| |
| |
| |
[Nummer 61]
Guido Leerdam en Jos van Waterschoot
Een nieuw huis voor Multatuli
Interview met twee voorzitters van het Multatuli Genootschap
Tijdens de jaarvergadering van maart 2008 volgde Winnie Sorgdrager Cees Fasseur op als voorzitter van het Multatuli Genootschap. Fasseur heeft deze functie vanaf 1999 bekleed. Zijn beroepsleven is veelkleurig. Zo was hij raadsadviseur voor de wetgeving bij het Ministerie van Justitie en tussen 1986 en 2001 hoogleraar aan de Universiteit Leiden in de geschiedenis van Zuid-Oost-Azië, in het bijzonder van Indonesië en zijn betrekkingen tot Nederland. Momenteel is hij raadsheer bij het Gerechtshof in Amsterdam. Er verschenen verscheidene boeken van zijn hand over het Nederlands-Indisch kolonialisme: De indologen, Deweg naar hetparadijs en Indischgasten.
Winnie Sorgdrager is, net als haar voorganger, jurist van huis uit. Sorgdrager studeetde rechten in Groningen. Van 1971 tot 1979 werkte zij in diverse functies aan de Universiteit Twente en van 1979 tot 1986 was ze officier van justitie bij de rechtbank van Almelo. In 1991 werd zij advocaat-generaal aan het gerechtshof in Arnhem en in 1994 procureur-generaal in Den Haag. Ze werd minister van Justitie voor D66 in het eerste kabinet-Kok (beter bekend als ‘Paars i’) in 1994. In 1998 stapte zij uit de politiek. Ze was gedurende enkele maanden lid van de Eerste Kamer voor haar partij en was van 1999 tot 2006 voorzitter van de Raad voor Cultuur. Thans is zij lid van de Raad van State. Twee van haar nevenfuncties betreffen het lidmaatschap van de Raad van Toezicht van de Universiteit Twente en van de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie.
| |
| |
Winnie Sorgdrager en Cees Fasseur
- We willen jullie eerst iets moois voorleggen. Dit is geen lesje handschrift lezen, dit is de gloednieuwe brief van Multatuli uit 1886 die het museum een paar weken geleden aangeboden kreeg door een verre nazaat van de geadresseerde, De Witt Hamer.
CF: Dit is een gelukwens waard! Interessant, die Boelens [correspondent van Ferdinand Domela Nieuwenhuis - red.] Dit komt zeker in het volgende nummer?
Mooie uitdrukking: ‘Och, men moest niet ouder worden dan 40, 50 jaar. Wat daar boven gaat is uit den lamlendige.’
- Over Multatuli gaat dit inderdaad publiceren [zie p. 48 e.v.]. Maar zullen we beginnen? Cees, kun jij zeggen wat je aan belangrijks ziet dat onder jouw voorzitterschap tot stand is gekomen?
CF: Het eerste dat ik kan bedenken is eigenlijk meer een verdienste van Chantal [Keijsper, oud-bestuurslid van het Multatuli Genootschap, redacteur van de Multatuli-Encyclopedie en oud redacteur van onderhavig tijdschrift - red.]: we zijn voor de vergaderingen overgegaan van het Victoria Hotel naar de ub. In het hotel zaten we weggeduwd in doolhofgangetjes en trappetjes, het was trouwens een enorme kostenpost, dat was allemaal niet bevredigend. En de ub kost ons niks, ook dankzij Chantai.
Ik vond ook het behoud van de subsidie, in 2004, belangrijk. Het zag er toen somber uit na het besluit van de wethoudet [Hannah Belliot - red.] om de subsidie
| |
| |
in te trekken. Na enig gelobby en na de brief die toen verscheen in de Volkskrant op i november, waar de namen onder stonden van onder anderen Nout Wellink, Patijn, Van Thijn en Bolkestein, kwam alles toch goed. Dat was een goede actie van alle handtekeningenzetters.
En ook de vaste vergaderdata, de eerste zaterdagen in maart en november. [Tegen WS (pesterig):] Die ga jij natuurlijk weer afschaffen, hè, maar ik hoop dat deze onwrikbare data leiden tot een mooi bezoekersaantal. Vastigheid is belangrijk voor de leden.
