Poëziekrant. Jaargang 19
(1995)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 42]
| |
Uitdovende vonkenDe bundel Een beroemde drummer spreekt aan, boeit en verrast, maar veel meer door de illustraties van Joep Bertrams dan door de verzen van Wiel Kusters. De vele bizarre details in de kleurenplaten vertellen hun eigen verhaal. Ze nodigen voortdurend uit om verder en dieper te kijken. De prenten zijn als het ware poëzie voor het oog. De gedichtjes over dagen, maanden en seizoenen ontgoochelen bij al dat visuele geweld. Dat geldt vooral in de tweede helft van de bundel. De vonkjes die de beginregels soms slaan, doven te snel uit. Dan blijft er niet veel meer over dan nonsensicale rijminvallen. In de sterkste gedichten, zoals ‘In mei’, slaagt Kusters er wel in met een minimum aan woorden de lente of de zomer te typeren. En dan kan hij ook verrassend uit de hoek komen. (Jan van Coillie) Wiel Kusters, Een beroemde drummer, Querido, Amsterdam, n.p., fl. 25; 500 fr. | |
Gebrek aan gevoelIn Avondrood in Afrika brengt Radio 2-journalist Kris Baert een poëtisch reisverslag over Tanzania voor Kinderen. Hij verwoordt zijn indrukken afwisselend in korte verhaaltjes en in gedichten. In de ik-vorm schrijft hij over de vliegtuigreis, zijn eerste contact met Dar-Es-Salaam, een optreden in een voetbalstadion, de treinreis naar Mojolo, verscheidene bezoeken aan ontwikkelingshelpers en een safari. Opvallend is dat de auteur zwijgt over de armoede en de ellende. Hij legt het accent bewust op de hoop in de toekomst en de positieve levenshouding van de mensen, zowel blanken als zwarten. Al Baerts goede bedoelingen ten spijt, kon het boekje mij niet echt boeien. Daarvoor zijn de verhalende stukjes te beschrijvend zonder meer. Ze roepen te weinig sfeer op, zijn te weinig indringend en er spreekt niet echt gevoel uit. Bovendien is de taal nogal saai. De gedichten lopen mank, hebben te lijden onder rijmdwang en bevatten stoplappen als ‘eerlijk waar’, ‘nou’, ‘dat mag je wel zeggen’ en zo meer. Een lovenswaardig initiatief, dat wel, maar een krachtiger vorm had het ook literair waardevoller gemaakt. (J.v.C.) Kris Baert, Avondrood in Afrika, Komkom, 59 p., fl. 18; 360 fr. | |
Verkapt prozaMet zijn jongste bundels wil Theo Olthuis de kinderen bewust maken van de problemen in de hen omringende wereld. Poëzie met een doel dus. In zijn vorige bundel, Het geluid van de vrede, zorgde dat voor enkele sterke gedichten. Zijn nieuwe bundel laat echter zien dat goede bedoelingen niet vanzelfsprekend goede poëzie opleveren. Olthuis schrijft over afval, gif, verstedelijking, kerncentrales, olie in de zee, het regenwoud, bedreigde diersoorten en zo meer. De lezer leest, knikt, maar wordt zelden geraakt. Je hebt vaak de indruk een soort verkapt proza te lezen in plaats van poëzie. De gedichten zijn te weinig mysterieus en hebben te weinig spanning of intensiteit. Ze roepen niets op, en de weinige keren dat ze dat wel doen, ligt het antwoord voor de hand. In andere gedichten is de boodschap te opdringerig. Door de ‘bruikbare’ thematiek zal deze bundel wellicht zijn weg wel vinden naar de scholen, maar je haalt er weinig poëzie mee binnen. (J.v.C.) Theo Olthuis, Een gat in de hemel, Ploegsma, Amsterdam, 48 blz., fl. 19,90; 399 fr. | |
Prettig vervreemdend
Als de banaan zich kromt bevat een selectie uit de uitverkochte bundels Bananeschillen in jeans en Een zebrapad in de woestijn van Daniël Billiet. De bundel is een aangewezen middel om kennis te maken met de jeugdpoëzie van Billiet. Opvallend is de erg verscheiden thematiek; een schilderij, een vruchtbaarheidsbeeldje, neuzen, ontwikkelingshulp, voetbal, aardappeltjes, en zo meer. De toon van de gedichten is gevarieerd,
