Parmentier. Jaargang 8
(1997-1998)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermdParmentier. Jaargang 8. Stichting Randschrift, Nijmegen 1997-1998
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Parmentier. Jaargang 8 uit 1997-1998.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
De eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De volgende pagina’s zijn hierdoor komen te vervallen: deel 4: 12, 13, 50, 51, 52, 85, 86, 87.
Door het gehele werk heen zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1: 93, 94, 96, deel 2/3: 2, t.o. 121, 140, 142, deel 4: 2, 53, 88, 90, 128) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 1, voorplat]
Parmentier jaargang 8 no 1
woordsla H.H. ter Balkt Dirk van Bastelaere Jos Joosten Jan H. Mysjkin Jan Oegema J.H. de Roder Arno Schmidt Erik Spinoy Peter Swanborn Frank Tazelaar Han van der Vegt
[Deel 1, binnenkant voorplat]
Colofon
Parmentier wordt in opdracht van de Stichting Randschrift uitgegeven door Uitgeverij Vantilt en verschijnt vier maal per jaar. Parmentier jaargang 8, nummer 1 zomer 1997.
Redactie
Marc Beerens, Jos Joosten, Ellen Krutwagen, Frank Tazelaar
Vaste medewerkers
Inge Arteel, Dick Broer, Geert Buelens, Dirk Demuynck, Leon Gommers, Kees van den Heuvel, Mohana van den Kroonenberg, Marcel Maassen, Jeroen Overstijns, Jürgen Pieters, Kamiel Vanhole, Peter Venmans
Ontwerp en produktie
Suseela Gorter en Aagje Martens
Foto omslag
Rob Philip
Druk
MacDonald, Nijmegen
Redactiesecretariaat
Parmentier t.a.v. Dirk de Hond [redactiesecretaris] Postbus 1381 6501 BJ Nijmegen tel/fax 024-3602294
Bijdragen moeten getypt en in drievoud naar het redactieadres worden gestuurd.
Een abonnement: kost f 50,- (Bfrs 995) per jaargang. Een los nummer kost f 17,50 (Bfrs 345). Abonneer u zonder postzegel via Parmentier, Antwoordnummer 2166, 6500 WC Nijmegen, en wacht op een acceptgiro. Abonnementen worden stilzwijgend verlengd; opzegging kan slechts geschieden vóór toezending van het laatst betaalde nummer.
Uitgave van Parmentier wordt mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de Gemeente Nijmegen en de Provincie Gelderland. Dit nummer werd mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Stichting Steunfonds Nederlandse Letteren.
[Deel 1, pagina 1]
2 Jos Joosten, 14 Arno Schmidt, 22 Dirk van Bastelaere, 34 H.H. ter Balkt, 42 J.H. de Roder, 52 Erik Spinoy, 59 Peter Swanborn, 65 Jan Oegema, 81 Han van der Vegt, 85 Frank Tazelaar.
[Deel 1, pagina 95]
Yang 1997/2 - Titel Proza en modest - Bevat zie onder - Kost doet er niet toe -Kwotering bevat expliciete lyriek en schunnige foto's
De titel, om onze Nederlandse fans even tegemoet te komen, bevat een allesbehalve subtiele, maar niettemin belegen-grappige verwijzing naar het te lande immens populaire (en inmiddels afgevoerde) BRTN-TV-programma Rosa en Modest, waarin een bejaarde dame - de genaamde R. - en haar ongetrouwde, doch zelf inmiddels bijna pensioengerechtigde, zoon - de genaamde M. - bekende Vlamingen in hun (het hoeft niet gezegd: typisch Vlaamse) huiskamer ontvangen, alwaar zij bekende vernoemden ten behoeve van vele honderdduizenden kijkers, in hun hemd zetten.
Evenmin hoeft het gezegd dat hoger vermelde titel bij wijze van Witz gekozen werd om te figureren boven een nummer dat nogal wat klassiek-intemationaal-onbescheiden proza bevat. En wel van: Francisco Umbral en Siegfried Lenz (who the fuck zijn, inderdaad), Peter Weiss en James Joyce, beide laatsten zonder uitzondering onvertaalbaar, maar aangezien toch niemand de originelen heeft of leest kon dat geen probleem zijn. Daarnaast evenzeer prozaïsch werk van Peter van Lier, Marc Kregting en Pol Hoste en gedichten van Bert de Munck en Geert Buelens.
