Over Multatuli. Jaargang 29. Delen 58-59
(2007)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 68]
| ||||||||||||||
Anne van Raemdonck
| ||||||||||||||
Páginas Selectas de MultatuliGa naar eind2.Páginas Selectas de Multatuli is een kleine selectie, van 91 bladzijden, uit Multatuli's werk. Het is samengesteld en vertaald in gevangenschapGa naar eind3. door de Aragonese journalist Felipe Alaiz de Pablo (1887-1959). Het zal weinig verwondering wekken dat de vertaler van Multatuli anarchistische sympathieën had. Tijdens zijn verblijf in Catalonië rond 1921, leerde hij de Anarchistische Beweging kennen en werd één van de belangrijkste propagandisten van de anarchistische idealen, als journalist, schrijver en vertaler van onder andere Max Nettlau, Upton Sinclair en Dos Passos. Ook redigeerde hij verschillende anarchistische kranten en weekbladen zoals Tierra y Libertad en Solidaridad Obrera. Alaiz werd voor zijn libertaire meningsuiting verschillende malen vervolgd en gevangen genomen. Na de Spaanse burgeroorlog in 1939 vluchtte hij naar Frankrijk en kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog | ||||||||||||||
[pagina 69]
| ||||||||||||||
in een concentratiekamp terecht. Na de bevrijding verbleef hij een periode op verschillende plaatsen in het zuiden van Frankrijk waar hij zijn medewerking bij anarchistische tijdschriften voortzette. Ten slotte vestigde hij zich definitief in Parijs waar hij op 72-jarige leeftijd overleed, in eenzaamheid en in armoede. Zijn literaire werk bestaat uit verschillende novellen en één roman: Quinet (1924). Als journalist heeft hij politieke, sociale en literaire essays geschreven en ontelbare artikels die volgens Francisco Carrasquer uit ongeveer 67 delen van 300 pagina's bestaanGa naar eind4.. Alaiz was vooral bekend voor zijn ironische en sarcastische kritiek en zijn genadeloze karikaturen, zowel op politiek als op sociaal en literair gebied. Hij ging vrij los om met de bronnen die hij gebruikte en schrapte graag wat hij overbodig vond. Carrasquer karakteriseert het werk van Alaiz als ‘die ventilator die altijd zijn [Alaiz'] stijl was.’Ga naar eind5. Op sociaal gebied werd hij nog minder gewaardeerd. Hij was een extreme individualist die zijn persoonlijke vrijheid boven alles stelde en nooit aanwezig was op anarchistische bijeenkomsten of andere manifestaties. Verder was, volgens Alaiz, ‘het anarchisme geen regime maar een gedragsvorm die in elk regime thuishoort.’Ga naar eind6. Het was deze opvatting die hem van andere anarchistische intellectuelen zou isoleren en waardoor zijn werk uiteindelijk in het vergeetboek zou geraken. Volgens Carrasquer was Alaiz' anarchistisch gedrag een puur individuele aangelegenheid en helemaal geen sociaal engagement.Ga naar eind7.
Alaiz presenteert Páginas Selectas de Multatuli als ‘aperitief’ van Multatuli's werk. Het boekje bestaat uit zeven hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk, ‘Karakteristieken’Ga naar eind8., geeft Alaiz een introductie tot Multatuli's werk in de vorm van een essay over humor. In een zeer barokke en complexe stijl beschrijft hij twee soorten humor, namelijk de saaie humor van de conventionele humorist en de jonge humor waartoe Multatuli's humor gerekend kan worden. Samenvattend typeert Alaiz Multatuli's humor, in vergelijking met de artificiële, funeste en academische humor, als o.a. oprecht, spontaan en gericht tegen de Nederlandse koloniale bureaucratie, de protestantse dominees en de puriteinse commercanten. Wat Multatuli uniek maakt is, volgens Alaiz, zijn universaliteit: ‘[Hij was] modern in de eeuwige moderniteit, actueel in het verleden, het heden en de toekomst [...].’Ga naar eind9. Vervolgens geeft hij een korte inhoudelijke introductie tot Max Havelaar, Indrukken van den Dag, Minnebrieven, Duizend en eenige hoofdstukken over