‘Jij bent toch goed bekend met dat kunstwereldje,’ zei Georgij, ‘bekijk zijn foto's alsjeblieft even en geef mijn vriend een goed advies.’
Suschin haalde een stapel foto's uit de tas. Op de eerste foto was een lul te zien. Hij lag op een bord als een worst, geserveerd met een augurk en een stuk brood.
‘Aha!’ zeiden mijn vrouw en ik tegelijkertijd. Op de tweede foto was dezelfde lul afgebeeld, nu stak hij in het gat van een grammofoonplaat. Suschin keek ons vol verwachting aan.
‘O!’ zeiden we. Ook op de derde en de vierde foto stond een lul.
‘Van wie is ie eigenlijk?’ vroeg ik Suschin, enigszins geremd.
‘Het is de mijne,’ antwoordde hij. Met de precisie van een goochelaar die het ene konijntje na het andere uit zijn hoge hoed te voorschijn tovert, haalde Suschin de ene na de andere lul uit zijn aktetas.
We wilden niet onbeleefd lijken, dus bekeken we ook braaf de volgende foto's. Soms kwam er een enthousiasmerende opmerking van onze kant. Na de vijftigste lul werd het ons echter te veel.
‘Nou, dat was het,’ zei Suschin uiteindelijk. We slaakten een zucht van verlichting.
‘Deze serie heb ik twee jaar geleden gemaakt. En deze...’ Suschin haalde nog een dik pak foto's uit zijn tas, ‘is redelijk nieuw’. De lullenvertoning ging verder.
‘Thuis in Moskou heb ik meer dan vierduizend foto's,’ vertelde hij met stille trots, ‘daarvan heb ik er helaas maar vierhonderd mee naar Europa gebracht’. Mijn vrouw verontschuldigde zich; ze zei dat ze hoofdpijn had en naar bed moest. Ik bleef Suschins foto's bekijken en probeerde ergens anders aan te denken.
Ik bleef me afvragen wat een schijnbaar psychisch gezonde man met vrouw en kinderen - Suschin was, naar eigen zeggen, gelukkig getrouwd - ertoe kon brengen zijn eigen lul vierduizend keer te fotograferen. Ik kon geen redelijk antwoord bedenken. Aan de andere kant kon ik ook niet verklaren wat een psychisch gezond persoon als mij ertoe bracht, drie uur lang de foto's van de lul van een vreemde te bekijken - en dat midden in de nacht.
‘Ik had in Moskou heel veel exposities,’ legde Suschin uit, ‘en ik heb altijd alleen maar goede recensies gehad. Bij mij thuis ligt zo'n twintig kilo aan positieve recensies, maar ik heb ze niet meegenomen naar Europa, er is hier toch geen hond die Russisch kan lezen. Maar de foto's spreken sowieso voor zich.’
Toen we door de tweede stapel heen waren, voerden we een gesprek over moderne kunst. Ik vertelde Suschin hoe moeilijk het was om fotografie in Europa als kunst aan de man te brengen en zei, dat het beslist de moeite waard zou zijn als hij eens langs zou gaan bij de tijdschriften Männer aktuell, Adam en Du und Ich. Ik zei dat hij naar Nederland zou moeten gaan: in Amsterdam zou hij probleemloos enkele tientallen foto's kunnen verkopen. Ik vroeg hem voorzichtig of hij al eens had geprobeerd iets anders te fotograferen. Suschin begreep mijn vraag niet.
Het was buiten al licht toen de gasten weer vertrokken. Ik droomde eng. De volgende dag ging Suschin samen met zijn vriend bij de drie homobladen langs, Georgij moest vertalen. Ze slaagden er echter niet in ook maar één enkele foto te verkopen. De verantwoordelijke redacteur had telkens aan ze gevraagd van wie al die lullen waren, om ze vervolgens af te