Parnassus, dat is den Blijen-bergh
(1623)–Anoniem Parnassus, dat is den Blijen-bergh– AuteursrechtvrijOp de wijse als’t beghint.Bedroefde hertekens wat moet ghy lijden
Als ghy verloren hebt des Heeren troost
Verwacht hem weder tot allen tijden
Ghy sulten weer crijghen met goeden oost.
| |
[pagina 85]
| |
Hy heeft u doch meer eere bewesen
Boven de Engelen van hemelrijck,
Deur sijne wondekens zijt ghy ghenesen
En deur sijn armoede gheworden rijck.
Al loopt de vyant tot alle daghen
Om te verslinden dat Godt bemint,
En soeckt de hertekens soo te deurgraven
En seynt soo menighe tentatie wint.
En wilt u daer in niet seer bedroeven
Al is u leven maer eenen strijt,
Het is u Heer die u wilt proeven
Oft ghy altijdt patientigh zijt.
Ten can u siele doch niet veel schaden,
Al costet u somtijts vleesch en bloedt;
Sterckt vrij u selven, weest niet beladen
In druck in lijden en teghenspoedt.
Wilt toch altijdt den moet vercloecken
Soo schoone bloemkens waster alst vergaen:
Der menschen troost en wilt niet soecken,
Want Iesus ooghskens altijt open staen.
Daerom de wereldt stelt aen een sijde
En wilt met Iesu spacieren gaen,
Heft op u Cruys, hy sal u leyden
Daer roode welrieckende rooskens staen.
De rooskens gheven soo lustighe stralen
Sy zijn verciert met Iesus bloet
Daer moeghdy alle soetigheydt uyt halen,
Ghelijck dat bieken sijn honigh doet.
Den wech is enghe seer nau om wenden
Die u ten eeuwighen leven leydt;
Die blijft volstandigh tot in het eynde
De croone des levens in hem bereydt.
Prins Iesus Heere wiltse all’ vertroosten
Die nu in heymelijck lijden zijn,
En met de liefde als ghy ons verlosten
Verandert hun water in soeten wijn.
A.I. |
|