OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 17
(1998)– [tijdschrift] OSO– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |||||||||||
Sylvia M. Gooswit
| |||||||||||
OverlijdenWanneer iemand is overleden, moeten hem de ogen gesloten worden. Als de mond openstaat moet ook deze gesloten worden door een doek, om de onderkaak en het hoofd te binden (de ziel mag niet ongecontroleerd ontsnappen). De armen worden op de voor overledenen voorgeschreven wijze gerangschikt: de linkerarm gebogen op het onderste deel van de borst, de rechterarm wordt op de linkerarm gelegd. De benen moeten eventueel gestrekt worden. Deze houding wordt gezien als de juiste, omdat zij aangeeft dat de ziel in vrede en berusting het lichaam verlaten heeft om zijn weg in het leven na de dood te vervolgen en om te verschijnen voor de Schepper van het leven en het universum (Suparlan 1976: 267).Ga naar eind2. Doorsnee Javanen geloven dat niet lang na overlijden de ziel van de overledene verandert in een geest. Deze dwaalt rond in de buurt van het huis waar hij gewoond heeft (Koentjaraningrat 1985: 338). Na het overlijden worden sajèn (offers) geplaatst en idealiter in de loop van ruim drie jaar in totaal zeven slametan (rituele maaltijden) gehouden. Een geest kan echter altijd bereikt worden door zijn levende verwanten en afstammelingen wanneer zijn hulp vereist is. Na de duizendste dag heeft de overledene zijn | |||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||
Een Javaanse begrafenis
| |||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||
eindbestemming bereikt. Dat betekent niet dat de nabestaanden geen verplichtingen meer hebben. Met name kinderen zijn schatplichtig aan de ouders. Graven van ouders moeten elk jaar bezocht worden op de dag van overlijden. Wanneer iemand begraven is, mag het graf pas na drie jaar vernieuwd worden, dat wil zeggen nadat de slametan nyèwu (rituele maaltijd van de duizendste dag) heeft plaatsgehad. Eerst daarna mag de familie van de overledene een meer permanente gedenkplaat met inscriptie plaatsen. Soms wordt deze plaat nog omgeven door een houten of ijzeren hekwerk en een poort. Er bestaal hierin veel variatie (Koentjaraningral 1985: 366).Ga naar eind3. Op een begraafplaats zijn de graven van recent ter aarde bestelde overledenen zonder moeite aan te wijzen. Een uitgevouwen parasol/paraplu en een bord op het graf zijn de stille getuigen dat de begrafenis recentelijk heeft plaats gevonden. De parasol/paraplu is gebruikt om het hoofd van de dode te beschermen tegen de zon/regen op weg naar de begraafplaats. In het bord zat rijst die onderweg uitgestrooid is. Deze twee attributen worden op het graf achtergelaten. Bij de graven van ouders en voorouders wordt geofferd op de dag vóór het begin van de vastenmaand. Verder brengt een jongen op de avond vóór zijn besnijdenis een bezoek aan de begraafplaats. De voorouders worden ter bestemder plekke geraadpleegd of te hulp geroepen wanneer de kinderen ziek zijn. Elke keer als van een overledene gedroomd wordt (dat betekent dat hij/zij hongerig is en gevoed wil worden) wordt zijn/haar graf bezocht. Bij elk bezoek worden sajèn (offers) geplaatst, gewoonlijk bloemoffers. | |||||||||||
Overlijden door zelfmoordWanneer iemand zelfmoord gepleegd heeft, komen de nabestaanden in problemen. Zij weten niet of zij er goed aan doen de zeven slametan te houden. Zij geloven dat de ziel van iemand die zelfmoord gepleegd heeft over de aarde zwerft of nog steeds aan de aarde gebonden is. Zijn ziel is gevaarlijk voor de levenden en kan op zijn minst ongeluk brengen. Het geloof dat een ongeluk de levenden zou overkomen, wordt gedragen door de opvatting dat iemands leven op aarde is uitgestippeld. Wanneer je nu sterft voordat je tijd gekomen is, door zelfmoord of bijvoorbeeld door een auto ongeluk, wordt dat gezien als zou de persoon onder invloed gestaan hebben van onzichtbare geesten. Dal betekent dat op dal tijdstip lichaam en geest niet in harmonie