OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 24
(2005)– [tijdschrift] OSO– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| ||||||||||||||
Wiete Westerhof
| ||||||||||||||
[pagina 10]
| ||||||||||||||
De mensachtigen gingen rechtop lopen en werden actiever (Jablonski 2004a). Botvondsten van ongeveer 2,5 miljoen jaren terug duiden op het gebruik van stenen voorwerpen bij de Homo Australopithecus Garhi. De hominiden verlieten het oerwoud en gingen op de open savanne jagen. Hiervoor was een aanpassing nodig om de hitte, die door de toegenomen lichaamsinspanning ontstond en door de warmte van de zon als gevolg van de directe blootstelling, te kunnen afvoeren. Dit vond plaats door middel van haarverlies en toename van zweetklieren. Immers verdamping van water (zweet) geeft afkoeling. Door de naakte huid in het openveld stonden de mensachtigen echter bloot aan grote hoeveelheid ultraviolette (UV) straling van de zon. Daar deze tot ernstige zonnebrand en uiteindelijk huidkanker kan leiden was er daarom behoefte aan een beschermingsfactor in de huid tegen de UV straling van de zon. Daar de huid mogelijk bij de mensachtigen aanvankelijk wit was (zie boven) heeft evolutionaire aanpassing tot stimulering van pigmentcellen in de huid geleid om meer pigment te vormen, omdat pigment bescherming biedt tegen UV stralen. Daarom is het waarschijnlijk dat de moderne mens, die uiteindelijk van hominiden uit zuidelijk Afrika afstamt, van oorsprong een licht bruine huid had. Men neemt aan dat de pigmentatie van de moderne mens uit zuidelijk Afrika in twee richtingen verder is ontwikkeld. De vroege moderne mensen die naar equatoriaal Afrika migreerden, waar de UV straling het meest intens is, ontwikkelden een diep zwarte huid. De mensen die Afrika uittrokken richting Azië en Europa (in de gematigde luchtstreken) ontwikkelden een lichte huidskleur (Jablonski 2004b: 585). Heden ten dage blijkt deze verspreiding in grote lijnen nog steeds te kloppen. Bij recente migraties van bijvoorbeeld de Eskimo's (Inuït) was de tijd te kort om tot een aanpassing te leiden of bestond de noodzaak om een lichtere huidskleur te ontwikkelen niet doordat er andere beschermende aanpassingen voor in de plaats kwamen (zie verderop). | ||||||||||||||
Mechanismen van pigmentvorming in de huidDe pigmentcellen in de huid vormen pigmentkorrels of melanosomen. Er zijn twee uiterste vormen: de eumelanosomen, die bruin tot zwart zijn, en de pheomelanosome, die geel tot roodbruin zijn. Vaak komt het rode en het bruine pigment gemengd voor in de pigmentkorrel. Zo kunnen alle denkbare kleurschakeringen van wit, geel, roodbruin, donkerbruin tot zwart ontstaan. Lichte en donker gekleurde mensen hebben in de huid een gelijk aantal pigmentcellen. Eén pigmentcel draagt zijn pigmentkorrels over aan ongeveer 40 huidcellen. De pigmentkorrels zijn bij mensen met een donkere huid talrijker en groter dan bij blanken. De Aziatische huid heeft kenmerken daar tussenin (Westerhof 1982: 15). De toename van huidkanker blijkt bij nader inzien geen factor te zijn geweest, die tot de evolutionaire aanpassing van de huidskleur heeft bijgedragen, daar het ontstaan van huidkanker pas op latere leeftijd plaatsvindt. Dit is ver na de reproductieve leeftijd en vormt dus geen bedreiging voor het instandhouden | ||||||||||||||
[pagina 11]
| ||||||||||||||
van de soort. Dit geldt wel voor het foliumzuur gebrek dat door UV bestraling van de huid optreedt. Hierdoor verloopt de celdeling niet goed. Het geeft niet alleen aanleiding tot dodelijke aangeboren misvormingen, maar leidt bij mannen ook tot afname van de vruchtbaarheid, door een van verlaagd aantal zaadcellen. De evolutionaire oplossing hiervoor was dat de pigmentatie van de huid toenam om ons te beschermen tegen de schadelijke UV straling. Donkere huid absorbeert beter UV straling dan witte huid (Mathur 1977: 1356; Branda & Eaton 1978; Bower & Stanley 1989; Jablonski 1999: 581). 1. Bevolkingsmigraties volgens de ‘Out of Africa’ theorie.
