Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden. Jaargang 1994
(1994)– [tijdschrift] Queeste– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 156]
| ||||||||||||||||||||||
De uitwisseling van houtsneden tussen Willem Vorsterman en Jan van Doesborch
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| ||||||||||||||||||||||
nadrukte die bij andere drukkers zijn verschenen, zoals bijvoorbeeld Der scaepherders calengier van rond 1513 die op de druk van Thomas van der Noot van 1511 teruggaat, zoals H. Pleij in een recente publikatie aantoonde,Ga naar voetnoot9 of Mariken van Nieumeghen van rond 1515 die volgens Franssen gebaseerd is op een verloren gegane druk van Van Doesborch.Ga naar voetnoot10 De eerste die op het kopiëren van houtsneden door Willem Vorsterman heeft gewezen, was R. Proctor: Between Vorsterman and our printer [Jan van Doesborch, RS] the relations may have been less friendly; the Dutch of Virgilius is illustrated with copies of the cuts in the English edition, so that it would seem as if the use of the original cuts had not been granted him.Ga naar voetnoot11 Raftery herhaalt nog in 1991 in haar uitgave van de Engelse Mary of Nemmegen de kopijdiefstal. Volgens haar waren de betrekkingen tussen Van Doesborch en Vorsterman niet bepaald vriendelijk: ‘less than cordial’.Ga naar voetnoot12 De genoemde onderzoekers hebben gelijk als zij beweren dat Vorsterman ook materiaal van andere drukkers heeft gekopieerd, maar het is mijns inziens noodzakelijk om de verhouding tussen hem en andere drukkers van zijn tijd genuanceerder te bekijken. In deze bijdrage wil ik hiertoe een eerste aanzet geven en de relatie tussen Van Doesborch en Vorsterman preciezer bekijken. In de uitgaven van Van Doesborch en Vorsterman zijn geen opmerkingen over andere drukkers te vinden zodat men ook over de verhouding tussen deze twee drukkers alleen indirect, en dan vooral door het gebruik van dezelfde illustraties, informatie kan verkrijgen. Ik heb al aangestipt dat de nadruk in het onderzoek vooral op het kopiëren van houtsneden van Van Doesborch door Vorsterman heeft gelegen. In deze bijdrage zal ik proberen aannemelijk te maken dat de relatie tussen deze twee drukkers, die in verschillende periodes onderverdeeld moet worden, niet zo slecht kan zijn geweest en dat er voor een bepaalde periode zelfs van samenwerking sprake moet zijn. Ik zal dit aan de hand van de geschiedenis van twee houtblokken duidelijk maken. De eerste afbeelding laat een samenkomst van tien mannen in een kamer zien. Deze illustratie komt voor het eerst voor in Roland van den Dorpes Die alder excellenste cronyke van Brabant (zie afb. 1a) die hij in 1497 in Antwerpen heeft gedrukt (ca 508).Ga naar voetnoot13 Conway zegt over deze illustratie: | ||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| ||||||||||||||||||||||
Afbeelding 1a. Roland van den Dorpe, Die alder excellenste cronyke van Brabant. Antwerpen 1497, ex. kb Den Haag, sign. 171 e 42, fol. d5v
