OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 25

[p. 166]

Berichten

Rectificatie

ln het artikel van Hans Ramsoedh & Wim Hoogbergen ‘30 jaar na dato’, in het vorige nummer van dit tijdschrift, schrijven de auteurs: ‘Later, tijdens de regeringsperiode Venetiaan II - 2000-2005 - zouden twee centrale personen uit de ploeg Wijdenbosch, namelijk de president van de Centrale Bank, Henk Goedschalk, en minister Errol Alibux veroordeeld worden wegens verregaande corruptie en zelfverrijking.’ Deze mededeling is onjuist. Enkel Errol Alibux is aangeklaagd en veroordeeld. Tegen Henk Goedschalk is geen proces gevoerd en hij is dus ook niet veroordeeld. De redactie betreurt het dat deze onjuiste mededeling is gepubliceerd.

Michiel van Kempen bezet nieuwe UVA-leerstoel voor letterkunde Suriname, Antillen en Aruba

De nieuwe bijzondere leerstoel West-Indische letteren, ingesteld in de Faculteit der Geesteswetenschappen vanwege de Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek met financiële steun van de Stichting Bert Schierbeekfonds, zal worden bezet door dr. Michiel van Kempen. De leerstoel is gericht op onderwijs en onderzoek in de historische en hedendaagse letterkunde van Nederlands West-Indië. Hiermee wordt hij de eerste hoogleraar in Nederland die zich speciaal bezig houdt met de letterkunde van Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba uit verleden en heden.

Michiel van Kempen (*1957) is opgeleid als neerlandicus aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en promoveerde in 2002 aan de UvA op de omvangrijke Geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Hij is werkzaam geweest als docent in het VWO, HBO en WO in Nederland en Suriname en heeft daarnaast een gevarieerd arbeidsverleden op het vakgebied van de Caraïbische literatuur en cultuur, onder andere bij bibliotheken. Hij heeft een zeer ruime en brede onderzoekservaring. Zijn contacten in de wereld van de Caraïbische literatuur en cultuur zijn zeer uitgebreid, zowel binnen Nederland als in het gebied zelf. Voor zijn studies op het gebied van de Surinamistiek ontving Van Kempen in 2004 de ANV-Visser Neerlandia-prijs.

De bijzondere leerstoel Wesr-Indische letteren is in de afdeling Neerlandistiek van de UvA de derde op het gebied van de letterkunde van

[p. 167]

de voormalige gebiedsdelen van Nederland, Ook de leerstoel Zuid-Afrikaanse letterkunde en de leerstoel Koloniale en postkoloniale literatuur- en cultuurgeschiedenis, in het bijzonder van Oost-Indië, zijn aan de afdeling Neerlandistiek gevestigd. Door de combinatie van de drie leerstoelen kan een uniek studieprogramma aangeboden worden, waarin koloniale en postkoloniale aspecten van de Nederlandse literatuur in hun samenhang bestudeerd worden.

De hijzondere leerstoel West-Indische letteren is ingesteld vanwege de Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek (IBS). Deze stichting richt zich onder andere op het initiëren, bevorderen en in stand houden van de studie op het gebied van de taal en letteren, cultuur en de geschiedenis van Suriname. De financiering van de bijzondere leerstoel wordt mede mogelijk gemaakt door de Stichting Bert Schierbeekfonds, die zich inzet voor de bevordering van het literaire klimaat in Nederland. Het Bert Schierbeekfonds is een particulier fonds, gelieerd aan het Fonds voor de Letteren. Van Kempen zal per september 2006 als bijzonder hoogleraar aantreden.

Werkgroep Caraïbische letteren opgericht

Onlangs is een nieuwe werkgroep opgericht binnen de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde: de Werkgroep Caraïhische Letteren. Deze werkgroep zal zich gaan inzetten voor de studie en promotie van Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba.

