Parmentier. Jaargang 11(2001-2002)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Tonnus Oosterhoff Gedichten Als mijn moeder wist en dacht dat mijn binnentreden van haar oudste in de slaapkamer niet betamelijk was door haar staat van ontkleding riep ze als de deurklink omlaag ging: ‘Blíjf daar.’ (- _ ) Dan bleef ik, niet in de geest misschien, maar in alles wat buiten de geest is, voor de wet, naar het vlees, zakte op de gang door mijn knieën, zette de schotel met wat ik haar brengen zou op de grond, het boek waaruit ik haar voorlezen wou, Buitelingen, legde ik ernaast. Nu vereer ik of doe ik alsof ik schuchter een stikverlegen prostituée vereer. Haar vorstelijk zacht profiel waarachter het wist en dacht. Maar zij luistert naar vriendinnen die waarschuwen: ‘Vereerders zijn geen makkelijke klanten.’ [pagina 38] [p. 38] Bezoek aan een gelegenheid In de bron wordt gelachen. Ik ben niet aantrekkelijk. Reik mij de kam aan Han. Wat een vergissing. Een fiasco. Nevel kolkt uitgangwaarts. Niemand wil Eenoog vierend zien knielen. Niemand gelooft in de kat met zeven staarten. Het probleem is: ik ontglip. Aan jou ligt het niet, liefste. Jij hebt niet méér moeite van me te houden dan heel de wereld. [pagina 39] [p. 39] Het eerste woord blijft gelden. Zeg nog iets. Dat is een aanvulling. Nog iets. Dat is een leugen. Nee. Het eerste woord blijft gelden. Het water van de amaryllis stinkt. De drie poezen, hun pootjes een lustig dozijn, jaja!, slapen hun voorgevoel uit. ‘Hallo? O ben jij het!’ De een belt bij de ander aan, die laat van vierhoog de sleutel vallen. Tegen de hemel kantelt de sleutelbaard schitterend tegen de hemel. Ze dragen allemaal pluche, ‘ze’. Is daar iemand o ben jij het. Polyester en katoen komen bij brand heel makkelijk met zuurstof in aanraking. Dat geeft over heel de huid smeltdruppels, echt gruwelijk! En later ontsierende pitjes. Overlevenden zijn precies aardbeien. Het eerste woord blijft gelden. Zeg nog iets. Dit is een aanvulling. Nog iets. Dat is een leugen. Nee. Het eerste woord De trap op. ze allemaal Volmaaktheid neemt altijd weinig ruimte in, ook in onze gedachten. Waarmee zullen we onze gedachten dan vullen? Dit is buiten. Nee de trap op. Tegen de hemel. Nee Er is een binnendeur boven. Vorige Volgende