel van zijn aanhang begon kwijt te raken. Het was het begin van het einde. | |
[pagina 54]
| |
ORANUR, DOR, CORE, OROP, MELANOR en FBIOp maandagochtend 24 maart 1952 voelde Reich zich niet wel. Zijn blik viel op de granietplaten waar zijn open haard van gemaakt was, en hij stelde vast dat verschillende ervan een zwarte kleur hadden aangenomen. Zijn duizeligheid en misselijkheid namen toe en Reich zocht de frisse lucht op. Hij voelde zich alsof ‘de levenssappen uit hem weglekten’; op waarnemers rondom hem maakte hij de indruk alsof hij ‘doorschijnend geworden was’ en alsof er een mist om hem heen hing. Zijn gelaat was verhit en pafferig, zijn handen rood; hij zag er oud uit en maakte een kleinere indruk dan gewoonlijk. Het laboratorium, door hem waargenomen door het omringende geboomte, was paars en mistig, als gevolg van ‘iets’ dat tussen de boomtakken hing. Niet lang daarna openbaarden zich dezelfde verschijnselen aan de meeste andere onderzoekers, en het werk moest worden stilgelegd. Bijna alle gebouwen werden verlaten. Aanvankelijk werden deze onverklaarbare symptomen geweten aan het oranur-project. oranur is een afkorting van orgone against nuclear Radiation. Reich was namelijk begonnen aan een onderzoek om vast te stellen of orgone de uitwerking van radioactieve straling tegenwerkte, waartoe hij de een of andere bron van kernstraling, waarschijnlijk een radioactief isotoop, gebruikte. De uitgangshypothese was de versterkende invloed op bloed en weefsel door verblijf in de accumulator. Het is in deze periode dat Reich's publikaties steeds meer gewag maken van Geigertellers en vol komen te staan met woorden samengesteld uit beginletters. Op de 17e april wordt de spanning in Orgonon opnieuw ondragelijk. Reich stapt in zijn auto, rijdt een dertigtal kilometers, en voelt zich verlicht. Niettemin was hij verplicht van tijd tot tijd uit te stappen om verse lucht te krijgen. Reich maakte de balans op: er was kennelijk een onbekende kracht werkzaam die de rotsen rond Orgonon zwart maakte, bomen deed verdor- | |
[pagina 55]
| |
ren, muizen doodde (laboratoriumdieren stierven op een dag ‘bij honderden’) en zuurstof en vocht opslorpte. In eerste hypothese werden de kernexplosies in de Verenigde Staten verantwoordelijk gesteld voor wat toen nog de oranur-noodtoestand werd genoemd. Er werd besloten de stralingsbron van 3 mg ‘nr’ te begraven in een 20 km verderop gelegen grindput, ver van het gebied van or-concentratie dat het veroorzaakt had; kort daarop stelde Reich vast dat het oranur-veld zich in negen dagen in zuidelijke richting verplaatst had. Maar een nieuwe hypothese rijpte intussen in Reich's brein: het verschijnsel kwam van buitenaf. Hoe Reich het verifieerde is niet duidelijk, maar de hypothese werd door hem juist bevonden: een nieuwe energievorm was bezig de dampkring binnen te dringen. Het was dor - dodelijke orgone-energie. Gedurende de periode van 21 maart tot september van dat jaar werden zware dor-formaties, die over Orgonon dreven, door Reich waargenomen en bestudeerd. Hun aanwezigheid wordt verraden door stilte en zwartheid van het landschap, het verdwijnen van de glans en fonkeling uit het licht dat op de getroffen gebieden valt, (in tegenstelling tot het onaangedane landschap, dat helder blijft), het constateren van bio-energetische stoornissen in menselijke wezens, en onverklaarbare storingen in het functioneren van Geigertellers: sluiering, verzadiging en weigering. De tegelijkertijd waargenomen meteorologische verschijnselen (orkanen, wervelstormen, enz.) werden Reich duidelijk als randstoringen tussen or- en dor-energie, waar de eerste de laatste tracht te omkapselen en te verdrijven. Achteraf werd vastgesteld dat op de 21ste maart een tornado het Midden Westen geteisterd had. De samenhang sprong in het oog. Reich constateerde weldra dat dor-wolken grote stukken aardbol onveilig maakten; hij vestigde de aandacht op de zwartwordende rotsen en het optreden van ‘woestijnvorming’, en herinnerde zich in het aangezicht van deze noodtoe- | |