Al sinds enige tijd leefde onder een aantal leden van de Maatschappij het idee om naar analogie van de werkgroep Indische Letteren een werkgroep te formeren die zich zou richten op de literatuur van de voormalige Nederlandse koloniën in de West, in het bijzonder Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba. De werkgroep Indische Letteren bestaat sinds twintig jaar en heeft zich in deze periode uitsluitend actief getoond op het gebied van de Nederlands-Indische literatuur van de Oost. Deze keuze had, behalve met de expertise van de actieve leden, er ook mee te maken dat de studie van de Nederlands-Caraïbische literatuur twintig jaar geleden nog in de kinderschoenen stond. Daar is inmiddels verandering in gekomen. Fr verschenen literatuurgeschiedenissen van de Nederlandse Antillen en van Suriname en het terrein werd met grote anthologieën in kaart gebracht. Ook zijn intussen verschillende monografieën en proefschriften op het gebied van de Nederlands-Caraïbische letteren gepubliceerd en zagen tal van artikelen het licht.

Daarnaast doet zich het gelukkige feit voor dat de bestudering van de geschiedenis en cultuur van de Nederlandse Caraïben institutioneel voer aan de grond heeft gekregen. Historici en antropologen in Amsterdam, Leiden, Rotterdam en Utrecht hebben van hel gebied hun specialisme gemaakt en aan de Universiteit van Amsterdam, waar al eerder een bijzonder hoogleraar Nederlandse Koloniale en Postkolo-

[p. 168]

niale Literatuur actief was, komt met ingang van het academisch jaar 2006-2007 een bijzondere leerstoel West-Indische Letteren, ingesteld door de Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek met steun van het Bert Schierbeekfonds. De voormalige Caraïbische Afdeling van het KITLV in Leiden is onlangs omgezet in een Caraïbisch Kenniscentrum. Niet minder belangrijk is dat de literatuur van Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba vitaal is als nooit tevoren. Orn een indicatie te geven: sinds het jaar 2000 verschenen er meer Nederlandstalige romans uit deze landen dan alle romans daarvóór bij elkaar genomen! De toetreding van Suriname tot de Nederlandse Taalunie en de betrokkenheid van het Fonds voor de Letteren moeten in dit verband worden genoemd als belangrijke ondersteunende factoren. Er is kortom een alleszins gunstig klimaat voor het oprichten van een werkgroep, die in zijn naamgeving nadrukkelijk tot uitdrukking wil brengen dat de aandacht zich richt op een levende en zich nog altijd ontwikkelende literatuur van het Caraïbisch gebied. Op initiatief van Michiel van Kempen en Peter Meel werd een voorstel tot oprichting van een Caraïbische Werkgroep ingediend op de jaarvergadering van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde op zaterdag 10 juni 2006; dit voorstel werd unaniem goedgekeurd.

Op 22 juli 2006 is het bestuur van de Werkgroep Caraïbische Letteren voor het eerst bijeengekomen. Tot voorzitter van het bestuur is gekozen mr. Lilian Gonçalves-Ho Karig You, vice-voorzitter van het internationale bestuur van Amnesty International en voorzitter van het Prins Claus Fonds. Vice-voorzitter van de werkgroep is dr. Peter Meel, directeur van het Onderzoeksinstituut Geschiedenis van de Universiteit Leiden. Secretaris/penningmeester is mr. Maite de Haseth, als jurist werkzaam bij de Raad van State. De andere leden van het bestuur zijn: dr. Henry Habibe, dichter en hispanist met een lange staat van dienst als criticus van Spaanse en Papiamentstalige literatuur; prof. dr. Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar West- Indische Letteren, en schrijver; drs. Igma van Putte-de Windt, hispaniste, vertaalster en publiciste over Antilliaanse literatuur; en Annette de Vries, schrijfster en organisatieadviseur.