Carloman surrounded by his court. He stands in the mid. in a room, surrounded by courtiers. A soldier with the banner of Brabant stands on the r.Ga naar voetnoot14 De afbeelding illustreert dat Karleman, de vierde kersten prince in Brabant, goede relaties onderhield met de koning van Frankrijk Cilpryck: Dese Karleman was dicwijl bi den coninc van vrancrijc hem in wijsheden altijt onderwisende / ende leerende (d5v). Zo bezien, moet de verklaring van Conway bij deze illustratie worden aangepast. De figuur in het midden met de lelie als symbool is Chilperik, koning der Merovingen in de zesde eeuw; de man rechts naast hem met het wapen van Brabant moet Karloman iv van Brabant voorstellen, die bij de koning van Frankrijk op bezoek is.Ga naar voetnoot15 Ook in Van den Dorpes Die hystorye vander destrucyen van Troyen, verschenen rond 1500 (ca 876), komt de illustratie twee keer voor (fol. a4r en | ||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| ||||||||||||||||||||||
Afbeelding 1b. Willem Vorsterman, Coronijcke van Vlaenderen. Antwerpen 1531, ex. kb Den Haag, sign. 228 a 11, fol. n6v
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| ||||||||||||||||||||||
civ).Ga naar voetnoot16 Op a4r volgt de afbeelding op de titel van hoofdstuk twee: Hoe dat coninc Priam groten raet hielt met sinen heeren ende vorsten binnen troyen om wrake te doen op die griecken van der scaden diese hem gedaen hadden. Deze keer is de lelie in het midden van de afbeelding weggewerkt, kennelijk om de houtsnede ook voor de illustratie van deze situatie te kunnen gebruiken. Ook bij de afdruk op civ, waar de onderhandelingen van de Grieken met Priamus in Troje zijn afgebeeld, is de lelie verwijderd. Jan van Doesborch, die vermoedelijk al in 1502 de drukkerij van de weduwe van Roland van den Dorpe overneemt,Ga naar voetnoot17 drukt dezelfde illustratie af op fol. l2r in zijn Historie van Buevijne van Austoen wt Enghelandt gheboren, verschenen rond 1504 (nk 1085).Ga naar voetnoot18 In deze tekst moet de illustratie een bijeenkomst van de Saraceense koning Yvorijn en de koning van Armenië voorstellen. Van Doesborch gebruikt de afbeelding nog twee keer, in zijn Distructie van Troyen,Ga naar voetnoot19 verschenen rond 1508 (nk 4137).Ga naar voetnoot20 Ook hier is de lelie weggewerkt. Omdat dit al bij Van den Dorpes Destrucyen het geval is, kan men aannemen dat het houtblok al bij of door Van den Dorpe is bijgewerkt zodat hij het veelvuldiger kon inzetten. Jan van Doesborch drukte de illustratie opnieuw af in zijn Die alder excellenste cronijke van Brabant Hollant Seelant Vlaenderen int generael (nk 652), verschenen in 1512.Ga naar voetnoot21 Tot hier is er bij het gebruik van het houtblok niets bijzonders vast te stellen, want het is vanzelfsprekend dat Van Doesborch het materiaal van zijn voorganger Van den Dorpe ter beschikking heeft gehad. Het is dan toch enigszins verrassend dat dezelfde illustratie vier jaar later in Vorstermans Historie van Margarieta van Limborch ende van haer broeder Heyndrick (nk 3168)Ga naar voetnoot22 opduikt. Bij hoofdstuk 53 met de titel hoe die heeren die ghemeente ontboden. ende seyden hem lieden des hertoghen aen sprake. ende wat si daer op antwoorden ende presenteerden laat de afbeelding een bespreking van de hertog van Limborch met vertegenwoordigers van de stad Trier zien. Vorsterman heeft voor zijn afbeelding hetzelfde houtblok gebruikt als Van Doesborch. Daarvan getuigen de talrijke identieke beschadigingen: bij de rand links en boven in het midden; bij de derde man van links bij de jas onderaan; boven links in de hoek bij de vierde streep: deze is niet volledig (zie afb. 1b). | ||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| ||||||||||||||||||||||
Afbeelding 1c. Willem Vorsterman, Coronijcke van Vlaenderen. Antwerpen 1531, ex. kb Den Haag, sign. 228 a 11, fol. k6r
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| ||||||||||||||||||||||
