coryfeeën staan. Die zie je voortdurend op televisie terug, die hebben de beste kleren aan op het boekenbal, die krijgen de beurzen en de prijzen. Ik zal altijd voor de helft Italiaans blijven, en mijn tweede vaderland was fout in de oorlog, dus, ja. De enige wereld waar mijn afkomst niet telde was de onderwereld, waar ik een tijdje ondergedoken ben geweest. Daar gold een totale egalisering, daar maakte het niet meer uit of je een bastaard was.
Storm: Maar om terug te komen op de vraag: ik denk dat je van iedere schrijver, als die tachtig is en hij heeft twintig boeken geschreven, wel kunt zeggen:
‘Die twintig boeken zijn van die auteur, dat is evident.’
Maar bij Mulisch is het natuurlijk wel heel erg duidelijk. Arjan Peters beschrijft in een artikel wat er steeds terugkomt: de teckel, de ideale leeftijd van zeventien jaar. Bij Mulisch zit het er vol mee: iedere alinea is een knipoog naar zijn eigen werk.
Storm: Maar bij Reve komt er altijd een roomse jongen terug,
Maassen: Dat is ook charme, een welkom aan de lezer. Als ik bij hetzelfde café binnenkom, vind ik het ook leuk als er iemand zegt: ‘Dag Marcel, hier heb je je, whatever je drinkt’. Dat is gewoon service aan de lezer. Je voelt je ingewijde.
Maar bij Mulisch gaat het wel heel ver. In De procedure verplaatst een perssnage om. een onduidelijke reden een peper en zout-vaalje of zoiets, omdat het, en dat weetje alleen als fervent Mulisch-lezer, in De gulden snede moet staan. Dat is bijna manisch.
Storm Hij is echt een oeuvre aan het bouwen.
Maassen: Het is waanzinnig modern ook. In zo'n serie als Seinfeld gebeurt dat voortdurend. Dan spreekt iemand een zin uit, en als je goed oplet, kun je om de twee minuten een verwijzing naar een klassieke Amerikaanse film zien of horen. Het stikt werkelijk van de intertekstualiteiten. Mulisch verwijst dan vooral naar zichzelf.
Storm: Het stikt bij Mulisch ook van de verwijzingen naar anderen.
Pasquini: Repetition works.
Maassen: Als je in een comedy een grap uithaalt, en die is op zich leuk, dan is dat voldoende. En als je daarachter als geïnformeerde kijker ook nog de verwijzing ziet, dan is het dubbel leuk.
Storm: Het draagt ook bij aan het grote Mulisch-universum. Uiteindelijk gaat het niet over Max, maar gaat het over Mulisch. Dat kun je ijdel noemen, maar het is ook wel weer erg leuk. Kellendonk ging geloof ik nog verder. In het eerste boek kondigde hij de titel aan van het tweede boek, en dat hield hij in al zijn boeken consequent vol.
Maaasen:Ik heb dat ook gedaan, alleen kwam die tweede er vervolgens niet! Bij mij is het niet zozeer dat ik bezig ben een oeuvre te bouwen. Ik weet dat ik er lang over doe voordat ik met een volgend boek kom, en als dit mijn tempo blijft, dan schrijf ik ongeveer vijf literaire romans. Dan moet je dus heel zorgvuldig kiezen. Need to write, en nice to write, daar moet je dan een onderscheid tussen gaan maken.