| ||||||||||||||
BevolkingsmigratiesToen ongeveer 100.000 en 80.000 jaar geleden de Homo Sapiens uit Afrika wegtrok richting de polen, waar de zonnestraling minder sterk is, werd er in de donkere huid, van die uit Afrika komende mensen, te weinig vitamine D gevormd. Daardoor ontstonden botmisvormingen, welke ziekte rachitis (Engelse ziekte) wordt genoemd. Bij vrouwen geven met name misvormingen van het kleine bekken aanleiding tot problemen bij de bevallingen als gevolg daarvan dood geboren kinderen. Te laag vitamine D geeft ook stoornissen van de weerstand met als gevolg hogere kindersterfte door infecties. Mogelijk is er daarom tijdens de evolutie een mutatie opgetreden waardoor de huidskleur lichter werd (Loomis 1967: 50; Jablonski & Chaplin 2000: 57).Ga naar voetnoot3 Bij tamelijk licht gekleurde mensen uit Noord Afrika (Tuaregs) of van het Arabische schiereiland kan ondanks intense zonnestraling toch nog vitamine D tekort ontstaan, wanneer het gehele lichaam inclusief het gezicht en de handen bedekt worden met kleding. Eskimo's (Inuït) kregen, ondanks hun gepigmenteerde huid in de zonarme gebieden binnen de poolcirkel, geen vitamine D tekort door hun voeding. Vis is namelijk rijk aan vitamine D. Gebaseerd op boven genoemde skeletvondsten en genetisch onderzoek (zie hierna) zijn er theorieën ontwikkeld over de migratie van de moderne mens | ||||||||||||||
[pagina 12]
| ||||||||||||||
vanuit Afrika. De zogenaamde ‘The out of Africa’ theorie (Oppenheimer 2004).Ga naar voetnoot4 In afbeelding 1 staan de bevolkingsmigraties met pijlen aangegeven. De tijden zijn schattingen en mogelijk zijn er meerder migraties uit Afrika geweest. De voorlaatste ijstijd veroorzaakte dat grote delen van het noordelijk halfrond met ijs bedekt werden en dat een enorme droogte optrad in zuidelijk Afrika. Hierdoor werden de daar levende volkeren gedwongen naar vruchtbaarder streken te verhuizen. Doordat ijs op het land lag opgestapeld, was het zeeniveau ongeveer 80.000 jaar geleden 80 meter lager dan momenteel, waardoor de continentale plateaus ver boven het zeeniveau uitkwamen. De mensen konden toen vrijwel over land tot in Australië komen. Nieuw Guinee zat toen aan Australië vast. De grote gelijkenis tussen de Papoeas en de Aboriginals ondersteunt de migratietheorie. De Nieuwe Wereld is relatief laat bevolkt. Tijdens of aan het eind van de laatste ijstijd, ongeveer 20.000-15.000 jaar geleden, viel door het lage zeewaterpeil de Behringstraat droog, zodat volkeren konden oversteken van Siberië naar Alaska. Zij verspreidden zich in enkele duizenden jaren over geheel Noord en Zuid Amerika. | ||||||||||||||
Genetische bewijzen voor de ‘Out of Africa’ theorieEnkele wetenschappers hangen multiregional origin hypothesis van de menselijke oorsprong aan, de meeste onderzoekers zijn echter voorstanders van de ‘Out of Africa’ theorie (Wilson & Cann 1992: 68; Stringer & McKie, 1997; Zhu Chen & Li Jin 2001: 1151). Genetische studies hebben verschillende groepen kunnen onderscheiden bij mensen die langdurig in geïsoleerde geografische gebieden hebben geleefd. Dit kan aanleiding zijn voor de ontwikkeling van unieke genetische kenmerken. Deze genetische studies werden uitgevoerd bij mensen met uiteenlopende huidskleur. Er werd gebruik gemaakt van DNA van het Y-chromosoom en het mitochondriaal DNA. Het Y-chromosoom dat alleen bij mannen voorkomt, geeft inzicht in de overerving in