En inhoudelijk is nog belangrijk de mooie, grote biografie van Dik van der Meulen die bij mij promoveerde. Dik zou dat aanvankelijk bij Hans van den Bergh doen, maar die had geen promotierecht meer. Ik heb hem toen als het ware in mijn schoot geworpen gekregen. En het boek kreeg ook nog de ako-prijs! Dat hadden we weliswaar aan Elsbeth Etty te danken, maar het leert dat het in ieder geval goed is iemand in de jury te hebben die zo'n boek voor een groot publiek belangrijk vindt.
- Maar je hebt ongetwijfeld nog meer wensen richting de multatulilogie?
CF: Ja, ik zou wel voelen voor de receptie van de Ideën, in aparte studies.
WS: Daar wordt nu toch een proefschrift aan gewijd [door Saskia Pieterse - red.]?
CF: Ja, maar daarin gaat het om de publicatie/leesgeschiedenis. Ik bedoel de teksten. Waarom? Denk aan de definitie van Huizinga: geschiedenis is de wijze waarop de cultuur zich rekenschap geeft van haar verleden, wat ik als eerstejaars geschiedenisstudent nog heb mogen leren: en aangezien de cultuur verandert, verandert de manier waarop de cultuur zich daar rekenschap van geeft, mee. Er worden dus in elke tijd weer andere vragen gesteld aan het verleden. En als je dat projecteert op het gedachtegoed van Multatuli: de man heeft zoveel verschillende ideeën gehad op allerlei mogelijke gebieden, godsdienst, socialisme, onderwijs, politieke partijen, liberalisme, je zou dat opnieuw met de vragen en belangstelling van nu in kaart kunnen brengen.
Ik zou het zelf best leuk vinden als er een verhaal komt over ‘Multatuli en justitie’ - ik heb natuurlijk een persoonlijk motief, maar het is ook voor anderen aardig te weten wat hij vindt van rechtspleging, rechtsbedrijf en dergelijke. Ik heb Aad Kosto [oud-minister van Justitie - red.] nog eens warm proberen te krijgen voor een voordracht hierover - [tegen WS:] heb ik jou toen ook niet een keer gevraagd, een voordracht te houden?
WS: Tegen de tijd dat ik op die leeftijd kom... wil ik dat best overwegen, hoor.
- 't Is maar een idee. Winnie, jouw beurt: kun jij zeggen hoe jouw plannen er op hoofdlijnen uitzien?
| |
| |
WS: Volgens mij zitten we als Genootschap en Museum op een soort draaipunt in de geschiedenis, en dat heeft met een aantal dingen te maken. Het Genootschap bestaat uit mensen die ontzettend veel van Multatuli weten, en dat tref je haast niet meer aan. Die echte multatulianen zullen misschien gaan uitsterven, het wordt anders.
Ons rekenschap geven van het vetleden, ok, daar is niets tegen, maar Multatuli heeft nu een andere betekenis dan - laten we zeggen - dertig jaar geleden. Niet Multatuli is in de canon gekomen, maar de Max Havelaar, en die biedt een andere invalshoek op Multatuli dan het Genootschap heeft. Dat is een veel breder perspectief. Ik vind dat je daar in mee moet gaan. In mijn visie doen die twee onderdelen, het Genootschap en het Museum, allebei iets anders. We hebben in ons beleidsplan gespeeld met een andere naam: Multatuli Huis. Dat moet meet bieden dan alleen museale zaken. Dit is toch een compacte ruimte, van bescheiden afmetingen en met allerlei tekortkomingen.
- Maar we vragen bijvoorbeeld geen toegangsprijs.
WS: Nee, inderdaad. En we hebben ook een conservator in dienst voor een dag per week. Maar waar je naar moet zoeken is uitbreiding van wat hier is in de virtuele wereld, op internet, en daarin een nieuwe dimensie geven als aanvulling op wat fysiek aanwezig is. Maar we willen dit huis natuurlijk ook graag houden. Dit is een centrum. Het is uniek dat je in zo'n pand zit als dit. Het is een piepklein huisje dat op zich niet zo bijzonder is, maar toch ook weer wel: het is Dekkers geboortehuis. Daarom zitten we hier.
- Hebben we niet steeds te maken met de lauwe houding van de bestuurders ten opzichte van het cultuurbeleid?
WS: Ik begrijp überhaupt niet, ook al heb je niks met cultuur, dat je daar als gemeente niet wat geld voor over hebt. Ik snap dat gewoon niet, ik heb er geen verklaring voor. We moeten hier in ieder geval iets mee doen en we komen er ook wel uit. Ik heb daar echt goede hoop op. Maar ik blijf gewoon verbaasd sraan over de sores die dit geeft.
