Parmentier. Jaargang 11
(2001-2002)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
Eliot Weinberger
| |
Blauwe ogenIk was in een dorp in de Amazone, dag na dag aan het wachten op een boot om mee weg te komen. Ik sliep in de enige gelegenheid die kamers verhuurde; bij het aansteken van het licht 's nachts was het plafond bedekt met honderden transparante salamanders, bewegingloos en ondersteboven. De enige gelegenheid om te eten was een vensterloze hut met een onverlichte keuken en twee tafels buiten op de zandweg, de enige weg. Ik zat. Na een lange namiddag van zitten, kwam een oudere man de weg afgewandeld en sprak me aan. ‘Sprechen sie deutsch?’ Hij droeg schone spijkerkleding, gebleekt tot de kleur van wolken, en zijn gezicht was lang aan de zon blootgesteld geweest. Teleurgesteld door mijn onkunde, schakelde hij over naar het Engels voor zijn monoloog: ‘Je denkt waarschijnlijk dat ik een Indiër ben, maar | |
[pagina 12]
| |
ik ben geen Indiër. Kijk naar mijn ogen, ze zijn blauw. Indiërs hebben geen blauwe ogen. Ik ben geen Indiër. Indiërs zijn net beesten. In Duitsland pakten we het beter aan. Een kleine injectie en poef! dat was het. Kijk naar mijn ogen, ze zijn blauw...’ Zonder ophouden tot het donker werd. De meeste Duitsers waren ervan overtuigd dat Hitler blauwe ogen had, maar ze waren wel degelijk bruin. De officiële portretten van belangrijke partijfunctionarissen werden dikwijls geretoucheerd om ze blauwe ogen en die specifieke uitstraling te geven; puur en koud als een bergmeer, als een gletsjer, als een wolkenloze hemel, als de vrucht van denkbeeldig onvermengd bloed. Jaren later zat ik in een auto rijdend over een vlakte in India, uren van een stad verwijderd, in een eentonigheid van lemen dorpen met een enkele boom, twee mannen neergehurkt rokend in de schaduw van een muur, drie kinderen lijnen trekkend op de grond, vier gieren kibbelend over een hondenkarkas, een vrouw die één geit meevoert, twee mannen op een ossenkar, drie kraaien doelloos pikkend, vier vliegen rustend op mijn been. De auto minderde vaart, zoals vaker, voor een troep koeien die de weg blokkeerden. Onder hen bevond zich een rondtrekkende bedelmonnik, met het gebruikelijke oranje kleed, houten staf en bedelaarskom, zijn kaalgeschoren hoofd beschilderd met de lijnen van Shiva. Maar hij was een stuk groter dan gebruikelijk, en zijn huid was niet bruin maar een gebronsd roze. Terwijl de auto langzaam voorbij hem rolde, hief hij zonder te spreken zijn kom naar het raam toe, en staarde voor een ogenblik naar mij met hemelse, ondoorgrondelijke, ijzig blauwe ogen. | |
VliegenEen vlieg op een raam kan niet vatten dat er een wereld is die zij wel ziet maar zelf niet kan bereiken. Een vlieg op een stuk stront, zoals vaak gezegd wordt, is in het paradijs; een vlieg in de honing is gedoemd. Vishnu's vliegenmepper, gemaakt van jakhaar, duidt op de dharma: zij zijn en wij zijn en wij kunnen niet anders dan hen wegjagen. Een vlieg kent een genot dat aan de zoogdieren ontzegd is: het paren in de lucht. Beëlzebub, heer der vliegen. Een mens die zag als een vlieg - caleidoscopisch - zou gek worden; een vlieg die zag als een mens, zou depressief worden van rechtlijnigheid. Apollonius van Tyana verloste Byzantium van de vliegen door een bronzen vlieg te maken en deze onder een pilaar te begraven. Een vlieg denkt misschien aan iets anders, of denkt juist niet; ze kijkt niet waar ze naartoe gaat, en slaat te pletter op een scherm. Yoko Ono filmde een vlieg klimmend op een borst alsof het de verovering van de Everest betrof. Russische meisjes sneden kistjes uit rapen en begroeven vliegen. De vlieg op iemands open wond was gewoon vlieg, voldaan dat de persoon gewoon mens was. Charles Reznikoff, die een baan in Hollywood had gekregen en niks te doen had, schreef gedichten over stilte en eenzaamheid voor de vliegen op zijn bureau. Een kind ziet zichzelf in de eerste versie van de film The Fly: het kleine mensen- | |