mannelijk lijn. Het mitochondriaal DNA wordt van de moeder geërfd en laat de erfelijke kenmerken in de vrouwelijke lijn bestuderen. Door onderzoekingen van wetenschappers zoals Cavalli-Sforza (1993) en Wells (2003) kan de migratie van de mens over de gehele wereld worden gereconstrueerd. Zij hadden de briljante gedachte dat ons DNA de geschiedenis van de mensheid in zich heeft. De puzzel wordt nog steeds verder uitgezocht. Zo woont in Uzbekistan een man die de afstammeling is van een Afrikaan die daar 100.000-80.000 jaren geleden is neergestreken en van waaruit bevolkingsgroepen in Eurazië (begrensd door Oeral en Himalaya) zijn voortgekomen (Yuehai Ke et al. 2001: 1151; Quintana-Murci et al. 2004: 827). Als Afrika als de wieg van de mens geldt, dan is Centraal Azië de kraamkamer van het mensdom geweest. Men neemt namelijk aan dat de vroege moderne mens in geringe aantallen (enkele duizenden) uit Afrika is vertrokken (Wells 2003). | ||||||||||||||
[pagina 13]
| ||||||||||||||
2. De gebieden waar Negritos voorkomen zijn met een △ weergegeven.
| ||||||||||||||
Situatie nuWat zien wij heden ten dage nog terug van de migratie uit Afrika? Er wonen mensen met negroïde kenmerken, de zogenaamde Negrito's, op de Andaman eilanden, in Burma, Thailand, Maleisië, Centraal Borneo, op de Filippijnen, op de eilanden van Melanesië: Papua-Nieuw Guinea, Bismarck Archipel, Solomon eilanden, Nieuwe Hebriden (Vanuatu), Fiji en Nieuw Caledonië en ten slotte in Australië (Omoto 1984: 137), afbeelding 2). Zeer boeiend is een eilandengroep in de Indische oceaan voor de kust van Thailand dat bij India hoort: de Andaman eilanden. Zij werden bewoond door Negrito's die tot ongeveer 1920 nooit met de hun omringende volken in aanraking kwamen en in het stenen tijdperk leefden. De verschillende stammen vestigden zich hier mogelijk 80.000 jaar geleden. Ze blijken sterke uiterlijke en ook genetische overeenkomsten te vertonen met een ander paleolithisch volk, namelijk de pygmeeën uit Afrika (Endicott et al. 2003: 178). Sinds 1920 is er op Great Andaman migratie vanuit India (voornamelijk deportatie van gevangenen), waardoor deze oorspronkelijke stammen dreigen uit te sterven (Thangaraj et al. 2003: 86). Van de Great Andamese zijn nog ongeveer vijftig personen over, van de Jawaras nog negentien. Van de Onge zijn nog 45 personen over en van de Sentinelese weet men het niet (afbeelding 3). Het bijzondere van de Sentelese is dat zij er in geslaagd zijn om indringers te weren en op een eilandje | ||||||||||||||
[pagina 14]
| ||||||||||||||
van 65 km2 ongestoord te leven. Er wonen op North Sentinel mogelijk honderd mensen van die stam die in harmonie zijn met zichzelf en de natuur. Geen overbevolking, geen ontbossing. Ze hebben de hun omringende zee niet leeg gevist. Maar uitzonderlijk is vooral dat zij geen onderlinge strijd hebben gevoerd en anderen niet hebben onderdrukt: al 80.000 jaar! Zogenaamd primitief, want ze leven nog in het stenen tijdperk, maar welke levensbeschouwing en wijsheid hebben zij wel niet? The Great Andamanese
3. De overlevende stammen van de noordelijke Andaman eilanden. Jawaras
3. De overlevende stammen van de noordelijke Andaman eilanden. Onge
3. De overlevende stammen van de noordelijke Andaman eilanden. Sentelese
3. De overlevende stammen van de noordelijke Andaman eilanden. | ||||||||||||||