specialiteiten, Millioenenstudiën en Ideeën. Ook hierin wordt het unieke en de kwaliteit van Multatuli's humor als vorm van protest geprezen en maakt Alaiz de lezer nogmaals attent op Multatuli's wereld, namelijk het Nederlandse koloniale beleid, de handelaars en de dominees, met andere woorden een wereld die weinig of niets te maken had met het katholieke Spanje dat niet zo lang geleden zijn laatste overzeese kolonies in Amerika verloren had.Ga naar eind10. In de volgende vier hoofdstukken, getiteld ‘Cartas de amor’, ‘Ideas’, ‘Max Havelaar’ en ‘Ensayos millonescos’, worden hele teksten of fragmenten uit respectievelijk Minnebrieven, Ideeën, Max Havelaar en Millioenenstudiën gepresenteerd. De | ||||||||||||||
[pagina 70]
| ||||||||||||||
originele teksten van de vertaalde selecties zijn niet vermeld, maar ik veronderstel dat de auteur vanwege zijn contacten met Frankrijk waarschijnlijk een Franse vertaling gebruikt heeft. De Spaanse vertaling verschilt vaak van de originele Nederlandse teksten van Multatuli. Door de vele toevoegingen en weglatingen van woorden, zinnen of zelfs hele paragrafen lijken sommige teksten in het boekje eerder een door Alaiz geschreven versie in het Spaans, dan een vertaling van de originele teksten. De politieke situatie op het moment dat het boekje voor het eerst werd uitgegeven, namelijk onder het dictatoriale regime van generaal Primo de Rivera van 1923 tot 1930Ga naar eind11. en het feit dat het in de gevangenis geschreven werd, hebben hierbij waarschijnlijk een rol gespeeld, maar de aangebrachte veranderingen kunnen ook verklaard worden door de hierboven vermelde reputatie van Alaiz die de bronteksten graag ‘verbeterde’. Dat blijkt ook uit een vertaling van een tekst van Max Nettlau die volgens Alaiz te zwaar was en wat ‘opgeschoond en opgefrist’Ga naar eind12. moest worden. De selectie is duidelijk gebaseerd op Alaiz' voorkeur voor ironie en sarcasme in Multatuli's anarchistische, vooral maatschappijkritische en gezagsondermijnde parabels en verhalen. Het hoofdstuk ‘Cartas de amor’ bevat de eerste zeven Geschiedenissen van Gezag van Minnebrieven die als apologieën gepresenteerd zijn. Het hoofdstuk ‘Ideas’ bevat volgens Alaiz ‘zes bewonderingswaardige kronieken die in een antologie van essays kunnen opgenomen worden als journalistieke meesterwerken.’Ga naar eind13. De eerste vijf komen uit de eerste bundel van de Ideeën.Ga naar eind14. De eerste tekst ‘Onsterfelijkheid en broodbereiding’ bevat Ideeën 75 tot 77, de tweede ‘Zedenles’ is een vertaling van Idee 374 waarin ‘de oude heer Kappelman’ uit de originele versie tot de naam ‘Piñul’ verkort wordt. In ‘Ontbinding’ zijn fragmenten genomen uit Ideeën 143 tot 149, ‘Humor’ bevat Ideeën 158 tot 160 en in ‘Socrates’ is Idee 310 vertaald. De zesde tekst ‘Don Alonso Ramirez’ bevat Idee 1238 uit de laatste bundel. De ‘Max Havelaar’-sectie is een gefragmenteerde vertaling uit het negentiende hoofdstuk van Max Havelaar, namelijk waar Multatuli het woord neemt.Ga naar eind15. Opvallend is hier de herleiding van ‘Willem den derden, Koning, Groothertog, Prins... meet dan Prins, Groothertog en Koning... keizer’ in de oorspronkelijke versie tot ‘hij die als vorst beschouwd wordt’Ga naar eind16.. Ook hier heeft de ingreep kennelijk te maken met Alaiz' neiging tot ‘opschonen en opfrissen’, zonder inachtneming van de stilistische originaliteit van Multatuli. In ‘Ensayos millonescos’ presenteert hij een fragment uit ‘Microkosmos’,Ga naar eind17. namelijk delen uit het verhaal van de heer Slenterman dat volgens Alaiz ‘een synthese is van de ironische capaciteit van Multatuli als waarnemer van gewoonten.’Ga naar eind18. De fragmenten/teksten onder hoofdstuk zes, ‘Varia’, worden door Alaiz gepresenteerd als ‘enkele typische bewijzen van Multatuli's kritische en lyrische kracht.’Ga naar eind19.. Daaronder ressorteren de volgende teksten: ‘Rechtsgeleerdheid’, dat een vertaling is van het ‘Onuitgegeven tooneelspel’ in Max HavelaarGa naar eind20.; ‘Ik weet niet welke dood me wacht’ dat een uittreksel bevat van het verhaal van Saïdjah | ||||||||||||||