met elkaar waren. Na de dood van die persoon zal zijn geest op aarde rondzwerven onder invloed van deze kwade geesten, die hem overgehaald hebben zichzelf te doden (Suparlan 1976: 273; Brakel 1976: 54). Bij iemand die zelfmoord gepleegd heeft, verlaat de ziel het lichaam maar kan zijn reis naar het leven na de dood niet beginnen, omdat de voorbeschikte tijd van overlijden nog niet aangebroken was. De geest (na overlijden wordt de ziel een geest) bevindt zich in een ‘vacuüm’, dat wil zeggen, hij bevindt zich in een situatie waarbij hij noch bij de levenden behoort noch bij de doden die de reis naar het ‘leven-na-de-dood’ zijn begonnen. Met andere woorden hij is nog aan de aarde gebonden maar zonder vorm of lichaam dat hem als omhulsel dient. Daarom behoort deze geest tot de categorie onzichtbare wezens die op aarde rond zwerven totdat de hun door de Schepper voorbeschikte tijd van overlijden daar is, of hij kan gedoemd zijn voor altijd aan de aarde verbonden te zijn onder invloed van kwade onzichtbare wezens (Suparlan 1976: 274). | |||||||||||
Jaran képang of paarddansEen van de meest spectaculaire cultuuruitingen van Javanen die tot de westbidders gerekend worden is de opvoering van een jaran képang of paarddans. Jaran képang is een dans die onder leiding van een gambuh (geestelijk lei- | |||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||
der) wordt uitgevoerd op bamboe of leren paarden. De dans wordt muzikaal begeleid door een gamelan (xylofoon) ensemble, waarin de trom een zeer belangrijke rol vervult. Een opvoering begint met een dansdemonstratie van de fraai uitgedoste dansers, gevolgd door een trance gedeelte. Over hel algemeen is de trancedans vooral een mannen aangelegenheid. Meestal worden vrouwen als zij meedansen niet in trance gebracht. Tijdens het trance gedeelte wordt de danser met behulp van de gambuh in bezit genomen, bezield, door een bepaalde geest: de éndang. De danser in trance reageert alleen op het ritme van de trom (Gooswit 1988).
Een pas gegraven graf (foto: Sylvia Gooswit)
Jaran képang groepen treden op tijdens overgangsrituelen van een individu of gemeenschap. Overgangsrituelen zijn voorgeschreven handelingen en activiteiten die uitgevoerd moeten worden op het moment dat zich ingrijpende veranderingen voordoen in het leven van een individu of van een gemeenschap. Veranderingen in het leven van een individu kunnen zijn: geboorte, eerste menstruatie, besnijdenis, huwelijk, eerste zwangerschap of overlijden. Veranderingen in het dagelijks leven van een gemeenschap kunnen zijn de plant- of oogsttijd, het bouwen van een gemeenschapshuis of de oprichting van een vereniging. De rituelen die dan uitgevoerd worden kunnen worden ondersteund door een jaran képang opvoering. In Suriname treden regelmatig jaran képang groepen op tijdens activiteiten die verband houden met bersih désa, | |||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||
wanneer het dorp of de buurt ritueel gereinigd wordt. Het is een veeg teken wanneer in een Javaanse gemeenschap of dorp de jaarlijkse rituele reiniging van de omgeving achterwege blijft. Tenslotte kan een groep gevraagd worden op te treden om een belofte na te komen. Het kan gebeuren dat iemand een belofte doet (bijvoorbeeld het laten optreden van een jaran képang) als een wens uitkomt (Gooswit 1988). Westbidders besteden ruime aandacht aan overgangsrituelen. Ook over deze overgangsrituelen is reeds het nodige geschreven (de Waal Malefijt 1963; van Wengen 1975; Suparlan 1976; Gooswit 1988). Het belang van een jaran képang opvoering ligt in de opvatting dat tijdens de trance de dansers in bezit genomen worden door geesten. Via de gambuh kan met de onzichtbare wereld gecommuniceerd en het kwaad afgewenteld worden. De populariteit van een groep is afhankelijk van het vermogen van de gambuh (leider) om dansers in trance te krijgen. Hoe meer dansers in trance raken, hoe populairder de groep. | |||||||||||