De conclusie uit het gebruik van hetzelfde houtblok moet zijn dat Vorsterman het houtblok ergens tussen oktober 1512 (datum van de druk van Van Doesborchs Cronike) en oktober 1516 (datum van de druk van Vorstermans Margarieta) van Van Doesborch geleend of gekocht heeft. Dezelfde houtsnede werd in 1518 door Van Doesborch in zijn Die alder excellenste cronyke van Brabant, van Vlaenderen, Hollant, Zeelant int generael. Ende die nieuwe gesten gheschiet zijnde bi onsen prince ende coninc Karel die in die ander cronijcken niet en sijn (nk 653) twee keer afgedrukt.Ga naar voetnoot23 Op d6r is wederom het vredesakkoord tussen koning Karel van Frankrijk en hertog Filips van Bourgondië geïllustreerd.Ga naar voetnoot24 Daarna gebruikte Van Doesborch de houtsnede voor een nieuwe, sterk uitgebreide uitgave van de Cronike met de titel Die excellente cronike van Brabant, Vlaenderen, Hollant, Zeelant (nk 654-56), die in juni 1530 verscheen.Ga naar voetnoot25 Uit de periode tussen 1518 en 1530 heb ik geen druk met deze illustratie kunnen vinden, maar zij duikt weer op in een druk van Willem Vorsterman van juli 1531: Die excellente coronijcke van Vlaenderen (nk 659). Het motief komt voor op k6r, n6v en x2v. Het bijzondere is dat er twee verschillende houtblokken zijn gebruikt. Op n6v wordt de al bij Van den Dorpe gebruikte illustratie afgedrukt (zie afb. 1b), deze keer om de ontvangst van Maximiliaan en zijn zoon Filips in Brussel in 1485 af te beelden.Ga naar voetnoot26 Op k6r is in de Coronijcke een nagesneden houtblok voor de illustratie gebruikt. Deze kopie (iii) onderscheidt zich van de andere (i,ii) doordat er bovenaan geen ramen voorkomen (zie afb. 1c).Ga naar voetnoot27 De voorstelling van een bijeenkomst van tien mannen in een kamer heb ik dus in totaal in negen verschillende drukken aangetroffen. Bovendien is het motief voor de druk van de Coronijcke van Vorsterman nog eens nagesneden. De volgende tabel geeft een overzicht. Type i is de houtsnede met lelie, type ii hetzelfde houtblok zonder lelie en type iii het nagesneden houtblok:
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| ||||||||||||||||||||||
Het tweede voorbeeld, een illustratie die de belegering van een stad met paarden op de voorgrond voorstelt, heeft een nog langere geschiedenis. Deze begint bij Jacob Bellaert in Haarlem in de jaren tachtig van de 15de eeuw. In zijn Vergaderinghe der historie van Troyen van 1485 (ca 1095) is de illustratie afgedrukt om de aanval van Hercules op Troje uit te beelden (fol. m7v). Conway schrijft: The Burning of Troy. An army stands in front on the r., drawn up in a semicircle before tents, watching the burning town.Ga naar voetnoot28 De tweede keer (s5v) wordt de aanval van de Grieken op de stad Thenedon geïllustreerd. Zoals Conway al vermeldde, komt hetzelfde blok in Vorstermans Coronijcke van Vlaenderen van 1531 voor. Hier illustreert de afbeelding hoe de stad Lessen in brand wordt gestoken (zie afb. 2a).Ga naar voetnoot29 Het motief is nagesneden voor de in Gouda tussen 1486 en 1489 vervaardigde druk van De scoene historie van hertoghe Godeuaerts van Boloen (ca 968) (zie afb. 2b).Ga naar voetnoot30 Dit tweede blok (type ii), waar de stad niet meer brandt en de paarden naar rechts kijken, illustreert hier op c5v een aanval op de stad Antiochië. De afbeelding komt later weer voor in de Coronijcke van Vlaenderen van 1531 (zie afb. 2d) en in Die wonderlijcke oorloghen van Maximiliaen (nk 1626),Ga naar voetnoot31 rond 1531 verschenen bij Willem Vorsterman. Bij een derde houtsnede met hetzelfde motief (type iii) brandt de stad evenmin, maar de paarden kijken naar links. Het is dus bijna het spiegelbeeld van type ii. Dit type treedt voor het eerst op in Van den Dorpes Cronyke van 1497. Bij zijn eerste verschijnen op n2r (zie afb. 2c) laat de illustratie de belegering van Jeruzalem zien.Ga naar voetnoot32 Conway schrijft: | ||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| ||||||||||||||||||||||
