Parmentier. Jaargang 6(1994-1995)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Vincente Huidobro Gedichten Vertaald door Dick Broer Bericht aan toeristen Ik had tijd genoeg om, al in beweging in de laatste wagon te stappen en iedere keer dat de trein ging ontsporen gebaarde ik naar de machinist en wees hem van verre hoe te manoeuvreren. In de wagons van de derde, 't de tweede, en zelfs in die van de eerste klasse waren meerdere handelsreizigers van belangrijke firma's naar binnen geslopen. Toen we bij het station >aankwamen merkte ik dat de trein van route en van richting was veranderd. Ik stapte uit en ik sloeg, helemaal alleen, de weg in van de polaire dromen. [pagina 34] [p. 34] Poëtica Laat het vers zijn als een sleutel die duizend deuren opent Iets gaat voorbij in de lucht, iets valt Wanneer ogen zoeken zonder iets te zien en de ziel toch blijft trillen Een knop een lichte klap en alle kamers lichten op Het juiste woord is mooier wanneer het naakt is Het adjectief een gordijn, sluier voor schoonheid Het museumzwaard te zwaar Zenuweeuw We kennen de spieren niet Niets is vreemd aan het gedicht Iedere concessie aan het publiek vermindert en vermengt een onzuiver element Het onderwerp verbonden met de aarde We openen het hoofd als een raam Alle geuren en alle winden. [pagina 35] [p. 35] Tam Aan Paul Dermée Zingen 's avonds op de bergen Terwijl we kijken naar de vliegtuigen die voorbijgaan Vogels van de horizon Die zich voeden aan de maan Ik heb dorst Geef me te drinken Al het blonde haar In de stilte Voelen we een paar herinneringen vervliegen Wild in wilde vlucht Hoe ze te grijpen Niemand heeft mij kunnen stoppen in mijn gang De zon schijnt Het leven is mooi En mijn herinnering aan jou zingt in mijn horloge De oude Tam In een dwaallicht Steekt zijn sigaar aan En verwijdert zich zingend door het bos [pagina 36] [p. 36] Je zal het enige licht zijn deze nacht De marionetten die hangen Aan de sterrenstralen Zijn spinnen DANS OUDE TAM DANS Te midden van de zeven bergkinderen Neem in je hand Degene die fluit speelt JE HOOFD HANGT AAN DE ROOK VAN JE SIGAAR [pagina 37] [p. 37] Landschap Aan Pablo Picasso DE BOOM WAS HOGER DAN HET GEBERGTE DE MAAR HET RIVIER GEBERGTE WAS ZO BREED DIE DAT HET UITSTAK STROOMT VOORBIJ DE UITEINDEN VAN DE AARDE DRAAGT GEEN VISSEN VERBODEN OP PAS GESCHILDERD GRAS TE SPELEN EEN LIED VOERT DE SCHAPEN NAAR DE STAL [pagina 38] [p. 38] Gitaar Aan Henri Laurens Op zijn knieën Lagen enkele noten Een kleine vrouw sliep En zes snaren zongen in haar buik De wind heeft de contouren weggevaagd En een vogel pikt de snaren De stilte Iedereen denkt verstopte zich te leven achter in buiten de kast zichzelf Toen de man stopte te spelen Vielen twee trillende vleugels uit zijn handen [pagina 39] [p. 39] Einde De sneeuw die valt Heeft enkele baarden gewit De ogen half geopend Zijn scherven glas Maar er rest nog Een beetje vuur De dood S die arriveert T Schrapt de laatste lettergreep I En allen die huilden L Gingen uiteen T E Langs de weg Liggen kaalgeplukte sterren En de dwaallichten Die zich verwijderen tussen de takken Laten een geur van sigaren achter STILTE [pagina 40] [p. 40] 3 Ik ga in stilte als een zijden lint Wandelaar in goten Iedere dag verdrink ik me Te midden van de gebedsaanplantingen De kathedralen van mijn tederheid zingen de nacht onder water En die gezangen vormen de eilanden in zee Ik ben de wandelaar De wandelaar die lijkt op de vier seizoenen De mooie navigerende vogel Was als een klok gehuld in katoen Zei me voordat hij wegvloog je naam De koloniale horizon is geheel bedekt met lakens Laten we gelijk de regen gaan slapen onder de bomen [pagina 41] [p. 41] 9 Op een avond van luxe-schouders Een waaier mooier dan de maan Mevrouw doet de halve maan naar believen Ze is de koningin van de publieke golven Ze leidt de winden en de getijden Op het uur van het vertrek Ruikt de noordelijke zee naar anijszaadjes Op de golven die te laat zijn barst een discussie los Wanneer de thermometer van de dageraad aan de horizon klimt Dan verwijder ik me zeer atlantisch En neem geen stoomboot transatlantisch op de golven in sandalen van de muziek Haar bed ver weg van het polaire feest en de kalme zee Ze droomt liggend als een stille vis [pagina 42] [p. 42] Relativiteit van de lente We kunnen niets tegen de avonden van mei Soms valt de nacht in mijn handen uiteen En ik weet dat je ogen het diepst van de nacht zijn Om acht uur 's ochtends worden alle bladeren geboren In plaats van zoveel sterren zullen ze vrucht geven Wanneer we gaan sluit men het landschap En niemand verzorgt de schapen op het strand De lente is relatief zoals een regenboog Het zou net zo goed een parasol kunnen zijn Een parasol boven een zucht rond het middaguur De zon is gedoofd door de regen Parasol van het gebergte of misschien van de eilanden Lente relatief arc de triomphe op mijn wimpers Alles is kalm aan de rechterkant en op onze weg De duif is zacht zoals een kussen De maritieme lente De oceaan helemaal groen in de maand mei De oceaan is nog steeds onze privé-tuin En de golven groeien als varens Ik wil die golf aan de horizon Als enige lauwerkrans op mijn hoofd Diep in mijn spiegel valt het heelal uiteen We kunnen niets tegen de nacht die valt [pagina 43] [p. 43] Rouwgedicht Aan Guillaume Apollinaire De luxe-vogel heeft van ster gewisseld Maak onder de storm van tranen Uw zeilkist klaar Waarin het instrument van betovering vertrekt In de vegetatie van de herinneringen Maken de uren rond ons hele reizen Hij gaat snel Hij gaat snel door zuchten gedreven De zee is overvol met schipbreuken En ik heb de zee voor zijn overtocht laten bekleden Zo gaat de oerreis en zonder passagebiljet De geheime en leerzame reis In de corridors van de wind De wolken wijken zodat hij kan passeren En de sterren gaan aan om de weg te wijzen Wat zoek je in de zakken van je jasje Ben je de sleutel kwijt Te midden van dit hemelse gegons Kom je overal je oude uren tegen De wind is zwart en er hangen stalactieten in mijn keel Vertel me Guillaume Heb je de sleutel van het oneindige verloren Een ongeduldige ster komt zeggen dat ze het koud heeft De scherp geslepen regen begint de nacht dicht te borduren Vorige Volgende