CF: Zie jij bij het stadsdeel nou enig begrip voor onze situatie?
WS: Ik ben er op bezoek geweest, en ze snappen het best. Ik begrijp het probleem ook wel. Ze hebben tig culturele panden in de binnenstad en dat is een molensteen om hun nek. Daar moet huur voor gevraagd worden, het vergt onderhoud, etc. Kennelijk heeft het stadsdeel te weinig over aan geld om alles goed in stand te houden. En we vinden onszelf natuurlijk heel bijzonder.
| |
| |
CF: Akkoord, maar ze zouden kunnen zeggen ‘laten we een uitzondering maken voor alle geboortehuizen’. Dat zijn er misschien maar vijf, en dan is het probleem te overzien.
WS: Zeker, ze zouden ook kunnen reageren met ‘we doen het beleid voor iedereen hetzelfde, maar daar passen we de subsidiebedragen op aan.’ Maar waarom alleen sec de huren verhoogd - dat begrijp ik dus niet. En dan het gedoe met centrale stad en stadsdeel - je wordt van het kastje naar de muur gestuurd.
-Je hebt dus te maken met de regelgeving vanuit een soort bestuurlijk monstrum waarbij je lijdzaam moet afwachten?
WS: Ja. Maar alles op zijn tijd, er zijn contacten vanuit het bestuur met het stadsdeel. Er moet ook eerst een principebeslissing komen.
CF: Nou, ik hoor het straks wel op de jaarvergadering.
WS: Er wordt in elk geval aan gewerkt om het pand voor het Multatuli Huis en het Multatuli Kenniscentrum te behouden.
CF: Ik vind Multatuli Huis wel een verbetering.
- Museum is ook een beetje uit. Musea noemen zich nu ‘Experience’, dat hoort bij deze tijd - waarom zouden wij dat inderdaad ook niet doen?
WS: Steeds meer musea worden een Experience. Dit zijn de uitdagingen voor de komende tijd. Stapje voor stapje gaan we daaraan werken.
CF: Het Multatuli Huis kan blijvend laten zien hoe een welgesteld arbeidersgezin in de negentiende eeuw woonde en heeft geleefd. Op elke verdieping woonde een ander gezin, helemaal boven de Douwes Dekkers, op deze etage een naaister en beneden een sjouwerman. De ruimteverdeling is in al die tijd dezelfde gebleven. Het is uniek dat je dat kunt tonen.
- Dat is nog eens een Experience.
CF: Winnie, je vindt het toch nog wel leuk? Ik was toen verrast door de enorme felheid waarmee de gemeente bleef vasthouden aan de huurverhoging.
- Temeer daar ze de kwestie van vier jaar geleden totaal vergeten leken te zijn.
| |
| |
WS: Ik herinner me op landelijk niveau dat het daar ook zo ging: bij cultuurbeleid wordt geadviseerd om iets niet (meer) te subsidiëten, dan komt het halve land in opstand en dan bekijkt men alles weer rustig opnieuw. Maar er is wel een verschil: de subsidie is wél goedgekeurd, en ook het beleidsplan is gewaardeerd met een verhoging van twintig procent. Daar mogen we eigenlijk niks van zeggen.
CF: We worden inhoudelijk zeer gewaardeerd, maar we zijn ook speelbal tussen centrale stad en stadsdeel. Een van de speelballetjes, er zijn er meer. We zitten in hetzelfde schuitje als heel veel instellingen.
- Zit in de plannen ook samenwerking met andere, genootschappen?
WS: We moeten onderscheid maken tussen het Multatuli Huis dat je gaat uitbouwen in de trant ‘hoe wordt Multatuli nu gezien’ en het klassieke Genootschap zoals we dat kenden. Het Genootschap moet vooral gelegenheid hebben om met Multatuli om te gaan zoals we gewend waren. En dan kun je best dingen combineren met andere genootschappen.
- Hebben we eigenlijk wel genoeg leden? Het ledental is sinds jaar en dag stabiel, maar jongeren komen er nauwelijks bij.
CF: In het knhg [Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap - red.] wordt sinds jaar en dag geklaagd over het feit dat er zo weinig jongeren lid zijn. Maar het ledental is stabiel; het is een algemeen verschijnsel dat mensen, ook als ze geïnteresseerd zijn, zich eerst willen settelen: baan, gezin etc. Maar ze denken rond de veertig: kom, zo'n vereniging is leuk, ik word lid.
