Parmentier. Jaargang 6(1994-1995)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Remco Ekkers Vivaldi Psalm 126 (RV 608, Nisi Dominus (Cum dederit)) I Hij legt de toppen van zijn vingers midden op zijn borst en werpt dan zijn handen naar voren, schenkt Venetië, de wereld, zijn muziek. O, een dochter te hebben als Elektra die hem trouw blijft, voor hem danst bij zijn graf gaat zitten, de onverschillige wereld laat zien wat een zoon betekent. Hij slaat de maat met zijn strijkstok oefent de meisjes van zijn zangschool schrijft gehaast een lofzang voor het huis dat nog staat als hij verdwenen is. [pagina 78] [p. 78] II Je kunt zonen hebben of niet luisteren naar muziek of Kreon: ‘Want daarom toch wenst een man zonen te telen in zijn huis...’ Je psalm spreekt over vruchten van de schoot die een oud man beschermen in zijn huis, het huis dat je niet, nooit eeuwig houdt. Driftig, astmatisch, onsterfelijk door de muziek die je neerschrijft om de zonen die je niet krijgt bij de vrouw die je niet hebt. [pagina 79] [p. 79] III Nu is het wel duidelijk, nooit ben je bereikbaar, je zit gesloten in je Ospedale della Pièta en je kijkt over het wisselende water van de lagune, in de ruimte van de Riva degli Schiavoni, je hoort de klanken van de vioale d'amore en de stemmen van de meisjes die je laat zingen over de vruchten van hun schoot: nooit jouw zonen die je niet zullen beschermen als je wegzakt in ouderdom, vergetelheid. Vorige Volgende