[pagina 71]
| ||||||||||||||
en Adinda uit Max HavelaarGa naar eind21.; ‘Samoyaanse zedenles’, een vertaling is van Idee 447; ‘Nutteloze pontonniers’, wat Ideeën 340 tot en met 341 bevat, en ‘De impresario’ dat een vertaling is van het eerste sprookje uit Minnebrieven. De overige vijf teksten laat ik hier buiten beschouwing omdat ik de originele versie ervan niet heb kunnen terugvinden. In het laatste hoofdstuk ‘Apunte biográfico’ herleidt de Duitse anarchist, schrijver en historicus Rudolf Rocker Multatuli's biografie tot zijn verblijf in Lebak. Rocker schrijft een bijna uitsluitend inhoudelijke weergave van Max Havelaar en een erg lovende kritiek op Minnebrieven, dat duidelijk zijn voorkeur geniet: ‘Max Havelaar is ‘één van de meest originele verschijnselen uit de wereldliteratuur, [...], het is de bittere kreet van een hart dat schreeuwt om rechtvaardigheid, niets dan rechtvaardigheid.’Ga naar eind22. Maar even verder schrijft hij: ‘Minnebrieven is niet alleen één van de meest originele boeken uit de wereldliteratuur, het is ook één van de meest revolutionaire boeken die ooit geschreven werden.’Ga naar eind23. Vervolgens deelt Rocker mee dat Multatuli's aandacht, na Max Havelaar, met andere woorden in Minnebrieven, niet tot het koloniale probleem beperkt blijft maar zich richt op alle maatschappelijke instituties. Hij vergelijkt Multatuli hierbij met Doctor Stockman in Ibsens Een vijand van het volk. Voorts prijst Rocker Multatuli voor zijn kritiek door hem te vergelijken met de duivel van Le diable boiteux van Alain-René Lesage (1707): ‘Zoals de duivel alle daken in Madrid wegneemt, zo rukt Multatuli in zijn Minnebrieven de daken af van instituties en menselijke gewoonten en toont hij hoe ze er werkelijk uitzien.’Ga naar eind24. Merkwaardig is het dat een kritisch-satirisch tijdschrift ten tijde van Multatuli naar die duivel genoemd werd, namelijk Asmodée, erg weinig sympathie voor Multatuli koesterde.Ga naar eind25.
Recensies over Páginas Selectas de Multatuli heb ik niet gevonden. Maar wat mij het meest opviel is dat Páflinas Selectas de Multatuli noch in de proloog van de vertaling van Max Havelaar noch in de twee recensies die er kort nadien op volgden, vermeld wordt. Verder is Alaiz' werk voor zover ik heb kunnen achterhalen, zowel in literaire als in historische kringen vrij onbekend. Hoewel er onlangs in het dagblad El País een artikel over Alaiz verscheen van Javier Cercas, auteur van Soldados de Salamina, waarin hij met enthousiasme verslag doet van zijn recente ontdekking van Alaiz: ‘Hopeloos verloren in de duisternis van de anarchistische beweging, is zijn naam één van de meest relevante van de schrijvers uit de anarchistische geschiedenis.’Ga naar eind26. Misschien is dit een teken dat de huidige Spaanse samenleving klaar is om haar verleden vanuit een objectiever standpunt te bekijken? Dat Alaiz zichzelf herkende in Multatuli's leven en werk is meer dan waarschijnlijk. In de biografische en literaire stukken die ik voor dit onderzoek geraadpleegd heb, ben ik meer dan eens overeenkomsten tussen beiden tegengekomen. Zo is bijvoorbeeld Alaiz' enige roman, Quinet, duidelijk door Multatuli's werk geïnspireerd, zowel naar vorm als naar stijl en inhoud. De | ||||||||||||||
[pagina 72]
| ||||||||||||||