[pagina 56]
| |
stand dat hij jaren geleden, in 1940, eens toevalligerwijze (welk toeval hierbij een rol speelt is niet te zeggen) een aantal metalen buizen op de waterspiegel van een meer had gericht, en dat het scheen dat de golfvorming op de bestreken plek er door werd beïnvloed. Toen laat in april de gevolgen van de dor ondraaglijk werden, richtte Reich enkele van zulke metalen pijpen, 3½ meter lang en 4 cm dik, op de dor-formaties boven hem. De benedenste uiteinden van de pijpen stonden in verbinding met het water van een diepe put door middel van bx-buizen. De zwarte dor-wolken begonnen te slinken! Spoedig daarop volgde de ontdekking, dat de wind opstak als de pijpen op een bepaalde manier bewogen worden. Weldra paste Reich zijn ontdekking toe op regenwolken, stormen en orkanen. Een begin was gemaakt met wat Reich voortaan ‘wolkenvernieling’ zou noemen. Van dit ogenblik af was Reich's voornaamste bezigheid het bestrijden van dor en wolkenvernieling. Het Orgone Energy Bulletin kreeg in oktober '52 de ondertitel ‘core’ (Cosmic Orgone Engineering) en in 1953 werd de publikatie geheel vervangen door een nieuw tijdschrift, voornamelijk gewijd aan atmosferische kwesties, en waarin men lange artikelen kan vinden die het vormen en vernielen van wolken tot onderwerp hebben. Het principe van Reich's vinding was dat de dor-energie afgeleid kan worden in water (putten, meren, e.d.) door middel van de ‘wolkenvernieler’. Het was een indrukwekkend apparaat, samengesteld uit metalen buizen en holle geleiders, in positie op het achterstuk van een zware vrachtwagen. In tegenstelling met wat het uiterlijk van de apparatuur suggereert, zag Reich haar functie niet als aanblazen, maar als wegzuigen. Teneinde regen te maken, diende men de buizen te richten op een wolkenloze plek in de hemel. ‘Hoe meer bewolking in de lucht aanwezig is, hoe gemakkelijker het is de bewolking te doen toenemen en tenslotte regen te veroorzaken’, | |
[pagina 57]
| |
schrijft Reich, en laat na deze raadgeving een waarschuwend geluid horen: men dient het procédé niet te lang voort te zetten, wil men geen wolkbreuk of orkaan veroorzaken. Nadat hij een aantal malen met succes regen gemaakt had, of, daarentegen, voorkomen (o.a. voor een plaatselijk kinderfeest) begon Reich zijn diensten aan de regering der vs aan te bieden, want het procédé, dat inmiddels de naam orop (Orgone Operations) had ontvangen, was in staat om het weer te beïnvloeden tot op een afstand van 800 km. Hij begon zich zelfs af te vragen of de ‘grote kosmische stromen’ niet technologisch en doelmatig gebruikt konden worden. Maar hoewel hij het ondernam een einde te maken aan een hevige hittegolf, teneinde verlichting te brengen aan zuigelingen die te lijden hadden van dor in de grote steden (het project ‘orop infant’) raakten de weerstations niet onder de indruk, evenmin toen Reich er in slaagde de koers van wervelstorm ‘Edna’ te verleggen en bij de kust van New England weg te werken, de zee in. Toen hij inzag dat hij op hulp van officiële zijde niet behoefde te rekenen, ondernam Reich geheel alleen en zonder regeringshulp zijn grote expeditie, van Rangeley in Maine naar Tucson in Arizona, in oktober '55, onder de titel orop Desert. Een karavaan, bestaande uit een personenwagen waarin Reich, zijn dochter Dr. Eva Reich die het logboek bijhield, en enkele medewerkers, gevolgd door een vrachtauto met wolkenvernieler, waarachter twee station-wagons met materiaal, aan-vaardde op 18 oktober de 5000 km lange tocht, die een tweede, minder hemelbestormend doel had, nl. het brengen van een bezoek aan Dr. Elsworth Baker in ‘Little Orgonon’ bij Tucson. Het hoofddoel van de expeditie echter was het dierlijk en plantaardig leven op de planeet aarde te behoeden voor vernietiging door dor. Het voortschrijdend proces van woestijnvorming in de vs noemde Reich ‘the Planetary Valley Forge’. Gedurende de tocht viel het de leden van de expeditie op | |
