Parmentier. Jaargang 8(1997-1998)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Isaäc da Costa Het natuurlijk verband van Wijsbegeerte en Dichtkunst Fragment Ja! zusters zijt ge en door een onvemielbren band vereenigd, Wijsbegeerte en Dichtkunst! hand aan hand daalt ge uit de wolken neêr, om 't menschdom op te leiden tot hooger werelden: en wee die u wil scheiden! die is geen dichter, neen! wiens onbeduidend lied (een ijdle klank voor 't oor) het hart geen voorschrift biedt van waar- of zeedlijkheid. Den dichter is 't gegeven in 't schoone dat hy schept die bei te doen herleven, en, wat ook 't voorwerp van zijn geestverrukking zij, zijn dierbaarst doel is steeds DER ZIELEN ARTSENY. Homerus zing' den val der Trooische legergrooten, of Vorst Ulysses lot, die van zijn vlootgenooten door de ongenâ der zee en 't woeden van den wind beroofd, na jaren leed zijn Ithaka hervindt; of, doe een Sophocles in treurige tafreelen het diep geroerde hart in 't lot der helden deelen, herboren op 't tooneel: en treff' het statig koor met wisslend liergezang het licht aandoenlijk oor! 't Dient alles om den mensch in 't edelst vuur te ontsteken [pagina 55] [p. 55] voor deugd; om in zijn borst de zaden aan te kweken van liefde voor zijn land, van mannelijken moed, van Godsvrucht die de ziel haar oorsprong naadren doet, van zucht om wel te doen, van 't teder meededogen der broedermin, met hem, die, onder 't leed gebogen, geen heil mag smaken dan die zaligende troost! Dit is de poëzy: geen ongebonden kroost der hersnen, dat alleen, Verbeelding! door uw sproken ('t gebied der waarheid vreemd) in zangdrift wordt ontstoken: van hier dan hy, wiens toon, uit grove zinlijkheid gesproten, 't hart verlaagt en ten verderf bereidt! hem weert de Dichtkunst af van haar ontzachtbren tempel! Hy vluchte en wage 't nooit dees onbevlekten drempel te naadren, voor zijn geest, van aardsche lust en smaak gezuiverd, zich in 't end haar gunsten waardig maak! Vorige Volgende