Maar het Multatuli Genootschap heeft ook iets elitairs, het trekt een bepaald soort mensen aan. Mensen die soms in hun jeugd iets met Multatuli hadden, of werk van hem lazen. Een voorbeeld is Nout Wellink van de Nederlandsche Bank, die in 2004 voor de reddingsactie dan toch maar zijn handtekening zette. Een statement waarmee hij aangaf dat ook hij zich in een globaliserende wereld verbonden voelt met de Nederlandse cultuur. Men kan overigens ook donateur worden. Eigenlijk heb ik als voorzitter nooit zoveel problemen gehad met mensen lid te maken. [Tegen WS:] Kun jij niet gaan werven bij de Raad [van State - red.]?
We moeten overigens wel doorzetten als we het peil van het knhg willen halen: daar zitten 2000 leden. Wij hebben er iets meer dan 300.
- Hoe staat het met de plannen voor 2010?
WS: Die zijn er inderdaad, met de nodige publiciteit daaromheen, en allerlei activiteiten. En een lusttumcommissie, of meer jubileumcommissie. Daar gaan we als bestuur zo meteen intensief mee verder.
| |
| |
- We willen het hebben over de canon, onderwerp van de laatste jaarvergadering. Multatuli is een mooi referentiepunt gebleken om verschillende zaken te demonstreren. Marita Mathijsen zei daar op de laatste vergadering het nodige over: Multatuli als beroemdste negentiende-eeuwse schrijver, als propagandist voor een andere koers in Nederlands-Indië, als emancipator, etc. Je kunt met Multatuli heel veel kanten uit.
CF: Ik zou een venster ‘Multatuli als anti-kolonialist’ willen bepleiten. Multatuli's invloed op het dekolonisatieproces is de moeite waard om te blijven belichten voor een groot publiek.
WS: Maar we moeten de canon ook aangrijpen voor Multatuli's teksten. Dat punt van de hertalingen van een van de vorige vergaderingen is ook van belang voor mensen die geen toegang hebben tot het oorspronkelijke materiaal of daar moeite mee hebben.
- Ivo de Wijs vroeg ons destijds of we bezwaar hadden tegen een hertaling van Woutertje. Wij zeiden toen dat wij zo'n hertaling niet nodig hadden, maar dat die mooi zijn voor de jongeren die de taalbarrière niet meer kunnen nemen. Onze recensente Josefien van twaalfjaar vond de hertaalde Wouter een spannend en leuk boek.
CF: Ja, dat was mooi toen, op die vergadering. Zij heeft zo meteen op de middelbare school, als Multatuli wordt behandeld, een goede herinnering aan het boek en wil waarschijnlijk meer van hem gaan lezen.
WS: En ik vind het van belang dat er hertalingen van Multatuli's teksten blijven komen. Steeds minder mensen hebben toegang tot de oorspronkelijke Multatuli. De hertalingen blijven dan een goede opstap naar het echte werk voor de fijnproever.
- Is er nog genoeg te melden over de Indische context van Max Havelaar, wat vind jij als indoloog, Cees?
CF: Zeker! Ik ben samen met Dik bezig aan een boek over de Indische tijd, daar komen o.a. veel plaatjes in, en dat gaat Mai Spijkers uitgeven. We werken toe naar najaar 2009. Misschien een leuk onderwerp voor de najaarsvergadering, Winnie?
WS: De Indische tijd bij Multatuli is sowieso heel interessant. In mijn familie zit veel ‘Indië’. Ik herinner me dat mijn vader altijd zei dat er in Indië geen racisme was: je had Europeanen, inlanders, andere etnische groeperingen. Maar hij heeft me ook weleens verteld dat een Chinees meisje niet zomaar in het zwembad mocht. Hoe kun je dat nu met elkaar rijmen? Kennelijk sloten de in Indië geboren mensen hun ogen voor allerlei dingen die daar gebeurden. En de Max
| |
| |
Havelaar is dáárom zo bijzonder omdat Multatuli als koloniaal zijn ogen niet sloot voor de problemen en dus van binnenuit met kritiek kwam. Daarmee heeft hij hele generaties de weg gewezen en dat gaat eigenlijk tot op de dag van vandaag nog steeds door.