[pagina 58]
| |
hoe zware concentraties dor boven de steden hingen, soms zonder onderbreking als de steden dicht bij elkaar lagen. Toen zij Washington naderden, echter, nam de dor af en twee dagen lang bleef de hemel schoon. Reich had de indruk ‘dat iemand daar aan het wolkenvemielen was’. In New Mexico werden de woestijnachtige condities erger. Bij het proefterrein in White Sands, nabij Alamagordo, ontwaarde Reich enkele bijzonder gehavende rotsen, en riep uit dat dor hier het stadium bereikt had waar het de rotsen aanvrat. Eindelijk bereikten de onderzoekers Tucson. Tijdens zijn verblijf in Arizona maakte Reich niet alleen gebruik van de wolkenvemieler, maar ook trachtte hij de zwarte stof, die dor op de rotsen vormde, te verzamelen in open schalen. Dit gelukte. Hij noemde het melanor (zwarte orgasme-energie) en onderkende het als de oorzaak voor de droogte der woestijn. Voor verdere proefnemingen liet Reich een hoeveelheid ‘pre-atomisch materiaal’, genaamd orur (een samenstelling van Orgone en Uranium?) uit Orgonon komen. Het werd door Dr. Silvert per vliegtuig gebracht, aan een kabel dertig meter achter het vliegtuig, en de aankomst van het geheimzinnige materiaal in Tucson onder zulke dramatische omstandigheden veroorzaakte grote opschudding. Het feit dat de aankomst beschreven werd voor de radio en op de televisie, maakte het er niet beter op. Tien dagen later verscheen een inspecteur van de Food and Drugs-administratie, Holliday, op Little Orgonon, en verklaarde aan een van Reich's assistenten dat hij ‘alles wenste te inspecteren’. Het groepje onderzoekers ontving hem met intense achterdocht. Na een kort onderhoud was Reich overtuigd te doen te hebben met iemand die werkte voor een ‘uitstekend georganiseerd spionage-net’; de politieman die Holliday begeleidt, wordt in vertrouwen gewaarschuwd dat Holliday een spion is. Reich schrijft: ‘Het was voornamelijk hun impertinente nieuwsgierigheid die ons steeds meer de indruk gaf dat deze mensen onmogelijk | |
[pagina 59]
| |
bona fide Amerikaanse belangen vertegenwoordigen konden. Het waren zieke individuen, industriële spionnen of andere politieke hig.Ga naar voetnoot1 Tegelijkertijd waren zij er kennelijk op uit om de Ontdekker van de Levensenergie te vernietigen, en tevens zijn procédé te stelen om kernenergie onschadelijk te maken... Ik herinner er aan, dat in juli 1952 al pogingen waren gedaan om Orgonon binnen te dringen, toen Kenyon, in gezelschap van een scheikundige en een natuurkundige, op onwettige wijze door de omheining en de opschriften verboden toegang was heengedrongen. Hij wilde alles weten over oranur. Dat was in juli 1952, slechts enkele maanden nadat Panyushkin, de terrorist van de gpu, zich in Washington vestigde na zijn terugkeer uit Moskou; slechts drie maanden eerder, in april '52, had zich de ernstige dor-noodtoestand voorgedaan in Orgonon. Ook was dat slechts twee maanden nadat de wolkenvernieler uitgevonden was. Bijzonder toevallig allemaal, nietwaar, vooral tesamen met de nieuwsgierigheid in Arizona kort na het transport van orur van Maine naar Arizona?’ Nadat Reich, met behulp van de wolkenvernieler, enkele stukke dorre woestijn in vruchtbaar bouwland had veranderd, keerde hij naar Orgonon terug en peinsde verder over de implicaties van de plotselinge verschijning van dor op de planeet aarde. Het breidde zich op beangstigende wijze uit. In Londen, midden op de dag, was er een plotselinge ‘freak black-out’, toen voor een paar uur de dag in de nacht veranderde en de mensen op straat neerknielden, overtuigd dat de dag des oordeels was aangebroken. Pestilentiën verspreidden zich onder de wilde dieren: rendieren stierven in groten getale in de Canadese provincie Nova Scotia, terwijl bevers en muskusratten bij honderden crepeerden in het gebied van de Grote Meren. Hij noteerde dat het aantal honden, die mensen beten, in de Verenigde Staten verdacht was opgelopen sinds de komst van dor in 1952. Ook menselijke wezens begonnen de gevolgen | |