Yang: nog steeds niet te koop bij de betere boekhandel, maar blijf bellen en bestellen, dames en heren lezeressen en lezers.
Uitgeverij Manteau ltaliëlei 147a, B-2018 Antwerpen T: 03-2395900 F:03-2308550
[Deel 2/3, voorplat]
Parmentier jaargang 8 no 2/3
een theater van de tekst Frank Tazelaar Marieke Donders Koos Terpstra Stefan Hertmans Paul Pourveur Rob Erenstein Marian Boyer Marc Reugebrink Jo Govaerts Don Duyns Yra van Dijk Hans Vandevoorde Jos Joosten Robert Vernooy Jeroen Overstijns Leon Gommers Jeroen van den Berg Bert Vanheste Dirk van Bastelaere
[Deel 2/3, binnenkant voorplat]
Colofon
Parmentier wondt in opdracht van de Stichting Randschrift uitgegeven door Uitgeverij Vantilt en verschijnt vier maal per jaar.
Parmentier jaargang 8, nummer 2, winter 1997.
Redactie
Marc Beerens, Jos Joosten, Ellen Krutwagen, Frank Tazelaar
Vaste medewerkers
Inge Arteel, Dick Broer, Geert Buelens, Dirk Demuynck, Leon Gommers, Kees van den Heuvel, Mohana van den Kroonenberg, Marcel Maassen, Jeroen Overstijns, Jürgen Pieters, Kamiel Vanhole, Peter Venmans
Ontwerp en produktie
Suseela Gorter en Aagje Martens
Foto's omslag en binnenwerk
Jeroen van den Boom
Druk
MacDonald, Nijmegen
Redactiesecreterieet
Parmentier t.a.v. Dirk de Hond (redactiesecretaris)
Postbus 1381 6501 BJ Nijmegen tel/fax 024-3602294
Bijdragen moeten getypt en in drievoud naar het redactieadres worden gestuurd.
Een abonnement kost f 50,- (Bfrs 995) per jaargang. Een los nummer kost normaal f 17,50 (Bfrs 345). Dit dubbelnummer kost f 20,- (Bfrs 400)
Abonneer u zonder postzegel via Parmentier, Antwoordnummer 2166, 6500 WC
Nijmegen, en wacht op een acceptgiro. Abonnementen worden stilzwijgend verlengd; opzegging kan slechts geschieden vóór toezending van het laatst betaalde nummer.
[Deel 2/3, pagina 1]
Uitgave van Parmentier wordt mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de Gemeente Nijmegen. Dit nummer werd mede mogelijk gemaakt door een speciale bijdrage van de Provincie Gelderland.
[Deel 2/3, pagina 3]
4 Frank Tazalaar & Marieke Dondert Entrée des artistes, 7 Koos Terpstra Fragment uit De Hindenburg, 8 Stefan Hertmans Acteur versus auteur, 19 Frank Tazelaar Navigating through Hypertext; over Paul Pourveur, 27 Paul Pourveur, Contusione E Minima, 46 Rob Erenstein La texte exacte, s' il vous plaît, 55 Marian Boyer Even slikken, 63 Marc Reugebrink De twijfel, 79 Jo Govaerts vertaalt Danill Charms, 92 Don Duyns Overbodige bezigheid, 96 Kritieken: Is er een dokter in de zeel? 97 Yra van Dijk over Arne Sierens en Alain Platei, 99 Hans Vandevoords over Peer Wittenbols, 102 Jos Joosten over Gerardjan Rijnders, 104 Robert Vernooy over Oscar van Woensel, 106 Jeroen Overatijns over Peter de Graef, 108 Leon Gommers over Kamiel Vanhole, 113 Jeroen van den Berg Fragment uit Laatste dagen, 120 Hoorwederhoor: 121 Bert Vanheste Van Kerststal tot kristal, 134 Dirk van Bastelaere The making of a Faverey deel II, 143 Biografieën
[Deel 2/3, pagina 141]
Yang 1997/3 - titel Expliciete lyriek een nummer over en met poëzie uit binnen- en buitenland.
