ondertussen wil ze alles over het boeddhisme weten.
De jaren vliegen voorbij. Mama schiet heen en weer als een balletje in een flipperkast tussen streng, opgelucht, kwaad, verontrust. Vooral verontrust want haar dochter zingt niet meer. Ja, Shirley zit met alles erop en eraan, alle mode en trends die je bedenken kan, steeds vaker voor de spiegel te staren naar haar spiegelbeeld. Maar die liederen die ooit van ver kwamen en door haar heen zongen komen niet meer.
Op een avond kijkt ze weer in de spiegel en ziet iemand die ze niet kent. Ze knipt haar blonde krullen tot een kale kop en begint driftig in haar huid te krassen.
- ‘Meisje, wat is er?’
- ‘Ik weet het niet, mama.’
- ‘Wat wil je? Wat zoek je?’
- ‘Ik weet het niet, ik...ik... ik weet niet hoe ik het moet zeggen...Ik heb geen woorden’
- ‘Maar zeg me, wat wil je dan?’
- ‘Iemand anders zijn... misschien? Dit lichaam mama...het is net een verkeerde jas’
- ‘Wat bedoel je? Je gaat me toch niet zeggen dat je...dat je...ZO bent?’
- ‘Nee. Nee, het is het is mijn huid. Denk ik. Ja, ik wil een andere huid.’
- ‘Wat, wat ga je me zeggen...je wil een andere huid? “Charles, Charles kom hier.”’
Charles is papa die er af en toe ook is.
- ‘Weet je wat dat kind tegen me zegt, ze wil een andere huid, een witte huid hebben eh? Heb je ooit?’
- ‘Nee mama dat heb ik niet...’
- ‘Meisje, hou je mond, je hebt al genoeg gezegd.’
De hele familie in rep en roer.
- ‘Weet je wat Shirley, dat kind van Yvonne heeft gezegd?
- Ze wil een witte huid, ze wil wit zijn.’
- ‘Mi gado, mi Jezus, mi tata! Hoe komt dat kind aan zoiets?’
- ‘Na sma d'wing’ zegt tant Liesje en ze pakt haar floridawater en zeven geesten. Het is erg toch, dat kind van Yvonne, ze wil haar eigen kleur en haar eigen familie niet meer hebben. Ze wil wit zijn. Ja!
- ‘Mijn god wat een kruis, wat een belediging voor die moeder.’
En hoewel ze er niet in geloven krijgt ‘dat kind’ meer wassies dan de familie kan betalen. Er is niemand die ‘dat kind’ kan helpen. Ja, zo heet ze nu, Shirley is ‘dat kind’ geworden. En dat kind krijgt steeds meer littekens van het krassen in haar zelf om de waarheid te achterhalen en om zich zelf nog te voelen. Want dat kind laten ze nu links liggen. Er is nu altijd ruzie in huis. Het wordt nog erger nu ‘dat kind’ eigenlijk een jonge vrouw is.
- ‘Waarom doen jullie alsof ik een misdadiger ben? Als ik wit, rood, groen was geweest zou niemand iets zeggen, toch? Waarom mag je geen andere kleur willen als je zwart ben?’