Afbeelding 2a. Willem Vorsterman, Coronijcke van Vlaenderen. Antwerpen 1531, ex. kb Den Haag, sign. 228 a 11, fol. xiij r
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| ||||||||||||||||||||||
Afbeelding 2b. Collaciebroeders (?), De scoene historie hertoghe Godeuaerts van Boloen. Gouda 1486-89, ex. Österreichische Nationalbibliothek Wien, fol. c5v
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| ||||||||||||||||||||||
Afbeelding 2c. Roland van den Dorpe, Cronyke van Brabant. Antwerpen 1497, ex. kb Den Haag, sign. 171 e 42, fol. n2r
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| ||||||||||||||||||||||
Afbeelding 2d. Willem Vorsterman, Coronijcke van Vlaenderen. Antwerpen 1531, ex. kb Den Haag, sign. 228 a 11, fol. lxxx v
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| ||||||||||||||||||||||
Afbeelding 2e. Willem Vorsterman, Coronijcke van Vlaenderen. Antwerpen 1531, ex. kb Den Haag, sign. 228 a 11, fol. clxxi r
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| ||||||||||||||||||||||
The Siege of Jeruzalem. - The town is behind, one of its towers is much cracked. In front are tents and soldiers.Ga naar voetnoot33 Deze houtsnede is weer verschillende keren gebruikt in Govaert Bacs Een genuechlike hystorie vanden edelen hertoghe Godeuaert van Boloen van omstreeks 1505.Ga naar voetnoot34 Dit type iii is ook drie keer te vinden in Van Doesborchs Cronike van 1512, om dezelfde situaties te illustreren als in Van den Dorpes uitgave van de Cronyke. De houtsnede treft men dan weer twee keer aan in Vorstermans Historie van Margarieten van Limborch van 1516, bij de hoofdstukken 51 en 97. De eerste keer moet de illustratie de belegering van Trier door hertog Otto van Limborch voorstellen: Hoe Triere ghewonnen was. ende hoe die bisscop veriaecht was vanden hertoghe Otto van lymborch, de tweede keer de aanval op Constantinopel door de Saracenen.Ga naar voetnoot35 Twee jaar later is hetzelfde houtblok weer voor Van Doesborchs Cronyke van Brabant gebruiktGa naar voetnoot36 en ook in Van Doesborchs Cronike van Brabant van 1530.Ga naar voetnoot37 De houtsnede moet dan kort daarna weer bij Willem Vorsterman zijn beland, want hij gebruikte hem voor zijn Coronijcke van Vlaenderen van 1531 (zie afb. 2e). Om vast te stellen of de illustraties type iii afdrukken van dezelfde houtsnede zijn, heb ik ook deze gedetailleerd met elkaar vergeleken en identieke onregelmatigheden aangetroffen.Ga naar voetnoot38 Het volgende overzicht vat het bovenstaande samen over het gebruik van de verschillende types door de jaren heen:
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| ||||||||||||||||||||||