[pagina 13]
| |
hoofd op het vliegenlijf, in een web verstrikt, om hulp schreeuwend. Een volwassene ziet zichzelf in de tweede versie van de film The Fly: ze houdt nog van hem, hoe monsterachtig hij ook geworden is. | |
Drie zinnen op weg naar BelizeZittend op de laatste rij in het vliegtuig naast een Belizaanse vrouw van onbepaalde leeftijd. Op het menu voor de lunch stond pasta, vis of kip; maar tegen de tijd dat het etenswagentje ons bereikte, was er alleen nog pasta of vis. Mijn buurvrouw glimlachte vriendelijk naar de stewardess en zei: ‘Volgende keer zal je meer kippen moeten slachten.’ | |
Een alinea daarIn volle vaart vliegend over de onbestrate en met kraters bezaaide Kolibrieweg, voorbij het dorp van Kolibrie, tien paalwoningen. De Kolibrierivier stroomt naar beneden langs het Kolibriegebergte, elke berg ervan wordt de Kolibrieberg genoemd. Men zegt dat de mensen hier uitzonderlijk weinig fantasie hebben. Men zegt dat een vrouw zo mooi als een kolibrie is, een jongen zo vlug als een kolibrie, een opmerking zo scherp als de snavel van een kolibrie, de ochtend zo heiig als de vleugels van een kolibrie, een man zo stil als een kolibrie, dingen zijn kleiner of groter dan kolibries, en het eten is zo lekker dat een kolibrie boven het bord gaat zweven. Als een mens sterft, wordt hij herboren als een kolibrie. Wanneer een kolibrie sterft, gaat hij naar het paradijs. Daar leeft hij eeuwig in het dorp van Kolibrie, bij de Kolibrierivier, beneden het Kolibriegebergte. Alles is hetzelfde, behalve dat er geen Kolibrieweg is, omdat men nergens anders naar toe kan. | |
De vleugels van engelenDe ziel wordt vaak afgebeeld als een vogel en de engelen hebben vleugels want het leven vindt hier plaats en het leven na de dood is ergens daarboven. In de meeste culturen wordt een lijk op zijn rug gelegd en de zwaartekracht trekt het vocht naar beneden, wat de bovenkant een wasbleke tint geeft. De onderkant verdonkert als het bloed stolt, behalve op die plaatsen waar het lichaam de ondergrond raakt waarop het ligt. De druk van het gewicht van het lijk duwt het bloed uit het weefsel, en vormt plekken die veel bleker zijn dan de rest. Eén van die plekken loopt over de schouderbladen en de bovenrug, en neemt de vorm aan van perfect symmetrische vleugels. | |
Amerika: de dodenMensen sterven, maar er zijn geen doden in Amerika. De doden zijn zij die opgegraven worden een jaar na het begraven, hun botten schoongemaakt en in catacomben of een speciale nis in het huis uitgestald, met edelstenen in de oogkassen gezet, hun schedels op spiesen gestoken rondom het terrein. De doden zijn zij die begra- | |
[pagina 14]
| |
ven worden in een tenue van jade om eeuwig te leven, met sieraden, wapens, kookgerei en voedsel dat ze nodig zullen hebben in de andere wereld. De doden worden, zittend op een stoel, begraven, hun gezicht naar het oosten. De doden hebben een haan op hun grafzerken gebeiteld staan, om het ontwaken van de ziel aan te kondigen. De doden zijn degenen voor wie wierook, kaarsen, papieren geld, papieren auto's, papieren huizen met papieren vaatwassers en videorecorders verbrand worden. De doden zijn zij wier gedenkplaten en portretten een voorname plaats in de leefruimte of de tempel innemen. De doden hebben graven die regelmatig bezocht en gewied worden, of door hun verwaarlozing melancholie opwekken. De doden hebben graven waar de familie eens per jaar picknickt en zich misdraagt. De doden wonen daar waar de