[pagina 60]
| |
te voelen: algemene vermoeidheid, geestelijke uitputting, haatuitbarstingen tegen hun omgeving. Reich en zijn volgelingen hadden gevoelens van onpasselijkheid; de ademhaling was bemoeilijkt, men had dorst - en met reden, want de dor slurpte alle zuurstof en vocht uit de lucht weg. Veler ontlasting werd zwart, als gevolg van de door het lichaam opgenomen en weer uitgestoten melanor. Andere verschijnselen waren gloeiende stromingen door het lijf, diarrhoea, gezwollen klieren en, op het gebied van de geest, psychische versuffing. Dat gevangenisopstanden regel werden was geen wonder, door het versterkte effect van de dor op de gevangenen in hun metalen kooien. Er was iets ‘niet in orde met de regen’; planten stierven, en tenslotte werd het duidelijk dat de uitwerking van dor niet beperkt was tot mensen, dieren en planten, en tot het veroorzaken van stormen en moorden, maar dat ook overstromingen en andere natuurrampen, en de internationale spanning aan dor toegeschreven moesten worden. Een van Reich's volgelingen, de cartoonist William Steig, verzamelde zelfs maandenlang alle krantenkoppen die op geweld betrekking hadden als bewijsmateriaal. In diezelfde periode arriveerden twee nieuwe boeken (tussen vele andere) op Orgonon, en Reich las ze: The Flying Saucers Have Landed, door Leslie en Adamski, en majoor Keyhoe's Flying Saucers from Outer Space. Diep onder de indruk van deze publikaties sloeg hij weldra zelf zonder verbazing het gedoe van de vliegende schotels gade vanaf het balkon van zijn woning. Het laboratorium wordt uitgebreid met een observatorium, en daar ontdekt Reich op een vollemaansnacht in juli 1953 door zijn sterrekijker dat de bergkammen in het centrale gedeelte van de maan een toenemende zwarting vertonen. Op slag werd hem alles duidelijk... melanor was van kosmische oorsprong! Reich schrijft dat hij aan de mogelijkheid van leven op andere planeten nooit heeft getwijfeld, en de beschrijvingen in de vliegende-schotelliteratuur ‘lieten mij niet in onzekerheid | |
[pagina 61]
| |
omtrent de soort energie die in deze ruimteschepen gebruikt wordt. Alle functies die tot dusver genoemd zijn wijzen op de bekende eigenschappen van de kosmische oer-energie’. De bestuurders van de ruimteschepen zijn dus wezens die vertrouwd zijn met Cosmic Orgone Energy, kosmische orgasme-energie, en de ruimtewezens worden vanaf dit ogenblik aangeduid als core-men. De core-men zijn verstoord over de gevolgen van de kernexplosies die de mensen op de aarde veroorzaakt hebben, en die, zoals bekend, de or-energie uit haar evenwicht brengen. Vandaar de grote hoeveelheden dor. Tegelijkertijd uit Reich in zijn publikaties de veronderstelling, dat de dor-wolken een afvalprodukt zijn van de op or lopende motoren der ruimteschepen, een soort uitlaatgas dus. Zonder zich van de minste tegenstrijdigheid bewust te zijn gaat Reich verder voort te bouwen op de veronderstelling dat de core-men gekomen zijn om ons tot het staken van de dor-veroorzakende kernexplosies te dwingen. De manier waarop zij ons trachten te dwingen is verrassend: door grote hoeveelheden dor op ons los te laten. Maar het merkwaardigste komt nog: de core-men, die alles afweten van Orgone-functies, zijn dus zonder twijfel ongepantserd. Agressiviteit is hun dus vreemd, en zij zijn gekomen om de mensen te helpen, hun de weg te wijzen naar ‘gezondheid en verstandig leven’. En dus is dor een soort vaccin, een immunisatie waar de wereld nu eenmaal doorheen moet. Voor Reich hebben deze constructies de fascinatie van een volkomen logisch systeem, waar geen speld tussen te krijgen is. Met emotie - Reich was een knap stylist - beschrijft hij zijn ontdekkingen; waar hij ook op stuit, hij ziet er zijn theorieën alleen nog maar duidelijker door bevestigd. Karakteristiek voor de paranoiale schizofreen ziet hij niet mis te duiden aanwijzingen in allerlei toevalligheden. Dat niet iedereen onder de bekoring komt van de koele schoonheid van zijn weergaloos wetenschappelijk bouwwerk | |