hoofdpersoon, Quinet, is de jonge rebel die observeert en nadenkt over alles wat hij hoort en ziet tijdens zijn bezoek aan vier Spaanse steden in de vorm van beschrijvingen, dialogen, brieven en parabels waaronder er zelfs enkele van Multatuli geciteerd zijn. Een gedetailleerde vergelijking laat ik voorlopig buiten beschouwing, maar het is wel vermeldenswaard dat Quinet en Páginas Selectas de Multatuli in hetzelfde jaar (1924) en op dezelfde plaats, namelijk in de gevangenis van Barcelona, geschreven werden. Verder zou het me niet verbazen dat er in Alaiz' latere werk meer multatuliaanse invloed te vinden is, wat zeker motiverend is voor verder onderzoek. | ||||||||||||||
Max Havelaar, o las subastas de café de la compañía comercial HolandesaGa naar eind27.De vertaling, de inleiding en de noten van Max Havelaar, o las subastas de café de la compañía comercial Holandesa werden verzorgd door Francisco Carrasquer (Albacete de cinca, 1915), die als schrijver, dichter, essayist en vertaler een groot aantal werken op zijn naam heeft, waaronder verschillende anthologieën van Nederlandstalige poëzie, vertalingen van romansGa naar eind28. en het handboek Holanda al Español. Nación, pueblo y cultura de Holanda hasta 1990 (1995). Tijdens de Spaanse burgeroorlog was Carrasquer anarchistisch militant aan republikeinse zijde en moest, zoals Alaiz en vele andere anarchisten, op de vlucht naar Frankrijk waar hij zeven maanden in een concentratiekamp verbleef. Terug in Spanje werd hij weer gevangengenomen en voor drie jaar als soldaat naar Afrika gestuurd. Vervolgens week hij weer uit naar Frankrijk waar hij psychologie studeerde aan de Sorbonne. In Nederland doctoreerde hij in de Letteren en doceerde Spaanse Letterkunde, eerst aan de Universiteit van Groningen en daarna gedurende achttien jaar aan de Universiteit Leiden tot 1985. In 1980 ontving hij van Koningin Beatrix de onderscheiding van Commandeur van Oranje-Nassau voor zijn verspreidingswerk van de Nederlandse Cultuur. In december 2006 werd hij bekroond met de Premio de la Letras Aragones door de regering van Aragon Voor zijn progressief en radicaal werk dat zo lang verzwegen werd’Ga naar eind29..
Deze eerste en tot nu toe enige vertaling van Max Havelaar in Spanje verscheen in een oplage van 2000 exemplaren in november 1975, in de collectie van LosLibrosDeLa Frontera, een interdisciplinaire collectie over kunst, letteren en sociale wetenschappen. De inleiding bestaat uit vijf hoofdstukken: namelijk de proloog, het leven van Multatuli, de persoon, Max Havelaar en de colofon. In de proloog stelt Carrasquer dat Multatuli voor de moderne literatuur was wat Domela Nieuwenhuis was voor de sociale strijd.Ga naar eind30. Hij beschuldigt de dictatoriale censuur ervan ‘het land [Spanje] cultureel geamputeerd te hebben gehouden door Multatuli, wiens geest zo nauw met de Spaanse verbonden was, in Spanje te verbieden [...].’Ga naar eind31. Hij plaatst Multatuli op hetzelfde niveau als de Spaanse klassiekers, van Cervantes tot Machado ‘maar met meer woede uit | ||||||||||||||
[pagina 73]
| ||||||||||||||
noodzaak om het volk te choqueren.’Ga naar eind32. Hij stelt hem gelijk met een positieve Unamuno en een meer menslievende Valle-Inclán, beiden befaamde schrijvers van de ‘Generatie van 98’ en met de filosoof Ortega y Gasset, maar zonder diens aristocratische manieren. Hoewel ze allen sociaal geëngageerd waren, behoorden de genoemden tot de intellectuele elite van de middenklasse en hadden ze weinig of geen contact met de arbeiders.Ga naar eind33. ‘Multatuli zou een schrijver van het volk geweest zijn’Ga naar eind34., aldus Carrasquer. In het tweede hoofdstuk geeft Carrasquer Multatuli's levensschets van zijn geboorte tot 1860 met de nadruk op zijn verblijf en ervaringen in Oost-Indië die hij afrondt met een citaat van de conclusies van de ‘Lebak-affaire’ door P.J. Veth, gepubliceerd in De Gids van augustus 1860. Het hoofdstuk eindigt met de vermelding van Multatuli's financiële problemen, de dood van Tine in Venetië, zijn tweede huwelijk met Mimi Hamminck Schepel en ten slotte Multatuli's overlijden in