struiken. Ze streek erover met haar hand.
- Je kunt het zelfs vóelen, zei ze.
Hij zette het plastic zakje met bramen neer in het natte gras en met zijn blauwgevlekte vingers streek hij over haar bovenarm om het verschil te voelen tussen gave huid en geschonden huid, eerst zo glad en zacht dat het bloed hem naar de wangen sprong en dan de inkepingen, de kerven. Hier had ze haar tanden ingezet en niet los willen laten toen Marion het uitschreeuwde, en nu de wereld door de mist nergens grenzen had zag hij in het lazaret dat de chirurg, met bloedbevlekte handschoenen aan, de arm afsneed boven de elleboog en deze opzij schoof om de wond dicht te naaien en hij hoorde de kreet toen de soldaat wakker werd en schreeuwde dat zijn vingers zo'n pijn deden en zijn vingers lagen in een afvalbak samen met voeten, benen, ogen en oren in de tropische hitte van de jungle te sterven, en dat was veel erger dan de kerf in Marions huid, maar toch voelde hij dat soldaten geen pijn hoefden te lijden en niet hoefden te sneuvelen als je mekaar niet kneep en uitschold en hij walgde van de liefde die met de mond gelezen werd.
- Voel je het nou? vroeg Marion, geluidloos stond ze te huilen toen hij de littekens wit en effen probeerde te strelen. - Dit is de liefde, zei ze en hij zei niets want zijn keel was verstopt. Hij verzette alleen zijn voeten.
- Nou trap je de bramen nog stuk ook, zei ze.
Hij stond met een schoen bovenop het zakje, het begon te bloeden, het plastic scheurde, de bramen rolden verminkt in het gras. - Vind je het erg? vroeg hij, met wel tien vingers probeerde hij het zakje op te rapen. Het was een stuk huid geworden waar het vlees uitpuilde. Hij liet het liggen.
- Nee hoor, zei ze met haar hand om haar bovenarm geklemd, je hebt ze toch nog veel te rijp geplukt. Gek is dat, dat jij geen idee hebt van rijp of niet, jij weet zoveel.
- Ik vind de rode eigenlijk het mooist, zei hij, verlegen omdat hij iets zei wat hij niet wou zeggen.
Hij trok de mouw van haar trui over haar arm en vouwde er aan haar pols een boord in over de blauwe aderen vlak onder de huid. Als ze dáár haar nagels had ingezet was Marion doodgebloed. Door de mist liepen ze het bospad af, hun tocht was niet vergeefs geweest al ging hij met lege handen, maar behalve alles wat hij dacht en voelde wou hij haar nog iets geven wat ze pakken kon met haar handen. Toen kwamen ze onder een kastanjeboom, hij zag de groene egeltjes op de grond liggen en tussen de bladeren hangen, ze prikten aan je vingers, maar binnenin de bolsters lag de schat. Staande op zijn tenen kon hij een blad bereiken en voorzichtig naar zich toe trekken, zodat het niet scheurde, en dan zijn hand om een tak slaan en de tak omlaag buigen zodat de tak niet brak en hij de kastanjes aan het steeltje af kon knakken. Sommige stonden op openbarsten, andere moest je een handje helpen. Even bruin en vochtig als haar ogen glansden de vruchten. Zij wreef met een vinger in de witte holte van de bolster waarin een kastanje rijp geworden was.
- Lekker zacht, zei ze, maar de buitenkant stéékt gewoon.
Hij stopte zijn broekzakken vol waar ze koel tegen zijn buik botsten bij elke stap en toen het bos ophield en de weg splitste links en rechts naar de huizen toe, stopte hij haar handen vol met zijn kastanjes.
- Lekker warm, zei ze, wat zijn die lekker warm. Haar handen vouwde ze als een smalle boot tegen elkaar, het sliertje leukoplast een verregende wimpel.