Voorwoord
In 2003 benaderde Wiete Westerhof, voorzitter van de Stichting COLOR het IBS met het voorstel samen met IBS een colloquium te organiseren over het thema ‘kleurrijk Suriname’, vanuit de gedachte dat de Surinaamse samenleving zich kenmerkt door een, in vergelijking met elders, ontspannen omgang met huidskleurverschillen. Als dermatoloog werd Westerhof in Nederland regelmatig geconfronteerd met de nefaste gevolgen van het gebruik van diverse middelen om een donkere huid op te bleken. De stichting COLOR (acroniem voor Cultural Organization Linking Orientation of Race) wil niet alleen op medisch terrein, maar ook door middel van maatschappelijke activiteiten en onderzoek bijdragen aan een oplossing van deze problematiek en andere problemen samenhangend met huidskleur. IBS voelde voor deze samenwerking en besloten werd het onderwerp zowel vanuit een medisch-biologische, historische, als sociologische optiek in een gezamenlijk colloquium onder de aandacht te brengen.
Bromki Dyari; Over Kleur, Schoonheid en Beeldvorming bevat in artikelvorm de bijdragen van het colloquium van november 2004, aangevuld met een flink aantal extra bijdragen. De titel van het colloquium was Opo yu kloru, een bekende Surinaamse uitdrukking die ontstond in een maatschappij waarin een lichtere huidskleur een hogere sociale status gaf. In die situatie betekende het een ‘verheffen’ van je kleur door de keuze voor een lichtergekleurde partner. Op deze wijze kon een lichtergekleurd nageslacht ontstaan, maar trouwen met een ‘lichtere’ partner was ook een middel om geassocieerd te worden met de hogere status van de huidskleur van de partner.
De vraag is wel of de uitdrukking in de moderne Surinaamse samenleving nog wel refereert aan een maatschappelijke realiteit. In dit themanummer is de invalshoek in ieder geval ruimer gekozen. Het thema dat de bijdragen bindt, is de gevarieerde betekenis die huidskleur en andere aanvankelijk als ‘raciaal’ opgevatte lichamelijke kenmerken op verschillende maatschappelijke niveaus in de Surinaamse samenleving hebben gehad, maar vooral ook heden ten dage hebben.
Bij de organisatie van het colloquium kozen wij voor het volgende uitgangspunt. Huidskleur is meer dan een biologisch gegeven. Het is onderdeel van een somatisch normbeeld dat op verschillende momenten in de geschiedenis is gebruikt als criterium om onderscheid te maken tussen mensen binnen een samenleving. In de koloniale tijd kwamen rassentheorieën in omloop, die negatieve connotaties koppelden aan bepaalde huidskleurvarianten en