Princesse Liet-boec
(2007)–Willem Reyers de Lange, Anoniem Princesse Liet-boec– Auteursrechtelijk beschermd[Polyxena en Hecuba] [editie]Polyxena klaagt over haar sterven,
op de melodie van Den ouden man Wat een droevige ellende,
wat een intens verdriet en pijn!
Wat gaat er nou met mij gebeuren?
Ze gaan me, zo jong nog,
vermoorden!
O Grieken, waarom wreken jullie je
op een onschuldige jonge vrouw?
Dat jullie mij willen neersteken!
Ik ben wel koelbloedig hoor,
maar dit is godgeklaagd.
Als het inderdaad moet gebeuren,
doe het dan tenminste snel.
Waar zijn jullie bang voor?
Vergiet mijn edele bloed dan
als het per se moet,
ik neem afscheid van dit aardse bestaan.
Ach, lieve moeder,
ik zou wel gelukkig kunnen sterven
als jij het er niet zo moeilijk mee had,
dat is wat me bang maakt!
Van hier moet ik vertrekken,
maar alsjeblieft, laat niemand zich
voor mijn dode lichaam schamen
of schuldig voelen,
dat zou ik fijn vinden.
Geef het aan mijn arme moeder,
zodat zij het kan begraven
| |
[pagina 54]
| |
en met tranen, heel zielig,
naar behoren kan balsemen,
dat is wat ik smeek.
Een edel en kostbaar graf
van zilver of rood goud
zou zij me na m'n dood
gegund hebben
voor mijn weerloze lichaam.
Maar nu zal mijn dood
helaas vol onrust
worden beweend.
Ach moeder, wees erop voorbereid,
verwacht mijn stoffelijk overschot.
Prins
O Prinsen en heren,
wil toch mijn lichaam zo snel mogelijk
aan mijn moeder overhandigen.
Dit is het laatste verzoek
die ik u zal doen.
EINDE
Hecuba, klaagt over de dood van haar dochter Polyxena,
op de melodie van Dame d'honneur[melodie] Waarom word ik achtervolgd
door schande en droefenis?
Een zeer groot rijk
was ik gewend te regeren.
Nu is de macht van Troje met al zijn grote kracht
ten val gebracht en worden wij veracht.
Ach lieve dochter, jij ligt hier nu dood
en mijn hart zal het begeven,
want ik kan dit niet verdragen.
Jij was mijn troost
en mijn enige vreugde.
Wat een onzalig plan toch,
ik sterf van weerzin!
Wat een vreselijk verdriet,
ik zie weer voor me
wat me allemaal is overkomen,
mijn man heb ik verloren
| |
[pagina 55]
| |
en mijn zonen zijn dood.
In dit aardse dal was er nooit een vrouw droeviger aan toe.
Mijn laatste hoop was jij, lieve dochter.
Nu heeft het noodlot
jou ook gedood. De wrede Achilles
die doet mij dit allemaal aan, dat ik zo verdrietig
om mijn kinderen moet zijn!
Had ik jou als enige
nog maar behouden,
dan zou me nog
een beetje troost gegund zijn.
Maar jij bent dood
en je ligt hier in je eigen bloed,
je wonden vol bloed
zie ik hier nu voor me.
Aan je koninkrijk
heb je nu niks meer.
Zeg, wat voor praalgraf
zullen ze je toestaan?
Met beeldschoon goud,
zeer kostbaar versierd,
met het mooiste marmer
en alles op de juiste plaats?
Ach wat heeft het nog voor zin
je dit allemaal te vragen?
O lieve dochter,
alleen mijn tranen
zullen je graf zijn.
In diepe rouw
zal ik je op de juiste manier
begraven, vol verdriet.
O prins, o God,
hoe stelt u mij toch op de proef
en iedereen spot ermee!
Daar word ik erg verdrietig van.
Alstublieft, verlos me uit mijn lijden,
dan kan ik alle ellende achter me laten.
|
|