Nieder-Ingelheim in 1887. In het derde hoofdstuk geeft Carrasquer een beeld van Multatuli's karakter, zonder echter in te gaan op zijn temperament, dat hij immers niet belangrijk acht.Ga naar eind35. Volgens Carrasquer is Multatuli's karakter een combinatie van uitmuntende expressiviteit, gevoeligheid en intelligentie. Verder schrijft Carrasquer dat Multatuli's intellectuele en affectieve genie tenslotte ‘berustte op zijn moed, zijn durf.Ga naar eind36. Overigens beschouwt Carrasquer Multatuli als een romanticus, maar alleen in zijn opstandigheid, in zijn anarchisme en vermoedt dat ‘niemand ooit zoveel, op zoveel manieren of in zoveel literaire genres tegen het gezag en de macht geschreven heeft als Multatuli. Dat [was] zijn nachtmerrie. Vandaar dat Multatuli het beste van zijn werk in anarchistische termen geschreven heeft.’Ga naar eind37. Daarop volgen citaten uit de proloog in de Franse versie van J.J. Oversteegen en uit de versie van Stuiveling in de Encyclopedie van de Wereldliteratuur waarin het universele karakter van Multatuli's werk tot uiting komt. Het hoofdstuk over Max Havelaar begint met een ander citaat uit de genoemde proloog van Oversteegen, gevolgd door een presentatie van de personages in Max Havelaar en een derde citaat van Oversteegen waarin hij de structuur van het boek uitlegt. Volgens Carrasquer ligt Multatuli's tussenkomst in Max Havelaar ‘op de grens van de artistieke moderniteit zoals Octavio Paz suggereert in zijn essay Los hijos del limo en zoals Beckett ze toont in zijn Fin de partie [...].Ga naar eind38. Het hoofdstuk eindigt met een citaat van D.H. Lawrence die Max Havelaar, in vergelijking met Uncle Tom's cabin van Beecher Stowe, als een satire beschouwt en als een universeel werk. In de colofon stelt Carrasquer dat het onmogelijk is een vergelijkbaar auteur te vinden als Multatuli in de Spaanse letteren maar hij denkt dat José Martí, de Cubaanse dichter/schrijver en leider van de Cubaanse onafhankelijkheidsbeweging, het best vergelijkbaar zou zijn en zelfs typologisch op Multatuli lijkt. Carrasquer eindigt de colofon met de wens dat er ooit een goede selectie uit de Ideeën gepubliceerd wordt ‘om deze gigantische literaire figuur die Multatuli is, voor de lezer uit te tekenen.’Ga naar eind39. | ||||||||||||||
[pagina 74]
| ||||||||||||||
Andere receptiedocumentenDe eerste recensie over Max Havelaar verscheen in februari 1976, in het Spaanse literaire tijdschrift Insula, onder de rubriek van buitenlands proza in Spanje. De recensie ‘“Max Havelaar”, de Multatuli’Ga naar eind40., werd geschreven door Domingo Pérez-Minik (1903-1989), een bekende Spaanse schrijver, essayist en recensent van nationale en internationale literatuur in de twintigste eeuw. De recensie is geschreven voor lezers die het boek al kennen maar geeft voldoende informatie om nieuwe lezers te trekken. Aan de andere kant is de gebruikte stijl vaak misleidend, dubbelzinnig en weinig doorzichtig, alsof het stuk voor de censuur-controle geschreven was.Ga naar eind41. Net als Carrasquer legt ook Pérez de nadruk op Multatuli's durf. Hij beschouwt niet de sociale aanklacht van de onderdrukten als nieuw voor de periode waarin het boek geschreven werd, maar wel de originaliteit van de inhoud als aanklacht tegen het koloniale systeem en de vorm waarin die aanklacht is gegoten. Hij geeft geen uitgesproken oordeel over de biografische elementen in het boek die hij weliswaar heel interessant vindt, maar waarover hij zich niet uitspreekt. Verder blijkt hij ook niet veel interesse te hebben voor Multatuli's sociale, politieke of religieuze standpunten. Volgens Pérez moet de waarde in de eerste plaats gezocht worden in ‘Multatuli's hoedanigheid als non-conformistische intellectueel [...] waarmee hij met veel moed het zeer individuele fort van zijn vrijheid wist te verdedigen.’Ga