Ahne
Hoe ik eens wakker werd
Vertaling: Jenneke Harings
Op een dag werd ik wakker en ik zag dat ik weer eens wat boodschappen moest doen. De koelkast was leeg en ook alle andere kasten waren helemaal leeg. Er was gewoon niets eetbaars meer of iets wat daar op leek. Omdat, dom genoeg, mijn geld eergisteren was weggevlogen - er stond toen geloof ik sterke wind en het geld zat los in mijn kleren - was goede raad duur. Ik belde aan bij mijn buurvrouwen schetste haar de situatie. Ze lachte wat, waarom weet ik niet, misschien was ze dronken, maar toen gaf ze me bereidwillig duizend mark voor het broodnodige. Ik bedankte haar beleefd en verzekerde haar dat zij het geld in elk geval volgende week of zoiets terug zou krijgen. Met de post misschien. Weer lachte ze. De deur viel in het slot en toen was de deur dicht. Ik stond alleen in het trappenhuis met duizend mark in mijn hand. Veel geld voor een man met een zwak zenuwgestel. Hoe vaak had ik niet duizend mark verloren? Om precies te zijn, zeventien keer, dat heb ik opgeschreven voor mezelf. Maar deze keer moet ik hiervan boodschappen doen. Ik liep naar beneden, langs een jongerengang, en passeerde wilde drugsverslaafden en verzekeringsvertegenwoordigers. Ik was weer bij mijn schrijftafel. Pen en papier lagen klaar. Ik kon plan C inzetten en beginnen.
Als ik lang en breed nadenk, hangt mijn tong altijd uit mijn mond en kringelt nadenkend rondom de neusvleugels, terwijl mijn oren lichtjes heen en weer beginnen te bewegen. Wat moest ik dan nu kopen? Aha! Zeep, handschoenen, boter, pepermolen, messen, de nieuwste aflevering van Das Gemeine Tageblatt, schoenpoets, schoenen, brood, radijsjes, benzine, brood, boter en brood. Dat was duidelijk. Dat kun je maar in één warenhuis kopen. Om precies te zijn alleen in dat warenhuis, dat op de hoek van de straat, dat met die deur om naar binnen te gaan. Maar opgepast! Het systeem is een klotesysteem.