Huidskleur en samenlevingBestaan menselijke rassen? Na migraties gedurende miljoenen jaren hebben de mensen zich over de hele wereld vermengd en kun je niet van duidelijke verschillen spreken (Bamshad 2003: 78). Dit wordt duidelijk door genetisch onderzoek bevestigd. Er is vroeger echter door mensen als Linnaeus veel schade toegebracht aan het imago van de mens met een donker gekleurde huid. In zijn drift om alles te classificeren deelde hij de Hottentotten (Khoisan) in bij de monsters. De kerk die het wetenschappelijk denken in die tijd aan banden legde, verdedigde de inferioriteit van de mensen met een donkere huid | ||||||||||||||
[pagina 15]
| ||||||||||||||
met bijbel uitleg, waardoor misdaden tegen de menselijkheid, zoals de ruim drie eeuwen durende slavenhandel en slavernij konden voortduren. Tegenwoordig gaan we er vanuit, dat wij als de moderne mensen allemaal van de Hottentotten afstammen! Dat huidskleur en ook andere uiterlijke kenmerken, variaties zijn in de uiting van slechts enkele genen, blijkt uit eigen wetenschappelijk onderzoek (Westerhof et al. 1978: 93). Bij een Hindostaanse familie, afkomstig uit Suriname, is in drie generaties een autosomaal dominant ziektebeeld beschreven dat het Westerhof syndroom wordt genoemd. Naast afwijkingen van het centraal zenuwstelsel zijn er bij sommigen met deze ziekte ook donkere en lichte vlekken aanwezig op het lichaam. Electronen-microscopisch onderzoek laat zien dat de donkere vlekken kenmerken vertonen van de negroïde huid en de lichte vlekken typerend zijn voor kaukasoide huid. Samen met hun eigen normale Aziatische huid hebben deze mensen dus drie kenmerkende huidtypen in één persoon vertegenwoordigd. Ook in het dagelijkse leven weten we dat een negroid fenotype (bijvoorbeeld Creools) in enkele generaties van het ene uiterste in het andere kan veranderen. Wanneer steeds getrouwd wordt met een blanke zal via een kind met ‘Noord Afrikaanse’ trekken, hieruit weer een blank kindje geboren worden. Dat huidskleur slechts door één genetisch kenmerk wordt bepaald, blijkt ook uit het feit dat in sommige gezinnen zich het fenomeen van de zogenaamde lappendeken voordoet. Ik ken een van oorsprong Surinaamse familie met blanke ouders, die lichte ‘Indo’ trekken hebben, met zeer gevarieerde huidskleuren bij hun kinderen. De oudste zoon heeft een lichte huid met sproeten en rossig kroes haar. De middelste, een dochter, heeft kenmerkende Indonesische gelaatstrekken, terwijl de jongste een zoon een pikzwarte huid heeft met sluik haar. De kinderen zijn van één en dezelfde vader. Hoewel het wetenschappelijk bewezen is dat de uiterlijke kenmerken slechts variaties op uitwendige omstandigheden zijn geweest, maar dat inwendige organen en hun functies niet verschillend zijn, wordt nog steeds gediscrimineerd op basis van huidskleur. Onze groep heeft in de wetenschappelijke literatuur gewezen op een uitvloeisel daarvan, namelijk het op uitgebreide schaal toepassen van huidbleekmiddelen (Westerhof 1997: 573; Menke et al. 2001: 89). Het onderdrukken en uitbuiten van mensen met een donkere huid heeft betrokken mensen er toe gedreven om naar middelen te grijpen om hen meer te doen lijken op de dominante klasse, zodat hun kansen op de huwelijksmarkt en de arbeidsmarkt stijgen (Gomes & Westerhof 2001: 20; Gomes & Westerhof 2002: 353). Met bleekmiddelen zoals hydrochinon gaf dit regelmatig aanleiding tot allerlei bijwerkingen van de huid. Ook interne afwijkingen kunnen niet uitgesloten worden bij het gebruik van hydrochinon (Kooyers & Westerhof 2004: 768). Dit gebruik van huidbleekmiddelen wordt omgeven door taboes. Het is daarom ook moeilijk een goed inzicht te krijgen in de aard en mate van dit misbruik. Het mag duidelijk zijn dat dit verschijnsel van een geheel andere orde is dan het gebruik van zonnebanken door witte mensen. Ook hier wil men meer sociale acceptatie bereiken door middel van | ||||||||||||||