naar eind42. Daarna prijst hij de verschillende literaire vormen, stijlen en genres die in Max Havelaar voorkomen, maar merkt op dat oude en totaal nieuwe stijlen door elkaar heen worden gebruikt, wat hij tegenstrijdig vindt. Voorts volgt er nog een korte beschrijving van Droogstoppel als voorbeeld van Multatuli's versatiliteit en van Havelaar, Stern en Sjaalman die allen de auteur vertegenwoordigen. Pérez typeert Max Havelaar als een vat vol tegenstrijdigheden, ‘een eenvoudig en complex verhaal, academisch en subversief, helder en obscuur.’Ga naar eind43. Daarna vermeldt hij nog Multatuli's sensationele verschijning aan het einde van het boek, op het moment dat hij de pen opneemt. Daarmee is Max Havelaar, volgens Pérez, ‘iets meer [...] dan Uncle Tom's cabin, iets meer dan de (miserabilistische) roman van Eugène Sue of de geniale fabelachtige kracht van Hard times’.Ga naar eind44. Perez eindigt met het citaat uit Max Havelaar waarin de lezer gevraagd wordt geduld te hebben met de lange beschrijvingen die in het boek voorkomen en hij noemt Multatuli: ‘Die Nederlander [...], bereid met voldoende ingrediënten om de meest schaamteloze mens van zijn tijd te zijn.’Ga naar eind45. Hoewel Pérez geen duidelijke oordeel uitspreekt, blijkt hij de voorkeur te geven aan de interpretatie van Multatuli's durf vanuit een literair perspectief. De volgende recensie, met de dubbelzinnige en enigszins enigmatische titel: ‘Een (anti)koloniale anthologische romanGa naar eind46. verscheen in oktober 1976, in het wekelijks tijdschrift Triunfo, een algemeen cultureel tijdschrift uit de jaren zestig en zeventig, dat progressief-links georiënteerd was en tot doel had de culturele stromingen van het Europese denken in Spanje te verspreiden. Het tijdschrift was het symbool van het intellectuele verzet tegen het franquisme. | ||||||||||||||
[pagina 75]
| ||||||||||||||
Francisco Carrasquer
De recensie werd geschreven door Hans Tromp, docent Nederlandse taal, vertaal- en letterkunde aan de Complutense Universiteit van 1967 tot 1997. Tromp verzorgde vanaf de jaren tachtig ook vertaal-colleges Nederlands aan het Instituut voor Vertalers. Hij publiceerde de nieuwe bewerking van de Gramática neerlandesa (1983) en de onder zijn leiding vertaalde bundel Nueva narrativa neerlandesa (1981). De recensie is gericht tot een publiek dat Max Havelaar nog niet gelezen heeft en wordt gepresenteerd als ‘[...] een vreemd werk dat verondersteld wordt tijdloos te zijn maar dat een Europese klassieker is.’Ga naar eind47. Tromp schrijft in één (lange) zin wie Multatuli was, gevolgd door een korte samenvatting van de plot die overeenkomt met Multatuli's belevenissen in Lebak. Verder geeft hij de politieke redenen waarom Havelaars verzoek tot onderzoek genegeerd werd, namelijk omdat het Nederlandse koloniale bestuur de inlandse hoofden gebruikte om de orde te bewaren en ervoor te zorgen dat de beste landbouwproducten in Nederlandse handen terecht kwamen. Vervolgens kijkt Tromp naar de literaire kwaliteit en stelt dat Max Havelaar de vernieuwing van de roman heeft doorgevoerd, door de drievoudige vertelstructuur: de satirische uiteenzetting van Droogstoppel, het verhaal van Stern over Max Havelaar in Lebak en de aanklacht van Multatuli. Max Havelaar is met andere woorden een roman samengesteld door drie auteurs, wat het enigmatische woordje ‘antologisch’ uit de titel verklaart. Het artikel eindigt met Tromps aanbeveling van Max Havelaar ‘als een cruciaal boek voor wie interesse heeft voor de Europese literatuur, voor wie de wonde voelt van het binnen- en buitenlandse kolonialisme en voor al wie iets van uitzonderlijke betekenis wil lezen.’Ga naar eind48. Een derde artikel, ‘Max Havelaar en la pantalla’Ga naar eind49. van Carrasquer, verscheen in december 1976 in het literaire Catalaanse tijdschrift Camp