Poëziekrant. Jaargang 16(1992)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Willem Persoon Getijden voor Mathilde Lente I ‘waar de Ourthe mij klaterend begroet’ Jacques Perk de steen van Perk staat massief boven de altijd fluisterende stroom hij blijft wachten op het wederzien hier leeft jouw naam Mathilde, jouw naam de vogels wachtten op hun jongen en gaven hen de boodschap door zij bleven het lied herhalen steeds maar jouw naam Mathilde, jouw naam er zijn nog oude bomen die duizend keer hun bladeren gaven ze ruisen elke keer jouw naam daar is de lucht Mathilde met een ballet van wolken ze dansen elke keer jouw naam Lente 2 ‘laat ons dingen naar de hoogste prijs: de liefde...’ Carmina Burana nog ken ik geen spier en nauwelijks raakte ik je hand beschroomd om wonden te ontwijken ik weet, ik moet voorzichtig zijn want alles blijft nog pril ontdekking al is er langs de lijn van je lichaam een rilling van herkennen en blijft je blik onzeker en afzijdig maar alle woorden zijn nu nieuw met de verrassing en verrukking om een nieuwe wil van leven dit moet wel lente zijn want niemand stelt verboden de aarde zelf zet alle deuren open Lente 3 ‘... en voel mij tussen zijn en niet-zijn zweven’ Jacques Perk Ach Mathilde, soms heb ik zo'n honger vanuit de uitkijk van mijn bomen speur ik waar de kruimels liggen en wacht tot de plank verlaten is er komt een angstig naderen maar toch het vluchtig pikken te hevig, zodat niet alles opgenomen wordt en de smaak mij soms ontgaat deze maaltijd is belangrijk, Mathilde misschien is het enkel de aanblik of de kracht waarmee het hart verteert en toch Mathilde, wie kan het weten we kunnen enkel kruiden zoeken die geen mens ons kan ontnemen Lente 4 ‘ik wil luisteren naar Venus die nooit in laffe harten schuilt...’ Carmina Burana jouw adem, Mathilde, fluistert dit leven dit ogenblik hoort dicht bij mijn adem zoveel is te zoeken en zoveel is te vergeten ik weet, Mathilde, ach ik weet jij wil me zoveel zeggen en ik wil zwijgen wat mij nu bezwaart bewaar alleen hetgeen ons samen bindt alleen deze lente, Mathilde en de stroom die proestend golven geeft die spreekt en wijzer is geef en neem en maak, Mathilde een andere oever langs de stroom die wassend spoelt over het verleden Vorige Volgende