levenden, door gezang of trance of afzondering of drugs, met hen kunnen praten. De doden zijn zij die de levenden in bezit nemen. De doden zijn zij die terugkeren. Er zijn geen doden in Amerika want er zijn geen lijken. Lijken zijn de onzichtbare inwoners van Amerika, een publiek geheim en ongebruikelijker te zien te krijgen dan een vrijpartij. We zien hen niet, we raken hen niet aan, we kleden hen niet, we weten niet wat te doen met hen, we houden hen niet in onze slaapkamers voor ze begraven zijn, we kijken niet naar hun voeten die uit de lijkwade steken terwijl de vlammen hen verslinden. Er sterven zoveel mensen op televisie in Amerika omdat er in ons leven niemand sterft, ze verdwijnen alleen maar, en televisie is dé compensatie voor alles wat we niet hebben of zien. Er zijn geen doden in Amerika want er is geen plaats. De doden zijn afhankelijk van generaties die niet vertrekken. De doden hebben graven daar waar de familie weet waar de graven zijn. In Amerika worden de voorouders achtergelaten, in een natie die als geen ander het geluk najaagt, een toekomstdroom waar de doden geen plaats hebben. Onder de doden is er geen geluk om na te jagen. Het land werd opgericht (vroeger) als een vlucht van de doden. Met uitzondering van hen die in de beginjaren gekomen zijn om hun geloof en de tradities in stand te houden, kwamen de emigranten verlossing van de tirannie van de doden zoeken en moesten ze, als vrijgelaten slaven, rondtrekken en zichzelf weten te vinden. Generaties trekken verder, nieuwe mensen, altijd ‘een nieuwe start makend’, het ethisch ideaal onderschrijvend ‘herboren’ te worden in dit leven. In de droom zonder geschiedenis zijn het de kleine angsten die woekeren. Het standaardplot van de Amerikaanse griezelfilm is het huis, de school, het winkelcentrum gebouwd op een vergeten begraafplaats, en vervolgens de wraak van de slachtoffers van deze grafschennis: een verhaal dat nergens anders denkbaar is. Bij een bezoek aan de Verenigde Staten in 1944 meldde de Chinese antropoloog Fei Zaotung dat ‘mensen zich verplaatsen als de getijden, niet in staat om een hechte band met een plaats te ontwikkelen, om maar niet over andere mensen te spreken... . Uiteraard komen ze zelden of nooit een geest tegen.’ | |
[pagina 15]
| |
Een verslag uit Salcombe Regis, DevonJohn Bastone, melkboer, geboren op 30 maart 1817, schrijft: ‘Ongeveer 120 jaar geleden verscheen de geest van een zekere Mr. Lyde in de boomgaard aan de oostkant van de weg die langs de voet van Salcombe Hill loopt. (De boomgaard heeft het nummer 561 op de kaart van het kadaster.) Elk jaar kwam de geest een steenworp dichter bij het Sid House, totdat hij uiteindelijk ging zitten op een hek aan de overkant van de weg. (Het hek gaf toegang tot een veld met het nummer 553 opde kaart van het kadaster.) Daarna, nog altijd in het onvoorstelbaar trage tempo van een steenworp per jaar, schoof hij op naar een oude eikenboom bijna in het midden van het veld. Deze eikenboom, hoewel wat gehavend door jarenlange stormen, kan men nog altijd zien staan in de weide. Vele jaren later kwam het vastberaden spook in de kelder van het Sid House aan. Een meid, die de kelder inging om likeur te halen, zag de geest van Mr. Lyde zitten op een ton, kaas en brood etend, met een liter cider naast hem. Uiteindelijk, en tot ontsteltenis van iedereen in het huis, schoof op een avond de geest, met een triomfantelijke blik, bij hen aan tafel. De familie besloot dat de tafel delen tijdens het avondmaal met een verschijning teveel van het goede was, zodat iemand van hen naar Mr. George Cornish van Pascombe in de vallei van Harcombe reed, om hem te vragen of hij de geest wou komen bezweren. Mr. Cornish kwam, met een kleine bijbel onder de arm, en met weinig moeite bezwoer hij het spook.’ | |