CF: Maar het Indiëverhaal is ook een deel geworden van het Nederlandse culturele erfgoed, Multatuli is wat dat betreft een beetje te vetgelijken met Couperus, die ook een genootschap heeft trouwens. Dat is toch heel anders bij figuren als Van Eeden en Bilderdijk. Dat is toch veel meet voor ingewijden.
WS: Ik vind Multatuli en Theo Thijssen weer wel te vetgelijken. Kijk naat Woutertje Pieterse en Kees de jongen.
CF: Ik heb Kees de jongen nooit uit kunnen lezen. Ik vond het zo Amsterdams, socialistisch, naargeestig. En die zwembadpas...
- En als je nu Woutertje Pieterse en De kleine Johannes eens met elkaar vergelijkt zoals Jan Fontijn ooit in een lezing deed? Twee dromerige jongetjes?
CF: Met één groot verschil, dat er in De Kleine Johannes helemaal niets gebeurt.
WS: Ik vond Van de Koele meren des doods een veel mooier boek.
- Zien jullie in de Multatulistudie nog eventuele witte plekken? Of is, om met Hans de Leeuwe (Over Multatuli 2006) te spreken, ‘het nu allemaal wel bekeken’?
CF: Er zijn zo'n 5000 biografieën van Napoleon verschenen en er komen nog jaarlijks nieuwe bij. Dat is een gewoon verschijnsel in de historische wetenschap.
WS: Ja, maar Napoleon is geen Multatuli!
CF: Nou, ik denk dat je nooit kunt zeggen dat we nu alles wel weten. Dat zit ook besloten in die steeds veranderende appreciatie van cultuur. Met de cultuur veranderen ook de vragen die je aan de cultuur stelt. Dat gaat altijd doot.
WS: Ik definieer ‘witte plekken’ liever als invalshoeken of andere perspectieven. In ons toekomstige kenniscentrum willen we nieuwe aanknopingspunten bieden, nieuwe kijkjes op het bekende materiaal maar ook nieuwe visies.
- Kunnen wij als Multatuli Huis en Genootschap daar nog iets in betekenen?
| |
| |
WS: Absoluut. We hebben het er al uitgebreid over gehad, maar de aandacht voor het kolonialisme is nog steeds zeer gewenst. Wij voelen ons nog steeds schuldig over die episode in onze geschiedenis, tetwijl de Indonesiërs er veel minder mee bezig zijn. Wij gaan gebukt onder een enorm calvinistisch zondebesef. Nu we veel meet weten en er veel over bekend wordt gemaakt, is het meer dan ooit nodig om dingen in hun context te plaatsen. Daar kunnen wij een bijdrage aan leveren.
CF: Een tijdje geleden heeft Frankrijk collectief schuld bekend ten aanzien van de slavernij. Wij zijn volgens mij nog niet zover.
WS: Nee, dat komt doordat we bang zijn dat het ons geld kost!
- Hoe zien jullie de rol van de website bij het aan de man brengen van Multatuli's werk engedachten bij het publiek?
WS: Dat willen we als bestuur nog eens goed bekijken, er wordt zoveel gedigitaliseerd dat je zorgvuldig moet zijn. De vraag die je je daarbij moet stellen is of je alles wel op je eigen website zou moeten zetten. Goed samenwerken met andete instanties en goed linken naar kwalitatief goede websites is heel belangrijk. Kijk bijvoorbeeld eens naar de Hella Haasse-site. We moeten er goed voor zorgen dat de informatie zo gegroepeerd wordt dat we interesse blijven wekken.
CF: Ik denk nu ineens aan de Van Rappard-illustraties bij Max Havelaar, die kun je heel mooi op de site zetten. Ze zijn visueel heel aantrekkelijk en dus goed geschikt ook voor onderwijsdoeleinden. Misschien moeten jullie subsidie aanvragen om dit voor internet geschikt te maken? Bij het vsbfonds bijvoorbeeld?
WS: We denken inderdaad aan projectsubsidies voor welomschreven activiteiten in ons beleidsplan, net zoals het in het verleden gedaan werd [zoals in het kader van het conserveringsprogramma Metamorfoze - red.].
- Vinden jullie dat we alle Multatuliteksten op onze website moeten aanbieden? Er zijn de nodige klachten dat bepaalde Multatulititels niet meer verkrijgbaar zijn. Het vw bijvoorbeeld, de uitgever wil dat niet meet herdrukken omdat ergeen markt voor is. Dit zou betekenen dat pakweg 19000 bladzijden, vol met allerlei interessante zaken, niet meer bereikbaar zouden zijn. Hebben wij daar niet een taak in?
