Princesse Liet-boec
(2007)–Willem Reyers de Lange, Anoniem Princesse Liet-boec– Auteursrechtelijk beschermd[Helena en Menelaus] [editie][melodie]Helena schrijft aan Menelaus
op de melodie van Laet ons den Heere Ik ben de bedroefde Helena,
ik schrijf je deze brief
en als je eigen vrouw,
mijn man, mijn heer, mijn lief,
moet ik mijn schuld bekennen.
Ik heb er niet aan gedacht
dat je met uw legermacht naar Troje zou komen.
Laat toch je woede bekoelen,
want Paris is toch dood.
Je hoeft me niet te komen halen,
ik zal zelf wel bij je terugkomen!
Verlang niet naar wraak
en laat je boosheid bedaren.
Echt waar, Paris heeft me met
kracht en geweld geschaakt.
Denk je eens in hoe erg ik het hier te verduren heb,
| |
[pagina 52]
| |
omdat er zoveel mannen in de strijd zijn omgekomen.
Kijk maar eens goed naar deze edele bruid!
‘Het is uw schuld dat wij zo lijden!’
dat wordt hier gezegd
en ze dreigen me af te ranselen.
Vergeef me alsjeblieft en wees aardig voor me!
Prins, bedenk je toch,
mijn lief, geachte heer,
je brengt je manschappen in gevaar
en van de Trojanen zijn er toch al veel dood.
Keer toch terug naar huis
voordat jij ook gewond raakt.
Ik kom je als een vrouw van eer
direct achterna.
Menelaus beantwoordt Helena,
op de melodie van Al waer ick halff doodt O laaghartig mens,
je bent het niet waard dat
ik, zwaar beproefd, je mijn vrouw zou noemen.
En je houdt nog steeds vol
dat je alsmaar eerlijk bent geweest?
Ik zeg je ronduit
dat je zelfs tot op dit moment
een overspelige bent vol haat en nijd.
Je raadt me aan om
terug naar huis te gaan,
laaghartige vrouw?
Dat is niet wat ik wil.
Wij willen maar een ding,
Achilles' dood wreken.
Dus kom vooral niet naar huis,
blijf uit mijn buurt, valse hoer!
Je beweert toch zeker niet
dat Paris je heeft geschaakt
alsof hij de boosdoener is?
Het zijn je eigen daden
waar Troje vurig om zal
branden! Dit wordt je voorspeld,
wij zijn erop uit
| |
[pagina 53]
| |
onze ellende met geweld te wreken.
Prins
Prinses, onthou dit alles
in mijn antwoordbrief goed.
Ooit zal door de Trojaanse vrouwen
worden rondgebazuind:
‘Daar heeft de stad Troje gestaan,
verwoest door de Grieken!’
- luister naar mijn waarschuwing -
en eerder zullen wij niet vertrekken.
|
|