De werkgroep wil bijeenkomsten organiseren die aan de literatuur van Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba bijzondere aandacht schenken. Gedacht wordt aan het laten herleven van de Rudolf van Lier-lezingen in Leiden, aan het opzetten van een nieuwe reeks Albert Helman-lezingen in Amsterdam, aan het organiseren van letterenbijeenkomsten met debat en voordracht en het stimuleren van nieuwe vormen van literatuur en literatuurstudie. Er is de initiatiefnemers veel aan gelegen om hierbij aansluiting te zoeken bij de belangstelling van een breed publiek en de activiteiten van de werkgroep te verbinden met actuele thema's op het gebied van de letterkunde en geschiedenis van het Caraïbisch gebied. Op organisatorisch gebied zal

[p. 169]

zoveel mogelijk samenwerking gezocht worden met bestaande instellingen op het gebied van de geschiedenis en cultuur van het gebied. Zodra het activiteitenprogramma van de werkgroep Caraïbische Letteren definitief vorm heeft gekregen, zal de ledenwerving van start gaan. Ook zij die geen lid zijn van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde kunnen tot de werkgroep toetreden als lid. Het secretariaatsadres van de werkgroep: Berkendaalstraatje 2, 2311 TT Leiden, tel. [phone], e-mail: [e-mail].

Archief Redemptoristen op nieuwe plaats

Het archief van de paters redemptoristen die van 1866 tot 1997 in Suriname werkten, is verhuisd van Wittem naar St. Agatha Cuyk. Vele rooms-katholieke religieuze ordes en congregaties hebben hun archiefmateriaal gezamenlijk ondergebracht in het Ergoedcentrum Nederlands Kloosterleven, Sint Aegten. De redemptoristen hebben dat ook gedaan. Er is een handzame Inventaris van de archieven van de vice-provincie Suriname van de congregatie van de redemptoristen (CSSR) (2001) en een Inventaris van het bestuursarchief van de Congregatie van de redemptoristen (CSSR) betreffende de vice-provincie Suriname (1824) 1865-1969 (1989) van 1993.

Wil men het Archief van de redemptoristen raadplegen dan moet men verlof hebben van de archivaris van de redemptoristen (Rev. J. Konings, Wittemerallee 32, 6286 AB Wittem). De archieven van de Zusters van Roosendaal, van Oudenbosch en van Tilburg en van de Fraters van Tilburg zijn er nog niet ondergebracht. De website van Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven is www.kloostersintaegten.nl.

Interuniversitaire cursus Caraibistiek 2006-2007

Alweer voor de 21^ste keer verzorgt het Koninklijk Instituut voor Taal-. Land- en Volkenkunde (KITLV) te Leiden de interuniversitaire cursus Caraïbistiek. Deelname staat open voor studenten en iedereen met belangstelling voor het Caraïbisch gebied.

In 22 colleges komen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: slavernij, raciale relaties, etniciteit, literatuur en muziek, dekolonisatie, lokale poliriek, migratie en transnationale gemeenschappen. We hebben het onder andere over de volgende landen: Aruba, Cuba, Dominicaanse Republiek, Guadeloupe, Jamaica, Nederlandse Antillen, Puerto Rico, Suriname en Trinidad.

De cursus wordt aangeboden in een intensief programma van elf weken in de periode van 17 januari-28 maart 2007. De colleges zijn op woensdag van 13.30 tot 15.00 uur en van 15.30 tot 17.00 uur. Plaats: Witte Singel Doelencomplex Lipsiusgebouw 1175, zaal 005. Tentammering vindt plaats door middel van een schriftelijk tentamen, 11 april 2007. Totaal 5 ects.

Voor studenten bedraagt het gereduceerde cursusgeld € 50,00 waarvoor zij tevens een abonnement op de New West Indian Cuide en toegang

[p. 170]

tot de KITLV bibliotheek verwerven. Deelname voor derden is beperkt mogelijk, tegen betaling van het volledige cursusgeld (€ 100,00). Dit is inclusief het lidmaatschap van het KITLV en geeft recht op bovengenoemd abonnement en toegang tot de bibliotheek. Het aantal deelnemers is gelimiteerd; toelating op volgorde van inschrijving en betaling lidmaatschap. Begin oktober 2006 is een cursusboekje met inschrijfformulier beschikbaar.

