van de vragen die daarbij aansluit, luidt welke impliciete en expliciete literatuuropvattingen een rol spelen bij de receptie. De aandacht gaat daarbij uit naar thema's, discussiepunten, topoi en eventueel signaalwoorden die in die literatuuropvatting worden gebruikt;
- Doordat Max Havelaar vaak niet alleen als esthetisch kunstwerk maar vooral ook als aanklacht tegen het Nederlandse kolonialisme werd beschouwd is de wijze van belang waarop binnen de receptie is ingegaan op de verhouding tussen kunst en werkelijkheid (authenticiteit, rol van de verbeelding, echtheid, kunst en leven) en tussen literaire en esthetische categorieën (engagement, morele taak van de schrijver, estheticisme). Deze vraagstelling, die nauw samenhangt met de eerder genoemde literatuuropvatting, geldt voor alle werken van Multatuli;
- Gezien de meer dan honderdjarige geschiedenis van de introductie van Multatuli's werk in het buitenland (dat geldt bijvoorbeeld voor de grote Europese taalgebieden) is inzicht in de verschuiving binnen de receptie een belangrijk punt van onderzoek. Zijn de vragen die nu aan Multatuli's werk worden gesteld andere dan die van vijftig of honderd jaar geleden? Deze vraag doelt op de receptie van het werk in de tijd;
- Ten vierde is in veel landen Max Havelaar de eerste vertaling van Multatuli's werk geweest en omdat dit werk, dat ook in de canon als zijn belangrijkste wordt gezien, nauw samenhangt met de levensloop van de schrijver, is de vraag relevant of het beeld van de schrijver sinds de eerste vertaling veranderingen heeft ondergaan. In een taalgebied waarin verschillende biografieën of biografische schetsen over Multatuli zijn verschenen, kunnen deze bijvoorbeeld ook aan een uitgebreid onderzoek worden onderworpen.
Voor enkele van deze punten geldt bovendien dat bemiddeling van literatuur nauw samenhangt met de waardering ervan. Dat is voor André Lefevere, een prominent vertegenwoordiger van de ‘Manipulation School’, aanleiding geweest te betogen dat er door rewriting van teksten of een auteur door het bemiddelingsproces (bijvoorbeeld in literatuurgeschiedenissen, wetenschappelijke artikelen, encyclopedieën en naslagwerken) een ‘gemanipuleerd’ imago van de tekst of de auteur ontstaat dat een groter publiek bereikt dan de tekst zelf. Kan deze continuïteit in het imago van Multatuli en diens werk (of een van diens werken) worden vastgesteld? Geldt dat ook voor landen met sterk wisselende politieke ideologieën - bijvoorbeeld de tot 1989 communistische staten? Het zou voor de hand liggen dat de opvattingen over Multatuli's werk en zijn biografie juist daar grote wijzigingen hebben ondergaan. Onderzoeksresultaten uit die landen kunnen ook verhelderen welke rol zijn werk in theorieën over het imperialisme, racisme en kolonialisme heeft gespeeld (te denken valt aan opvattingen van Hannah Arendts The Origins of Totalitarianism en Frantz Fanon die binnen de ‘Postcolonial Studies’ een opmerkelijke revival beleven).
Verder kan worden vastgesteld dat onderzoek naar bemiddeling zich vaak richt op het resultaat van het bemiddelingsproces (vertaalde werken, antholo-