tuurlijk ‘Margrietje’ van de diepbetreurde Louis Neefs), ‘Madammen met een bontjas zijn gemeen’ (waarin het gelijknamige lied van Urbanus) etc. Er staan nog veel meer schitterende teksten in deze bundel, ‘De stervende’ (Jacques Brel / Will Ferdy), ‘Zomersproetjes’ (Rocco Granata), ‘De wilde boeredochtere’ (Ivan Heylen; eindelijk kan ik dat onverstaanbare refrein lezen en min of meer begrijpen), ‘Bij de Rijkswacht’ (De Strangers), ‘Chachacha’ (Raymond van het Groenewoud), ‘Café zonder bier’ (Bobbejaan Schoepen), enfin te veel om allemaal op te noemen. Via een register op de naam van de tekstschrijvers, vertalers, componisten en uitvoerende artiesten én een register op de titels van de liedjes kan iedereen snel zijn lievelingsliedjes opzoeken. Het vrolijke omslag en vooral de heldere typografie verdienen ook nog eens alle lof.
Johan VANHECKE, Heimwee naar huis, Dedalus, Antwerpen 1989, 160p., fl. 24,90; 498 fr.