[pagina 62]
| |
is hem meer dan een raadsel: hij aanvaardt het niet. Er moet een verborgen reden zijn voor de afwijzende houding van alle geleerden en wetenschappelijke instellingen die hij bombardeert met brieven. Het kan niet anders of het zijn verraders en spionnen, in dienst van de nazi's, de sowjets, en gewetenloze farmaceutische ondernemingen, die hun dodende medicijnen (‘killer drugs’) over de wereld trachten te verspreiden. De ontknoping komt onverwachts: men veroordeelt deze aan paranoia lijdende man tot twee jaar gevangenisstraf. Hij overleeft het niet. | |
Het eindeWat waren de achtergronden van Reich's gevangenneming? Met de toenemende belangstelling voor Reich's theorieën in intellectuele en artistieke kringen in de V.S., was een serie aanvallen in de pers en zelfs incidentele gerechtelijke vervolgingen gepaard gegaan. Deze aanvallen vonden een vruchtbare voedingsbodem in de omstandigheid dat het publiek weinig aanmoediging nodig had om de nadruk, die in Reich's leer op de seksualiteit wordt gelegd, te interpreteren als een goedkeuring van seksuele anarchie, zoals ook het lot geweest is van de theorieën van Freud. Onder de invloed van deze perscampagne werden de orgone-cellen weldra vereenzelvigd met zondige kamertjes van verboden genietingen, en Reich's volgelingen werden beschuldigd van het in praktijk brengen van vrije liefde en het houden van erotische feesten. De bedoelde kranteartikelen exploiteerden bovendien met succes de diepgewortelde achterdocht van de burgermaatschappij tegen artiestenkolonies en a-sociale minderheden. ‘Op de Universiteit... werd Billie ingewijd in de avant-garde wereld van Rimbaud en Wilhelm Reich...’ is een typerend citaat uit een kort verhaal in het mei-juni nummer van Partisan Review in 1952. De kunstenaarskolonie die zich rondom de woonplaats van Henry Miller, in Carmel, Califonië, gevormd | |
[pagina 63]
| |
had, verwierf zich de duurzame reputatie het exercitieterrein te zijn van ‘Een Nieuwe Cultus van Sex en Anarchie’ (titel van een sensatieartikel van Mildred Edy Brady in een groot Amerikaans maandblad). Tot in publikaties als Freud, His Life and His Mind, van Helen Walker Puner, vindt men bij het onderwerp-Reich passages als: ‘Geen lopende band of archiefkast ter wereld is in staat de orgiastisch potente jongelieden vast te houden en hen te bedelven in neurotische onderwerping. Hun wereld is die der artistieke creatie - een reichiaanse wereld zoals er reeds in feite een opgebloeid is in Carmel, Californië, waar een jonge, orgiastisch potente intelligentsia in spijkerbroeken onbegrijpelijke poëzie, ceramiek, en aan draadjes geregen glasscherven produceert in de adempauzes tussen bijeenkomsten waarin zij de wereld hun orgiastische rechten bewijzen.’ Onder de kwade trouw van zijn vijanden begon Reich zich minder en minder veilig te voelen; hij zag hun slinkse methoden als een tegen hem persoonlijk gerichte kwaadaardigheid. Steeds meer ruimte wijdt hij in zijn tijdschrift aan het beantwoorden en weerleggen van zulke aanvallen; zijn tegenstanders noemde hij Modju, een Indianenwoord, dat letterlijk ‘onzichtbaar’ betekent, en een uiterst klein, maar venijnig stekend insekt aanduidt. Reich uit meermalen de beschuldiging dat vele Modju's beloond werden met goud van Moskou. Volgens hem waren de artikelen van Mildred Edy Brady, die Reich's ondergang gezworen scheen te hebben, ‘duidelijk lasterlijk,... geschreven door een publieke domoor... voornamelijk in opdracht van een zekere politieke partij welker grondprincipe bestaat uit smaad en laster; zij publiceerde in de New Republic, toen onder redactie van Henry Wallace, over wiens politieke sympathieën Amerika niet langer in het onzekere verkeert.’ Nog een ‘kennelijk boosaardige aanval’ was ‘een toename van geruchtenfabrikatie in kringen van het Psychological Institute, volgens welke Wilhelm Reich geestesziek is, dat zijn | |