1. William Gaddis
A Frolic of his Own (fragment)
2. W.J.A. Cornelissen
Alle gelukkige huwelijken lijken op elkaar
3. Geert Buelens
Gevallen van de wereld - Tegen de zelfgenoegzaamheid van poëzie
4. Nick J. Swarth
Twee gedichten
5. Bob Perelman
De marginalisering van de poëzie
6. Geert Buelens en Jürgen Pieters
Een ondergronds alfabet - een gesprek met Michael Palmer
7. Astrid Lampe
Lommerrijk Speelkwartier
8. Vicente Valero
Zonnetheorie (gedichten)
9. Andrea Zanzotto
Sonnetten en zo
10. Bart Meuleman
Gedichten uit ‘In een donkere keuken’
11. Durs Grünbein
Mijn babylonische brein
12. Lucas Hüsgen
Galleria
13. Pol Hoste
Een bestemming, definities - De verhalen, de scènes
14.
De formele ruimte: Robberechts, Geeraerts, Demuynck
Yang, sinds het schielijk verscheiden van het Nieuw Wereldtijdschrift en met de nakende verdwijning van De Vlaamse Gids en Restant in het vooruitzicht, met voorsprong hét literaire blad van Vlaanderen en omstreken. Nummers en abonnementen kunnen worden besteld bij
Uitgeverij Manteau-Standaard 0032/3/239.59.00
[Deel 2/3, achterplat]
Speaker
[Deel 4, voorplat]
Parmentier jaargang 8 no 4
O heil'ge poëzy! (+ de lessen der Wijsbegeerte) J.H. de Roder Peter Holvoet-Hanssen Marjorie Perloff Brende Mudde Isaac da Casts Pieter Lemmens Nico Dieteren Mark Manders Jacques Derrida Rob Moolenaar Ronald Besemer Paul Bogaert Erik Spinoy
[Deel 4, binnenkant voorplat]
Colofon
Parmentier wordt uitgegeven door Uitgeverij Vantilt en verschijnt vier maal per jaar. Parmentier jaargang 8, nummer 4, voorjaar/zomer 1998.
Redactie Jos Joosten, Ellen Krutwagen, Jan de Roder, Frank Tazelaar.
Vaste medewerkers Inge Arteel, Dick Broer, Geert Buelens, Dirk Demuynck, Kees van den Heuvel, Mohana van den Kroonenberg, Marcel Maassen, Jeroen Overstijns, Jürgen Pieters, Kamiel Vanhole, Peter Venmans
Ontwerp en produktie Suseela Gorter en Aagje Martens
Foto omslag en beelden binnenwerk Mark Manders foto omslag ‘Landschap naar een schilderij van C.D. Friedrich’ (fragment uit ‘Zelfportret als gebouw’) (courtesy Zeno X Gallery, Antwerpen)
Druk MacDonald, Nijmegen
Redactiesecretariaat Parmentier t.a.v. Dirk de Hond (redactiesecretaris) Postbus 1381 6501 BJ Nijmegen tel/fax 024-3602284
Bijdragen moeten getypt en in viervoud naar het redactieadres worden gestuurd.
Een abonnement kost f 50, - (Bfrs 995) per jaargang. Een los nummer kost f 17,50 (Bfrs 345) Abonneer u zonder postzegel via Parmentier, Antwoordnummer 2166, 6500 WC Nijmegen, en wacht op een acceptgiro. Abonnementen worden stilzwijgend verlengd: opzegging kan slechts geschieden vóór toezending van het laatst betaalde nummer. Uitgave van Parmentier wordt mede mogeliik gemaakt door financiële bijdragen van de Gemeente Nijmegen en de Provincie Gelderland.
Wegens plaatsgebrek vervalt Hoorwederhoor. Deze rubriek èn deel drie van het vervolg-essay van Dirk van Bastelaere verschijnen in Parmentier jaargang 9 na 1, zomer/najaar 1998.
Met ingang van dit nummer maakt Marc Beerens geen deel meer uit van de redactie. Wij danken hem voor zijn jarenlange toewijding. Zonder hem zou dit blad niet zijn wat het nu is.
Parmentier: voor literatuur met noten.