[pagina 16]
| ||||||||||||||
een kleur verandering van de huid, met het risico van huidveroudering en huidkanker. Hier wil men echter de indruk wekken dat men een dure vakantie heeft genoten. Dit is opscheppen en is niet ingegeven door de druk om niet gediscrimineerd te worden. | ||||||||||||||
Herprogrammering van normen en waarden of assimilatie?Is het mogelijk mensen van hun vooroordelen af te brengen? Wij zouden moeten leren onze uiterlijke verschillen in positieve zin te waarderen. Dat zal niet gemakkelijk gaan. Zo om ons heen kijkend, is onverdraagzaamheid alleen maar aan het toenemen. Vermenging van mensen met verschillende huidskleur zou misschien ook een oplossing zijn. Hierdoor schep je automatisch ervaringsdeskundigen met gevoelens van eigenheid over verschillende generaties, waardoor het éénwordingsproces wordt versneld. In Nederland zou de regering misschien een fors belasting voordeel kunnen toekennen aan partners van een gemengd huwelijk. Alexander de Grote had de voordelen van vermenging voor de vestiging van een stabiel rijk en harmonische rassenrelaties ook al ingezien en gaf zelf het voorbeeld. Suriname is rijk aan verschillende etnische achtergronden. Van begin af aan is er vermenging tussen de verschillende bevolkingsgroepen geweest; bijvoorbeeld tussen blanke slavenhouders en hun slavinnen, tussen contractarbeiders van Hindostaanse, Javaanse of Chinese afkomst met Inheemse of Creoolse vrouwen. Later werd vaker met vrouwen uit het land van herkomst getrouwd. Ondanks de politieke en economische kloof tussen met name de Hindostanen en de Creolen is er toch nog vermenging van verschillende bevolkingsgroepen.Ga naar voetnoot5 Deze willekeurig bij elkaar gepakte bevolkingsgroepen gaan op een tolerante manier met elkaar om (De Campos França 2004). Dat siert Suriname. Het is zeker ook een verdienste van de opeenvolgende regeringen, maar berust uiteindelijk op de instelling van de mensen die er wonen. Dit aspect zou beter bestudeerd moeten worden, daar het andere naties tot voorbeeld kan strekken. | ||||||||||||||
Literatuur
| ||||||||||||||
[pagina 17]
| ||||||||||||||
| ||||||||||||||
[pagina 18]
| ||||||||||||||
| ||||||||||||||
[pagina 19]
| ||||||||||||||
Websiteswww.ucmp.berkeley.edu/help/timeformold.html. Welcome to the UCMP Web Lift for Geologic Time! http://en.wikipedia.org/wiki/Single-origin_hypothesis. www.andaman.org/book/.
Wiete Westerhof werkte van 1971 tot 1975 als lepra arts bij het Keniaanse Gouvernement in West Kenia en van 1978 tot 1994 als dermatoloog (chef de clinique) in het Binnengasthuis. Vanaf 1981 werkte hij in het Academisch Medisch Centrum en was tevens Universitair Hoofddocent bij de Universiteit van Amsterdam. Hij was als oprichter en Directeur verbonden aan het Nederlands Instituut voor Pigmentstoornissen (AMC) van 1994 tot mei 2004. Nu is hij 60 en met pensioen. Hij wil zich toeleggen op het schrijven van kinderboeken, samen met zijn dochter Tisna, die grafisch kunstenaar is. |
|