Daniël Billiet, Als de banaan zich kromt, Bakermat, Mechelen, 48 p., fl. 17,50; 345 fr. | |
Redder in noodKonijn Klaasje is zo sloom. Hij woont al zeven jaar in de buik van zijn moeder en komt er pas uit als zijn zusje hem eruit duwt. De dokter raadt Klaasje aan te zwemmen. Hij laat zich in de rivier glijden en dobbert rustig mee. Er klit van alles aan hem vast terwijl hij naar zee drijft. Na enige tijd lijkt hij wel een eilandje. Dan steekt er een zware
In Het eiland Klaasje vertelt Sjoerd Kuyper een leuk, eenvoudig verhaaltje, dat vooral door de komische overdrijving veel kinderen zal bekoren. De tekst bestaat uit korte, rijmloze strofen, wat hem geschikt maakt voor beginnende lezertjes. De sprekende tekeningen maken er ook een leuk kijk- en voorleesboek van. (J.v.C.) Sjoerd Kuyper, Het eiland Klaasje, Leopold, Den Haag, 40 p. fl. 19,95, 399 fr. | |
Tere gevoelensEen puntje krokus is een typische titel voor Gil Vander Heyden. Veel van haar gedichten lijken op die prille, pas ontloken lentebloempjes. Ze gebruikt ook kwetsbare, tere beelden: een goede vriend is als een lantaarntje of als een vogel op het nest. Opvallend zijn de verkleinwoorden: pluisje, woordjes, kusje... De gedichten raken zo heel voorzichtig gevoelens aan. Verliefdheid is niet een overrompelend of vurig, maar wel een teder gebeuren, dat zich uit in een voorzichtige kus, een warme hand, een verliefde blik of lieve woordjes. De schrijfster roept aldus meer op dan ze uitdrukt. In haar gedichten is het wit steeds belangrijker geworden. Romantische pubers vinden in deze bundel beslist voldoende aanknopingspunten om verder te dromen. De bundel bevat ook zwakkere gedichten. Dan raken de beelden niet echt. Ze glijden over de emoties heen of grenzen aan sentimentaliteit. De gedichten gaan dan zelf te veel op ‘pluisjes’ lijken. (J.v.C.) Gil Vander Heyden, Een puntje krokus, Bakermat, Mechelen, 40 p., fl. 17,50; 345 fr. | |
GrensverkeerOver kinderliteratuur en -poëzie verschijnt jammer genoeg bitter weinig. Grensverkeer is daar een uitzondering op. In het openingsartikel, ‘Standpuntbepaling’, houdt eindredacteur Peter van den Hoven een pleidooi voor de emancipatie van het jeugdboek uit de min- | |
[pagina 43]
| |
Peter van den Hoven (eindred.), Grensverkeer, NBLC, Den Haag, 1994, 206 p., fl. 47,50; 1000 fr. | |
De gans van tante nansAnn Debaene en Cathy Goossens brachten in Tante Nans zat op een gans meer dan honderdvijftig oude (en enkele nieuwe) bakerrijmpjes, versjes en liedjes samen, waarvan de meeste voorzien zijn van muziek. Zijn de meeste verzamelbundels rijkelijk gellustreerd met kleurenplaten, dan staan in dit boek heel originele zwart-witprentjes van Kristien Aertssen. De versjes en liedjes volgen de ontwikkeling van het kleine kind en kunnen daarin een onschatbare rol spelen. Ze zijn ingedeeld in zes hoofdgroepen: wiege- en slaapliedjes, schootliedjes, knuffel- en kietelversjes, bewegingsliedjes en -versjes, gezelschapsliedjes en -spelletjes, en andere vormen. Kortom, dit is een bijzonder rijke verzameling, vakkundig samengesteld en verzorgd uitgegeven. Ouders, kleuterleidsters, opvoeders en al wie bezig is met de opvoeding van kinderen, vinden in deze bundel een schat aan onverwoestbare rijmpjes en liedjes. (J.v.C.) Tante Nans zat op een gans, samengesteld door An Debaene en Cathy Goossens, Altiora, Averbode, 1993, 131 p., fl. 24,75; 495 fr. |
|