Geesten op bezeokDe gambuh (de leider) die tijdens zijn leerperiode door meditatie en vasten, met andere woorden door mystiek te beoefenen, in de gelegenheid geweest is om geesten aan zich te onderwerpen, is in staat ze aan de dansers te geven, waardoor ze in trance raken. Deze geesten die de gambuh ‘koopt’, worden éndang genoemd. Een jaran képang danser die in trance is, heeft de door de gambuh opgeroepen éndang ‘op bezoek’. De geest heeft tijdelijk ‘bezit’ van hem genomen. Hierdoor is de danser zelf niet meer verantwoordelijk voor zijn daden, het is de éndang die zijn gedrag verder bepaalt. Het woord éndang betekent in het Javaans: op bezoek komen. Met deze omschrijving van de geest, die met behulp van de gambuh in de danser komt, wordt de essentie van het gebeuren aangeduid. Een éndang komt even op bezoek en wordt verondersteld het lichaam weer te verlaten. Een éndang wordt opgevat als een ronddolende geest of ook wel een onzichtbaar wezen. Degenen die in reïncarnatie geloven, omschrijven een ronddolende geest als een ziel die wacht op het moment dat hij/zij weer mag terugkeren in een lichaam. Tot dal moment verblijft deze geest op grote stenen, in bomen of op markante plaatsen. Westbidders omschrijven een ronddolende geest als een ziel die verwaarloosd is en zijn uiteindelijke bestemming daardoor niet bereikt heeft. Hij is een dolende geest geworden. Er zijn diverse manieren om een dolende geest te worden volgens de westbidders. Wanneer iemand is komen te overlijden en zijn familie vereert zijn geest niet meer, dat wil zeggen dat zij de gebruikelijke slametan niet meer houden, zal zijn geest de eindbestemming niet bereiken en gaan dwalen.Ga naar eind4. Dit overkomt overleden personen die geen familie meer hebben of die in onmin met hun familie geleefd hebben. Maar dit lot treft ook mensen die zelfmoord gepleegd hebben. Voor Javanen betekent zelfmoord ingrijpen in de Wil van de Almachtige. En als een persoon zelfmoord gepleegd heeft, moet hij/zij ook voor de gevolgen instaan. Na deze daad kan een goede verzorging om de geest naar de eindbestemming te begeleiden niet gegarandeerd worden. De geest van een persoon die zelfmoord gepleegd heeft, vindt geen rust. Deze rusteloos dolende geesten kunnen door mensen ‘gekocht’ (door magische krachten aan zich onderworpen) en gebruikt worden omdat zij nog steeds aan de aarde gebonden zijn. Door dit fenomeen, dat van de ronddolende geest, is het mogelijk om een geest tijdelijk in iemand te brengen. Wanneer de ronddolende geest door de gambuh geroepen wordt tijdens een jaran képang opvoering en in een danser gebracht wordt, heet hij éndang. | |||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||
Maar de geest, van een overleden persoon kan ook tot éndang gemaakt worden zonder dat hij daar zelf aanleiding toe gegeven heeft. Dit kan gebeuren wanneer de gambuh de geest van een persoon gaat ‘halen’ die omgekomen is bij een ongeluk. Deze geest moet echter binnen drie dagen ‘gehaald’ zijn, anders lukt het niet meer om die speciale éndang te krijgen. Na de derde dag heeft de geest de plaats van overlijden verlaten. Een gambuh hoeft niet veel te vasten of te mediteren om deze geest te manipuleren. Aan de andere kant geeft hij grote problemen tijdens de trance. Dat er sprake kan zijn van ronddolende geesten heeft te maken met het geloof van leven na de dood. Westbidders geloven dat de geest in verbinding blijft staan met de nabestaanden. Daarom kan het gebeuren dat iemand naar het graf van zijn ouders of grootouders gaat wanneer er moeilijkheden zijn die hij niet aankan of kan oplossen. Een begraafplaats wordt als een bijzondere plaats beschouwd. Vrouwen moeten rein zijn wanneer zij een begraafplaats willen binnengaan. Ook de manier van binnentreden moet je weten. Een begraafplaats betreed je met je linkervoet onder het zeggen van een spreuk. (Een huis niet je rechtervoet). De regels van het binnenkomen weten veel Javanen niet meer vanwege hun contact niet andere culturen werd mij verteld.
