Koos Terpstra Fragment uit
Het neerstorten van de Hindenburg en wat daarna gebeurde
Vertel eens wat over geluk. Ben je wel eens echt gelukkig?
Op het strand, ja. 's Avonds op het strand.
Ik droom dat ik in zo'n groot badhotel zit, de ramen wijd open, de geluiden van de zee, van de wind; de vlaggen, de spelende kinderen, een fluitje. Ik met een glas wijn in mijn handen en achter me het bed dat op me wacht. Hoe druk het soms ook is op een strand, het is toch de wereld in slow motion. En dan de zon onder zien gaan.
Alles wordt rustig en ik blijf achter en laat het diner brengen. Alsof de zee er voor mij even alleen is. Het strand is leeggelopen. De wind is gaan liggen, de zee ruist nog wat na, soms vallen er drie grote golven, een hond hoor je blaffen, een zeil in de verte, een souvenirverkoper die zijn vlaggen binnenhaalt, het tikkeren van de touwtjes tegen de paal, het belletje van de ijsverkoper en ik, daarboven alles, die geniet.
Maar dat is waarschijnlijk niet weggelegd voor iemand als ik.
Maar ik vind het ook leuk op 't strand te lopen en af en toe eens omhoog te kijken naar zo'n hotelraam, naar iemand die er toch niet van geniet.
35 dollar. Ik ben eens wezen vragen.
Het gaat om het geld in deze wereld, God.
Noem me alsjeblieft Jansen.
pauze
Maar jij bent toch God, je kunt toch wel aan geld komen!
Hoe dan? Dat is toveren. Ik ben God, dat is iets anders.