Kinderpoezie
Riet Wille | Sine van Mol
Anders dan Annie M.G. Schmidt
Jan van Coillie
Riet Wille heeft een voorliefde voor klankenspel en woordgrapjes. Dat blijkt andermaal uit haar nieuwe dichtbundel Als de koeien bloeien. Sine van Mol die eerder al drie dichtbundels voor volwassenen schreef, pakt met Het paard staat dood te zijn uit met haar eerste bundel kinderpoëzie. Ze laat meteen een heel eigen en nieuw geluid horen.
SPEELSHEID IS in veel gedichten in Riet Willes nieuwe bundel, bestemd voor lezertjes van zowat acht jaar, manifest aanwezig. Dat speelse vind je ook in de opbouw terug. Als de koeien bloeien is namelijk opgevat als een speeldoos. De afdelingen heten: ‘Memorie’, ‘Mens erger je niet’, ‘Monopolie,’ ‘Domino’ en ‘Quiz’.
In de eerste afdeling, ‘Memorie’, speelt de tijd de hoofdrol. De meeste gedichten bevatten herinneringen, waarbij de ik-figuur als met een toverstokje alles tot leven brengt. Ze gaan onder meer over een speelse, jarige oma, een sprankelend tuinfeest en een pinkelend kerstfeest. Ook de woorden vieren feest. Ze maken grappige sprongen of zingen tegen elkaar op: oma ‘schommelde met de ogen dicht | en een glimlach op haar gezicht’.
In ‘Mens erger je niet’ staan gevoelens centraal: teleurstelling, angst in het donker, verdriet, dromen, gehoorzamen, zelfstandig worden en de baas zijn. Treffend in deze afdeling is de originele
schikking van de gedichten. Ze nemen allerlei vormen aan. In ‘Overwinning’, bijvoorbeeld, dalen de woorden de trappen van een schavotje af. En in ‘Verdriet’ druppelen woorden en lettergrepen treurig omlaag, een beeld dat nog versterkt wordt door de mooie tekening.
‘Monopolie’ lijkt op het eerste gezicht minder samenhang te hebben. Toch is er een rode draad van rust en beweging. En waar komen beide heerlijker samen dan in een knuffelrijmpje op moeders schoot. Riet Willes woordspel is overigens nauw verwant met oude bakerrijmen.
De afdeling ‘Domino’ is een en al beweging. Een paartje walst over de dansvloer. De zon beweegt als een fotomodel, en zo meer. Andermaal treffen de aparte illustraties.
De laatste afdeling, ‘Quiz’ opent met twee speelse versjes. Het eerste gaat open en dicht in de vorm van een ruit. De laatste versjes zijn korte raadsels rond ogen, benen en dieren. Ze sluiten aan bij één van Riet Willes vorige boeken, Raadsels te koop.
Het paard staat dood te zijn, is de heerlijke, poëtische en fascinerende titel van Sine van Mols eerste bundel kinderpoëzie. Bovendien zorgt ze ook voor illustraties met verrassende, bevreemdende en beslist fascinerende tekeningen.
Het opvallendst in haar kinderverzen is de uitgepuurde vorm. Je krijgt de indruk dat ze elk woord wikte en woog, om en om draaide voor ze het neerschreef. Met zo weinig mogelijk woorden probeert ze zoveel mogelijk uit te drukken. Dat is precies waar het in poëzie om gaat.
Zelden krijg je een volledige zin te lezen, alsof de dichteres de lezer uitnodigt zelf aan te vullen. Van Mol mijdt evenmin vreemde combinaties, kleurrijke klanken en fantasievolle beelden. Die klankrijkdom en verrassende beeldspraak kleuren duidelijk de eerste afdeling ‘Elementen’.
De titel van de tweede afdeling, ‘Spel’, slaat zowel op een speelse houding tegenover de taal als tegenover de werkelijkheid. Sine van Mol speelt met nieuwe woorden, gekke samenstellingen, letters en klanken. In de laatste twee verzen van de afdeling gaat alles zelfs letterlijk over kop.
De derde en laatste afdeling kreeg als titel ‘Ik’ en de gedichten drukken gevoelens uit. Opvallend is dat deze gevoelens nergens zwaar of gezocht, maar veeleer lichtvoetig worden verwoord. Of het nu om tederheid gaat of om jaloezie, alleen zijn of trots, de toon is nergens somber. Ook hier speelt de beeldspraak een belangrijke rol.
Sine van Mols eerste bundel kinderpoëzie mag er beslist zijn. Hij brengt verrassende, nu een speelse, dan weer gevoelige, maar altijd oorspronkelijke poëzie.
De bundels van Riet Wille en Sine van Mol illustreren dat er ook nog goede kinderpoëzie is na Annie M.G. Schmidt, en vooral anders dan Schmidt. De beweeglijke, niet-klassieke vorm, de originele maar herkenbare onderwerpen en de openheid die meer oproept dan vertelt, markeren een nieuw tijdperk.
Riet Wille, Als de koeien bloeien, Altiora, Averbode, 1994, 45 p., fl. 19,90; 395 fr. |
|
Sine van Mol, Het paard staat dood te zijn, Clavis, Hasselt, 1994, 47 p., fl. 22,50; 450 fr. |