Parmentier. Jaargang 6(1994-1995)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 92] [p. 92] Pierre Kemp Gedichten Bezorgd door Marc Beerens Herfstreclame Bij was moet wind zijn en die is er nu. Maar waar is de was, die van zo'n wind kan bollen? Het land is leeg. Een vogel zie ik schuw kijken naar een dor blad, dat weg begint te rollen. Daar valt het om en ligt in een der voren. Nu laat de vogel zich ook niet meer storen. Hij wiekt en drijft en gooit zich over de heg om te verdwijnen in de holle weg. Maar waar is nu de was, de wind is daar en ook het bord. Ik mis alleen de tekenaar. (1927) Ik ben in mij Ik ben in mij en kom er niet vandaan dan door de dood. Ik hoef niet meer te liggen of te gaan met ogen groot. Voelen zal ik mij er als een veer van licht en andere veren drijven langs het gezicht. Trillen zal ik er teer en ongedacht, zonder de hinder van een zwak geslacht. Ik zal daar.... zal ik daar gelukkig zijn zonder zenuwen voor angst en pijn? (1928) Bestuiving De bloem verneemt het. Of zij het bezoek verwacht? Er komt iets en zij voelt het aan. Daar is 't. Zij herinnert zich niet eens meer de nacht en voelt zich alleen gevuld van een voller licht. Wat duurt het kort? Heeft het bezoek zich dan vergist? Daar komt het weer, nu houdt het langer aan. Zij ademt op en is niet onvoldaan maar weet misschien niet eens dat al een andere bij is in- en uitgegaan. (18-8-1937) [pagina 93] [p. 93] Geen exclusiviteit Het ruist zo overdreven over mijn hoofd. Mij is de hemel beloofd en nu is het wel goed. Laat mij de aangename pijn van de andere dingen die er zijn toch onder mijn hoed. Ik kan met mijn hand nog altijd de rand er van lichten om alleen van de hemel te dichten. (11-10-1929) Wat is? Er zijn avonden, dat je me vraagt: wat is de wind? Ze weten dat immers maar alleen waar hij begint. Al heeft de wind geen beeldenaar, er beeft een beeld in zijn gevaar. Vraag mij ook nog: wat is God? God is zeer groot en wijd en stom. God is een kolom en zijn dichtsbije lamp is de zon. Ik zou God nog anders willen noemen, maar ik mis de ziel, die de foto's nam van de middeleeuwse bloemen hangend in de friezen van de dom. (31-7-1931) Grijsaard Zij hebben hem aan de grond gegeven. Hij kon ook niet altijd blijven leven, hij had zoveel van de zon gezien. Maar zag hij het loof van de bomen gelen en de wind al met de welkende bladeren spelen, dan speet hem de dood misschien. (20-8-1938) Vorige Volgende