Princesse Liet-boec

[Perseus en Andromeda] [vertaling]

WAt sie ick hier voor myn ooghen
Ghepeyns leyt myn en quelt⁹⁶⁴
Myn dunckt ick ben bedroogen⁹⁶⁵
Wat is hier voor myn ghestelt

964 de kwestie houdt me erg bezig

965 ben bedroogen: word misleid

[p. 58]

 

Ist een maecht goet van manier.

 

Die ghebonden staet al hier?

 

Om te verslinden van een wilt dier

 

Ick sien haer geluwe hayr waeyen /⁹⁶⁶

 

Voorwaer ten is gheen beelt

 

Haer teere oochskens schreyen /

 

Dit mijn herte verveelt⁹⁶⁷

 

Seght my maechdelijck saet

 

Waeromme ghy hier ghebonden staet.

 

Wat hebt ghy bedreven voor quaet.

 

Dusdanighe swaere banden⁹⁶⁸

 

U niet toe en hoort / om u reyn witte handen

 

T'waer n beter confoort /⁹⁶⁹

 

Sulcke banden nu ter tijt

 

Alsmen met venus stricken lyt⁹⁷⁰

 

Soud u doen beter profijt.

 

Wilt u aenschijn niet decken

 

O overschoone vrou.⁹⁷¹

 

Maer wilt het mijn vertrecken⁹⁷²

 

Dat ghy lydt sulcken rou /⁹⁷³

 

Ick wil wel schoon liefken fijn

 

U verlossen hoort na myn /

 

Sal ick dan die liefste zyn?

 

Princesse

 

Princesse noyt droever dinghen /

 

Dan ick met ooghen aenschou

 

Hier comt het beest aanspringhen

 

Dat u verscheuren sou /

 

Ick en sal niet lyden plaen⁹⁷⁴

 

Dat ghyse sout verslinden gaen /

 

Ick sal u liever verslaen.⁹⁷⁵

O Mijn bedroefde leven / sal ick dat Ridder stout
U nu te kennen geven
Ick ben so seer verflout⁹⁷⁶
T'comt door mijn moeders schulden
Dat ick dit moet ghedulden /
Boven Juno die gulden /

966 geluwe: gele, blonde

967 verveelt: berouwt

968 banden: boeien

969 confoort: troost

970 u in plaats van in die boeien in Venus' strikken te leggen

971 overschoone: zeer mooie

972 vertrecken: vertellen

973 Dat: waarom

974 lyden plaen: openlijk toestaan

975 verslaen: veroveren

976 verflout: machteloos

[p. 59]

 

Sy haer ghepresen hout.⁹⁷⁷

 

Cepheus seer machtich dat is die vader mijn

 

En Cassiope crachtich

 

Mijn moeder jent en fijn /⁹⁷⁸

 

Ethiophen schoone

 

Dat is sijn rijck ydoone /⁹⁷⁹

 

Scepter en daer toe croone⁹⁸⁰

 

Dracht hy daer sonder pijn.⁹⁸¹

 

Dat ick hier stae verwesen

 

Verwacht het felle doon /⁹⁸²

 

Cont ghy my hier af ghenesen

 

Ghy sult hebben seer schoon

 

Nu als den ongheflouden⁹⁸³

 

Een rijck sult ghy behouden /⁹⁸⁴

 

Een croone root van goude /

 

Mijn liefde t'uwen loon.

 

Andromeda bequame⁹⁸⁵

 

O Ridder exelent / dat is mijnen name /⁹⁸⁶

 

Onder des Hemels tent /

 

Wilt toch barmhertig wesen /

 

O Ridder uytghelesen /⁹⁸⁷

 

U liefken soet ghepresen /

 

Lost die van dit torment.⁹⁸⁸

 

Och claghen ende steenen

 

Moet ick u prince fier /⁹⁸⁹

 

Mijn oochskens die nu weenen /

 

Hier comt het wilde dier /

 

Om my nu te verslinnen /

 

Wederstant wilt beghinnen⁹⁹⁰

 

Ist dat ghy gaet beminnen

 

Myn u lief goedertier.⁹⁹¹

977 heeft zij zichzelf geprezen

978 jent en fijn: edel

979 ydoone: aangenaam

980 daer toe croone: ook de kroon

981 sonder pijn: moeiteloos

982 in afwachting van een wrede dood

983 den ongheflouden: een dappere (ridder)

984 behouden: hebben

985 bequame: fraai

986 exelent: schitterend

987 uytghelesen: voortreffelijk

988 lost: verlos; dit torment: deze kwelling

989 u: tegen u; fier: trots

990 Wederstant: uw aanval

991 Myn: lees hierna een komma; goedertier: zachtaardig

963 Wanneer de halfgod Perseus na een lange tocht, voorzien van gevleugelde schoenen en het afgehakte hoofd van Medusa, weer terug naar huis vliegt, komt hij langs Ethiopië. Daar ziet hij een jonge vrouw vastgeketend aan een rots midden in het water, waaruit spoedig een monster zal komen om haar te verslinden. Perseus is op slag verliefd en vraagt haar waarom ze daar staat. Het meisje blijkt Andromeda te heten en is de dochter van koning Cepheus en koningin Cassiope, die zichzelf verheven voelde boven de vrouw van de oppergod. Als straf voor haar hoogmoed moet haar dochter geofferd worden aan een zeemonster. Perseus belooft haar te redden, waar Andromeda graag in toestemt. De twee liedjes hebben niet de vorm van een brief.