[pagina 64]
| |
Orgone-theorie het duidelijkste bewijs is van zijn geestesziekte, dat hij in een gesticht is opgesloten, en andere geruchten van deze strekking’. Voorts was er een rapport in een openbare lezing in Oslo, door een neuropsychiater, dat Reich ‘in de vs als een geesteszieke beschouwd wordt, en zijn orgone-therapie als een paranoiale delusie’. De officiële uitspraak van de Psychoanalytic Association luidde: ‘Tot en met de publikatie van Karakteranalyse werd Reich als een briljant psychiater beschouwd, die in de twintiger jaren in hoge mate heeft bijgedragen tot de psycho-analytische theorie en praktijk. Maar sindsdien heeft Reich de weg van gezond verstand en waardig gedrag verlaten.’ Het jachtseizoen was open. ‘Medische orgonomen’ en voorstanders van vegetotherapie, waar zij openbare functies bekleedden, werden de een na de ander ontslagen. Dat het bij dergelijke ontslagen niettemin soms vreemd toeging kan men opmaken uit het rapport van Dr. Elsworth Baker, hoofd van de gynaecologische afdeling van het New Jersey State Hospital in Marlboro, N.J., en Dr. Chester M. Raphael, intern geneesheer in dezelfde inrichting. Hun ontslag volgde nadat de directeur van dit ziekenhuis, vurig voorstander van shocktherapie, lobotomie en andere door de Reichianen verafschuwde technieken, gekozen werd tot president van de New Jersey Neuropsychiatric Association. Gedurende de conventie van de American Psychiatrie Association in Washington drong hij er op aan de orgone-therapie aan een nader onderzoek te onderwerpen. Niet lang daarna belegde hij een soort tribunaal in het hospitaal, en ondervroeg de twee doctoren als volgt: Vr.: ‘Ik heb The Function of the Orgasm gelezen. Ik wens thans niet nader op de theorie er van in te gaan. Waar ik meer over horen wil is de gevolgde technieken. Is het niet juist dat u de patiënten zich laat ontkleden en dat u daarna verschillende delen van hun lichaam “manipuleert”?’ | |
[pagina 65]
| |
Antw.: ‘Ik protesteer tegen wat u met deze vraag impliceert. Is het iets ongewoons dat de patiënt zich ontkleedt in de medische praktijk? Ik protesteer tegen het woord “manipuleren” in de zin waarin u het gebruikt.’ Vr.: ‘Dokter, wij twijfelen niet aan uw goede trouw. U wrijft spieren nietwaar?... Als de patiënt een stijve nek heeft, “manipuleert” u de nekspieren... Ik neem aan dat u hetzelfde zoudt doen voor symptomen in het gebied van de pelvis. Ik meen dat u zelfs dijspieren manipuleert.’ Enkele minuten later werden beiden ontslagen. De doctoren verklaarden: ‘Wij manipuleren geen genitalia, zoals een pornografische verbeelding sommigen schijnt te doen veronderstellen. En indien het nodig ware genitalia te manipuleren, dan zouden wij, als artsen en biologen, daarvoor niet de toestemming van enig genootschap afwachten. Het wordt tijd dat het medisch beroep de genitalia van het menselijk dier even ernstig gaat nemen als de blaas, de uterus, of de lever.’ Het werd duidelijk dat de een of andere openbare autoriteit spoedig middelen zou vinden om Reich's Orgone Institute op te ruimen. Een blik in de balans van de Wilhelm Reich Foundation zou voldoende zijn om iedereen te overtuigen van de populariteit van zijn therapie en het feit dat de verhuur en verkoop van orgone-accumulatoren hem geen windeieren legden. Hij had een observatorium kunnen doen bouwen voor $2.000, af gezien van meubilair, toerusting en instrumentarium, en van het graven van een put, het aanleggen van een weg, etc. Het laboratorium kostte alleen al $17.000. De Foundation bekostigde wetenschappelijke proefnemingen van doctoren die ter plaatse werkten, evenals hun levensonderhoud, kocht apparatuur aan als microscopen van $1000 per stuk, voor de studie van de oorzaken van kanker, droeg $1120 bij voor bijstand aan kinderen in Korea en India, spendeerde $15.000 aan publikaties - een totaal van $71.100 voor verschillende uitgaven van deze aard, en dit slechts over het jaar 1951. | |
[pagina 66]
| |
Irriterende maar ongevaarlijke aanvallen van Modju's begonnen plaats te maken voor de gevaarlijker ingrepen van ‘Hoodlums in Govemment’. De hig's vaardigden op 19 maart 1954 een bevel uit, op grond van de Pure Food and Drug Act, waarin het de Wilhelm Reich Foundation voor altijd verboden werd haar literatuur of haar ‘orgone-energie apparaten’, d.i. accumulatoren, te verbreiden of te verkopen. Reich negeerde dit verbod op grond van, zoals hij het uitdrukte: ‘de afwezigheid van competentie van zowel hof als regering in zaken van principiële natuurwetenschappen, en het bestaan in Amerika van een wijdvertakt komplot met het doel de ontdekking van de Levensenergie te verstikken om staatkundige en financiële redenen.’ De volgende stap was een actie tegen Dr. Reich en Dr. Michael Silvert wegens ongehoorzaamheid aan het hof. De zaak zou op de 1ste december 1955 voorkomen en Reich was van plan verstek te laten gaan: hij en zijn medewerkers waren ‘mannen der wetenschap en geneeskunst... bevreesd te verdwalen in het juridisch labyrint en tot moes gedrukt te worden’. Hij had een ‘Adres aan de Jury’ voorbereid dat zijn positie moest verdedigen, maar de zaak werd uitgesteld teneinde de aanklagers gelegenheid te geven aanvullend materiaal te verzamelen. Reich publiceerde daarop het adres met de volgende inleiding: ‘Het is met diep leedwezen en af keer dat een adres als dit voor een Amerikaanse Jury geschreven moest worden en voorbereid voor de berechting van de Ontdekker der Levensenergie op 1 december 1955. De berechting vond niet plaats: zij werd voorlopig uitgesteld. De hig's die deze schandalige zaak aanhangig hadden gemaakt waren nog doende “hun argumentatie waterdicht te maken” zoals zij het uitdrukten. Zij hadden echter geen argument, niet één. Dit “Adres aan de Jury” publiceren wij thans als een historisch document uit de tweede helft van de xxste eeuw, als een getuigenis van de situatie in de mentale pathologie.’ | |
[pagina 67]
| |
De hoofdzaak van het adres bestond uit het argument dat de injunctie zowel onwettig als onuitvoerbaar was (‘het is alsof mij was opgedragen mijn snijtanden binnen tien dagen te doen uitgroeien tot groene olifantsslagtanden - niets geeft beter weer in hoeverre ik in staat ben de wereld te verhinderen over kosmische orgone energie te denken, te spreken, te lezen, en te handelen’.) Reich spreekt door de gehele tekst over zichzelf als ‘de Ontdekker der Levensenergie ook genoemd de Primordiale Kosmische Energie’, en het is duidelijk dat hij de actie ziet als een tegen hem persoonlijk gericht komplot. Orgonon werd door Reich met kettingen van de bewoonde wereld afgesloten, auto's konden niet meer tot het terrein doordringen en zijn medewerkers werden bewapend met geweren. Contact vond alleen nog plaats per telefoon, terwijl Reich ‘de fbi en Central Intelligence Agency van dag tot dag op de hoogte hield over de samenzwering van de agenten der geneesmiddelenindustrie tegen de Ontdekker der Levensenergie’. De veroordeling in 1956 doet Reich's nachtmerrie in vervulling gaan. Hij wordt gevangengezet in de federale gevangenis van Lewisburg, Pennsylvania, waar hij een jaar later sterft aan hartverlamming. Hij was 60 jaar oud. |