de l'arpa. Het artikel is een mededeling over de romanverfilming die zowel in Indonesië als in Nederland een groot succes kende maar vanwege de taal helaas ontoegankelijk bleef voor het Spaanse publiek. Carrasquer prijst bovenal Peter Faber voor zijn zeer natuurlijke interpretatie van Max Havelaar, die daardoor vermenselijkt wordt in zijn strijd tegen de economische, politieke, sociale, culturele en religieuze onrechtvaardigheid. Hij beschrijft Max Havelaar als een roman over kolonialisme, rassendiscriminatie, economisch-commerciële macht..., geschreven in het hedendaagse Nederlands. Verdere informatie wordt niet gegeven, ook niet over het bestaan van een Spaanse vertaling. | ||||||||||||||
[pagina 76]
| ||||||||||||||
Meer recente informatie over Multatuli is te vinden in het hoofdstuk ‘Multatuli (Ed. Douwes Dekker) (1820-1887)’Ga naar eind50. in het door Carrasquer in 1995 geschreven handboek, Holanda al Español. Nación, pueblo y cultura de Holanda desde su formación hasta 1990, een ‘memorandum van informatie over Nederland’ aldus Carrasquer, waarin hij een historisch, sociaal en cultureel beeld geeft van Nederland tot 1990, het land waar hij meer dan dertig jaar geleefd heeft. Het hoofdstuk begint met een fragment uit de brief van 24 februari 1856Ga naar eind51. van Max Havelaar aan de Resident van Bantam waarin hij de Regent beschuldigt van machtsmisbruik. Carrasquer stelt dat het conflict dat uit deze brief resulteerde, de rest van Multatuli's leven zou bepalen. Daarna gaat hij verder in op Multatuli's schrijverschap, zijn frustratie bij het literaire succes dat Max Havelaar oogstte en citeert hij de parabel van OepiGa naar eind52. als voorbeeld van het universele karakter in zijn werk. Vervolgens noemt hij de invloed die Multatuli's werk gehad heeft op literair, politiek en sociaal gebied en vermeldt hij de invloed van de parabel ‘Thugater’ op het feminisme. Als voorbeeld van religieuze invloed citeert hij de parabel van de macht van het geloof, namelijk van Hassan die dadels wilde verkopen in Damascus. Voor verdere informatie aangaande Multatuli's leven en werk verwijst hij naar de introductie bij de vertaling van Max Havelaar en dit keer wordt ook Páginas Selectas de Multatuli van Felipe Alaiz vermeld. Ten slotte eindigt het hoofdstuk met een aanbeveling van de roman ‘Max Havelaar, de Nederlandse Quichot (proporties en afstand in acht genomen), die even vermakelijk is, maar niet minder betoverend door zijn stijl en verrijkend door zijn waarheid, zijn heroïsche gevoel voor rechtvaardigheid en zijn ontroerende schoonheid.’Ga naar eind53. In dit receptiedocument zien we de klemtoon verschuiven van de humor die volgens Alaiz gericht was tegen koloniale onrechtvaardigheid enz... naar de picareske humor zoals die in Don Quichot. Het meest recente receptiedocument, ten slotte, is een gedicht van Francisco Carrasquer opgedragen aan Multatuli, uit zijn net verschenen bundel lyrische portretten van universele beroemdheden zoals Picasso, Einstein en Machado: ‘Pondera... ¡Que algo queda!’:Ga naar eind54.
A MultatuliGa naar eind55.
‘Multa tuli’. Sí, ‘mucho he soportado’;
más que mucho, digamos: ¡demasiado!
‘Y no por mis colegas, mis socios, mis hermanos,
sino por esos pocos que se las dan de Superiores
porque guardan un sello todopoderoso
que a fuer de talismán da el Poder a los peores.
Sentir que el atropello o el abuso lo ejercen
en nombre de tu pueblo es insufrible.
| ||||||||||||||
[pagina 77]
| ||||||||||||||
Valdría más ser de los que padecen,
que más que el físico es el dolor moral el más horrible’.
Menos mal, Multatuli, que has sabido
descargar tu conciencia con tan ejemplar libro:
tu ‘Max Hávelaar’, que ha salvado a tu siglo
mercantil y empresario de su mito
colonialista y su real mal traumatismo,
allá entre la imperial España y el gris Calvino.
