[Gelauwerd|Bekroon]
De felbegeerde Driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poëzie gaat naar de 44-jarige Stefan Hertmans voor Muziek voor de overtocht. De bundel, die eerder al genomineerd werd voor de VSB-prijs, bestaat uit vijf cycli, gewijd aan modernistische kunstenaars: Paul Hindemith, Paul Valéry, Paul Cézanne, Vaslav Nijinski en Wallace Stevens. Hun idealen en hun gevecht met het kunstenaarschap worden verkend in voor Hertmans doen heldere gedichten. Volgens de jury onder voorzitterschap van Joris Gerits munt de bundel uit door ‘een muzikale en beeldrijke compositie en een eigengereide maatschappelijke betrokkenheid. Hertmans bereikt met deze bundel een hoogtepunt in zijn poëtische ontwikkeling’.
De Driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Vertaling van Nederlandse Letterkunde wordt toegekend aan Maria Csollàny. Die krijgt de prijs voor haar vertalingen in het Duits van poëzie en proza van Vlaamse auteurs. Zo vertaalde zij Monika van Paemels De vermaledijde vaders (Verflüchte Väter) en verzorgde zij Nordsüd, een uitgave van het Poëziecentrum met vertaald werk van hedendaagse Vlaamse dichters.
De driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Jeugdliteratuur is toegekend aan Gregie de Maeyer voor zijn boek Fietsen. De jury onder voorzitterschap van Ed Franck roemde De Maeyers boek ‘om de emotionele kracht en de grote authenticiteit’.
De Georg Büchnerprijs, goed voor 1,2 miljoen frank, gaat naar de dichter Durs Grünbein. Grünbein, die na Peter Handke de jongste laureaat ooit is, publiceerde vier dichtbundels, die zowel door de kritiek als door het publiek zeer geapprecieerd werden. Falten und Fallen werd in 1994 zelfs uitgeroepen tot literaire gebeurtenis van het jaar.
De Booker Prize, de meest prestigieuze Britse literaire onderscheiding, werd toegekend aan de Britse schrijfster Pat Barker voor The Ghost Road, een roman over de ervaringen van Barkers grootvader in de loopgraven. De roman vormt het sluitstuk van een trilogie over de Eerste Wereldoorlog. Barker haalde het onder anderen van favoriet Salman Rushdie.
De Prix Goncourt, de meest begeerde Franse literatuurprijs, werd toegekend aan Andrei Makine voor zijn autobiografische roman Le Testament Français. De 37-jarige Rus woont al acht jaar in Frankrijk. Van de tien leden van de Goncourt-jury kreeg Makine er zes op zijn hand, vier stemden voor La Souille, de roman van de Franse journalist Franz-Olivier Giesbert.
Connie Palmen kreeg de Ako-literatuurprijs voor De vriendschap en is meteen 1,8 miljoen rijker. Volgens juryvooorzitster Paula D'Hondt werd dit boek omwille van zijn ‘oorspronkelijkheid en gedrevenheid’ verkozen boven Indische duinen van Adriaan van Dis, Asbestemming van A.F.Th. van der Heijden, Dichter op de zeedijk van Kees van Beijnum, Darwins hofvijver van Tijs Goldschmidt en Een vader voor Elisabeth van Geertrui Daem.
Paul Mennes won met Tox de ASLK-Prijs voor het Literaire Debuut. De roman werd door de jury geprezen ‘om de opvallend indringende manier waarop de auteur een beeld schetst van een subcultuur’. Mennes' ‘evocatief taalgebruik getuigt van een enorm inlevingsvermogen’.
Jeroen Brouwers heeft de Feminaprijs voor een in het Frans vertaald boek in de wacht gesleept met Rouge décanté, een vertaling van Bezonken rood. De uitsluitend uit vrouwen bestaande jury van de prestigieuze Franse literatuurprijs bekroont hiermee voor het eerst een Nederlandstalig auteur. De Femina-prijs voor een Franstalig werk gaat naar La classe de neige van Emmanuel Carrére.
De 65-jarige Franstalige Belgische dichteres en toneelschrijfster Liliane Wouters werd door de Alfred Toepfer-stichting onderscheiden met de Montaigne-prijs 1995, die goed is voor 800.000 frank. De stichting loofde Wouters als een ‘dichteres van rang. In haar oeuvre worden de levenservaringen en de vrouwelijke lotsbestemming gekristalliseerd’.
Huuro's Gouden Bladwijzer, toegekend door Humo-lezers die hun favoriete boek uit de top-tien van het voorbije jaar kiezen, gaat naar de Noorse schrijver Jostein Gaarder voor zijn wereldwijde bestseller De wereld van Sofie.
Het tijdshrift Yang heeft de eerste vernieuwde literaire prijs van de Stad Antwerpen gekregen. Tot 1994 werd de prijs tweejaarlijks toegekend aan een auteur. Schepen van Kultuur Eric Antonis was er echter voorstander van om de onderscheiding te herprofileren en jaarlijks toe te kennen aan een Vlaams literair tijdschrift of initiatief. Juryvoorzitter Hugo Bousset loofde Yang voor zijn ‘internationale gerichtheid, zijn verrassende en dynamische aanpak, zijn polemische dossiers, zijn eigenzinnige essayistiek en zijn veeleisende kwaliteit’.
De driejaarlijkse Geuzenprijs is bestemd voor ‘mensen die door hun onafhankelijkheid een hommage zijn aan de vrije kritische geest en een bijdrage vormen tot uitstraling van een volwassen, ongecomplexeerde vrijzinnigheid’. De zesde Geuzenprijs werd toegekend aan dichter en columnist Geert van Istendael en aan de Nederlandse televisiemaker Paul de Leeuw.
Johan Vandenbroucke heeft de verhalenwedstrijd van De Brakke Hond gewonnen met ‘Verhaaltjes’.
Serge van Duijnhoven heeft op het poëziefestival van Struga in Macedonië de Nova Makedonia Award gewonnen. Hij ontving deze prijs voor de Macedonische vertalingen van de bundels Psychopathia Sexualis en Het paleis van de slaap. Aan de prijs is een geldbedrag van 500 DM verbonden.
Zoals de verkoopcijfers van Indische duinen al deden vermoeden, is Adriaan van Dis door het publiek uitgeroepen tot meest geliefde auteur van het jaar. Na minstens 300.000 keer te zijn verkocht via boekhandel en boekenclub, ontving Van Dis ook ongeveer 10 procent van de stemmen voor de Trouw Publieksprijs voor het Nederlands boek 1995. Van Dis ontving een sculptuur van Jeroen Henneman en een geldbedrag van fl. 15.000.
Miriam Van hee wint de Dirk Martensprijs van de stad Aalst voor poëzie voor haar bundel Reisgeld.
Erik Spinoy heeft de prijs voor Letterkunde van de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde gekregen voor zijn studie ‘Twee handen in het lege. Paul van Ostijen en de esthetica van het verhevene (Kant, Lyotard)’.