Dit motief ‘belegering van een stad met paarden op de voorgrond’ is dus op zijn minst drie keer gesneden.Ga naar voetnoot40 De opsomming maakt duidelijk dat een houtsnede met een vrij algemene inhoud in één tekst (ook meer dan eens), in verschillende teksten, in verschillende tekstgenres, door verschillende drukkers, in verschillende steden en verspreid over verscheidene decennia kon worden gebruikt. Als een bepaald motief veelzijdig inzetbaar was, werd het bovendien ook nagesneden en op deze manier nog verder verspreid. Het gepresenteerde materiaal laat voor wat de samenwerking tussen Jan van Doesborch en Willem Vorsterman betreft de volgende conclusie toe. Vorsterman heeft houtblokken die Van Doesborch in 1512 en 1518 heeft gebruikt, in 1516 voor zijn uitgave van de Margarieten van Limborch ter beschikking gehad. Hij heeft deze niet gekocht - tenzij hij ze direct weer terugverkocht heeft -, maar van Van Doesborch gehuurd of geleend omdat deze ze kort voor en kort na de uitgave van de Limborch-tekst voor eigen doeleinden heeft gebruikt. In deze tijd - rond 1516 - moet de relatie tussen Van Doesborch en Vorsterman dus zo goed zijn geweest dat zij materiaal uitwisselden, respectievelijk dat Vorsterman houtblokken van Jan van Doesborch kon gebruiken. Hij heeft in ieder geval de besproken houtsneden voor zijn uitgave van de Limborch-tekst ter beschikking gekregen. Dit hoefde ook in praktische zin helemaal geen probleem te zijn. Beide drukkers woonden in dezelfde tijd in Antwerpen. Van Doesborchs drukkerij was gehuisvest op dye Lombaerde veste by dye camerporte,Ga naar voetnoot41 die van Vorsterman buten die Camerpoorte in den gulden eenhoren.Ga naar voetnoot42 Op een reconstructie van de plattegrond van Antwerpen in de 13de eeuw (zie afb. 3), ziet men in het zuiden de Kammerpoort en de Lombaerdenvest.Ga naar voetnoot43 Het is verder niet verwonderlijk dat Van Doesborch en Vorsterman buren waren, omdat een beroepsgroep zich in de middeleeuwen in een bepaald | ||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| ||||||||||||||||||||||
Afbeelding 3. Plattegrond van de stad Antwerpen na de eerste stadsuitbreiding (ca. 1200) (Voet e.a. (zie n. 43), p. 44)
stadsdeel of zelfs dezelfde straat concentreerde.Ga naar voetnoot44 De drukkers in Antwerpen blijken zich vanaf het begin van de boekdrukkunst voornamelijk in de buurt van de Camerpoort te hebben gevestigd.Ga naar voetnoot45 De relatie tussen Jan van Doesborch en Willem Vorsterman wordt dus niet gekenmerkt door een nijdige concurrentiestrijd. Er is veeleer sprake van samenwerking, tenminste in een bepaalde periode. Doordat zij dezelfde houtblokken gebruiken, is het mogelijk om de betrekking tussen deze twee drukkers preciezer te beschrijven. Tussen 1512 en 1516 hebben zij een goede relatie gehad. Vorsterman heeft voor zijn uitgave van de Limborch kennelijk de benodigde houtblokken ter | ||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| ||||||||||||||||||||||
beschikking gekregen. Aan de lijst van drukkers met wie Vorsterman heeft samengewerkt - het betrof onder meer Michiel Hillen van Hoochstraten, Claes de Grave en Jan Seversz. -,Ga naar voetnoot46 moet dus Jan van Doesborch worden toegevoegd, tenminste voor de periode 1515/16.Ga naar voetnoot47 Tussen 1518 en 1530 heeft Van Doesborch de houtblokken die Vorsterman enige tijd in zijn bezit had gehad waarschijnlijk weer teruggekregen, want hij heeft ze voor verschillende andere drukken gebruikt. In deze tijd heeft hij de genoemde houtblokken niet meer aan Vorsterman uitgeleend of verhuurd, want men treft ze in geen van de drukken van Vorsterman aan. In juni 1530 gebruikte Van Doesborch de houtsneden weer voor zijn Cronike-druk. Aan het einde van dit jaar of begin 1531 verhuisde hij naar Utrecht om met Jan