Holanda tiene en ti el genio total:
como literato, como héroe y como guía moral,
capaz de dar una lección tan clara
con tan fino y solaz don de tus letras.
Para tu Holanda, ejemplo de alta ética
y, para todo el mundo, expresión de arte la más aséptica.
Ik interpreteer dit gedicht als volgt: de dichter erkent Multatuli's lijden en zegt dat hij zelfs teveel geleden heeft: enerzijds door de manier waarop hij behandeld werd door mensen die zich superieur achtten en anderzijds door het gepleegde geweld en de uitbuiting in naam van zijn volk. In Max Havelaar heeft Multatuli zijn gevoelens tegenover onrechtvaardigheid kunnen uitdrukken en de koloniale mythe en het morele trauma van zijn koopmanstijdperk aan de kaak gesteld. Voor Nederland is hij een literair genie, een held en een moreel leider. Voor de hele wereld de meest ‘aseptische’ artistieke expressie. Voor mij blinkt dit korte gedicht uit door zijn eenvoud maar ook door zijn zeggingskracht. Het zegt meer over Multatuli dan wat er vaak over hem gezegd wordt in ellenlange essays. In vergelijking met zijn proloog in de vertaling van Max Havelaar, waar Multatuli bovenal als symbool van anarchistische durf gezien werd, ligt Multatuli's grootste verdienste, volgens Carrasquer, in zijn artistieke merites. | ||||||||||||||
ConclusieEen eerste conclusie die zich opdringt is dat deze beperkte receptie van Multatuli in Spanje overwegend positief is. Wat de Spaanse receptiedocumenten verder van elkaar onderscheidt, zijn de aandachtsgebieden die variëren van Multatuli's leven, Multatuli als persoon en/of zijn werk. Met uitzondering van de recensie van Perez, gaat in al de receptiedocumenten tot 1976 de aandacht overwegend uit naar de persoon als symbool van dapperheid om zich re verzetten tegen de koloniale en andere sociale onrechtvaardigheden. De beoordeling van zijn literaire werk is op de inhoud geconcentreerd en geniet erkenning als een uiting van zijn durf. Formele en stilistische aspecten worden slechts opper- | ||||||||||||||
[pagina 78]
| ||||||||||||||
vlakkig behandeld en meestal ook gerelateerd aan zijn persoonlijkheid. Deze beeldvorming is vooral een gevolg van de historische situatie waarin de vertalers en recensenten zich bevonden, namelijk die van de opkomst van de anarchistische beweging aan het begin van de twintigste eeuw en van het dictatoriale Francoregime. Multatuli werd gezien als het voorbeeld van de staatsondermijnende, maatschappijkritische anarchist die het Spaanse volk nodig had om zich te verzetten. Zowel Páginas Selectas de Multatuli als Max Havelaar, o las subastas de café de la compañía comercial Holandesa zijn vanuit dit standpunt geïntroduceerd. De eerste vertaling verdween heel waarschijnlijk door de controle van de censuur. Max Havelaar, o las subastas de café de la compañía comercial Holandes verscheen in november 1975, dezelfde maand dat Franco stierf, wat meteen de ondergang betekende van de bijna veertig jaar lange dictatuur. Dat was een moment van euforie waarin alles plotseling mogelijk bleek te zijn en alle hoop op de toekomst was gericht. Alles wat met politieke onderdrukking, machtsmisbruik enz... en het verzet daartegen te maken had, behoorde tot het verleden en werd liever verzwegen of vergeten, waaronder ook de vertaling van Max Havelaar. Maar ook aan die periode blijkt een einde te komen. In het voorlaatste receptiedocument ‘Multatuli (Ed. Douwes Dekker) (1820-1887)’ van 1995 begint, zoals vermeld, de receptie te verschuiven van een inhoudelijke naar een meer literaire waardering van Multatuli's werk. En in het gedicht van Carrasquer, ten slotte, krijgen we een voorstelling van Multatuli aan het hedendaagse Spaanse lezerspubliek en een uitleg van de betekenis die zijn werk kan hebben in de actualiteit, namelijk als de meest aseptische kunstuiting.
Universitat de Barcelona Dept. de Filología Anglo-germánica Sección neerlandesa
vanraemdonck@ub.edu | ||||||||||||||
Bibliografie
| ||||||||||||||
[pagina 79]
| ||||||||||||||
|
|