Parmentier. Jaargang 6

[p. 59]

G.L. Dehaeringkeysere
Psalm 55 (Vrome verzuchtingen)
Van Gaston

‘Angst is een machtig geloof’ Charles Ducal

Daarom
Verheft zich mijn cederhouten stift
Woedende vinger vuist van verachting
Zowaar mijn naam is wat die is
Ik ben die ik ben
Schreef wat ik schreef
En zet hier mijn woeste woorden tegen

Uw nakroost zal het land beërven
Dat gezag op gezag zegt
Van dochter
Op dochter
Op dochter
In ontzaglijk ontzag van een kudde van herders
Met vreugde om een avondhemel rood maar
Schrik voor de maan en zijn sterren de dood en zijn lief
en zijn lijf of de buurman zijn god
Waarvan u God der Goden dus ook maar een was

Wandelen in uw waarheid
Gebroken met weermiddel brood weermiddel wijn
Een lam pasgeslacht soms
De deurpost vol bloed
Eén schotel ongebruikt
Zo gaat zo ging zo ging zo is het steeds gegaan
Wat de herder niet kent hoedt hij niet
Mocht niet zijn kon niet bestaan

[p. 60]

 

Wat er was

 

God van de wrake hoeder van schapen

 

De hemelse staf straf

 

Gebroken over ruggen van

 

Al wat kruipend zich voortbewoog

 

Uit zichzelf voor zichzelf

 

Omhoog

 

Omlaag

 

Omdat

 

 

 

Wat nooit begon almaar herbegint

 

Daarom