Passionate. Jaargang 9
(2002)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
[pagina 12]
| |
Hij moet komen. Als hij niet komt, dan hebben we niets. Dan hebben we geen verhaal. Hij moet uitleggen hoe het zit. Waar het vandaan komt. Waarom het begonnen is. Hij kan het vertellen, omdat hij erbij is geweest. Hij weet hoe het gaat. Hij zat er godverdomme tussen. Met gespreide armen vol zeer vertrouwelijke documenten komt hij binnen. Behangen met vergeelde, geheime papieren dient hij zijn entree te maken. Op zijn hoofd een hoed van slecht geschreven, moeilijk te ontcijferen kladjes. Een borstrok van zwarte kasboeken. De anonieme bron uit de bouwwereld, hij moet doorkomen. ...I'm waiting for my man... Heeft hij een blauwe Ford Mondeo of een grijsgroene Citroën XM. Een rode Renault Laguna of een zwarte Ford Scorpio. Is hij alleen. Zou hij alleen komen. Of neemt hij weer die vent mee die niks zegt of in de auto glazig voor zich uitstaart. Wie is die vent eigenlijk. Zou hij het gesprek aftappen. Is ie soms van de recherche of van de kartelpolitie. Laten we niemand meer vertrouwen. Laten we dat nu gewoon afspreken. Niemand deugt. Iedereen moet iets van elkaar in de bouw, want als je met lege handen staat, dan lacht iedereen je uit. Je moet iets hebben of iets te bieden hebben. Vertel de bron dat je iets van hem weet. Daag hem uit. Hou 'm aan het lijntje, ik weet iets wat niemand over jou weet en het is belangrijk dat je dat nu weet. Kom, snel, en het blijft onder ons. Neem stapels documenten mee. Een verslag van illegale voorbesprekingen over de Rijksweg A5, de Schipholclub, het zeezandkartel of de asfaltboeren. De Gelredome! Steekpenningen! Iets! We willen weten hoe het zit. We weten al heel veel, maar alleen dat ene niet. We weten niks. ...I'm waiting for my man... Hij heeft een bruine, hoornen bril. Zwart haar. Een bruine jas. Een Schipholtas. Een grijze Daimler. Of toch niet. De vorige keer hoestte hij hard en keek hij wild om zich heen. Hij wilde nooit meer in wegrestaurants komen. De bouw zit hier met elkaar te smoezen en de zaakjes te regelen. Ze zien me. Laten we nooit in wegrestaurants afspreken, want dat is veel te gevaarlijk. Als ze erachter komen dat hij praat gaan zijn ballen er af, schieten ze zijn kop aan flarden en gaat hij met zijn poten in het beton. Geen wegrestaurant. Geen brugrestaurant. Maar waarom zitten we dan weer hier. En waarom wil hij altijd rechts bij het raam zitten. Hij kijkt je niet aan en staart oneindig naar de voorbij zoevende auto's. Daar, die blauwe BMW Cabriolet. Dat is 'm. Hij heeft geen ringbaard. Een snor dan. We weten het niet. Wat weten we nou. Wat we weten, weten we van de anonieme bron en wat weten we nou van die anonieme bron. We weten niks. We hebben geen verhaal. Hij moet komen. ...Here he comes, he's all dressed in black. PR shoes and a straw hat... De vorige keer kwam ie wel. Toen droeg ie een leren jack en rookte hij siga- | |
[pagina 13]
| |
ren. Van die lange Cubaanse, die hij gekregen had van een bevriende aannemer. Zijn ogen schoten heen en weer. Hij was er. Dat telde. Een zwartleren koffer lag aan zijn voeten. Hij lachte en blies grote wolken het brugrestaurant in. Waarom praat je? Waarom niet. Waarom vertel je dit? Waarom niet. Praat je met iedereen? Met niemand. Waarom praat je met ons? Daarom. Je kent me niet, onthou dat goed. Je hebt nooit van me gehoord. Je hebt nooit met me gepraat. Hij heeft niks en ook weer alles. Het is maar net hoe je het ziet. Mondje dicht. Vraag maar. Vraag het nu, want volgende week zit hij voor een groot project in het buitenland èn wat daar allemaal gebeurt. Als je in Azië geen miljoenen dollars meebrengt, bieden ze je niet eens een stoel aan. ...First thing you learn is that you always gotta wait. I'm waiting for my man... Hij is geen Deep throat, de anonieme bron van The Washington Post-journalisten Bob Woodward en Carl Bernstein in All the President's men, die in slecht verlichte parkeergarages vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Hij heet soms Arie Noniem of levert naamloos brieven en pakketten op de redactie af. Hij belt en wil zijn naam niet zeggen. Hij is stomdronken en staat in een vol café. Hij heeft slechte kopieën van illegaal vooroverleg en stuurt ze per post. Hij belt en noemt zich Harry. Hij zit op het terras van zijn villa in Zuid-Frankrijk. Hij