[Deel 4, pagina 1]
3 J.H. de Roder O heiige poëzy! Doe gy de lessen hooren der echte Wijsbegeerte! Over poëzie & filosofie, 14 Pater Holvost-Hanssen gedichten, 23 Marjorie Perloff Grammatica in gebruik: Wittgenstein, Gertrude Stein en Marinetti, 54 Isaäc da Costa Het natuurlijke verband van Wijsbegeerte en Dichtkunst, 56 Pieter Lemmens en Nico Dieteren Het dichten gedacht: Heidegger denkt Hölderlin, 88 Mark Manders fragmenten uit ‘zelfportret als gebouw’, 94 Jacques Derrida Che cos'è la poesia?, 99 Ronald Besemer Poëzie na de voorstelling, 116 Paul Bogaert gedichten, 119 Erik Spinoy Subliem, al te subliem, 129 Biografieën
[Deel 4, pagina 127]
Yang 1998/1 titel La guerra eterna
Yang is op oorlogspad. Jürgen Pieters bespreekt in volle lengte het wapengekletter op het podium van Lanoye en Perceval. Welke oorlog wordt hier gevoerd? De strijd van kleine koninkjes tegen elkaar of de Niet Aflatende Oorlog om het Bestaan? In elk geval maken we de clash mee tussen geschiedenisopvattingen. En het theater dat daarvan te maken valt.
Met gepaste trots stellen wij voor: Juan Benet ‘Numa, een legende’. Het stuk had ook, naar analogie met Kafka, ‘De Berg’ kunnen heten. De eeuwige strijd van een man alleen op een berg tegen zichtbare vijanden, in de rug gesteund door onzichtbare helpers. Dit alles in naam van een onkenbaar en onbenoembaar principe. Tegelijk is het een stuk over de liefde. Natuurlijk. Oorlog heeft altijd met liefde te maken
In Argentinië voert Juan Filloy nu al 104 jaar lang de strijd van zijn leven. Eerder verscheen in vertaling het magistrale Oploop, Filloys hoogsteigen Positivismusstreit. In het jaar dat het verzamelde werk van zijn landgenoot (maar vijf jaar jongere) Borges in het Nederlands uitkomt, publiceert Yang fragmenten uit Filloys roman De bende (1937), eerlang te verschijnen bij Coppens & Frenks.
Van Italo Svevo, alom bekend van Zeno's schuldbewuste strijd tegen de tabak, brengen we socialistische, joodse en andere fabels en de allegorie ‘De mars’. De aforismen zijn van de Nederlandse vertaler M. van der Zee, die ook voor de Benet-vertaling tekende; de poëzie is van de vergeten Amerikaanse dichter Jack Spicer en van C.P. Vincentius, die met deze publicatie debuteert in Vlaanderen. In het vorige nummer namen we afscheid van feuilletonist ad interim Pol Hoste. Dit jaar verwelkomen we Pjeroo Roobjee die zich als writer-in-residence onmiddellijk in het krijgsgewoel stort. Ten oorlog!
Yang 98-2 ~ De Amerika's: hedendaagse literatuur uit de V.S. met teksten van o.a. D.F. Wallace, Luc Sante, Rick Moody, Richard Grossman en een poëziedossier samengesteld en ingeleid door Marjorie Perloff.
Nummers en abonnementen kunnen worden besteld bij Uitgeverij Manteau-Standaard (0032 3 285 72 00).
