Poëziekrant. Jaargang 18(1994)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Gastdichter Hans de Greve Zeven gedichten voor Caroline A. Ziehier mijn eenvoudig alaam van tastbare onkleur en proper zwart Gedachten voeg ik toe. En tussendoor het lange wachten, ik sta immers in een rij. Wat voor mij komt te vroeg, de vraag na mij. Hier echter precies gemeten, de kans een beminnelijke leugen gegoten met edel gerei. Als een dwarrelend blad komt hij er aan. En na de beweging is voorbij. Op een avond als deze met voorbijgaand geluid prille knoppen die dichten en oude geuren gelaakt. Soms, op zo'n avond denk ik aan vrienden gedeinde gezichten een andere weg gebaand. En wie uiteindelijk de richting koos die ons zo onnoembaar tot getrouwe vreemden maakt. Vandaag heeft mijn hart gebloed, zei ik, toen je over de telefoon vroeg hoe het met me was. Kiezen is niet makkelijk, ging ik verder, en je leek het zelfs te begrijpen. Als was niets zo eenvoudiger. Neem nu bv. jouw handen. Aanraken is bijna pijn doen. Zo omzichtig is het gedenk dat mij moeizaam dichter brengt en aarzelend naar één of ander knopje lengt. Eenvoudiger daarom is het niet, evenmin als het begrijpen. Tenzij ook jij, dier, hoe probeert - met één vinger lukt het niet. [pagina 29] [p. 29] Gedicht om van wakker te liggen. Voor alle duidelijkheid (want daar streven we toch naar); met ontelbare zintuigen heb ik je lief. Je kijkt er van op. Ik heb je nog nooit zien slapen, zeg je tussendoor, mijn dichte oogleden pas gezoend, gestreeld met fluweel. En je bent nog meer verbaasd als ik antwoord dat je altijd slaapt als ik slaap. Echt. Een beeld van jou even ervoor en net erna is op-een- volging en meermaal herhalen. De branding moet wel het einde zijn van lang komen en kiezen uit gevaren. Het is breken en verstillen als wij niet uit spatten nieuwe golven baren. Weglatingen Neem de korrels van het strand. Laat ze glijden, neem ze in je hand. De nerven, elke reef in je hand. Wat overblijft. De lijnen van je hand. Je hand. De ringen van je vingerhuid. Wat niet overblijft. De aanraking? Je hand. Ik niet over en omgekeerd niet. En. Gebaren nu en morgen. Als wij er zijn. En altijd als wij altijd zouden. Neem de korrels van het strand. Neem ze in je hand en blijf. Blijf samen op het strand. Als zouden wij. Vorige Volgende