‘Ze laten je rustig creperen.’
‘Toch niet iedereen?’
‘Kijk, ik verkoop lang niet zoveel boeketten als dat er mensen in het ziekenhuis liggen.’
Zijn vrouw beaamt dit met nadrukkelijk knikken waarbij ze haar onderlip misprijzend naar voren duwt, ze voegt er graag aan toe dat je ook je vrienden leert kennen.
In de viskar bij het postkantoor word je niet altijd door dezelfde mensen geholpen, maar stuk voor stuk zeggen ze dat je alleen al aan de manier van voortbewegen de mensen kunt onderscheiden, er zitten figuren tussen!, en zo gauw ze een haring naar binnen werken, zie je helemaal wat voor vlees je in de kuip hebt.
‘Je moet niet denken dat iemand met een stropdas netter eet of zich beleefder gedraagt dan een gewone man die een ansichtkaart naar z'n goeie ouwe moedertje stuurt.’
‘Ja, het is maar wat je gewoon bent.’
‘Vertel mij wat. Uitjes en zuur erbij?’
‘Alleen uitjes alstublieft.’
De meeste mensen weten je te vertellen dat er op straat meer over het leven te leren valt dan in de scholen, ook al is het doorgaans geen kattepis wat je meekrijgt van de straat, er loopt heel wat schorem rond, maar ja, weet jij veel wat hun achtergrond is, waarom ze de straat op gaan, ze kunnen thuis wel geen leven gehad hebben.
‘Sommige mensen maken mekaar af om niks.’ ‘Dat hoor je vaker ja.’
‘Gebrek aan scholing, het milieu, of ze wonen te dicht op mekaar, wat zal het zijn.’
‘Zo is het, maar goed, het leven gaat door.’
De man van de bloemenstal was een volle neef, moederszijde, van de slager die zijn zaak (G. de Heer & Zn. Uw Ambachtelijke Slager) failliet zag gaan, een zaak van vader op zoon en veel klandizie, tot ze aan de overkant van de straat een volkswijk sloopten om er een nieuw ziekenhuis neer te zetten. G. de Heer jr. hield het nog een aantal jaren vol vanwege zijn ongeëvenaarde leverworst, maar hij kwam al krapper te zitten, tot slot kreeg hij kanker en werd het hem allemaal te veel; hij maakte er een eind aan.
Zijn volle neef (Jan & Hanny Boskoop, Bloemen Houden van Mensen), die zijn nering juist vanwege het ziekenhuis in stand kon houden, was er helemaal ondersteboven van, hij kocht van schrik een zeilboot die hij sindsdien in de weekenden onderhoudt, anders zou hij blijven piekeren en al die stress maakt een mens niet gezonder. In het voorjaar, als er minder mensen ziek lijken te worden, zal hij een extra weekje vakantie nemen en 'ns kijken hoe of die boot zeilen wil op de Randmeren, zijn vrouw is het daar volledig mee eens, hij moest het er maar van nemen nu en dan, een mens kan onmogelijk z'n hele leven rennen en vliegen.