Het graf na de duizendste dag (foto: Sylvia Gooswit)
| |||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||
In de maand ruwah van het Javaanse jaar, dat is de maand vóór pasaGa naar eind5. (de vastenmaand) behoort de begraafplaats gezamenlijk schoongemaakt te worden door de nabestaanden. Vóór het vasten begint en op de laatste dag van het vasten, dat wil zeggen de dag vóór badaGa naar eind6. (viering einde vastenmaand), moeten de graven van de ouders en voorouders met de bijbehorende rituelen schoongemaakt worden. Een gambuh is verplicht de éndang die hij door vasten en meditatie ‘gekocht’ of op de gemakkelijkere manier bijvoorbeeld na een ongeluk ‘gehaald’ heeft, te verzorgen. Hij moet elke donderdagavond ter ere van hen sajèn (offers) plaatsen om ze te voeden. Een offer bestaat op zijn minst uit een glas water waarin jasmijnbloemen drijven. Het offeren gaat vaak gepaard met het branden van menyan (wierook) en het uitspreken van een tekst zoals: ‘Het is etenstijd, maar ga alstublieft weg als u gegeten heeft, want u wordt niet opgeroepen.’ Deze zin moet erbij gezegd worden, anders blijven de éndang rondhangen en vallen mensen lastig waardoor ze in trance raken. | |||||||||||
Endang mayitEr bestaan veel éndang. Tijdens het uitspreken van de spreuken om de dansers in trance te brengen, roept de gambuh de éndang die hij nodig zal hebben afzonderlijk op. Hij moet heel duidelijk aangeven welke éndang hij uitnodigt. Dat doet hij door hun namen uit te spreken. Van de opgeroepen éndang is de éndang mayit de gevaarlijkste en lastigste. Er zijn diverse groepen die éndang mayit oproepen. Dit is de éndang waaraan de gambuh heel gemakkelijk kan komen. Hij hoeft niet veel te mediteren en te vasten. De éndang mayit haalt de gambuh van een begraafplaats wanneer iemand pus begraven is (die bijvoorbeeld zelfmoord gepleegd heeft), of van de plaats waar een fataal auto ongeluk heeft plaatsgehad. De gambuh moet snel te werk gaan, want hij moet de geest gehaald hebben vóór de derde dag na overlijden. Na de derde dag begint de geest zijn reis naar zijn eindbestemming, begeleid door de diverse slametan, die voor hem gehouden worden door de nabestaanden. Een danser die éndang mayit op bezoek heeft, danst op een wit paard met de naam kantil (lijkbaar). In trance gedraagt hij zich woest en is ook moeilijk uit de trance te halen, letterlijk en figuurlijk. Een danser die deze éndang in zich heeft, moet als een lijk behandeld worden voordat hij uit de trancetoestand gehaald kan worden. De bamboepaarden waarop de dansers gedanst hebben, worden als een lijkkleed op hem gelegd. De danser in trance (stijf als een plank) wordt daarna door de andere dansers op schouderhoogte gehesen en een paar keer in het rond gedragen. De armen zijn moeilijk te buigen (Om iemand uit de trance te halen moeten de armen gebogen worden). Soms moet de danser net als bij een lijk in een klasa (mat) of doek gewikkeld worden en moet er weer wierook gebrand worden voordat hij uit de trance komt. Verder is de éndang mayit doofstom, waardoor hij niet met de andere éndang kan communiceren. Daardoor wordt deze éndang niet goed begrepen en wordt boos. Soms kunnen éndang mayit komen zonder dat ze opgeroepen zijn. De gambuh heeft dan een probleem. Een opvoering waarin een éndang mayit is opgeroepen, verloopt altijd rommelig. Wanneer deze geest niet is opgeroepen, ontstaan chaotische taferelen tijdens een opvoering. Meestal wordt de danser waarin deze geest op bezoek is als laatste uit de trance gehaald. En het kan relatief lang duren voordat de danser weer aanspreekbaar is. | |||||||||||
Commentaar en conclusieAangezien bijna alle jaran képang groepen de gemakkelijk te verkrijgen éndang mayit tijdens | |||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||
een opvoering ten tonele voeren, zijn de verrichtingen van deze geest van de jaran képang zonder al te veel moeite te aanschou-wen. De tendens bestaat, volgens informanten, dat moderne jongere gambuh zich niet zoveel moeite willen getroosten om stevig te vasten en te mediteren om de reguliere geesten te ‘kopen’. Het loont de moeite om naar de radio te luisteren om te weten waar zich een dodelijk ongeluk heeft voorgedaan. Een éndang mayit is dan gauw ‘gehaald’. Het houden van de voorgeschreven overlijdensrituelen heeft voor deze ziel geen zin meer. Voor de nabestaanden is het houden van de eerste slametan op de avond na de begrafenis heel belangrijk. Daarmee begint op aards niveau de begeleiding van de overledene op zijn/haar reis naarde eindbestemming. Het negeren van de voorgeschreven rituelen (slametan en sajèn) is voor de gambuh een van de mogelijkheden om geesten voor zijn jaran képang te verwerven, zodat hij zijn dansers in trance kan brengen. | |||||||||||
Literatuur
|
|