CF: Er komen toch nog af en toe nieuwe Multatulititels uit? Zelfs nieuwe vertalingen.
WS: Mijn persoonlijke mening zou zijn om niet alle teksten integraal op internet te zetten.
| |
| |
Je moet voor Multatuli wel enigszins gevormd zijn, wil je je door alle teksten heen kunnen werken. Vooral voor jongeren is dat niet interessant. Voor hen moet je veel met plaatjes werken, filmpjes eventueel, korte tekstjes. En als ze eenmaal geïnteresseerd raken kunnen ze alsnog de diepte in. Maar ik vind ook dat ze dan maar eens een boek moeten lezen.
CF: Maar je ziet het zoveel mogelijk beschikbaat stellen van teksten om je heen toch al gebeuren? Neem de krantenbank op internet via de kb. Tik daar nu ‘Sorgdrager’ in en je krijgt duizenden hits!
WS: Akkoord, maar dat vind ik toch iets andets dan het integraal werk van een auteur. Die 19000 pagina's die niet digitaal beschikbaar zijn, zou je toch op de een of andere manier bereikbaar moeten maken. Daar heb je dan inderdaad een taak in.
CF: Ik moet zeggen dat ik het niet zou kunnen opbrengen om een hele avond naar een computerscherm te gaan zitten kijken. Ik zit liever met een boek en een glas wijn, en vroeger een sigaar, in een gemakkelijke stoel. Je gaat niet achter je bureau zitten om van een boek te genieten.
- We bedoelen een opzet als de dbnl [Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren - red.]. Je merkt steeds meer dat vooral jonge mensen denken dat iets niet bestaat als het niet op internet te vinden is.
WS: ok, onderzoeksmateriaal integraal op de website vind ik een andere kwestie dan de inhoud van boeken.
- Misschien kan de nieuwe lesbrief ook worden ingezet?
WS: Ik denk bij lesbrief minder aan de website, dat is meet een pakket teksten voor school. Je kunt hem natuutlijk wel via de website aan de scholen aanbieden.
CF: Hebben jullie er ooit aan gedacht om De weg naar het paradijs of De indologen op de website te zetten? Ik zou daar helemaal geen bezwaar tegen hebben. De auteutsrechten zijn volgens mij al verstreken, dus je kunt ermee doen wat je wilt. Er staan veel verwijzingen in, ook naar Multatuli, en heel veel nuttige achtergrondinformatie. Leuk om te lezen. Of om alsnog te lezen moet ik eigenlijk zeggen, de redactie van Over Multatuli heeft destijds geen aandacht besteed aan De weg naar het paradijs, maar ja, wat wil je: allemaal neerlandici, die letten natuurlijk niet op historische titels... sorry hoor jongens, ik moest dat toch nog even kwijt.
| |
| |
- Laatste vraag. Wat is jullie favoriete Multatulititel?
WS: Het ligt voor de hand om de Max Havelaar te noemen, maar ik heb een zwak voor Woutertje Pieterse. Het is zeker geen simpel boek, maar het is ontroerend echt en de taal is nog steeds heel modern. En de sfeer van het negentiende-eeuwse Amsterdam wordt et heel mooi in weergegeven.
- Multatuli dacht daar heel anders over, hij vond Woutertje onlosmakelijk bij de Ideën horen. Hij vond het verschrikkelijk dat er juist voor dat verhaal zoveel aandacht kwam.
CF: De Ideën zijn tijdgebonden gebleken, maar Woutertje Pieterse stijgt boven die tijdgebondenheid uit.
WS: Je moet de tekst langzaam lezen, maar het is een ontzettend rijk boek.
CF: Ik blijf Max Havelaar hét grootste, magistraal geschreven werk vinden, waarbij Beets als hofjeswoning afsteekt, zoals Huet het zei. De eerste drie pagina's zijn legendarisch, met de typeringen van Sjaalman en Droogstoppel, het reisje naar Den Haag na het huwelijk, Busselinck & Waterman, enfin, het is allemaal subliem qua realiteitsgehalte. Bij Beets is er in de Camera af en toe ook wel die schildering van echtheid, bij Stastok, maar dat is maar even.
- Hartelijk dank voor dit gesprek.
|
|