[Deel 4, achterplat]
Wie dicht, denkt niet (Jan Kuijper). De nabootsende dichter maakt beelden van beelden en hij staat heel ver van de ware werkelijkheid af (Plato). Het gedicht en de literaire filosofie conditioneren elkaar, het zijn twee wegen waarlangs zich een zelfde creatieve impuls ontlaadt (Paul Rodenko). De poëzie is belangwekkender en filosofischer dan de geschiedschrijving (Aristoteles). De poëzie is de held van de filosofie (Novalis). De filosofie hervindt zich in de contreien van het dichterlijke, dan wel de literatuur (Derrida). Iedere waarachtige dichter is heel wat beter in staat tot correct redeneren en abstract denken dan men in het algemeen denkt (Valéry). De dichter moet nooit een gedachte aanbieden, maar een voorwerp, dat wil zeggen dat hij zelfs de gedachte als voorwerp moet laten poseren (Francis Ponge). De dichter leidt plechtig zijn gedachten voort op de wagen van het ritme; gewoonlijk hierom omdat ze te voet niet vooruit zouden kunnen komen (Nietzsche). De ware filosoof en de ware dichter zijn één, en een schoonheid die waarheid en een waarheid die schoonheid is, is het doel van beiden (Emerson). Filosofie en poëzie zijn dus zusters, of veeleer, ze zijn één: de ene is de hoogste schoonheid in het denken, de andere de hoogste schoonheid in de uitdrukking (Lamartine). De grote taak die thans ons denken beheerst is dezelfde als die waaraan Mallarmé zich, tot zijn dood, heeft gewijd (Foucault). De dichtkunst is waarheid, de wijsheid poëzie (Bilderdijk). Poëzie is de droom van de filosofie (Francis Bacon). Hij belichaamt een filosofie. Kunstscheppen zou dit niet mogen doen: de filosofie zou vervangen moeten worden (T.S. Eliot over Goethe). Het lag niet in mijn aard als dichter naar de belichaming van iets abstracts te streven (Goethe). In de ontmoeting met de filosofie, wordt de dichter geboren (Kleist). Hoeveel dichters zeggen niet wat ook filosofen hebben gezegd of zouden moeten zeggen! (Seneca) De reden waarom de filosoof vergeleken wordt met de dichter is dat beiden zich met verwonderlijke zaken bezighouden (Thomas van Aquino). Tussen de Stem en het Denken, tussen het Denken en de Stem, tussen Aanwezigheid en Afwezigheid zwaait de poëtische slinger heen en weer (Valéry). Poëzie en filosofie moeten worden verenigd (Friedrich Schlegel). We moeten de poëzie als tenminste gelijkwaardig aan de filosofie beschouwen (Wallace Stevens). Wie poëzie zegt, zegt filosofie (Victor Hugo). Shakespeare, Dante en Milton - om ons te beperken tot moderne schrijvers - zijn filosofen van de allerhoogste orde (Shelley). Ik zie geen enkele aanleiding om te geloven dat Dante of Shakespeare enig zelfstandig denkwerk hebben verricht (T.S. Eliot). De filosoof oordeelt steng over de poëzie. In zijn visie ligt de grootste verdienste bij elke schrijver in de gedachten (D'Alembert). Poëzie is wat filosofie is, maar dan zonder de pretenties en de beperkingen daarvan (Cornelis Verhoeven). Dichtkunst is het stichtende noemen van het Zijn en van het Wezen van alle dingen (Heidegger). De poëzie is het echt en absoluut werkelijke. Dit is de kern van mijn filosofie. Hoe poëtischer, hoe meer waar (Novalis). Dichters zijn mensen die de taal niet willen gebruiken. Daar echter het zoeken naar waarheid zich in en door middel van de taal - gezien als een bepaald soort instrument - voltrekt, moet men niet gaan denken, dat zij er naar streven de waarheid te onderkennen noch haar aan het daglicht te brengen (Sartre). Dichter is dus hij die levensbeweging, dat is ritme, uit in woorden. Niet het denken, maar het vertolken-van-levensbeweging is het hem eigene (Albert Verwey). O heiige poëzy! Doe gy de lessen hooren der echte Wijsbegeerte! (Isaäc da Costa) Zo zeker als het is dat in elke poging om poëzie te begrijpen bezinkselen binnendringen, die daar vreemd aan zijn - filosofische, morele of andere - is het even zeker dat iedere poëtica van deze smetten verlost blijkt te worden wanneer ze steunt op een openbaring die ons ooit, enkele uren lang, door een gedicht is gegeven (Octavio Paz). Uiteindelijk is alle filosofie prozaïsch; en een voorstel om nu weer poëtisch te filosoferen zou wel vergeleken kunnen worden met het voorstel aan de koopman om zijn kasboeken voortaan niet meer in proza, maar in verzen te schrijven (Kant). Daarom noemen we poëzie muzikaal denken en de dichter degene die op deze manier denkt (Thomas Carlyle). De ideeën in de poëzie zijn gewoonlijk clichématig en vaak onjuist, en niemand die ouder is dan zestien zou het de moeite waard vinden poëzie alleen voor wat er beweerd wordt te lezen (George Boas). Het kan verwonderlijk schijnen dat diepe gedachten eerder in de geschriften van dichters dan in die van filosofen kunnen worden gevonden. De reden is dat dichters hebben geschreven onder de heerschappij van het enthousiasme en de kracht van de verbeelding (Descartes).