Poëziekrant. Jaargang 20(1996)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] [pagina 20] [p. 20] Gastdichter Rein Bloem Tweespalt Op de kansel Hardely your love was wel beset I not how ye myghte have do bet. Yow thoghte that she was the beste and to beholde the alderfayreste. Chaucer Levend begraven in het geliefde grijs draag ik mijn doorgewinterd planken wambuis. Nog steeds breekt in het knekelbos geen mens, in de opstand aast een vale buizerd: pens. Uit mijn boom versteend van kou zag ik geen kans het wilde plan te trekken: vroeg middeleeuws, rolprent in kleur, bewerkt, het zijden harnas, een hoofs verwond verhaal dat ik hier las. Droom van een vrouw, hemd van haar lijf, drie ridders, één had waarlijk lef, hoe kon het ook anders. Daar gaat hij, de mist in, met zijn hartewens op zoek naar de schoonheid, liefde en suspense. [pagina 21] [p. 21] In het wild And roll away the reel world, the reel world, the reel world! Finnegans Joyce De mooiste Salome is niet van Richard Strauss: je moet, wil je haar vinden, veel verder van huis. Het sterft er van de gieren in Los Mallos, wij pelgrims komen meer voor de jocunditas. Geen steen voor de moeder, de stief of Johannes, die griezel zonder hoofd geschilderd door Puvis. Canvas ontbreekt, hier lokt een zwieriger cadens die draait om haar, het draagt een onbevangenis. Drie muzikanten ruiken zweet, een schijn van kans en zij ontspringen aan haar hoepel - halvelings. Weg impasse. We zijn da capo heel wat mans en wild door mij bewogen vraagt zij jou ten dans. Vorige Volgende