De verborgen tijdspanneHet taoïstisch universum bestaat uit een oneindige hoeveelheid in elkaar passende tijdscycli, die elk met verschillende snelheid ronddraaien, en zij die geen gewone stervelingen zijn, behoren tot andere tijdscycli. Soms vergt het 400 jaar om een bepaalde leer van een meester tot leerling over te dragen; soms 4000 jaar, soms ook 40.000. Men zegt dat Lao Tzu, de auteur van de Daode jing, 81 jaar in de baarmoeder doorbracht. Het taoïstisch ritueel begint met de opbouw van een altaar dat zowel een altaar als een kaart van dit universum is. Aan de buitenrand vierentwintig piketten, de vierentwintig knooppunten van energie, die elk vijftien dagen symboliseren, en zo een jaar van 360 dagen vormen. Aan de binnenrand een verbreiding van de kentekens voor de Twee Bestanddelen (yin en yang), de Drie Energieën, de Drie Irrationele Machten, de Vijf Elementen, de Vijf Stemmingen, de Zes Leiders, de Acht Trigrammen en Vierenzestig Hexagrammen van de Yijing, de Negen Paleizen en de Negen Zalen, de Tien Stammen, de Twaalf Takken... Elk op zich is een bovennatuurlijk wezen, een opening, een aanwijzing, een deel van het lichaam, een afmeting van de tijd, een filosofisch concept, een alchemistische substantie. Zoals Lao Tzu | |
[pagina 16]
| |
zei: ‘De tao schiep één, uit één kwam twee, uit twee kwam drie, en uit drie de tienduizend dingen.’ Kenmerkend voor het taoïsme, vertoont het systeem een inherente leemte: een gat in de tijd, de Irrationele Opening genoemd. Als op een gegeven moment, een moment dat nooit hetzelfde is, men achterwaarts de verschillende openingen in een bepaalde volgorde doorloopt, kan men aan de tijd ontkomen en de Verborgen Tijdspanne betreden. In die andere tijd, buiten alle andere tijden om, komt men in de heilige bergen terecht; daar kan men kruiden, magische paddestoelen en levenselixirs verzamelen. De techniek werd voor het eerst bijgebracht aan de gele keizer door de zes Jaden Maagden van de kalender; zijzelf hadden deze techniek geleerd van de Mysterieuze Vrouw van de Negen Hemelen, ook wel bekend als de Dame van de Ultieme Yin. De beroemdste beoefenaar was een bijzonder militair strateeg, Chu Ko Liang (181-234). Om een oprukkend leger te stuiten, plaatste hij op een enorme vlakte verborgen kentekens, en bootste op die manier heimelijk een taoïstisch altaar na. Hoewel er aan het landschap niks te merken viel, raakte het leger verstrikt in een labyrint van een afwijkende tijd waaruit het niet kon ontsnappen. | |
AngolaAls je in Angola bent, ga dan niet het woud in, of de velden, of loop niet langs de kant van de weg, of loop niet op de vele wegen die jaren onbereisd zijn. Er liggen daar vijftien miljoen mijnen begraven: Oostduitse ppm-2's, die ooit een verborgen muur achter de Berlijnse muur vormden; Chinese 72-a's, grotendeels van plastic gemaakt zodat de metaaldetectors ze niet kunnen vinden en uitgerust met een mechanisme dat het onschadelijk maken belet; Roemeense mai-75's, zo groot als een halve grapefruit, met een dikke laag cycloniet, een mengsel van tnt en rdx; Amerikaanse ‘spinnen’ die uit vliegtuigen worden gedropt en bij de landing een web van struikeldraden uitzetten; groene gecamoufleerde Russische ‘vlinders’ van plastic die uit helikopters neerfladderen, of met mortieren worden afgevuurd, en niet onschadelijk gemaakt kunnen worden. Het kost een honderd man een tweetal dagen om een lapje grond ter grootte van een voetbalveld op te ruimen; in Angola is het grootste gedeelte van het bebouwbare land ontoegankelijk. Er zijn dorpen die al meer dan een decennium totaal geïsoleerd zijn; hun verhalen nog altijd onbekend.
[1999] |