Berentsz. samen te gaan werken.Ga naar voetnoot48 Daarna komen deze houtsneden, voorzover ik het kan overzien, niet meer voor in een druk van Van Doesborch of van Berentz. In juli 1531 zijn wel weer afdrukken van de houtblokken in de Coronijcke van Vlaenderen van Vorsterman aanwezig. Het is dus aannemelijk dat Van Doesborch voor zijn verhuizing naar Utrecht de houtsneden aan Willem Vorsterman heeft verkocht. Het eerste voorbeeld ‘bijeenkomst van tien mannen in een kamer’ heeft laten zien dat Vorsterman in zijn Coronijcke zowel de originele houtblokken als kopieën ervan gebruikte. Er bestaan bovendien geen druktechnische redenen om aan te nemen dat het noodzakelijk is geweest om twee houtblokken met hetzelfde motief te hebben, want de twee verschillende houtblokken komen nooit in één katern voor. Omdat de kopieën nauwelijks verschillen van de originelen, zou het niet nodig zijn geweest om een kopie met hetzelfde motief te vervaardigen. Opvallend is dat in de Coronijcke de kopie eerder wordt afgedrukt (op k6r) dan het oorspronkelijke blok (op n6v). Een andere mogelijkheid zou dan kunnen zijn dat Vorsterman tijdens de produktie van de Coronijcke, toen de kopieën pas bestonden, de originele houtsneden van Van Doesborch heeft kunnen overnemen. Bij het tweede voorbeeld wordt door de Coronijcke-druk duidelijk dat Vorsterman in 1531 drie houtblokken met hetzelfde motief in zijn bezit had. Type i is oorspronkelijk voor de Troyen-druk van Bellaert in 1485 in Haarlem gebruikt, type ii voor de Godeuaert-druk in de latere jaren tachtig in Gouda, en type iii voor de Cronyke van Brabant van Van den Dorpe in 1497. Het werd later weer door Van Doesborch gebruikt. Het lijkt er dus sterk op dat het illustratiemateriaal van verschillende drukkers uiteindelijk aan het begin der jaren dertig bij Willem Vorsterman is beland. Willem Vorsterman is een goed zakenman geweest, die of erin slaagde om hout- | ||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| ||||||||||||||||||||||
blokken voor een bepaalde druk te lenen, zoals gebeurd is bij zijn publikatie van de Limborch-tekst, of in een latere periode houtblokken van verschillende herkomst met bijna overeenkomstige afbeeldingen, in zijn bezit wist te krijgen. | ||||||||||||||||||||||
ZusammenfassungIn der Forschung sind die Beziehungen des in der ersten Hälfte des 16. Jahrhunderts tätigen Druckers Willem Vorsterman zu seinen Kollegen als vorwiegend negativ eingeschätzt worden, da er Erfolge anderer sehr schnell nachgedruckt und häufig Holzschnitte kopiert habe. In diesem Beitrag wird anhand der Geschichte der Verwendung von zwei Holzstöcken durch Jan van Doesborch und Willem Vorsterman exemplarisch aufgezeigt, daß das Verhältnis dieser beiden Drucker nicht so schlecht gewesen sein kann wie allgemein angenommen. Ein- und dieselbe Illustration wurde u.a. bei Van Doesborch in seinen Cronike van Brabant-Ausgaben der Jahre 1512, 1518 und 1530 abgedruckt und findet sich ebenfalls in Vorstermans Limborch-Druck aus dem Jahre 1516 sowie in seiner Coronijcke van Vlaenderen von 1531. Vorsterman war unbestritten ein guter Geschäftsmann, der Anfang der 30er Jahre Holzstöcke unterschiedlicher Herkunft in seinen Besitz zu bekommen wußte und der zumindestens in den Jahren 1515/16 mit Jan van Doesborch zusammengearbeitet haben muß.
Adresse des Verfassers: Universiteit Groningen Vakgroep Scandinavische talen en culturen en Oudgermanistiek Oude Kijk in 't Jatstraat 26 nl-9712 ek Groningen |
|