stuurt niks op. Hij is niet gek. Waar zie je hem voor aan. Niks komt zomaar uit de lucht vallen. Nieuw is het allemaal niet, weet de man. De bouwfraude bestaat al jaren. De polder is een groot bouwkartel. Iedereen vreet uit dezelfde ruif. Uitvoerders gaan naar de hoeren en nemen ambtenaren mee. Hard werken, vreten, zuipen en neuken. De volgende dag hard werken, vreten, zuipen en neuken. Als je stopt, ben je klaar. Ze kunnen niet zonder elkaar in de bouw. Iedereen heeft elkaar in dit pokkenland nodig. Ze staan te juichen bij iedere scheet. Ze schijten op elkaars bord. Ze likken elkaars reet. De waarheid is geen verhaal. De waarheid is een in het water drijvend karkas. Als ze gapen liegen ze al. ...He's never early, he's always late... Hij is kaal en grijs boven zijn oren. Al jaren leeft hij gescheiden van zijn grote jeugdliefde. Hij is geen man van tijd. Tijd is iets van een ander. Hij komt. Daar gaat het om. Hij praat snel. Als je moet opletten, kijkt ie je lang en doordringend aan. Hij wil niet praten, maar hij moet. Ze hebben 'm gepakt, die aannemers. Hij heeft veel geld verdiend en nu willen ze het terug hebben. Hij geeft niks terug. Hij gaat buitenom en neemt ze te grazen. Rancune is een paard dat in de laatste bocht iedereen voorbij gaat. Hij was overal bij betrokken. Hij zag die ambtenaar in het bordeel op kosten van de aannemerij op een Bulgaarse kruipen. Hij zag die topman de hoerentent binnenlopen. Hij was erbij toen die sjeik een koffer met geld openmaakte. Hij tikte zelf de valse rekeningen uit. | |
[pagina 14]
| |
Luister naar hem, hij weet hoe het zit. Hij is de anonieme bron uit de bouwwereld. Luister, dan heb je een verhaal. Wat weten we nog meer van 'm. Hij duikt. Vraag iets over diepzeeduiken op Bali. Muziek! Begin over Mantovani, garagepunk, Sonny Rollins, DJ Shadow of Tante Leen. Duiven! Hij is vast een echte duivenmelker. Eigenlijk interesseert hij me geen flikker. Hij is een passant. Nu is hij nodig, morgen een ander. Trek hem leeg. Hij lijkt op niemand. Daar, dat is 'm. Die blonde met die Rayban-zonnebril uit 1982. Hij lijkt op iedereen. Hij is een teringhond voor zijn omgeving. Hij ziet zijn kinderen niet meer, krijgt zijn trouwring niet meer af en vloekt in de file. Hij woont nergens. We hebben nog één bron nodig, al is het een anonieme. Off the record. Liever een vertrouwelijk verslag van een verboden vooroverleg over illegale prijsafspraken. Papier liegt nooit. Sta op en kijk waar ie blijft. Als ie komt. Misschien komt ie wel nieten blijft ie in zijn bouwkeet. Krijg maar de tyfus met die krant. Vraatzuchtige monsters. Jullie hebben nooit genoeg. ...I'm feeling good, You know I'm gonna work it on out... Een beduimeld koffieboekje ‘periode 1992-2001’ haalt ie uit zijn koffer. Alles staat erin. Alle grote Schiphol-projecten. De HSL-Zuid. De Betuwe-route. Alle grote bouwondernemingen doen mee. De banken zijn erbij betrokken, net als de vastgoedjongens en de verzekeringsbranche. Ze betalen elkaar in het geheim miljoenen, ze storten alles in een heimelijk fonds op een onbereikbaar eiland en komen bij elkaar in reusachtige kastelen in ondoordringbare woudbomenbossen. De minister weet ervan. Het hele kabinet. De president van de Verenigde Staten. Het heelal. Mevrouw van de Berg van de Kerklaan 34. Hij haalt niks uit zijn koffer. Alleen een pen en een blaadje. Hij zegt niks. Kom volgende keer maar terug, als er al een volgende keer is. Val maar dood. ...I'm feeling good, I'm feeling oh so fine... ...Until tomorrow but that's just some other time. I'm waiting for my man... Hij loopt binnen met de Volkskrant onder zijn arm. Hij is langer en donkerder dan verwachten als hij praat maakt hij sierlijke, bijna vrouwelijke gebaren. Hij heeft nog even rondgelopen om te kijken of ie bekenden zag. Hij is gedrongen en lichtvoetig. Zijn gezicht blijft uit het licht. Zijn woorden vallen uit elkaar. Ergens begint een hond te blaffen. Hij kent mensen. Die mensen kennen. Die het weten. Die weten hoe het zit. Volg het geld. Vraag je af waarom iemand telkens een andere auto heeft. Heeft ie een Corsa, dan wil ie een Vectra. Heeft ie een Vectra dan wil ie een Omega. Een Mercedes uit de S-klasse, achtcilinder met 4matic. Een bungalow in het goede gedeelte van Marbella. De eeuwigheid. Amen. Alles stort in elkaar. Alles wordt bekend. Je hebt het niet van mij. |
|