niet meer dan dat van de ene generatie op de andere
steeds weer dezelfde dingen gebeuren.
De mensen leren weinig van elkaars ervaring.
Maar dezelfde tijd keert nooit meer terug
in het leven van een en dezelfde mens...’ Citaat.
Komt uit een boek dat zoek is in mijn hoofd.
En wat betekent het? Ach, mensheid, mensheid:
er zijn in zevenduizend jaren mensheid
precies twee generaties opgestaan.
Geen duizend, twee. Ouders en kinderen.
Ouders en kinderen, verdomde ouders
en hun verdomde kinderen: we blijven
verschijnen en verdwijnen in die vorm,
alsof een reuzenrad de doodsangst opraapt
van onze koude kermis en de wellust
de hemelen in draagt en dan het leven
weer neersmakt op de wereld, enzovoort.
Dat rotrad is de tijd die tolt, tolt, tolt.
Mijn vader heeft me wel eens meegenomen
toen ik nog klein was. En ook hij was bang:
we hielden elkaar vast als vijanden.
Ouders en kinderen, het eerste thema.
Ik heb het over Hamlet en Elektra.
Ik heb het over Oedipus en mij.
Dit is de aanhef van Het mens, een monoloog in verzen die Benno Barnard schreef voor Chris Lomme. Deze produktie van De Blauwe Maandag Compagnie gaat in september van dit jaar in premiere.