criticus geschreven. Zo vlug was hij, dat hij in een gesprek jouw nog onuitgesproken gedachten alvast formuleerde. Ik moet bekennen vaak niet de gedachten te hebben gehad die hij mij toedichtte!
Ik heb hem gekend sinds ongeveer 1960. Wij ontmoetten elkaar bij onze gezamenlijke boekhandelaar, een hoffelijke en gastvrije man. Ik was maar vier jaar jonger dan hij, maar ik zag onmiddellijk tegen hem op als tegen een veel oudere. Zijn onvermoeibare conversatie met de boekverkoper, het gemak vooral van de verwoording, de eruditie die hij altijd graag of niet liet doorschemeren, - het imponeerde mij allemaal. Ik denk dat ik die eerste keer voornamelijk heb gezwegen. Later werden de contacten informeler, hij toonde grote belangstelling voor wat ik als dagbladcriticus schreef - voor het krantenwerk heeft hij altijd een heimelijk respect gehad, maar ook altijd, vooral in zijn latere jaren, een zeker wetenschappelijk voorbehoud dat zich in kleine plaagstoten uitte, zeker als er andere wetenschappers in het gezelschap waren.
Toen ik hem voor het eerst ontmoette was hij directeur van de Stichting voor Vertalingen. Hij reisde er veel voor. De universiteit leek hij achter zich te hebben gelaten. Hij heeft zichzelf er weer in teruggeschreven, door het werk aan Merlyn. Het tijdschrift stopte in 1966; in 1969 promoveerde hij, wat misschien de ware afsluiting van het tijdschrift was, op een schitterende studie; waarschijnlijk wel zijn beste werk. Dat hij vier jaar later hoogleraar werd in Amsterdam is niet verwonderlijk.
Merlyn heeft zeer veel voor hem betekend. Hij kwam er dan ook in gesprekken heel vaak op terug. Het was een keerpunt in zijn leven geweest. Merlyn beoogde een verbinding te leggen tussen de kritiek en de universiteit. Hij heeft dat in zijn eigen leven en werk gerealiseerd! Ik twijfel er overigens aan of hij temidden van de hoogleraren, in Amsterdam en later in Utrecht, die geestverwantschap, die vriendschap en die discussiemogelijkheden heeft gevonden die hij vanuit zijn studententijd en latere jaren kende.
Wat hij deed, deed hij met grote intensiteit en waardigheid - zelfs het sterven. Dit was denk ik zijn indrukwekkendste karaktertrek: hij viel anderen nooit met eigen moeilijkheden of problemen lastig, maar hij stond wel altijd klaar om anderen tegemoet te komen, zich voor hen in te spannen. ‘Onze’ boekverkoper heeft hij, toen die in ernstige moeilijkheden kwam, met een grote belangeloosheid geholpen. Zijn