Passionate. Jaargang 11
(2004)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |||||||||||
Werken over jongetjes
| |||||||||||
Werken over meisjes
Kookboeken van keukengodinnen vliegen over de toonbank, om nog maar te zwijgen over de tv-programma's die ons week na week bekogelen met Bertolli, Honig en Iglo. Voedsel is voor massa's mensen hun core-business. De gemeente Den Haag maakt handig gebruik van deze hype en omlijst haar Nacht van de Poëzie met een diner. De Koninklijke Schouwburg wordt op 30 juni om klokslag 21.00 uur geopend met het gedicht ‘kooklust’ van Marjoleine de Vos: Met gretige borsten staat begeerte aan het aanrecht/ zoent het zaad uit tomaten, kijkt naar het zwellen/ van beslag onder vochtig doek. Ondertussen staan de overige dichters quasi-nonchalant te wachten. Leonard Nolens probeert Eva Gerlach te verleiden met een bonbonnetje, Jan Eikelboom biedt Jean Pierre Rawie een whisky aan met de leuze ‘Ik drink me elke dag weer dood en sta als Lazarus weer op’. Ouwe jongens krentenbrood? Daarvoor is het publiek te jong en toch echt te talrijk. Het lijkt erop dat enkele tientallen gasten op het laatste moment hebben besloten om te komen. Het binnensmonds gevloek is dan ook niet van de lucht als blijkt dat er te weinig tafels zijn. Enkele ongelukkige zielen moeten genoegen nemen met een staanplaats of wurmen zich in de garderobe, waar twee paartjes de voorbereidingen treffen voor een pittige stoommaaltijd. Mijn immer parate, opgevoerde staafmixer blijken ze niet nodig te hebben. Schade. Gelukkig wordt mijn aandacht algauw afgeleid door de eerste optredens. Onder het genot van gerechten als spiesjes van papadew & asperges met parmaham, dragen Nederlands' best geconserveerde dichters hun werk voor. Jan Eijkelboom, stadsdichter van Dordrecht, bijt het spits af. Hij brengt dertien oudbakken taarten en wat borden zieligheid te berde. Eva Gerlach kan het vervolgens niet laten om enkele van haar klassiekers te serveren: Waar hij staat, daar/ is een leegte waarin ik mij/ begeef met wat ik weet van denim, zwaarte/ van mayonaise, zoeken naar dingen die je niet ziet in een zakje/ terwijl je een trein afkijkt zonder je hoofd te bewegen. Vloeiende, duidelijke gedichten. Tamelijk taai, soms saai. Na het applaus ben ík toe aan een borrel. Is het dan allemaal melodramatisch gezucht? Neen, zeker niet. Naarmate de avond vordert, worden zowel het publiek als de dichters enthousiaster. Tijdens het hoofdgerecht wisselen verbale taartgevechten, anekdotes en spitse metaforen elkaar af - variatie van spijs doet eten. Zelfs Jean Pierre Rawie weet een lach te ontlokken met zijn gelikte voordracht. Tegen de tijd dat het dessert wordt geserveerd - een tongstrelend met frambozen gevuld zwaantje - wordt er honderduit gepraat over de gedichten, want daar gaat het uiteindelijk om. Voor herhaling vatbaar dus. Hopelijk wordt er een volgende keer wel beter nagedacht over het aantal gedichten: 100 stuks op een avond is écht teveel. Meer aandacht voor het relatief jonge publiek kan ook geen kwaad. Niettemin heb ik zelden zo'n collectief enthousiasme voor poëzie meegemaakt. Na afloop zijn de gasten voldaan, de dichters vrijwel uitgeput. Ze proberen stoïcijns te blijven onder hun succes. Leonard Nolens: emoties, ach, meneer, emoties/ ze zijn zo vies: vis die niet kan zwemmen/ in mijn zee van ironie. Maar grijnzen dééd hij. (BM) | |||||||||||
roadkill op het zebrapad
Roadkill: mayonaise, krab, garnalen, bieslook en peterselie mengen. De tomaten uithollen. Verdeel het krabgarnalen mengsel over de tomaten. Het zebrapad: asperges laten uitlekken en de haricot verts blancheren, leg deze om en om op een bord. Leg uw roadkill hierbovenop. |
|