Inlichtingen:

Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde

Postbus 9515

2300 RA Leiden

tel. [phone], fax [phone]

[e-mail]

Website: www.kitlv.nl

Inschrijving vóór 20 december 2006.

Lezingenreeks over de zwarte burgerrechtenbeweging in de VS

Universiteit Leiden, 6 februari t/m 8 mei 2007

ln 2007 is het precies 50 jaar geleden dat Martin Luther King de Southern Christian Leadership Conference oprichtte en dat negen zwarte leerlingen die probeerden toegelaten te worden tot de Central High School van Little Rock (Arkansas) aangevallen werden door een woedende witte menigte, waarop president Eisenhower het leger inzette om de integratie van de openbare scholen in het zuiden af te dwingen. In het voorjaar van 2007, 50 jaar na de schoolstrijd in Little Rock, zal het coördinaat Amerikanistiek van de Universiteit Leiden een lezingenreeks organiseren met als thema: ‘The Civil Rights Movement, 50 Ycars Afrer’. In de periode van 6 februari t/m 8 mei 2007 zullen internationale wetenschappers en andere deskundigen een terugblik werpen op het ontstaan en de geschiedenis van de Amerikaanse civil rights movement en de gevolgen daarvan voor het heden en de toekomst van de Amerikaanse samenleving en cultuur. Voorafgaand aan en in aansluiting op de lezingen zullen er documentaires en films over het onderwerp vertoond worden.

De lezingen vinden wekelijks plaats in de periode 6 februari t/m 8 mei 2007, op de dinsdag van 17.00-18.45 uur in het Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden (zaal ntb). Videos: di. 15.00-17.00 u. De lezingen en video's zijn gratis toegankelijk voor studenten, die de reeks ook als keuzevak kunnen volgen. Ook toehoorders zijn van harte welkom via het a la carte programma van de Leidse universiteit. Alle lezingen zullen Engelstalig zijn.

[p. 171]

Informatie:

Dr. Joke Kardux, coördinator Amerikanistiek, Universiteit Leiden, [e-mail] of tel. [phone]/bgg 2144.

Het programma van de lezingenreeks kunt u vinden op http://www.americanstudies.leidenuniv.nl

Informatie à la carte toehoorders: http://www.letterenalacarte.leidenuniv.nl/

email: [e-mail], tel. [phone].

Congres over de (post)koloniale biografie

Het Biografie Instituut Rijksuniversiteit Groningen, het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde en het Instituut voor Geschiedenis van de Universiteit Leiden organiseren op 29 en 30 maart 2007 een tweedaags congres over de (post)koloniale biografie. Tijdens dit congres staan biografieën-in-wording over vooraanstaande personen uit de Nederlandse (post)koloniale geschiedenis centraal. De aandacht voor het persoonlijke van een mensenleven biedt een aantrekkelijk perspectief voor de reconstructie van de bijzondere invloed en impact die individuen op de (post)koloniale geschiedenis hebben gehad.

Tijdens het congres zullen vertegenwoordigers van een aantal sociaalmaatschappelijke groepen worden besproken. Zo zal er aandacht worden geschonken aan ‘ideaaltypen’ als de intellectueel, de kunstenaar, de poli ticus, de literator, de polemist, de emancipator, de journalist, de entrepreneur, de sociaalactivist, de revolutionair, de dichter en de internationalist. Cruciaal is de vraag of deze individuen representatief kunnen worden geacht voor hun geestverwanten, hun generatie en de socio-economische groep waaruit zij voortkomen. De voordrachten worden in een breder kader geplaatst door ze te verbinden met de nationale heidencultuur van Indonesië en de ‘state of the art’ van de biografische traditie in Indonesië en de Nederlandse Caraïben.

Informatie:

www.rug.nl/biografieinstituut of [e-mail]